Wereldkampioen van de schone schijn
Strategisch belangrijk gelegen favela’s, die decennialang onder de heerschappij van drugsbendes vielen, werden in de aanloop naar het WK ‘gepacificeerd’ of gezuiverd. Behalve een politiemacht zouden er basisvoorzieningen en burgerrechten komen, maar daarop blijven de favelabewoners wachten. ‘De overheid verkiest propaganda boven scholen en rioleringen’, klagen ze. Ondertussen flakkert het geweld weer op.
‘Zo eindigen eerlijke Braziliaanse werkmensen’, huilt Marisa de Souza aan het graf van Douglas Rafael da Silva (26). ‘Hiervoor zullen ze boeten’, schreeuwt een andere vriendin van Douglas of ‘DG’, professioneel danser bij tv-zender Globo. Honderden vrienden, familieleden en kennissen zijn opgedaagd op het kerkhof in de wijk Botafogo. ‘Gerechtigheid!’ roepen ze. Boven de begraafplaats cirkelt een politiehelikopter. Ordetroepen zijn massaal aanwezig en er is een legertje journalisten. ‘Enkel omdat hij voor Globo werkte. Anders was CNN hier niet. Dan was DG gewoon de zoveelste anonieme favelabewoner die door de moordzucht van de politie een kind zonder vader achterlaat’, klinkt De Souza bitter.
Da Silva werd op 22 april dood teruggevonden na een politieraid in de favela Pavao-Pavaozinho. ‘Wellicht van een muur gevallen’, was het verdict van de agenten, maar bewoners wisten beter en daalden woedend af naar de voet van de favela om elitewijk Copacabana in brand te steken. Ordetroepen trokken schietend de sloppenwijk in. Drugstrafikanten schoten vanaf de heuvel met scherp naar de straten van de beroemdste toeristische zone van Rio de Janeiro. Er viel een tweede dode.
Na de laatste groet aan DG keren honderden favelabewoners huiswaarts, te voet over de Avenida Nossa Senhora de Copacabana. Ze zijn opgehitst. Jongens en meisjes plooien hun handen tot denkbeeldige machinegeweren, waarmee ze rennend en ratelend schieten op doodsbange wegvluchtende bewoners van de elitewijk. Alsof ze zeggen: ‘Kijk, buren van Copacabana, hiermee zijn wíj opgegroeid. Zo komt jullie politie al schietend onze wijk binnenvallen.’
In nog geen minuut is de hoofdstraat uitgestorven. Voor de tweede keer in één week lijkt Copacabana oorlogsgebied. Aan de ingang van Pavao-Pavaozinho gaan enkele tientallen jongeren met de blote vuist de massaal uitgerukte ordetroepen te lijf. Een salvo traangasgranaten jaagt hen weer de favela in. Gemaskerde elitetroepen rijden hen met jeeps en op motorfietsen achterna, machinegeweren in de aanslag. Schoten weerklinken.
Pas wanneer het schieten ophoudt, durven ook de achtergebleven bewoners de heuvel weer op. Enkele vrouwen schreeuwen naar de politie en de camera’s: ‘Is dat jullie pacificatie? Jullie hebben er een hel van gemaakt!’
Militair machtsvertoon
Pavao-Pavaozinho werd in december 2009 ‘gepacificeerd’: BOPE-elitetroepen trokken met militair machtsvertoon de wijk in om die te herwinnen op de drugsbende die er al decennia de plak zwaaide. Na enkele maanden bezetting door de BOPE, kwam er een ‘Unidade de Polícia Pacificadora’ (UPP), een nieuwe eenheid van de militaire politie die met fluwelen handschoenen het staatsgezag moest laten gelden op een plek waar de overheid nooit aanwezig was geweest. Favelabewoners associeerden de staat met het enige wat ze ervan te zien kregen: politie die al schietend de wijk binnenviel of smeergeld kwam ontvangen.
Daarom zou elke UPP vergezeld worden door een ‘UPP Social’, een multidisciplinair team dat ervoor moest zorgen dat favelabewoners toegang krijgen tot basisvoorzieningen als onderwijs, beroepsopleidingen, gezondheidscentra, stromend water, rioleringen en alle andere dienstverlening waar de bewoners van ‘het asfalt’ of de gewone stad recht op hebben. ‘De UPP Social is fundamenteel voor het pacificatieproces. Het heeft geen enkele zin om veiligheid te brengen als we tegelijkertijd niet de essentiële publieke diensten aan de bevolking verstrekken. De UPP Social is al actief in alle territoria met een UPP’, zei burgemeester van Rio de Janeiro Eduardo Paes in een interview met Knack in januari 2012.
