Het gaat goed met de ekonomie, maar ze schept geen banen. Nieuwe werklozen staan gelaten en bitter voor hun gesloten fabriekspoorten. Wordt het ooit beter en wat is daartoe nodig ?
HET ekonomisch weerbericht van de Nationale Bank klinkt gunstig. De groei van de ekonomie zit een stuk boven twee procent, de huidige groeivertraging is licht en tijdelijk. De rente is laag, de inflatie eveneens, de lopende rekening van de handelsbalans vertoont een komfortabel overschot. Omdat de lonen niet stijgen en de invoerprijzen dalen, liggen de ondernemingskosten goed, de rendabiliteit van de bedrijven verbetert. Van haar kant krijgt de overheid het begrotingstekort onder kontrole.
Alleen, de werkgelegenheid blijft slecht. Sedert het globaal plan van december 1993 en met een lopend centraal akkoord voor herverdeling van de arbeid, steeg het aantal uitkeringsgerechtigde volledig werklozen met 13.125 tot 508.673. Sinds oktober 1985 was de werkloosheid in Vlaanderen nooit zo hoog. Bovendien zijn de cijfers getoilleteerd. Ze houden geen rekening met de snelle verjonging van de bruggepensioneerden en de deeltijdse werkloosheid van de part-timers. Goed veertig miljard frank kortingen op sociale bijdragen van werkgevers, honderden bedrijfs- en sektorakkoorden voor herverdeling van de arbeid kunnen geen positief jobsaldo creëren.
Sedert deze zomer regent het dagelijks slecht nieuws : kollektieve afdankingen wegens herstrukturering, vereffening of faillissement van ondernemingen. Van mega-herstruktureringen, zoals die van Union Minière, tot de kwasi volledige ontmanteling van het eertijds hautaine Begemann-imperium. Dit jaar telde het kantoor Graydon Belgium al 5.915 faillissementen, weliswaar het meest van kleine bedrijfjes, maar samen toch verantwoordelijk voor het verlies van meer dan twintigduizend banen. In oktober spraken de handelsrechtbanken 739 faillissementen uit, een cijfer dat nog nooit zo hoog was.
De nieuwe werklozen reageren gelaten. Ze blijven aan de slag in een onzeker statuut, om curatoren te helpen een overnemer voor hun failliete onderneming te vinden. Elders worden snel akkoorden over sociale afvloeiing bereikt. Zelfs een slagveld als dat van Union Minière met ruim 1.600 afvloeiingen lokt geen verzet uit. Integendeel, in vakbondskringen valt te horen dat “er niets anders opzat. In de herstrukturering van topman Karel Vinck zit zelfs iets positief. Anders zaten we binnen vijf jaar met een nieuwe KS of een nieuwe Boelwerf. “
Veel hoop krijgen die pas afgedankten niet. Zelfs niet van eerste-minister Jean-Luc Dehaene (CVP). De premier betoogt dat naast de herstruktureringen ook nieuwe investeringen staan en het vooruitzicht op nieuwe banen. Bij Chrysler, bijvoorbeeld, met zeshonderd arbeidsplaatsen in Brussel. Daar is minder aandacht voor, betreurt hij. De overheid registreert inderdaad alleen de werklozen en beschikt niet over instrumenten om het aantal nieuwe banen te tellen. Toch bekent Dehaene : “Aan dat nieuws heeft de werkloze bij een herstrukturering geen boodschap, hij krijgt waarschijnlijk die nieuwe job niet. ” Voorzitter Theo Rombouts van het ACW heeft het daar lastig mee : “De werkgevers vragen om een grote flexibiliteit in afdankingssituaties, maar niet bij aanwerving. Iemand van 35 jaar die zijn job verliest, heeft het erg moeilijk om een nieuwe baan te vinden. Hij heeft de aanwervingskultuur tegen. Het kan toch niet dat mensen maar tien jaar van hun leven enige hoop op werk kunnen hebben. “
ZENUWACHTIG.
