‘Als ’t goed was, was ’t machtig. Als ’t minder was, was ’t slecht.’ Flip Kowlier wist het al: erg genuanceerde tijden zijn het niet. En dat zullen ze bij de CD&V geweten hebben. Haar enerzijds/anderzijds-discours slaat niet meer aan. Drie Jong CD&V’ers willen het tij keren. ‘Wij zijn godverdomme radicaal genuanceerd.’

Natúúrlijk had de CD&V de gemeenteraadsverkiezingen niet verloren, zei ze voor de camera’s. 28 procent van de stemmen op de plaatsen waar ze deelnam, dat was lang niet slecht. Alleen: in elf van de dertien centrumsteden boert ze achteruit. ‘In sporttermen was het een gelijkspel, maar dat is voor ons niet genoeg. Het is tijd voor vernieuwing’, zegt Sam Voeten (24). De jonge Antwerpenaar is een van de twee kandidaten voor het voorzitterschap van Jong CD&V. In aanloop naar een congres op 8 december in Lokeren kunnen de ongeveer 3000 leden van de Jong CD&V kiezen tussen hem en Tom Vandenkendelaere (28) uit Roeselare. Ook hij pleit voor vernieuwing. ‘We hebben standgehouden op 14 oktober. Mooi, maar nu moet er iets gebeuren, anders volgt weer achteruitgang.’

Ja, met het idioom zit het helemaal goed – zelfs al komen de twee voor één keer níét uit politieke dynastieën. Voeten koos op zijn zeventiende voor de CD&V. ‘Ik kom uit Merksem, waar het Vlaams Belang bij vorige verkiezingen meer dan 40 procent behaalde. Dan ga je zoeken, nadenken, programma’s lezen, vergelijken. Ik heb gekozen voor de CD&V omdat ik de centrumpositie een teken van politieke sterkte vind. Dat moeten we nog veel meer uitspelen.’

Vandenkendelaere bekeerde zich op iets latere leeftijd tot de christendemocraten. ‘In 2007 doctoreerde ik over de Pools-Duitse relaties. In Warschau werd me gevraagd gastcolleges te geven over België, omdat niemand dat land begreep. Bij de evaluatie daarvan hebben het verhaal en het doorzettingsvermogen van CD&V me overtuigd.’

De jongste bekeerling is bekender. Felix De Clerck (28), zoon van ex-voorzitter, ex-minister en binnenkort ex-burgemeester van Kortrijk Stefaan De Clerck, besloot pas in augustus 2012 om zich voluit te engageren in de partij. Daarvóór was hij bekend als medeorganisator van de Shame-betoging in januari 2011, tegen de politieke impasse en het uitblijven van een federale regering. De Clerck is ongetwijfeld de vurigste en meest impulsieve van de drie. De man ook die hard durft te zijn voor de eigen partij, terwijl Voeten en Vandenkendelaere het allemaal wat voorzichtiger proberen te verwoorden.

U komt uit de kast als christendemocraat. Waarom nu pas?

Felix De Clerck:Ik had natuurlijk een vader tegen wie ik kon rebelleren, en dat heb ik met overgave gedaan. Ik ben actief geweest binnen de linkse jeugd, ik heb nog les gehad over de geneugten van Cuba en het communisme, maar ik heb evengoed met liberale vrienden en familie gepraat. Ik heb een actieve rol gespeeld in de burgerparticipatie, met Shame. Ik vind die burgerparticipatie erg belangrijk, maar op de duur merk je dat zoiets beperkt is. Ik ben bij de christendemocratie geeindigd omdat die het meest open is. Wat me ook bevalt, is de rustige, degelijke manier van politiek bedrijven. Wat sommigen saai noemen, vind ik net een verademing.

Politieke jongerenorganisaties lokken niet de grote massa. Hoe denken jullie dat te kunnen keren?

Sam Voeten:We hebben misschien geen jong imago, maar als je op een frisse manier met jongeren praat, kun je ze overtuigen om op CD&V te stemmen.

Tom Vandenkendelaere:Het probleem is dat er weinig ruimte is voor nuance. Je doet het goed of slecht. Het is zoals op Facebook: mensen klikken op ‘vind ik leuk’ of niet. Het is gevaarlijk om politiek daartoe te herleiden.

Fris praten over de CD&V, hoe doe je dat?

Vandenkendelaere:We moeten het vooral hebben over wat we zijn in plaats van over wat we niet zijn. Wij zijn de partij die iedere mens respecteert zoals hij is en die niemand uitsluit. Je gaat met de maatschappij om zoals met je eigen familie. In openheid, met respect, en wie uit de boot dreigt te vallen wordt geholpen.

Voeten: Er is ook een verschil tussen een verhaal en een ideologie. Onze ideologie is gebaseerd op personalisme en rentmeesterschap. Dat zijn niet de meest hippe termen, maar er is niets mis mee.

