Welke politie vermoordt drie mensen per dag?’
Met het WK Voetbal en de Olympische Spelen in aantocht probeert Rio de Janeiro in spoedtempo van zijn imago als een van de gevaarlijkste steden ter wereld af te raken. Ordetroepen bezetten wijken die sinds decennia onder de controle van gewapende drugsbendes vallen. Maar hoe ‘gepacificeerd’ is de Braziliaanse miljoenenstad in werkelijkheid?
Ondanks de brandende zon is het druk in de straten van Cidade de Deus, de beroemdste favela van Brazilië. Sinds Fernando Meirelles in 2001 de gelijknamige film uitbracht, zagen miljoenen mensen op het grote scherm hoe zwaarbewapende drugsbendes een bloedige oorlog uitvochten om de controle over de sloppenwijk en corrupte politieagenten zich mengden in de strijd om zichzelf te verrijken. In Rio de Janeiro wonen één tot twee miljoen van de zes miljoen inwoners in favela’s. Voor velen onder hen is de Braziliaanse kaskraker pijnlijk herkenbaar. Hier willen kinderen geen voetballer of rockster worden, maar drugsbendeleider. En daarvoor hoeven ze niet te wachten tot ze groot zijn. Tienjarigen werken als drugsdealer of loopjongen en worden chefe lang voor ze meerderjarig zijn. Verdwaalde kogels tijdens vuurgevechten tussen trafikanten en politie maakten door de jaren heen duizenden onschuldige slachtoffers.
De zwaarbewapende snotneuzen en bloedbaden uit de film zijn anno 2011 uit het straatbeeld van Cidade de Deus verdwenen. Twee jaar geleden werd de wijk ‘gepacificeerd’. Dat wil zeggen dat de BOPE, elitetroepen van de militaire politie, met militair machtsvertoon de favela binnenvalt om de bendes te ontwapenen en weg te jagen. Na enkele maanden bezetting door de BOPE of het leger, worden er ‘ Unidades de Polícia Pacificadora’ (UPP) opgericht. Die nieuwe eenheden van de militaire politie moeten met fluwelen handschoenen het staatsgezag laten gelden op een plek waar de overheid nooit aanwezig is geweest. Zoals in de meeste favela’s heeft de staat in Cidade de Deus nooit voor veiligheid, legale jobs of andere publieke voorzieningen gezorgd. Favelabewoners associëren de overheid met het enige wat ze ervan te zien kregen: politie die al schietend de wijk binnenvalt of smeergeld komt ontvangen.
Sergio Cabral Filho, gouverneur van de staat Rio de Janeiro en verantwoordelijke voor het huidige veiligheidsbeleid, besefte dat de politiebezetting onmogelijk kon slagen zonder gelijktijdig sociale projecten op te starten en liet samen met de pacificatiepolitie-eenheden ook jeugdcentra en medische hulpposten optrekken. Sociale organisaties werden gelokt met de belofte dat ze voortaan veilig zouden kunnen werken in de sloppenwijk. Het tweesporenbeleid lijkt na twee jaar enige vruchten af te werpen. Favelabewoonster Eliana Monteiro vindt dat Cidade de Deus er sinds de pacificatie op vooruit is gegaan. ‘De nieuwe onderwijs- en sportmogelijkheden bieden onze kinderen eindelijk een toekomst. Ze weten nu dat ze niet per se drugsdealer moeten worden’, vindt Monteiro. Ze was vijf jaar wanneer haar ouders met vele anderen Cidade de Deus stichtten, ondertussen vijftig jaar geleden. Nu baat ze een seksshop uit, de enige van de favela. Weinig verhullende BOPE-uniformen sieren de etalage. Monteiro zag de wijk de laatste twee jaar vooral vreedzamer worden. ‘De vuurgevechten tussen trafikanten en politie waren pure terreur. Ouders hielden hun kinderen thuis van school uit angst voor verdwaalde kogels. Wanneer er gevochten werd, sloten de scholen dikwijls dagenlang.’
Capoeira
‘We willen de bevolking tonen dat de politie niet langer doodt en martelt, maar orde en moraliteit brengt’, zegt majoor Felipe Romeu. Romeu staat aan het hoofd van de 340 agenten en drie UPP-eenheden van Cidade de Deus. Hij probeert in de eerste plaats de perceptie bij de jongere generaties te veranderen en via hen ook de ouders te bereiken. ‘Onze agenten zetten zich vrijwillig in voor de sociale projecten. Ze leren de kinderen capoeira, judo of Engels. Zo zien ook de ouders dat we het goed met hen voorhebben.’