“Gelatenheid, ontmoediging en bitterheid op het sociaal front, ” noteert de Vlaamse ACV-leider Luc Cortebeeck. “Die nieuwe werklozen geloven niemand meer. Zij regelen individueel hun zaakjes, ontslagvergoeding, brugpensioen, enzovoort en slagen daar, met onze hulp, nog goed in ook. ” Een studie van het Leuvens Hoger Instituut voor de Arbeid leert dat slechts 28 procent van alle werklozen optimistisch een nieuwe job zoekt. De anderen zijn wanhopig, of ontmoedigd of hebben zich aangepast, terwijl een kleine 30 procent zich terugtrok in een laat-ons-met-rust-filozofie.
Maar de onzekerheid heeft alvast een politieke nasleep. Het Vlaams Blok en andere extremisten vinden in de onzekerheid een voedingsbodem. Terwijl de kollektieve agressie op het sociaal front achterwege blijft, groeit de individuele agressie, in het verkeer onder meer. Niemand kan ontkennen dat de samenleving zenuwachtig is. ACV-voorzitter Willy Peirens is daar niet gerust is. “Dat klimaat schept een bodem waarop van alles kan groeien. Sommigen willen meteen de grote Kladderadatsch. Ook in de vakbonden neigen sommigen naar een doemscenario. “
In het openbaar ambt gaat het er sociaal ruiger aan toe. Het spoorwegpersoneel staakte vorige week een dag en legt deze week twee dagen het spoorverkeer stil. Een protest tegen duizenden afdankingen en looninleveringen van de blijvenden. De socialistische en kristelijke bonden van ambtenaren, leerkrachten en werknemers van autonome overheidsbedrijven betogen op woensdag 13 december in Brussel “tegen de afbraak van het personeelsstatuut en voor meer werkgelegenheid. ” Hoe intens die aktie wordt, valt niet te voorspellen. Maar ambtenarenstakingen houden altijd een risico in. Op het eind van de jaren zeventig viel de regering-Tindemans over de zogenoemde vrijdagstakingen en de akties tegen besparingsplannen brachten in het begin van de jaren tachtig de centrum-rechtse regeringen in moeilijkheden.
Eenzelfde zorg als de werklozen en werknemers bewijzen de konsumenten trouwens in grote mate dezelfde getroffen gezinnen. Onder druk van de loonblokkering, de schrik voor de toenemende werkloosheid en als gevolg van de onhebbelijkheid van de regering om na elk besparingsplan een nieuw en nog strenger besparingsplan aan te kondigen, lopen de gezinnen met hun geld naar de bank in de plaats van naar de winkel. Dat heeft ekonomisch nare gevolgen, want om een ekonomie te doen draaien moet geld rollen. De spaarkwote is te groot. De privé-konsumptie neemt de rol van de export en van de bedrijfsinvesteringen als motor van de ekonomie niet over. Kris Peeters van de vereniging van zelfstandige ondernemers NCMV, weet dat de partikuliere konsumptie dit jaar met 1,6 procent stijgt en volgend jaar waarschijnlijk met 1,7 procent. Om echt ekonomisch effekt te sorteren, zou de konsumptie met meer dan 2 procent moeten groeien.
Eerste-minister Dehaene vertelde de tv-kijkers dat hij ook liever wat meer konsumptie zou zien, niets is beter voor de werkgelegenheid. Omdat het niet meteen lukt, onderzoekt een werkgroep in de regering nu hoe het vele spaargeld van de gezinnen kan worden aangewend voor produktieve en banenscheppende investeringen. Via fiskale stimuli, bijvoorbeeld.
ACW-voorzitter Theo Rombouts vindt het geen goede regeringskultuur om bij elke begroting de bevolking als het ware een ramp aan te kondigen in de stijl van veel vragen om weinig te krijgen. Als ministers aankondigen dat de pensioenen onbetaalbaar worden, zitten ze statistisch en financieel fout. De regering maakt de bevolking, volgens Rombouts, onnodig bezorgd. “Het inkrimpen van het begrotingstekort tot de 3 procent-norm van Maastricht ontwricht de ekonomie niet. “
ZIEKENBEZOEK.