Twee en een half jaar later zijn er 38 UPP’s, die volgens de overheid anderhalf miljoen mensen beschermen. Maar van de UPP Social heeft bijna geen enkel project het start-upstadium doorstaan.
‘Ik ben blij met de pacificatie. Er zijn problemen, maar het is veel veiliger dan vroeger. Wat sociale projecten betreft, lijkt de overheid onze wijk echter vergeten te zijn’, zegt Eduardo Peixoto (33). Hij woont in de favela Caracol in Complexo da Penha, een wijk met 80.000 inwoners in het noorden van Rio. Caracol werd enkele jaren geleden gepacificeerd, na decennia onder het bewind van drugsbende Comando Vermelho.
Peixoto werkte zelf jarenlang voor Comando Vermelho. ‘Ik stapte erin om mijn familie te helpen. Mijn vader had geen inkomen, mijn moeder had medische hulp nodig. Maar het heeft tot niets goeds geleid. Toen mijn moeder stierf, zat ik in de gevangenis. Ik probeer de drugsbendelogica nu uit het hoofd van mijn zoon te praten. Sinds de pacificatie kan hij naar andere helden opkijken.’ Peixoto is nu mototaxichauffeur voor IBISS, een ngo die met het project ‘Soldados Nunca Mais’ (Nooit Meer Soldaat) mensen uit de drugshandel haalt en hen op weg helpt naar een legale job.
Coördinator van het project is Adlas ‘Adao’ Ferreira, in een ver verleden nog de meest gezochte misdadiger van Brazilië. Ferreira was een van de oprichters van Comando Vermelho. Na 22 jaar in de cel wendt hij zijn kennis van het misdaadmilieu nu aan om jongeren uit de criminaliteit te helpen. ‘Ik weet als geen ander hoe ze erin raken: eerst verslaafd aan marihuana, dan aan cocaïne en crack. Om dat te bekostigen, verrichten ze slavenarbeid voor de drugsbende. Elke jongen die we daaruit kunnen halen, is een overwinning. We recupereren negentig procent van de mensen die onze hulp vragen.’
Peixoto’s voorzichtige optimisme over het pacificatiebeleid deelt hij niet. ‘Er is helemaal geen pacificatie! Dat zou inhouden dat de overheid naar de mensen thuis gaat en zegt: “Hoeveel kinderen hebben jullie? Studeren ze? Werken ze? Nee? Dan gaan we ze de weg naar school of een job tonen.” Heel veel jongeren zijn opgegroeid in de drugshandel. Dat is het enige wat ze kennen. Nu de wijk gepacificeerd is willen ze werken, maar ze kunnen niets anders dan drugs dealen en er is geen school om een vak te leren. Dus blijven ze in de criminaliteit. Als IBISS me deze kans niet had gegeven, zat ik zonder twijfel opnieuw in Comando Vermelho. Dan was ik nu nog veel ergere dingen aan het doen dan vroeger.’
Ferreira weet dat de meeste drugsbazen die vroeger actief waren, dat na de pacificatie nog steeds zijn. ‘Wie niet gearresteerd of dood is, doet voort. Ze werken subtieler of verleggen hun activiteiten naar wijken zonder politie. Zo snel stop je de drugshandel niet. Rio heeft een enorme cultuur van verslaving. Zolang er een markt voor is, verhuist de handel gewoon naar enkele kilometers verderop.’
‘De drugshandel aanpakken was ook nooit het doel’, zegt professor Ignacio Cano van de Universidade do Estado do Rio de Janeiro (UERJ). Gespecialiseerd in het veiligheidsbeleid van de staat Rio, volgt hij de UPP’s op de voet. ‘Het UPP-beleid past in een breder stadsproject: Rio de Janeiro moet een internationaal centrum voor diensten en toerisme worden. Daarvoor moeten niet de drugs, maar de wapens weg. Je hebt ook slechts enkele zones nodig: het stadscentrum, de elitaire wijken in de Zona Sul en de luchthaven. Daar mag niet langer geschoten worden. Andere stadszones en de steden rond Rio zijn voor dit project van geen belang. Wij vragen al erg lang om de UPP’s in te planten op basis van de criminaliteitscijfers in plaats van de strategische locatie, maar de deelstaatregering heeft daar geen oren naar.’ Onder andere in favela’s in de noord- en westzone van Rio, in de stedengordel Baixada Fluminense en in satellietsteden als Niteroi en São Gonçalo zijn de misdaadcijfers sinds de pacificatie de hoogte ingeschoten.
