‘Werken om te leven en niet leven om te werken, is dat echt zo vreemd?

SARAH JAFFE: ''Werken om te leven en niet leven om te werken, is dat echt zo vreemd?' © Janice Checchio

Ziehier een goed voornemen waar u zich dit jaar misschien wél aan kunt houden: trek u wat minder aan van uw job. Want werken zal u niet gelukkiger maken, vindt de Amerikaanse journaliste Sarah Jaffe. ‘Als Jeff Bezos wint, zijn we allemaal genaaid.’

Work Won’t Love You Back, of vrij vertaald: u krijgt nooit evenveel terug van uw werk als u erin hebt gestopt. Onder die aanstekelijke titel schreef de Amerikaanse journaliste Sarah Jaffe een boek over alle mensen die zo veel van hun job denken te moeten houden, dat ze eraan ten onder dreigen te gaan. Is het niet omdat ze er veel minder betaald voor krijgen dan redelijk zou zijn, dan wel omdat ze er een burn-out aan overhouden. Ondanks de nogal Amerikaanse analyse die Jaffe maakt, resoneert haar boodschap ook in Europa. Sterker nog: de kans is – we zeggen het er maar gelijk bij – erg groot dat haar boek ook over u gaat.

Er wordt lacherig gedaan over millennials die toast met avocado eten en latte drinken, maar alleen zulke kleine dingen zijn voor hen nog haalbaar.

Wanneer besefte u zelf voor het eerst dat uw baan u niet zo veel voldoening gaf als u had verwacht?

Sarah Jaffe: Ik heb veel shitty banen gehad voor ik als journalist begon, dus ik had toen allang door dat een job echt beroerd kan zijn. Ik heb veel in restaurants en winkels gewerkt, en mijn eerste baantje was afval opruimen op een concertweide. Het heeft tien jaar geduurd voor ik mijn droomjob als journalist kon uitoefenen, maar het was ook toen al gewoon een baan. Ik kreeg als journaliste zelfs vaak te maken met dezelfde dingen die me in die restaurants waren overkomen: griezelige bazen die met me probeerden te flirten, mensen die me een promotie beloofden als ik maar hard genoeg werkte, en me altijd pushten om overuren te kloppen. Die promotie kwam er meestal niet. Maar ik wil het niet laten klinken alsof het allemaal verschrikkelijk was. Ik heb ook heel fatsoenlijke bazen gehad.

Journalist is een beroep waar veel jongeren van dromen.

Jaffe: Inderdaad. Ik doe het ook veel liever dan in een restaurant werken, hoor. Maar als freelancer verdiende ik soms minder dan toen ik tafeltjes afruimde. Ondanks alle bochten waarin ik me moest wringen om te raken waar ik nu sta, verdien ik nog altijd niet heel veel. Al het overwerk, en de uitputting die daarbij komt kijken, moet ik erbij nemen.

Als kinderen worden we aangemoedigd om te fantaseren over de job die we later willen doen. Zouden we daar beter mee stoppen?

Jaffe: Dat is fout, ja. Mijn ouders waren daar al heel selectief in. Ik mocht alles kiezen, tot ik hen vertelde dat ik schrijfster wilde worden. Dat vonden ze een heel slecht idee. Toen ik vervolgens zei dat ik actrice wilde worden, kreeg ik hetzelfde te horen. Het is ook nog maar heel recent dat we kinderen laten geloven dat ze alles kunnen worden. Honderd jaar geleden trouwden meisjes en kregen ze kinderen voor wie ze moesten zorgen, terwijl de jongens meestal het beroep van hun vader uitoefenden, vaak zelfs in dezelfde fabriek. Op heel veel plekken zullen vijfjarigen je ook nu nog met grote ogen aankijken als je hen vertelt dat ze zelf mogen beslissen wat ze later zullen doen.

Niettemin zijn veel lezers van Knack dol op hun werk, en ze krijgen er ook heel veel van terug. Wat zegt u tegen hen?