In regeringskringen heet het dat ACV-voorzitter Willy Peirens al gekalmeerd is. De premier bekende dat Peirens bij hem op ziekenbezoek is gekomen en bij de werkgevers minimalizeerde hij de bitterheid van de vakbondsleider. Ook in de kristelijke arbeidersbeweging herademen topmensen opgelucht, omdat de uitval van Peirens geen “persoonlijke breuken” heeft veroorzaakt.
In zijn Il Latino-uitval was die ongewoon streng voor de regering. “De massale kollektieve ontslagen bewijzen dat inzake werkgelegenheid niets is opgelost. Werkgelegenheid is al sinds het begin van de jaren tachtig geen politieke prioriteit meer. Vroeger waren de beleidsprioriteiten ekonomisch en sociaal. Sinds vijftien jaar zijn ze eenzijdig ekonomisch : lage inflatie, stevige munt, overschot op de betalingsbalans, gezonde staatsfinanciën. Die prioriteiten kosten meer jobs dan welk werkgelegenheidsplan ook heeft opgeleverd. ” Werkgelegenheid heet toch de prioriteit in het regeerakkoord ? “Dan zijn de resultaten niet indrukwekkend, ” sneerde de vakbondsleider. “Het is absoluut noodzakelijk dat er een signaal komt dat er iets voor de werkgelegenheid gebeurt. “
Zegt Peirens : “Natuurlijk zijn er ekonomische problemen en is het noodzakelijk de overheidsfinanciën te saneren. Wij betwisten dat niet. Maar Maastricht en werkgelegenheid kunnen samengaan. Vroeg of laat komt de regering toch tot formules van arbeidsherverdeling zoals wij die voorstellen. Wij geloven niet in de aangroei van de werkgelegenheid ten gevolge van loonkostenverlaging. “
Via tv-debatten antwoordde Dehaene dat iedereen moet aanvaarden dat ondernemingen herstruktureren. Die moeten op wereldvlak kunnen konkurreren en dat kan niet anders dan via hogere produktiviteit en minder mensen. Maar, zei de premier, het parlement bespreekt nu het meerjarenplan voor de werkgelegenheid. Volgend jaar treedt het in werking. “De lopende werkstimulansen en het nieuwe plan moeten tijd krijgen om resultaten te oogsten, ” aldus Dehaene, die verzuchtte dat het moeilijk is om met de sociale partners tot een consensus te komen over de basisdoelstellingen van een ekonomisch beleid. Dat het socialistische ABVV met een nieuw en nog niet ingereden bestuur zit, vergemakkelijkt waarschijnlijk zijn kontakten niet.
Premier Dehaene liet zich op het Vlaams Wetenschappelijk Ekonomisch Kongres in Antwerpen ontvallen dat het sociaal overleg geen resultaten meer boekt. Hij is misschien nog wel een vriend van de overkoepelende kristelijke arbeidersbeweging in vervlogen jaren was hij hoofd van de studiedienst van het ACW maar als bondgenoot van de kristelijke vakbond is hij zeker geschrapt. Zo zei Peirens het toch. En in elk geval is goeverneur Fons Verplaetse van de Nationale Bank, die indertijd met Peirens voorganger Jef Houthuys in Poupehan over de politiek komplotteerde, niet langer een geregistreerd vakbondsvriend. De goeverneur vindt het Belgisch overlegmodel te duur in termen van werkgelegenheid. Peirens reageerde woedend : “Ge moet maar durven. Volgens Verplaetse is de werkloosheid de schuld van de vakbonden. Wij krijgen de zwarte piet toegespeeld : betalen voor jobs. “
Zelfs de Volksunie moeit zich in dat debat. Ter ondersteuning van zijn ex-parlementslid, de Leuvense hoogleraar arbeidsrecht Roger Blanpain die in het zakenblad Trends de sociale partners en hun overlegmodel afschoot, stuurde VU-voorzitter Bert Anciaux een communiqué rond. Daarin stelt hij de vertegenwoordigers van de werkgevers en de werknemers ervoor verantwoordelijk “dat het land afstevent op een rampzalig einde van de twintigste eeuw. “
EEN SIGNAAL ?
