Het “Theaterfestival nieuwe formule” kijkt bij de eerste Gentse editie naar de toekomst.
VAN DIT JAAR AF is de Vlaamse editie van het jaarlijkse Theaterfestival afwisselend te zien in Gent, Brussel en Antwerpen. Die carrouselformule biedt onder meer de mogelijkheid om extra aandacht te vragen voor het kunstbeleid, de kunstencentra en de toenemende polarizering tussen de kreatieve en receptieve werking. Het Theaterfestival dat van 25 augustus tot en met 10 september loopt is niet louter een terugblik op een aantal geselekteerde produkties maar ook, en zeker in Gent, een toekomstgericht “werkfestival” met forumgesprekken, film, lezingen, een off- en zelfs een off-off-festival. De Gentse organizatoren Vooruit, Nieuwpoortteater en Minard beschouwen de eerste editie volgens de nieuwe formule dan ook als een testcase. Zowel de stedelijke als de provinciale overheid geven steun.
Een jury van negen Nederlandse en Vlaamse teatercritici selekteerde twaalf voorstellingen uit het voorbije toneelseizoen om ze tijdens het Festival te tonen. Een jury van vier niet-teaterspecialisten zal op 10 september tijdens de rechtstreekse uitzending van het tv-programma De Plantage (VPRO) een produktie bekronen met De grote Theaterfestivalprijs ter waarde van 50.000 gulden. Daarnaast wordt aan een aantal genomineerde akteurs een prijs uitgereikt voor hun individuele prestaties, en de Taalunie zorgt voor een stimuleringsprijs van 20.000 gulden voor een auteur.
Niet alle geselekteerde produkties zijn in Gent te zien. “Angels in America” door het Ro-Teater is nog alleen te bekijken in Rotterdam (2 en 3 september). Wie “Lulu” van Hollandia wil zien, moet naar Dordrecht (9 en 10 september). De Vooruit legt een bus in. Geen bus echter naar “Goldberg Variaties” door Art & Pro, nog te zien in het Rozentheater in Amsterdam (6, 7, en 8 september). De “Troje Trilogie” van het Theater van het Oosten wordt door de zwangerschap van een aktrice niet herhaald.
Er blijven in Gent dus acht produkties over. Voor “De Perzen” door Hollandia (25, 26, 27 augustus) wordt uitgeweken naar de afgedankte Acec-fabriek aan de Sassenvaartstraat (Muidelaan), de andere produkties en de randaktiviteiten zijn ondergebracht in Vooruit, het Nieuwpoortteater en Minard, en “Film en teater” vindt plaats in de Skoop.
AKTIE.
Opvallend dit jaar is de afwezigheid van onder meer Blauwe Maandag Cie en De Tijd. Het Vlaamse gewicht in de schaal is trouwens beduidend minder dan bij vorige uitgaven. Het is wel zo dat “Rijkemanshuis” van het Zuidelijk Toneel (Eindhoven) en “Angels in America” van het Ro-Teater (Rotterdam) geregisseerd werden door Vlaamse regisseurs (respektievelijk Ivo Van Hove en Guy Cassiers). Maar uiteindelijk zijn maar drie Vlaamse produkties tot de eindselektie doorgedrongen : “Who’s afraid of Virginia Woolf ? ” van Edward Albee in een regie van Dirk Tanghe (Malpertuis, Tielt), “Moeder & Kind” van Alain Platel en Arne Sierens (Victoria, Gent) en “Kopnaad” van Stefan Hertmans in een regie van Jan Ritsema (Kaaitheater, Brussel). “De Vlaamse Golf” ingedijkt ? Partikularisme en chauvinisme zijn hier misplaatst, zoals juryvoorzitter Johan Thielemans laat doorschijnen in het juryrapport.
Thielemans klinkt zeer opgetogen. “De rijkdom van het Nederlandstalig toneel op het vlak van het akteursbestand is ronduit verbluffend, ” schrijft hij. En hij heeft het niet alleen over de geselekteerde produkties. Thielemans merkt op dat de teatermakers grote nadruk leggen op de macht van het woord, “Aktie wordt ontweken, ” wat niet altijd positief is. Vooral boeiend is dat regisseurs en akteurs almaar afstandelijker omgaan met de teatertaal (het geheel van tekens, codes en teksten) en tot nieuwe lezingen komen van bekende en gekanonizeerde stukken.
Zij gaan ook altijd verder weg van elke vorm van realisme, dat plaats maakt voor “teatraliteit”. Ten slotte wijst Johan Thielemans op de betrokkenheid van onze teatermakers bij wat er in de wereld gebeurt. Leed en pijn laten hen niet onverschillig. Hun engagement wordt echter niet vertaald in dogmatisme. Het is vooral hun “telkens weer verwerpen van wat voor de hand ligt” en de Brechtiaanse refleks in vorm en inhoud, afstand te nemen, die doen besluiten dat 1994-’95 een “boeiend” teaterjaar was.