Jaffe: Dom zal ik hen zeker niet noemen. De eerste woorden van mijn boek zijn letterlijk: I love my job. (lacht) Als het gaat over de liefde die mensen al dan niet koesteren voor hun werk, ben ik dus een agnost. Zolang ze zich maar realiseren dat hun werk maar hun werk is, en hun baas nog altijd hun baas. Zelfs als ze hun job heel graag doen, hebben ze het recht om ’s avonds hun telefoon uit te zetten, en hoeven ze na middernacht geen werkmails meer te beantwoorden.

SARAH JAFFE: 'Amerikaanse senatoren plegen nog liever zelfmoord dan wetten aan te nemen die gewone Amerikanen vooruit zouden helpen.'
SARAH JAFFE: ‘Amerikaanse senatoren plegen nog liever zelfmoord dan wetten aan te nemen die gewone Amerikanen vooruit zouden helpen.’© Janice Checchio

Voor veel mensen valt hun werk samen met hun identiteit. Nogal wat gepensioneerden hebben moeite om zin te geven aan hun leven als ze niet meer naar kantoor kunnen.

Jaffe: Dat is sneu. Maar als je je hele leven veertig, vijftig, soms zestig uur per week hebt gewerkt, valt het natuurlijk heel zwaar wanneer dat plotseling wegvalt. Het is nog erger voor mensen die werkten in een fabriek of winkel die van de ene dag op de andere sloot, of die ontslagen werden. Zo schreef ik het verhaal neer van een vrouw die jarenlang in een grote speelgoedwinkel had gewerkt, en plots op straat stond. Natuurlijk komt zoiets hard aan. Heel veel van de zekerheden die we in ons leven hebben, en in de Verenigde Staten vaak ook nog onze gezondheidszorg, hangen samen met onze job.

Zelfs als mensen hun job heel graag doen, hoeven ze na middernacht geen werkmails meer te beantwoorden.

Bedrijven geven graag de indruk dat een baan heel wat meer is dan alleen een baan. Er zijn er zelfs die zich graag met een familie vergelijken.

Jaffe: Het eerste hoofdstuk van mijn boek gaat over het onbetaalde werk dat binnen een gezin moet gebeuren, werk dat bovendien vaak ongelijk verdeeld is. Is het dat wat zulke bedrijven bedoelen met die vergelijking – veel gratis werk, waarbij er meestal geen bedankje van de andere familieleden af kan? (lacht) Een gameprogrammeur die voor zijn werk naar de andere kant van de Verenigde Staten was verhuisd en snel weer ontslagen werd, heeft het daar ook over in mijn boek. In families wordt nooit een collectief ontslag georganiseerd. Sommigen proberen het misschien wel, maar zo makkelijk als van een werknemer raak je niet van je familie af.

In Work Won’t Love You Back raadt u mensen aan zich niet te verliezen in hun baan. Maar voor veel mensen is het taboe om toe te geven dat ze hun werk alleen voor het geld doen.

Jaffe: Vivian Maier, een fotografe die ook als nanny werkte, bewees dat het anders kan. Haar werk werd pas na haar dood echt bekend. Een reden daarvoor was dat ze altijd als kinderverzorgster bleef werken, en enkel fotografeerde omdat ze het leuk vond. Ze trok met de kinderen vaak de stad in, en maakte dan foto’s, maar kon ook genoeg geld sparen om de wereld rond te reizen. Ze wilde niet per se een carrière als fotografe. Maier zei letterlijk dat ze werkte om te leven, en niet leefde om te werken. Veel mensen vinden dat vandaag onbegrijpelijk. Ze snappen niet dat Maier niet wat meer ambitie toonde. Ze had een job waar ze uitstekend in was, en verder was het allemaal goed voor haar. Is dat echt zo vreemd?

Zeker in creatieve sectoren zoals de kunsten, of aan universiteiten, ligt het gevoelig om genoegen te nemen met minder dan het allerbeste.