De 24 sociaal geëngageerde agenten in Cidade de Deus zijn hét paradepaardje van een marketingstrategie waar de vroegere sovjetpropaganda nog een puntje aan kon zuigen. De website van het veiligheidssecretariaat van Rio de Janeiro staat bol van de emoverhalen van UPP-agenten. Op de fotoblog van de pacificatiepolitie op flickr spelen breed lachende agenten met vliegers en dragen kinderen uit de favela op de arm. Door het veiligheidssecretariaat georganiseerde fotowedstrijden beloven voor favelabewoners hallucinante bedragen voor wie het UPP-project op een positieve manier in beeld brengt.
José Mariano Beltrame staat aan het hoofd van het veiligheidssecretariaat en is de eigenlijke architect van Cabrals veiligheidsbeleid. ‘Vóór de toezegging van het WK Voetbal en de Olympische Spelen was er geen veiligheidspolitiek’, zegt Beltrame. ‘Er waren enkel geïmproviseerde reacties op noodsituaties. Het UPP-project is het eerste duurzame initiatief, met concrete doelstellingen om de misdaad terug te dringen.’ De ultieme symbolische steun kwam er in maart, wanneer de Amerikaanse president Barack Obama tijdens zijn bezoek aan Brazilië een potje voetbalde met kinderen in Cidade de Deus. ‘Dat was een belangrijke erkenning’, vindt Beltrame. ‘Zonder onze inspanningen zou Obama’s bezoek onmogelijk geweest zijn zonder ernstige veiligheidsproblemen.’
Omdanks de ontegensprekelijke vooruitgang, loopt de pacificatie van Cidade de Deus minder vlot dan de propaganda van het veiligheidssecretariaat wil laten geloven. De weerstand tegen de pacificatiepolitie blijft hoog bij een deel van de favelabewoners en de politie slaagt er niet in de drugshandel onder controle te krijgen. Die wordt nog steeds door Comando Vermelho (‘Rode Commando’) gecontroleerd, de machtigste drugsbende van Rio de Janeiro en jarenlang heer en meester in Cidade de Deus. Volgens majoor Romeu was het echter nooit de bedoeling om de drugstrafiek te stoppen. ‘Drugshandel bestaat overal ter wereld. We wilden in de eerste plaats de wapens weghalen en daar zijn we wél in geslaagd.’
Nieuwe vijand
Volgens Marcelo Freixo, die voor de linkse partij PSOL in het parlement van Rio de Janeiro zit, zijn noch de drugshandel, noch de favelabewoners van tel voor de overheid. ‘Het UPP-beleid is niets anders dan de militaire reconquista van gebieden die van belang zijn voor de stad. Als je de kaart erbij haalt en ziet waar de UPP’s gestationeerd zijn en zullen komen, kun je de eigenlijke doelstelling onmogelijk ontkennen: de zones die van belang zijn voor de Olympische Spelen beveiligen. De pacificatiepolitie is er niet voor de bewoners van de favela, ze is er enkel omwille van de plaats waar die favela ligt.’ Beltrame ontkent dat het veiligheidsbeleid enkel op de organisatie van de sportevenementen zou zijn gericht, maar gouverneur Cabral doet minder moeite om de algemeen bekende doelstelling te verbloemen. Wanneer de Braziliaanse krant O Dia onlangs foto’s publiceerde van met machinegeweren bewapende jongeren en kofferbakken vol cocaïne, reageerde Cabral kort dat tegen het WK Voetbal alle stadszones gepacificeerd zullen zijn. ‘Rio telt meer dan duizend favela’s. Momenteel zijn er 16 UPP’s. Cabral weet heel goed dat hij onmogelijk heel Rio kan pacificeren en dat is nooit de bedoeling geweest’, windt Freixo zich op.