Dat boeiende wordt in Gent nog aangescherpt door een aantal aksenten, die festivaldirekteur Gommer van Rousselt als “kapstokken” aan de randprogrammatie ophangt. In de eerste plaats is er de aandacht vanuit het teater voor andere media zoals film, tv en video. Heel wat spelers en regisseurs zijn dat terrein aan het verkennen. Niet alleen via soaps. In de omkadering van het Festival zal die interesse voor het filmische terug te vinden zijn met cameraploegen, studio’s en talkshows. Studio Skoop (St.-Annaplein, Gent) en De Filmplaneet kozen zeven films uit België en Nederland die teater als onderwerp of als basis hebben. Zo onder meer “De Noorderlingen” van Alex van Warmerdam, “1000 rozen” van Theu Boermans, “Tango Tango” van Frans Buyens, “Geen ontbijt” van A.M. Prins, “Camping” van het Werkteater en films van of naar het werk van Hugo Claus.
Een tweede kapstok is de aandacht voor teatermakers die in Gent hun werkplaats hebben. Eric De Volder en Luc Perceval (Blauwe Maandag Cie) zijn “Late Zomergasten”, en ook Arne Sierens komt vrijuit praten over leven en werk. De als “buitenbeentje, kleurrijk, eigenzinnig” omschreven De Volder is trouwens de centrale figuur op het Festival. In de Minard wordt een permanente tentoonstelling georganizeerd met zijn plastisch werk en speelt Ceremonia, zijn eigen gezelschap, drie van zijn stukken. Er is een lezing van “Kakkerlakken” van Shaban Öl, dat De Volder zal regisseren.
TALENTVOL.
Vanuit Gent wordt ook het globale kultuurbeleid bekeken. Het Vlaams Theater Instituut deed een vooronderzoek naar de produktie en spreiding van de podiumkunsten in Vlaanderen. Er is een dekreet voor kulturele centra en één voor podiumkunsten. Maar de grenzen vervagen en de verschuivingen roepen vragen op. Ook inzake teateropleiding zijn er nieuwe problemen naar aanleiding van het Hobu-dekreet. Eenmaal afgestudeerd willen jonge spelers aan het werk, met of zonder projektsubsidie. En wat met de “grote” gezelschappen zoals NTG, KVS, KNS die niet alleen stads- maar ook repertoiregezelschappen zijn ? Na de jongste verkiezingen zijn in Gent, Brussel en Antwerpen nieuwe schepenen voor Kultuur aangetreden. Zij maken op het Festival hun visie bekend.
Ten slotte wil het Festival aandacht voor jonge gezelschappen en vernieuwend talent. Er is eerst de voortzetting van het Jongejannenfestijn, dat nu in het Nieuwpoortteater wordt georganizeerd met optredens van De Vereeniging (voorheen Het Salon) met “Merg” van Judith Herzberg (29 augusutus) ; Garden of Delight met “Sangara” (5 september), Tom Van Dijck met de soloproduktie “Menuet” (6 september) en Le mal du Siècle met een parodiërende “Marieken van Niemeghen” (7 september). Verder zijn er off-off-voorstellingen op lokatie in het Vooruitgebouw.
Tijdens de eerste week van het Festival speelt Ernst Löw samen met een onvoorziene gastakteur zijn “Kreoon Confrontaties”. Sinds Löw in november 1993 voor de rol van Kreoon (uit “Antigone” van Sofokles) begon te repeteren, werd hij bezeten door vragen als : in hoeverre mag of kan een mens het recht in eigen hand nemen ? In hoeverre is het een mens geoorloofd tegen zijn natuur in te gaan ? Om een antwoord te vinden, schreef hij “Kreoon Confrontaties”, en in elke voorstelling laat hij zich door een andere speler “aanvallen”.
Tijdens de tweede festivalweek speelt Het Bordes “Moederliefde/Amour Amer”, een voorstelling rond August Strindberg. Het Bordes, dat bestaat uit Jo Huybrechts, Carine Peeters, Bernard van Eeghem en Hilde Wils, is daarmee aan zijn derde produktie toe.
Biezonder in de off-off-programmatie zijn de optredens van Benjamin Verdonck en Ramsey Nasr. Beiden zijn nog erg jong, pas afgestudeerd, maar zeer talentvol.
Benjamin Verdonck komt van het Conservatorium van Antwerpen en speelt in een regie van Peter van Kraaij. “Wat ik graag zou willen zijn als ik niet was wat ik ben hoofdstuk een sintbernardhond”, een titel als een programma (5 september). Ramsey Nasr, afgestudeerd aan Studio Herman Teirlinck, is de winnaar van de Philip Morris Scholarship. Hij schreef de monoloog “De doorspeler” over “kunst, passie, sterfelijkheid en broccoli in Tiramisu”. Volgens het Morris-juryrapport is hij iemand “die fantazie en emoties kan manipuleren, die muziek kan maken met zijn lijf, die meer disciplines dan toneel beheerst, die over een fabelachtige techniek en een elastieken gezicht beschikt, die zich kwetsbaar durft op te stellen en het publiek ontredderd achterlaat. “
Dit “biezonder talent” is in Vooruit te zien op 6 september.
Roger Arteel
Info en festivalbrochure : 09/234.06.28, alle reservaties : 09/ 267.28.28.
“Moeder & Kind” door Victoria : nadruk op teatraliteit.
“Written on the wind” door Stichting Toneelschuur : verwijzingen naar het zilveren doek.