Jaffe: Ja. Je loyauteit wordt dan snel in twijfel getrokken. Zelfs als je gewoon opslag vraagt, of wat extra vakantie, krijg je meteen te horen dat je niet gepassioneerd genoeg bent. Er staan ook zogezegd genoeg jongeren te wachten om je plaats in te nemen. Die emotionele chantage is er altijd. Terwijl keer op keer blijkt dat jouw werkgever niet heel toegewijd is aan jou. Hij kan je van de ene dag op de andere ontslaan.

Momenteel wordt aan heel wat universiteiten in het Verenigd Koninkrijk gestaakt. Sinds Margaret Thatcher premier was, in de jaren 1980, worden er departementen gesloten en universiteitsmedewerkers afgedankt. Academici die daartegen protesteren, krijgen te horen dat ze de studenten daarmee schade berokkenen. Niemand denkt eraan dat het misschien niet zo ideaal is dat er altijd meer bezuinigd wordt, om in een businessschool of zo te kunnen investeren. Natuurlijk geven die professoren om hun job, maar ze willen wel in aanvaardbare omstandigheden werken.

Zulke medewerkers krijgen vaak het gevoel dat ze dankbaar moeten zijn dat ze hun job hebben.

Jaffe: Ik heb een tijd gewerkt voor een baas die herhaaldelijk vrouwen lastigviel. Toen die verhalen uitkwamen, moest hij opstappen. Iemand die het niet eens slecht meende, vroeg mij in die tijd waarom niemand die voor die baas werkte eens iets goeds over hem wilde vertellen. Hij had ons tenslotte toch een job gegeven? Ik was daardoor met stomheid geslagen. Ik deed mijn job goed, ik werkte zelfs veel overuren. I busted my butt. Waarom zou ik daarvoor iemand anders dankbaar moeten zijn? Ik kwam mijn deel van het contract na, hij was degene die over de schreef ging.

Vooral freelancers blijven lange tijd hard werken voor weinig geld, in de hoop ooit een betere job te krijgen. Je zou soms tegen hen willen zeggen: zoek toch iets anders dat je misschien minder leuk vindt maar dat wel meer zekerheid biedt.

Jaffe: Zo zeg je opnieuw dat de schuld bij die persoon ligt. Het is de job die moet veranderen. Trouwens, waar vind je zo’n zekere job?

In de financiële wereld?

Jaffe: Dat is al helemaal een slecht idee. Sommige jobs moeten er gewoon zijn. Willen we dat onze leerkrachten er de brui aan geven en hypotheken gaan verkopen? Nee, toch? Of je nu afvalophaler, leraar, journalist, acteur, atleet of bankier op Wall Street bent: mensen hebben het recht om grenzen te stellen aan hun job. Een baas hoort niet alles op elk moment van de dag te kunnen vragen, en werknemers verdienen een eerlijke compensatie voor hun werk. In de VS werd dit najaar op het nippertje een grote staking vermeden van mensen die op een filmset werken, zoals cameramannen en geluidstechnici. Ze eisten niet per se meer loon maar wel betere arbeidsomstandigheden. Vaak waren ze na een lange werkdag zo vermoeid dat de kans op ongevallen op de weg naar huis flink toenam. En de ochtend erna moesten ze weer op de set staan. Zulke zaken kun je niet oplossen met jobhoppers.

Sarah Jaffe, Work Won't Love You Back, C Hurst & Co, 296 blz., 29,69 euro
Sarah Jaffe, Work Won’t Love You Back, C Hurst & Co, 296 blz., 29,69 euro

Daarom laat ik veel werknemers aan het woord die protesten organiseren. Omdat het de enige manier is om iets te veranderen. In landen als Portugal en Frankrijk gaat het nu over het recht om te deconnecteren van je werk, om uren waarop je baas je met rust moet laten. Ook de discussies over een kortere werkweek passen daarin. Ik doe mijn werk met veel plezier, maar ik zou ook graag elke week een extra dag vrijaf hebben.

Het eerste deel van uw boek gaat over beroepen die nog altijd veelal door vrouwen worden uitgeoefend. Zoals verpleegkundige of leerkracht. De samenleving eist haast van hen dat ze hun werk graag doen. Het gaat tenslotte om zorgen voor andere mensen.