Volgens de parlementariër zit het ordehandhavingsapparaat nog steeds vast in de structuren van de militaire dictatuur die in 1985 officieel ten einde kwam. ‘De politieopleiding is een militaire training die agenten voorbereidt op oorlog en het elimineren van de vijand. Maar welke vijand? De communisten? De vakbond? Wanneer in de jaren negentig het neoliberale model in Brazilië werd geconsolideerd, bracht dat een nieuw vijandbeeld voort. Niet langer de communist met een T-shirt van Ché Guevara, maar wie overschiet aan de consumptiemaatschappij. De nieuwe vijand is jong, arm, heeft een lage scholing en woont in een favela in de periferie. De armoede werd gecriminaliseerd. Voor de Cariocas, de inwoners van Rio, staan de favela’s gelijk aan drugsbendes, terwijl 99 procent van de favelabewoners daar niets mee te maken heeft.’ De politie van Rio de Janeiro heeft de naam erg gewelddadig op te treden tegen die favelabewoners. Tussen 1998 en 2009 vielen in de staat Rio meer dan 10.000 doden tijdens confrontaties met de politie. ‘Een gemiddelde van bijna drie per dag!’ fulmineert Freixo. ‘Welke politie ter wereld brengt drie mensen per dag om?’
Freixo ziet nog een tweede bewijs dat het de overheid niet om de favelabewoners te doen is. De sloppenwijken rond Cidade de Deus worden ongemoeid gelaten. Die worden nochtans gecontroleerd door vaak erg gewelddadige milities, maar die vormen volgens Freixo geen bedreiging voor de op til staande evenementen. De milities bestaan voornamelijk uit ex-politieagenten en agenten buiten hun werkuren. Ze waren oorspronkelijk bedoeld om de drugsbendes te bestrijden, maar al gauw begonnen de paramilitaire groeperingen de bevolking te terroriseren. Ze eisen steekpenningen, controleren het lucratieve openbaar vervoer en monopoliseren de distributie van gas en drinkwater. Wie tegenwerkt, wordt uit de weg geruimd. In 2008 kreeg Freixo het parlement zo ver een onderzoekscommissie op te starten naar de milities en hun banden met overheidsambtenaren, politiekorpsen en politici. Het eindrapport van de commissie bevat paginalange lijsten met namen van militieleden, betrokken ambtenaren en politici die de criminele activiteiten direct of indirect ondersteunden. Volgens veiligheidssecretaris Beltrame pakt de overheid ook die milities aan, maar in realiteit werd slechts één door milities gecontroleerde favela gepacificeerd, Jardim Batam, wegens haar symbolische waarde. In mei 2008 folterden militieleden er drie journalisten van O Dia die de activiteiten van de militie onderzochten.
Burgeroorlog
In de favela Vila Cruzeiro zijn duizenden kogelgaten in muren en deuren stille getuigen van de vuurgevechten die de bewoners er de afgelopen jaren te verwerken kregen. In november vorig jaar waande Rio de Janeiro zich even in een burgeroorlog, wanneer de politie de wijken Vila Cruzeiro, Complexo de Alemao en Parque Proletario da Penha uit handen van de drugsbendes wilde heroveren. Er vielen tientallen doden en ter vergelding staken bendeleden in de hele stad auto’s en bussen in brand. De militaire elitetroepen haalden hun slag thuis. De imposante huizen van leiders van Comando Vermelho dienen sindsdien als uitvalsbasis van het leger, dat Vila Cruzeiro bezet in afwachting tot er een UPP komt.
De Nederlandse ontwikkelingswerker Nanko van Buuren zit daar niet op te wachten. Terwijl de meeste sociale organisaties zich pas in een favela vertonen wanneer de overheid er de veiligheid garandeert, werkt Van Buuren met zijn organisatie IBISS al jaren in Vila Cruzeiro. Met projecten in 68 favela’s en gerespecteerd door de overheid, de bevolking én de drugsbendes, is IBISS een actor van belang in Rio de Janeiro. In tegenstelling tot andere ngo’s die financiële steun krijgen van de Braziliaanse overheid, hoeft Van Buuren zijn kritiek niet te schuwen: ‘De politie bezorgt de bevolking heel wat meer last dan de drugsbendes, die de eigen bevolking gewoonlijk met rust laten. Het is trouwens een illusie te denken dat Comando Vermelho nu plots geen macht meer heeft in de wijk. De trafikanten zijn niet meer bewapend, maar het is nog steeds Comando Vermelho-leider Fabiano die beslist of een feest al dan niet plaatsvindt.’ Volgens Van Buuren is de veiligheid in Vila Cruzeiro er sinds de pacificatie flink op achteruit- gegaan. ‘Drugsbendes hanteren strenge wetten. Wie iemand van de favela verkrachtte, werd geëxecuteerd. Nu doet iedereen zijn zin, het leger heeft geen autoriteit. Er zijn plots diefstallen en inbraken in de wijk, terwijl die er vroeger helemaal niet waren.’