Dubbele standaard
In Complexo do Alemao, een kolossaal golfslagbad van opeengestapelde krotten in het noorden van Rio, daalden de misdaadcijfers wel drastisch nadat in november 2010 drieduizend soldaten en BOPE-elitetroepen de wijk hadden heroverd op de drugsbendes. ‘Alemao’ stond decennialang bekend als Rio’s voornaamste rovershol. ‘Maar de afgelopen weken zijn er weer dagelijks schietpartijen tussen trafikanten en politie’, zegt Maycom Brum (26), terwijl hij langs oneindige trappen, steegjes en met kogels doorzeefde muren de favela Grota beklimt. Brum is hier geboren en getogen, en werkt als ambtenaar voor de lokale vestiging van het Secretariaat voor Sociale Assistentie en Mensenrechten. Toch is hij erg kritisch voor zijn werkgever. ‘Nog veel erger dan rondfluitende kogels is dat favelabewoners een perspectief wordt ontzegd. Dat is het échte geweld. Hier zijn enkel projecten in verkiezingstijd, wanneer beleidsmakers de stem van de armen nodig hebben. Voor elke overheidsdienst is er een dubbele standaard: één voor het asfalt en één voor de favela. Zolang favelabewoners worden gecriminaliseerd en je het potentieel van de jongeren niet ziet, kun je natuurlijk nooit een solide beleid voeren.’
Op papier is er voor de favela’s het groeiversnellingsprogramma PAC, maar volgens Brum is daarvan weinig gerealiseerd. ‘Sommige delen van de favela kregen sociale woningen en straten, maar dat was nog voor de pacificatie.’ De beloofde UPP Social werd aanvankelijk opgestart, maar was volgens Brum een ramp en werd algauw op non-actief gezet. ‘Het geld dat men investeerde, had geen enkel positief resultaat.’ Hij wijst naar de kilometerslange kabelbaan die boven onze hoofden glijdt, hét prestigeproject van het pacificatiebeleid. ‘Deze lift hier heeft miljoenen gekost. Terwijl we aan openbaar vervoer net geen gebrek hadden.’ Complexo do Alemao kreeg met de pacificatie ook een 3D-cinema. Er films met ondertitels vertonen heeft echter weinig zin, want de meeste favelakinderen kunnen niet lezen wanneer ze de schoolbanken verlaten. Brum: ‘Al dat geld had écht een impact kunnen hebben, was het in scholen en stromend water geïnvesteerd. Maar dat is niet zo zichtbaar voor de gringos als een kabelbaan natuurlijk.’
Het gebrek aan interesse en middelen voor basisvoorzieningen in gepacificeerde favela’s staat in schril contrast met de sterk uitgebouwde propagandamachine rond het pacificatiebeleid, gaande van fotowedstrijden voor wie de UPP’s op een positieve manier in beeld brengt tot miljoenenprojecten. Emoverhalen van UPP-agenten die na hun uren vrijwillig judo- of voetballes geven, maskeren het gebrek aan een reëel beleid.
Kampioen van de schone schijn is Rocinha, met minstens 80.000 bewoners de grootste sloppenwijk van Brazilië en gesandwicht tussen São Conrado en Leblon, twee van de rijkste wijken van de stad. Nog voor er een UPP kwam, kreeg Rocinha een designbrug en olympisch sportcomplex. De ene straat met geel, groen, paars en blauw geschilderde sociale woningen komt in de overheidspropaganda naar voren als karakteristiek voor de hele favela. De realiteit is anders. Terwijl in de onderste regionen van Rocinha nieuwe luxewinkels komen, heersen iets hogerop schrijnende armoede, dengue en tuberculose.
‘Politici willen ook hier heel graag een kabelbaan bouwen. Maar niemand heeft de bewoners iets gevraagd: Verkiezen jullie een kabellift of riolering? Zowat iedereen kiest nochtans voor het laatste. Wat ben je met een mooie lift als de open riolen overstromen telkens het regent?’ vraagt bewoner Daniel Martins (28) zich af.