Jaffe: Wat voor stakende universiteitsmedewerkers geldt, gaat natuurlijk nog veel meer op voor mensen die lesgeven aan kleine kinderen. Je moet wel een gruwelijk mens zijn als je eerst aan jezelf denkt in plaats van aan de kinderen. Oh! My! God! Uit de geschiedenis van de openbare scholen in de VS leren we hoe er destijds naar die jobs werd gekeken. Vrouwen waren uitermate geschikt om leerkracht te worden, want ze zorgden uit zichzelf al graag voor kinderen en hoefden bovendien niet veel betaald te worden. Ze leefden toch al van het loon van hun echtgenoot.

We hebben allemaal geapplaudisseerd voor de zorg, en net daarom volgde al snel een backlash: “En nu zijn jullie nog altijd niet tevreden? Hoe ondankbaar.”

Is het respect voor beroepen als verpleegkundige niet toegenomen tijdens de pandemie?

Jaffe: We hebben allemaal geapplaudisseerd voor de zorg, en net daarom volgde al snel een backlash: ‘Jullie hebben applaus gekregen, en jullie zijn nog altijd niet tevreden? Hoe ondankbaar.’ In het Verenigd Koninkrijk zien we dat het zorgpersoneel sindsdien aanzienlijk meer wordt aangevallen. De sfeer is heel snel hatelijk geworden na het begin van de pandemie. We zijn corona allemaal beu, maar niemand is de pandemie zo beu als de zorgkundigen.

Nu de Amerikaanse economie weer opkrabbelt, is er in de VS sprake van een curieus fenomeen: de Great Resignation. Een ontslaggolf waarbij mensen niet meer terug willen naar hun job en iets beters zoeken. Stemt u dat hoopvol?

Jaffe: Het wijst vooral op de wanhopige situatie waarin veel Amerikanen lange tijd hebben verkeerd. Eerlijk gezegd weten we nog niet goed wat er aan de hand is. Vooral in de horeca en andere dienstensectoren nemen veel mensen ontslag, maar daar is altijd al veel verloop geweest. Er is meer onderzoek nodig, en we moeten vooral opletten dat we niet enkel zien wat we hopen dat er aan het gebeuren is. Ik zou het geweldig vinden, zo’n massale golf van mensen die ontslag nemen omdat ze beseffen dat hun werk klote is. Het valt natuurlijk ook niet te ontkennen dat de pandemie een aantal trends heeft versneld. Voor veel Amerikanen is hun werk de voorbije decennia slechter geworden. Lonen stagneerden, contracten werden uitgehold en de werkomstandigheden verslechterden. In de coronacrisis zagen veel Amerikanen dat hun job nog véél slechter werd, en kwamen ze er misschien achter dat hun baas meer geeft om winst dan om hun veiligheid. Mensen wier werk altijd al gevaarlijk was, moesten hun job in levensgevaarlijke omstandigheden uitvoeren. Ik kan me voorstellen dat werknemers daar hun conclusies uit trekken.

Uw boek is natuurlijk in de eerste plaats een Amerikaanse analyse…

Jaffe:(onderbreekt) Welkom in de toekomst, mijn beste! Goed dat u zich wat inleest in de Amerikaanse toestanden, want die komen allemaal jullie kant op. Het duurt bij jullie alleen iets langer.

Mij vielen toch vooral de grote verschillen op. Zelfs Amerikanen met een voltijds contract hebben vaak geen recht op vakantiedagen.

Jaffe: Maak je geen illusies. In Berlijn staakten onlangs de medewerkers van Gorillas (een app waarmee u uw boodschappen binnen tien minuten kunt laten leveren, nvdr) om betere arbeidsomstandigheden te eisen. Ik zou mijn rechterarm afhakken om onder de Duitse arbeidswetgeving te mogen werken, maar aan zulke bedrijven merken we dat ook in Duitsland de arbeidsvoorwaarden steeds minder en minder worden.

In België vallen heel veel mensen uit met een burn-out. Voor hen was hun job ook niet wat ze ervan hadden verwacht.