Maar kun je je daarmee onderscheiden van andere partijen?

De Clerck:Het moment waarop we zoals na de verkiezingen zeggen dat we hebben standgehouden, zijn we eigenlijk al geen grote volkspartij meer, maar een kleinere middenpartij. Die ideologie van ons is een prachtig fundament. Maar het probleem is wel: practice what you preach. Dat is soms verwaterd omdat we te lang aan de macht hebben deelgenomen. ‘Tussen de mensen’ was steeds meer ’tussen ónze mensen’ geworden. En maar kijken naar al die middengroepen, om bij het bepalen van een standpunt vooral niet op iemands tenen te trappen. Dan ben je geen leidende partij meer, maar een partij die volgt. Trouwens, mensen zijn niet meer zo eenduidig of recht in de leer als vroeger. Op zondag stemmen ze de N-VA en op dinsdag supporteren ze voor de Rode Duivels.

De vraag was: hoe breng je die boodschap op een frisse, jonge manier?

Voeten:Tijdens debatten in Antwerpen, bijvoorbeeld op scholen, probeer ik die boodschap uit te leggen aan de hand van GAS-boetes. Dat is een mooi voorbeeld van ‘vrijheid in verantwoordelijkheid’. Jongeren zijn vrij om te doen wat ze willen, maar als ze die vrijheid misbruiken, heb je met de GAS-boete een instrument om daarop te wijzen. Dat is christendemocratie. Wij geloven in die vrijheid, dat is niet iets wat we door de liberalen moeten laten kapen. Maar je moet wel je verantwoordelijkheid nemen. Als je die ontloopt, dan moet de gemeenschap je daarop wijzen. Zoiets snappen jongeren heel goed.

Dus GAS-boetes zijn een christendemocratisch project?

De Clerck:(fel) Hola! Dat heeft Sam helemaal niet gezegd! (Voeten knikt) Hij heeft het voorbeeld alleen gebruikt om aan te tonen hoe je verschillende perspectieven kunt verzoenen. Ik vind het zelf gevaarlijk dat je ambtenaren politionele bevoegdheden geeft, maar dat is een andere, juridische discussie.

Dat gezegd, wat ik erg belangrijk vind is dat je mensen bij de politiek betrekt. Nu worden te veel goede ideeën gekraakt door partijpolitieke spelletjes. Erg jammer is dat, want goeie ideeën zijn niet het voorrecht van één partij.

Zeggen dat de goede ideeën geen voorrecht zijn van de CD&V lijkt me niet erg wervend.

De Clerck:Ik heb zelf ervaren wat de limieten zijn van een individueel engagement. Als je iets wilt veranderen, dan moet dat in ons systeem via een partij. Maar je kunt die partij ook van binnenuit proberen te veranderen. Ik ga me niet zomaar schikken naar wat een partij zegt, ik ga ze een beetje proberen om te vormen op basis van mijn ideeën.

Vandenkendelaere:Ik denk ook dat we evolueren naar een nieuwe vorm van politieke partij. Dat is niet langer een organisatie die de waarheid in pacht heeft, maar wel een platform voor ideeën. Een plek waar mensen van eenzelfde ideologische strekking samenwerken.

Voeten:Wat vanuit de samenleving opborrelt, dat moeten we een stem geven. Dat is een nieuwe vorm van participatie waar wij ons echt moeten op werpen. Mensen zijn nu eenmaal niet meer hun hele leven lid van de KWB, maar ze zijn wel nog geëngageerd.

Yves Leterme zegt dat zijn succes in Ieper aantoont dat het kartel met N-VA mensen aanspreekt, in Antwerpen staan CD&V’ers tussen sociaaldemocraten op de Stadslijst. Dat helpt niet om je als partij te onderscheiden van de rest.

De Clerck:Ach, elke situatie heeft haar bijzonderheden, dat is de enige reden voor die kartels. Maar andere partijen vertellen maar een déél van het verhaal: N-VA is goed voor de ondernemers, Groen denkt aan het milieu, en de socialisten zorgen voor de zwakkeren. De CD&V is een tussenweg, en dat is helemaal niet fout. Wij zijn óók voor excellent ondernemerschap, maar we vinden net zo goed dat je nooit mag vergeten te zorgen voor de zwaksten. En daar is niets tegenstrijdigs aan.

Vandenkendelaere:De middenweg is niet de middelmaat. Wij zijn ook de enigen die niet verwijzen naar anderen als de slechten, wij zoeken niet naar externe vijanden.

Voeten:Eigenlijk zijn wij een heel positief ingestelde partij. Je kunt je soms populairder maken door op alles en iedereen te schieten, maar wij zijn veel constructiever.

De Clerck:De hele staatshervorming is daar een mooi voorbeeld van. In plaats van altijd maar te roepen hoe slecht het is in België, komen wij al tien jaar lang met ons verhaal van confederalisme.

