De verkiezingsstrijd raakt stilaan op dreef. Stellingen worden ingenomen, de één al geslaagder dan de andere.
Politieke partijen beraden zich dezer dagen intens en in besloten conclaven over de agenda voor de komende maanden. Op het Wetstraat-programma staan immers een aantal punten die voor een woelige aanloop naar de verkiezingen van juni 1999 kunnen zorgen. Bovendien wordt de politieke sfeer geen klein beetje bezwaard door het Agusta– en Dassault-proces.
Vooral bij de Franstalige socialistische coalitiepartners beginnen de interne afrekeningen zwaar door te wegen. De stroom van onthullingen heeft de fiducie van de PS’ers in hun coalitiepartners zeker niet gesterkt. Maar voorzitter Philippe Busquin, die in stilte voortsleutelt aan een eventuele samenwerking met de liberalen, tracht zich kranig te houden.
Aan springstof, vooral communautaire springstof, om de meerderheid vroegtijdig op te blazen is er zeker geen tekort. En de nonsens die de Zwitserse “specialist” Dumeni Columberg op papier zette over de situatie in de faciliteitengemeenten, heeft de zaken zeker niet vooruit geholpen. Het geeft al te denken dat de Brusselse krant Le Soir in verband met het rapport van Columberg, die niet eens wist dat in België ook een Duitse minderheid leefde, gewaagde van “een frisse wind”, “een oefening van het gezond verstand”.
De opstandige francofone burgemeesters van de faciliteitengemeenten rond Brussel voelen zich alvast gesterkt en ze eisen een gesprek met de premier over de rondzendbrief van Vlaams minister Leo Peeters (SP). De Franstalige coalitiepartners van PS en PSC stellen zich terughoudender op. Zowel PS-voorzitter Busquin als tweede in bevel bij de PSC Joëlle Milquet beweren dat ze voortaan dat probleem op het puur juridische niveau willen afwikkelen. Geen provocaties dus. De federale regering moet de rit uitrijden.
De problemen in de faciliteitengemeenten zijn dan weer verbonden met een andere dringender kwestie: het stemrecht van Europese burgers bij gemeenteraadsverkiezingen. Premier Jean-Luc Dehaene, die de kwestie liet aanslepen, heeft daarover al gepraat met vertegenwoordigers van de Franstalige liberalen van PRL-voorzitter Louis Michel. Die zijn, mits een aantal voorwaarden, bereid hem de nodige tweederde meerderheid te leveren. Maar zelfs dat volstaat niet. Dehaene weet dat hij zijn eigen CVP nooit op die lijn krijgt. Want een meederheid bij de CVP deelt de vrees dat met een toekenning zonder meer van dat stemrecht de verfransing van de Brusselse Rand hand over hand zal toenemen. Tegelijk volhardt Vlaams minister Brigitte Grouwels (CVP) in haar eis dat er eerst garanties moeten komen voor de Vlamingen in het Hoofdstedelijk Gewest. En zoiets kan pas na de verkiezingen van juni 1999 worden geregeld, tijdens de grote communautaire ronde waar de jongste staatshervorming wordt bijgevijld. Tenzij de gevreesde doorbraak van het Vlaams Blok in Brussel inderdaad totstandkomt en de vorming van een Vlaamse meerderheid in het Hoofdstedelijk Gewest zonder het Blok onmogelijk wordt. Want dan blokkeert de werking van het Hoofdstedelijk Gewest, en meteen het hele staatshuishouden. “Het lot van Brussel, dat is het lot van België”, is een uitspraak van SP-voorzitter Louis Tobback die de jongste tijd steeds vaker wordt aangehaald, ook door Franstaligen.
DE STREMMING BREKEN
Volgens sommige partijen, zoals SP en PS, kan het stemrecht voor Europeanen worden geregeld samen met dat voor migranten. Maar hier reageert de CVP verdeeld. Premier Dehaene is voorstander van het gemeentelijk stemrecht voor migranten, voorzitter Marc Van Peel wijst het niet af, maar vice-premier Herman Van Rompuy is helemaal doof van die kant. Intussen blijft het probleem gisten.
Bovendien moeten de komende maanden de hervormingen van justitie en politie hun beslag krijgen. Een hervorming die grotendeels te danken is aan de inbreng van de Vlaamse oppositiepartijen VLD en VU. Vooral de rol van VU-voorzitter Patrik Vankrunkelsven valt daarbij niet te minimaliseren. Hij was het die na het tumult rond de ontsnapping van Marc Dutroux de liberalen van Guy Verhofstadt overtuigde van de noodzaak om met de meerderheid te overleggen over die hervormingen. Met goed gevolg.
De intern verdeelde groenen bleven toen aan de kant. Toch blijven ze bij Agalev volhouden dat ze te allen tijde bereid zijn “om verantwoordelijkheid op te nemen”. Dat moet dan worden aangetoond door de manier waarop veteranen van de partij opnieuw worden opgevorderd. Mieke Vogels wordt uit het Antwerpse stadhuis weggeplukt om de senaatslijst aan te trekken. Magda Aelvoet verlaat het Europees parlement om een Leuvense zetel veilig te stellen. De Vlaamse groenen willen koste wat het kost de electorale stremming van 1995 doorbreken.
Zowel VU als VLD worstelen intussen met de gevolgen van de verschillende vernieuwingsoperaties die veelal onafgewerkt bleven.
Bij de VU schaarde een grote meerderheid zich alsnog achter de alliantie met ID21 van Bert Anciaux. Of het allemaal van harte was, is niet erg duidelijk. De indruk overheerst dat de partij geen andere keuze had dan de samenwerking te ondergaan, zoniet werd een dramatische breuk met Anciaux onvermijdelijk.
Ook de VLD heeft wat moeite om tegen de verkiezingen alle kopstukken op één lijn te krijgen. Het nukkige optreden en de charges van Marc Verwilghen tegen Verhofstadt lijken bij de Vlaamse liberalen voor meer schade onder de waterlijn te hebben gezorgd dan algemeen wordt toegeven. Er moet nu zelfs een bevriend publicist aan te pas komen om in een boek de vriendschap tussen voorzitter Verhofstadt en Verwilghen te bezingen. Verplichte lectuur.
R.V.C.