Jaffe: De oorspronkelijke definitie van een burn-out heeft het over ‘het verlies van de intrinsieke motivatie om te werken’. Die motivatie was er in het begin dus wel. Dat is de reden waarom we niets horen over een golf van burn-outs bij mensen die ons afval ophalen, of fabrieksarbeiders. Nee, het gaat over journalisten, dokters of advocaten. Hun werk voelt plotseling uitputtend en doelloos. Het is een ziekte die heel specifiek is voor deze fase van het kapitalisme.

De jongere generatie lijkt vrije tijd belangrijker te vinden dan veel geld verdienen. Maakt dat een verschil?

Jaffe: Ik ben een ouderwetse marxiste, die gelooft dat zulke karakteristieken enkel veranderen omdat de materiële omstandigheden ook zijn gewijzigd. Millennials zijn opgegroeid met het idee dat ze alles konden worden, maar de realiteit is dat hun baan veel onzekerder is dan die van hun ouders, dat ze zich geen huis in de stad kunnen veroorloven en dat ze constant werkmails op hun smartphone zien verschijnen. Vind je het dan raar dat ze vrije tijd belangrijk vinden? Er wordt lacherig gedaan over millennials die toast met avocado eten en een latte drinken, maar alleen zulke kleine dingen zijn voor hen nog haalbaar. Het is echt geen generatie die alleen maar slechte beslissingen neemt.

Ondertussen wordt ons al decennialang verteld dat robotisering ervoor kan zorgen dat we minder zullen hoeven te werken. Gelooft u daar nog in?

Jaffe: Verhalen over automatisering worden vaak overdreven gehypet, maar robots kunnen natuurlijk ons leven aangenamer maken. Het hangt ervan af wie ze bezit. Zal de technologie ons bevrijden of zal ze ons juist knechten? Voorlopig gebruiken we ze vooral om Elon Musk en Jeff Bezos (de bedrijfsleiders van respectievelijk Tesla en Amazon, nvdr) de ruimte in te schieten, terwijl de magazijnarbeiders van Amazon een digitale polsband om krijgen die nauwkeurig kan tracken hoeveel werk ze in een shift verzetten. En wat zullen we doen met mensen die vervangen worden door robots? Toen in de jaren 1980 in het Verenigd Koninkrijk de steenkoolmijnen dichtgingen, hebben we de mensen die daardoor hun job verloren aan hun lot overgelaten. Die gemeenschappen stierven een stille dood, en de kinderen trokken er weg. De mijnwerkers bleven achter zonder iets.. Wat doen we straks met journalisten als hun job overbodig wordt? We willen toch niet dat ook zij allemaal op straat of in de gevangenis belanden?

Politici lijken niet meer de macht te hebben om zulke evoluties te kneden.

Jaffe: Natuurlijk hebben ze die macht wél. Ze gebruiken ze alleen niet meer, omdat ze de donaties van Jeff Bezos graag zien komen. In de Europese Unie is er om te beginnen een veel strengere regulering van technologiebedrijven. We kunnen veel doen, maar we kiezen ervoor om niets te doen. In de Verenigde Staten plegen senatoren nog liever zelfmoord dan wetten aan te nemen die gewone Amerikanen vooruit zouden helpen.

Bent u pessimistisch over de toekomst?

Jaffe: Er wordt niet alleen in het parlement of in bedrijven over onze toekomst beslist. De toekomst wordt ook bepaald door werknemers die staken voor een beter loon, of door Uber-chauffeurs die een fatsoenlijk contract eisen. Ze dagen Uber daarvoor zelfs voor de rechter. We weten nog niet wie het uiteindelijk zal halen. We weten alleen dat we allemaal genaaid worden als Jeff Bezos wint.

Hij is aan het winnen, nee?

Jaffe: Voorlopig helaas wel, ja.

Sarah Jaffe

– Geboren in 1980

– Studeerde Engels en journalistiek

– Schrijft als journaliste voor verschillende media, vooral over de arbeidsmarkt en activisme

– Publiceerde in 2016 Necessary Trouble: Americans in Revolt

– Presenteert de podcast Belabored

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content