Minister van Tewerkstelling en Arbeid Miet Smet (CVP) deelt het pessimisme van Peirens niet. “Wij konden het groeiend arbeidsaanbod ten gevolge van de demografische groei en van het afschaffen van de militaire dienstplicht neutralizeren. Het globaal plan is volgens het Planbureau goed voor 43.480 jobs in de periode 1994-1996. Nu vallen weliswaar een aantal herstruktureringen en sluitingen van bedrijven samen. Maar bedrijven die zich op tijd versterkten, staan aan de maximumgrens van hun produktiviteit. Als zij nog een beetje groeien, kunnen zij niet anders dan aanwerven. Dat volgt straks. Bovendien tellen we, behalve de vele faillissementen, ook de nieuwe bedrijven : 16.600 in de eerste tien maanden van dit jaar, ondernemingen en eenpersoonszaken. “
Tony Vandeputte, de gedelegeerd bestuurder van het Verbond van Belgische Ondernemingen, begrijpt de ongerustheid van de vakbonden en van de werknemers. “Herstruktureringen en afdankingen volgen mekaar snel op. Zeggen dat er niets voor de werkgelegenheid is gedaan, is niet eerlijk. Maar er is te weinig gedaan, er kwam geen fikse verlaging van de loonkost, de arbeidsflexibiliteit gaat niet ver genoeg en de sociale zekerheid blijft te duur. “
Willy Peirens noteerde in het zondagse tv-debat dat de premier tijd wil investeren in kontakten met de sociale partners. “Hij kondigde aan dat er wel iets komt en dat er natuurlijk prioritaire aandacht is voor de werkgelegenheid. ” Is dat het signaal dat de kristelijke vakbond nodig heeft ? “Neen, ” antwoordt Peirens.
De premier is geprikkeld omdat de sociale partners, de vakbonden vooral, zijn Europese visie niet volgen. Sanering van de begroting brengt het land regelrecht in de Europese muntunie en dat lost alle problemen op. Zo luidt ook de teorie van de glimmende Europese pr-brochures : de eenheidsmunt brengt ekonomische stabiliteit, goed voor miljoenen arbeidsplaatsen, en de 380 miljoen Europese konsumenten vormen een markt die kwasi volledige werkgelegenheid nodig heeft. Zo laat de premier de tv-kijkers vermoeden dat, als het land zijn best doet in verband met de Maastricht-norm, de werkgelegenheid automatisch volgt. Daarbij ziet hij, voor de eenvoud van het signaal, over het hoofd dat de muntunie heel onzeker blijft, dat de Europese en de wereldkonkurrentie nog verscherpen, de technologie nog een onnoemelijk aantal jobs kan laten verdampen, de Europese Unie twintig miljoen werklozen telt en alle Europese landen op een kommaatje na met een enorme werkloosheidskater zitten…
De toestand is even eenvoudig als dramatisch. Het aantal arbeidsplaatsen is niet gedaald, integendeel. Maar het aanbod van arbeid is toegenomen, ten gevolge van de baby boom, het groter aantal vrouwen dat wil werken en het positief saldo van de migratie, jaar na jaar. België heeft 500.000 banen tekort. Er bestaat een, zij het nog stille, sociaal-ekonomische consensus over dat dit niet valt te verhelpen met een ekonomische groei, laat staan een werkgelegenheidsplan overigens is niet alles al sinds jaren uitgeprobeerd ? Integendeel, de grootste inspanningen zijn nodig op het gebied van verlaging van de loonkosten, arbeidsflexibiliteit en dynamiek van het ondernemen om de huidige toestand een beetje te stabilizeren.
DEZE EEUW.