Martins weet wat de echte bedoeling is: ‘Velen willen dat deze favela verdwijnt.’ Hij wijst naar de chocolatiers en winkels met merkkledij aan de ingang van Rocinha. ‘Hier een klein lokaaltje huren kostte ten tijde van de pacificatie al 700 euro per maand. Deze ondernemers komen uiteraard niet uit de favela. De UPP is hier enkel om handelszaken te lokken en beschermen.’
Mauro Osorio, econoom aan de Universidade Federal do Rio de Janeiro (UFRJ) en een autoriteit wat stadsplanning in Rio betreft, bevestigt de gentrificatie. ‘Het pacificatiebeleid is een elitaire politiek. Er komen enkel UPP’s waar mensen in de buurt wonen met lobbymacht. Door de politiebescherming stijgen de huizenprijzen pijlsnel, een subtiele manier om armen weg te jagen. De overheid laat het vuile werk opknappen door speculatie op de vastgoedmarkt.’
Ongewenste bezettingsmacht
Veel favelabewoners waren aanvankelijk ietwat argwanend, maar hoopvol over het UPP-project. Er werd niet langer geschoten en de overheid beloofde hen alle voorzieningen waar ook andere Brazilianen recht op hebben. Voorzichtig optimisme sloeg om naar frustratie toen de belofte tot maatschappelijke integratie niet werd ingelost. De afgelopen maanden zijn er haast dagelijks betogingen van favelabewoners die naar ‘het asfalt’ afdalen, soms gepaard gaand met brandstichtingen en geweld.
‘Ze zien de UPP als een bezettingsmacht die er is om hen te controleren, niet om hen te beschermen. In die zin is er niets veranderd’, zegt professor Cano. ‘Het resultaat daarvan zien we nu onder andere in Pavao-Pavaozinho. Ze reageren niet enkel tegen de dood van die jongen. Het weerspiegelt hun verloren vertrouwen in de UPP.’
Cano weerlegt ook de bewering van de deelstaatregering dat het geweld de afgelopen jaren eenduidig gedaald zou zijn. ‘Ons onderzoek toont aan dat er tot 2013 een vermindering was van het aantal gewapende overvallen en moorden, maar dat alle andere misdrijven gestegen zijn’, zegt Cano. Verkrachtingen, diefstallen en inbraken kwamen onder het bewind van de drugsbendes nauwelijks voor. Zo was in Rocinha Amigos dos Amigos (ADA, Vrienden van Vrienden) jarenlang wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. Er waren duidelijke wetten, en wie die overtrad, werd streng gestraft. Het gebrek aan autoriteit van de pacificatiepolitie en diens desinteresse om de favelabewoners te beschermen, heeft in Rocinha tot straffeloosheid geleid.
‘Sinds de pacificatie is de veiligheid er sterk op achteruitgegaan’, zegt gevechtssporttrainer Diego Buchecha in zijn Muaythai-schooltje, waar ventilators vruchteloos strijd leveren tegen gutsend zweet en de hitte buiten. ‘In ons lokaal boven in de favela hadden we voor de pacificatie zo’n zestig kinderen. Nu nog twintig. Velen durven niet meer op straat, want er zijn dagelijks vuurgevechten.’ Terwijl de politie de onderste delen van Rocinha in de rijke wijk São Conrado probeert te trekken, hebben hogerop andere drugsbendes de pacificatie aangewend om het verzwakte ADA te bestrijden.
Ook in veel andere favela’s zijn er weer dodelijke schietpartijen tussen drugsbendes en politie. Na gewelduitbarstingen in favela’s van Complexo da Maré, dicht bij de internationale luchthaven, moest de regering 2500 soldaten de wijk insturen. Ze blijven er tot na het WK. De kabelbaan in Complexo do Alemao hoeft door het opflakkerende geweld al een tijdje niet meer op toeristen te rekenen. De politieke keuze om het pacificatiebeleid te verkopen aan de buitenwereld in plaats van aan de burgers die dat beleid ondergaan, lijkt nu als een boemerang in het gezicht van de overheid terug te vliegen.