Dat zal Bart De Wever niet echt origineel vinden.

De Clerck:Het confederalisme van Bart De Wever bestáát niet. Hij wil onafhankelijkheid. Daar stappen wij niet in mee. Wij willen een sterk Vlaanderen in een hervormd België. Een tijdje geleden las ik een brief van mijn grootvader Albert De Clerck aan zijn vriendin. Een brief uit 1942 waarin hij het ook heeft over zijn politieke engagement. En daarin schrijft hij dat het grote probleem van de Vlaams-nationalisten is dat ze door een blinde haat tegen België en het Belgische establishment verzuimen om goede dingen te doen voor de Vlamingen. Eigenlijk is er sindsdien nog niet veel veranderd.

Dus het kartel met N-VA was een fout?

De Clerck:Maar niet alles aan die partij is slecht, hè. Er was toen een historische kans om de Vlaams-nationalistische stroming die er is in Vlaanderen en ook binnen een deel van onze partij te incorporeren in een grote volkspartij. Dat is niet gelukt, en nu worden de verschillen weer duidelijker.

Terug naar de CD&V: maakt jullie partij goed gebruik van haar jonge talenten en jong personeel?

Vandenkendelaere:Niet altijd. We hebben veel knappe koppen en getalenteerde jongeren, maar er wordt niet altijd evenveel naar hen geluisterd. Zeker niet op plaatsen waar we aan de macht zijn.

Een van jullie voorgangers, Bert De Brabandere, zegt dat hij gestraft is om zijn kritische houding.

Voeten:Ik denk dat we als jongeren kritisch moeten zijn: wij zijn het geweten van de moederpartij. Maar dat moet wel op een constructieve manier gebeuren. Het heeft geen zin om zomaar tegen schenen te schoppen.

De Clerck:Mensen aan de top blijven er ook graag. Dat is niet typisch voor de CD&V, dat is ook zo in het bedrijfsleven. Als jongere moet je knokken voor je plaats. Maar een partij die niet vernieuwt, die sterft.

Jongeren vereenzelvigen zich niet meer met een partij, schreef zo’n jongere vorig jaar in een vrije tribune in De Morgen.

De Clerck:Oei, dat herken ik precies.

Voeten:Ik geloof dat niet. Engagementen zijn misschien vluchtiger, maar dat betekent niet dat jongeren zich niet meer herkennen in wat wij vertellen.

De Clerck:Het is toch een probleem dat jongeren niet meer duidelijk partij kiezen? Wie zegt er nu nog openlijk: ‘Ik ben een tjeef’? En ik begrijp dat, want de manier waarop er aan politiek wordt gedaan is soms echt van een laag niveau. De meeste jongeren die ik ken, zijn ambitieus en willen iets realiseren. En dan zien ze op TerZake twee mannen kibbelen in plaats van naar oplossingen te zoeken. Dat is niet van dien aard dat je denkt: daar ga ik eens aan meedoen.

Shame was een positieve beweging, maar wel een met een negatieve naam.

De Clerck:Geef nu toe: het wás toch ook een beschamend schouwspel dat toen werd opgevoerd? Een van mijn strijdpunten is dat we daar echt van af moeten. Er moet een nieuwe politieke cultuur komen, we moeten af van het idee dat partijbelang primeert boven algemeen belang.

Die roep om een nieuwe politieke cultuur komt ook om de tien, twintig jaar terug.

De Clerck:Ja, dat oudezakkenantwoord krijg ik altijd. Maar ik was er nog niet bij hè, in de jaren tachtig.

Vandenkendelaere:Wij waren er als jongeren bij, op die Shame-betoging. Want wij zijn die partijpolitieke spelletjes ook beu. En we zijn niet te bedeesd om dat te zeggen tegen de moederpartij.

Voeten:Ego’s en partijbelangen mogen niet primeren op de belangen van het land. Daarom zijn wij christendemocraten.

De Clerck:Ik hou niet van conflicten en ik hou niet van ego’s die op een podium om het hardst staan te schreeuwen. Ik denk dan: eventjes dimmen kan geen kwaad. De nuance die wij willen aanbrengen, wordt soms gezien als een zwakte, maar dat is het niet. Wij zijn godverdomme radicaal genuanceerd!

DOOR DIRK VANDENBERGHE / FOTO’S FRANKY VERDICKT

‘Mijn grootvader Albert De Clerck schreef het al in 1942: “Het grote probleem van de Vlaams-nationalisten is dat ze door een blinde haat tegen België verzuimen om goede dingen te doen voor de Vlamingen.”‘

‘Het is zoals op Facebook: mensen klikken op ‘vind ik leuk’ of niet. Het is gevaarlijk om politiek daartoe te herleiden.’

‘Ik denk dat we als jongeren kritisch moeten zijn: wij zijn het geweten van de moederpartij. Maar het heeft geen zin om zomaar tegen schenen te schoppen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content