Zegt ACW-voorzitter Rombouts : “Met ekonomische groei is de werkloosheid niet op te lossen, zeker niet op korte termijn. De verwachting scheppen dat de wereldekonomie het kan, dat de rol van het internationaal kapitaal kan worden veranderd, klopt niet. ” Het parallelle denken in de ondernemerswereld is opvallend. “Arbeid en werkgelegenheid zullen nooit meer dezelfde betekenis hebben als vroeger, ” leert VBO-topman Tony Vandeputte. “De groei van de industriële ekonomie had een grote behoefte aan arbeidskracht. Dat is gedaan. In heel West-Europa is er een gebrek aan arbeid in de ondernemingen. Onze samenleving is niet bij machte iedereen een voltijdse, levenslange carrière te verschaffen. Keert een toestand weer ? Misschien, maar niet morgen of overmorgen, zeker niet meer deze eeuw. “
Eenmaal die konstatering gemaakt, gaat het denken over werken en werkgelegenheid er heel anders uitzien. Tony Vandeputte voorspelt de richting waarin het uitgaat. “Wij waren vergeten dat een job ook andere aspekten inhoudt dan werken, namelijk zelfontplooiing en sociale kontakten, verantwoordelijkheid opnemen in de maatschappij. Geleidelijk, te geleidelijk ongetwijfeld, ontstaat een nieuwe mentaliteit, die andere vormen en schakeringen van arbeid ook waardevol acht. De uitbreiding van de deeltijdarbeid en de toename van de vrije tijd, zijn daar bewijzen van. En de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen, die beantwoorden aan behoeften. ” Daar is wellicht dertig jaar tijd voor nodig ? “Waarschijnlijk. De vakbonden zijn erg afremmend, zij blijven zweren bij het oude systeem van vaste, voltijdbanen. De grote ondernemingen zullen de voorbeeldrol spelen. Indien wij de maatschappij niet veranderen, zoals onze voorouders in de industriële revolutie, dan zitten we met een groot probleem. Onze ontwikkelde samenleving moet aan de nieuwe arbeid inhoud kunnen geven. “
Het “andere verhaal” van Theo Rombouts wijkt niet eens ver van de werkgeversstelling af. “Als de werkgelegenheid uit het herstel van de konsumptie moet komen, dan komt ze niet tot stand. De konsumptiemaatschappij heeft waarschijnlijk met een konsumptieverzadigde bevolking te maken. De gezinnen blijven sparen en kopen geen nieuwe vaatwasmachines of keukenrobots. Als drie procent van het spaargeld in de ekonomie terechtkomt, zou dat een geweldige toename van de werkgelegenheid veroorzaken. Dat kan alleen in de social-profitsektor gebeuren. Op voorwaarde dat de gezinnen begrijpen dat ook de kwaliteit van het leven een prijs heeft. Een vaatwasmachine in de keuken biedt natuurlijk een groot komfort. Maar als een moeder gerust kan gaan werken omdat iemand thuis op haar ziek kind past, betekent dat evenzeer komfort. Als wij de toegang tot betaalde arbeid in de persoonsverzorging kunnen openbreken, ligt een nieuwe weg naar werkgelegenheid open. ” Kan dat snel gaan ? “Ja, als er een oplossing voor de financiering van de buurtdiensten wordt gevonden. “
Het optimisme van minister Miet Smet is niet onderuit te halen. “Ik weiger over verloren generaties te praten, zoals sommigen nu doen. Wij willen volledige werkgelegenheid realizeren. De werkloosheid moet halveren tegen het einde van de eeuw. De ekonomie trekt weer aan, en de demografie helpt een beetje. Maar zeker, de oplossing van de werkgelegenheid vergt een kulturele schok, van de ondernemingen om hun arbeid te herorganizeren en van de maatschappij om anders tegen werk aan te kijken en, bijvoorbeeld, te betalen voor banen in de social-profitsektor. “
Tegen 2000 dus 250.000 uitkeringsgerechtigde volledig werklozen, plus natuurlijk bruggepensioneerden, loopbaanonderbrekers, deeltijds en tijdelijk werklozen…
Guido Despiegelaere
Protest aan gesloten bedrijfspoorten, maar soms wordt in een onzeker statuut gewerkt opdat de curator een overnemer zou kunnen vinden.
ACV-leider Willy Peirens sneert naar het beleid.
Minister van tewerkstelling Miet Smet : de werkloosheid halveren tegen 2000.