‘Toch is het UPP-beleid een succes’, zegt veiligheidssecretaris José Mariano Beltrame in reactie op de dood van Da Silva in Pavao-Pavaozinho. ‘Drugsbendes proberen de politieactiviteiten te verlammen omdat ze het territorium uit handen zien glippen.’
‘Het is een proces dat op lange termijn beoordeeld moet worden’, vult woordvoerder Pedro Dantas aan. We horen elke dag kritiek op de UPP’s, maar niemand kan ons een beter plan voorleggen.’ Gevraagd naar het uitblijven van de UPP Social en de ontgoocheling hierover bij de favelabewoners, wil Dantas enkel kwijt dat ‘er geen enkel onderzoek is dat de ontevredenheid van de bewoners over de UPP aantoont’. Wel is duidelijk dat het tijdperk van de fluwelen handschoenen snel voorbij was. Die bleken te hinderlijk om comfortabel te schieten. Nog steeds komen heel wat verdwijningen en onschuldige doden op het conto van de politie.
Toch is wellicht de grootste verwezenlijking van Beltrame dat het aantal dodelijke slachtoffers geveld door politiekogels in de staat Rio de Janeiro sterk daalde onder zijn mandaat, van 1300 in 2007 tot 400 vorig jaar. ‘In tegenstelling tot zijn voorgangers is Beltrame niet gelinkt aan de drugshandel of illegale milities’, zegt Osorio. ‘De politie is in Rio sinds oudsher sterk verbonden met de georganiseerde misdaad. Daartegenover is het UPP-beleid een enorme verbetering. Maar als Beltrame het politieprobleem echt wil oplossen, moet hij in het hele korps grote schoonmaak houden. Nu bevuilt de oude, gecorrumpeerde politie de nieuwe garde, waardoor schandalen zich blijven opstapelen.’
Toekomstig president
In maart 2013 kreeg ook de kleinere favela Barreira do Vasco een UPP. Ondanks de drugshandel waren er geen grote wapens in de wijk, maar aangezien die vlak naast een voetbalstadion ligt waar enkele buitenlandse selecties trainen, besloten de autoriteiten het zekere voor het onzekere te nemen. Voor de bewoners heeft de pacificatie vooral problemen gebracht. ‘Onze wijk was veilig. Van de dealers hadden we geen last, maar diezelfde gasten doen nu woninginbraken om te overleven. De politie doet er niets tegen. Wij zijn bang om hen zelf op de vingers te tikken, want dan krijgen we het verwijt met de UPP mee te heulen. Als je voor de ene bent, ben je tegen de andere’, zegt Vania Rodrigues da Silva (47), voorzitster van de bewonersassociatie van Barreira do Vasco.
Hulp of projecten had ze van de UPP niet verwacht, ondanks de beloftes. ‘Dat hoefde zelfs niet. Wij hadden zelf al voor stromend water, elektriciteit en dagelijkse vuilnisophaling gezorgd. Wel kregen we vroeger voedselpakketten en financiële hulp van bedrijven en organisaties. Dat hebben ze stopgezet, omdat ze onterecht denken dat de UPP die taak nu op zich neemt.’
Rodrigues lacht even zuur. ‘Toen de UPP in maart zijn eenjarige bestaan wilde vieren, kwamen ze aan ons vragen of wij bij de lokale middenstand geen gratis frisdrank konden regelen. Ze hebben gewoonweg geen middelen! Wanneer wij iets aan hen vragen, zeggen ze botweg dat het hun taak niet is. Wat ze wel doen, is de kinderen eens op hun paard laten zitten, daar foto’s van nemen en die verspreiden via de pers. Opdat iedereen kan zien hoe goed de UPP voor de mensen is.’
Rodrigues heeft voor de UPP-agenten maar één verzoek. ‘Dat ze naar onze kinderen kijken als toekomstige studenten, dokters en voetballers. Niet als toekomstige bendeleiders, zoals de politie gewoonlijk naar zwarte kinderen kijkt. We willen alleen maar respect. Is Obama niet zwart? Ook uit onze favela kan een toekomstig president komen.’
DOOR JAN DE DEKEN IN RIO DE JANEIRO
‘Nog veel erger dan rondfluitende kogels is dat favelabewoners een perspectief wordt ontzegd. Dat is het échte geweld.’
Terwijl in de onderste regionen van Rocinha nieuwe luxewinkels komen, heersen iets hogerop schrijnende armoede, dengue en tuberculose.