De 22-jarige Rafael Mota is een van de vele voormalige trafikanten die door IBISS uit het criminele milieu werd weggehaald. Tot drie jaar geleden was Mota een van de leiders van Comando Vermelho in Vila Cruzeiro. In enkele jaren tijd zou hij meer dan honderd tegenstanders en politieagenten hebben omgebracht. ‘We vochten regelmatig met de politie. Ook vielen we andere wijken aan om gebied te winnen op de rivaliserende bende Terceiro Comando’, legt hij uit. ‘Ik besloot eruit te stappen. Mijn familie leed eronder, het was te gevaarlijk.’
Nu werkt Mota als jeugdmonitor voor IBISS. Hij belichaamt de keuze die jongeren hebben om uit de drugstrafiek te stappen. Over de aanstaande komst van de pacificatiepolitie is hij maar matig enthousiast: ‘De drugsbazen waren een slecht voorbeeld voor kinderen, maar geen gevaar voor de eigen wijk. De politie is geen haar beter en biedt geen degelijk alternatief.’
Mota verwoordt de dubbele gevoelens van velen in Vila Cruzeiro. Net zoals in Cidade de Deus kunnen de sociale projecten en het einde van de vuurgevechten op enthousiasme rekenen, maar er heerst heel wat scepsis over de politie, die bij de inwoners van Rio de hardnekkige reputatie heeft door en door corrupt te zijn. Zo kreeg de verovering van Vila Cruzeiro in november al gauw een wrange nasmaak, wanneer op televisie en YouTube te zien was hoe de politie gelaten honderden bendeleden over de heuvels naar de omliggende favela’s liet ontsnappen. ‘Er was een akkoord tussen de politie en de trafikanten’, weet parlementslid Freixo daarover. Niet veel later raakte bekend dat op hetzelfde moment een kopstuk van Comando Vermelho door politieagenten de favela uit werd geëscorteerd en zo kon ontkomen.
Corrupte politie
In Vila Aliança weerklinkt dezelfde afkeer tegenover de politie. De wijk valt nog steeds onder de controle van de drugsbende Terceiro Comando en is een van de beruchtste favela’s van Rio de Janeiro. Jongeren bewaken met vuurwapens de ingang van de wijk. ‘De jongste schiet het best’, zegt Van Buuren. Hij is tien jaar oud. De goedlachse Andre Play leidt er voor IBISS een voetbalproject dat aan die jongeren een alternatief voor de drugstrafiek moet bieden. Play hoopt dat de pacificatiepolitie wegblijft: ‘De politie is corrupter dan de drugsbendes. Ze vragen smeergeld aan zelfstandigen en zitten mee in de drugshandel. Soms trekt een trafikant naar de stad om een politieopleiding te volgen en komt terug als agent om dezelfde activiteiten voort te zetten. Zelfs de politiechefs hier werken samen met Terceiro Comando.’
‘Je moet schrijven dat de politie van de staat Rio de slechtst betaalde is van Brazilië, terwijl we het meeste risico lopen’, klaagde een UPP-agent in Cidade de Deus. ‘Als men een einde wil maken aan de corruptie, moeten de agenten eerst en vooral een hoger loon krijgen.’ UPP’ers krijgen nochtans een maandelijkse risicopremie van 500 real (220 euro) bovenop hun loon. Dat promoveert hen tot de beter betaalde agenten van Brazilië, maar het is peanuts in vergelijking met wat er met illegale nevenactiviteiten te verdienen valt. Wel toont de politieke wereld zich meer dan vroeger bereid om de wijdverspreide corruptie aan te pakken. In de UPP’s probeert men voornamelijk jonge, niet gecorrumpeerde agenten te stationeren. In het teken van ‘Operatie Guillotine’ arresteerden de federale politie en de staat Rio in februari 22 politieagenten die worden beschuldigd van wapen- en drugshandel en banden met drugsbendes of milities. Luis in de pels Marcelo Freixo leidt ondertussen een nieuwe onderzoekscommissie in het parlement die moet nagaan hoe de grote partijen wapens die de politie tijdens de pacificatieacties in beslag nam tot bij de drugsbendes zijn geraakt. Wanneer de conclusies eind dit jaar worden bekendgemaakt, zullen er vermoedelijk opnieuw koppen rollen.
Hoe dan ook zullen verdwaalde politiekogels en corruptie nog een hele tijd in het collectieve geheugen van de favelabewoners blijven rondspoken. Als de pacificatiepolitie hun vertrouwen wil winnen, zal ze een smetteloze reputatie moeten opbouwen, maar daar lijkt zelfs de politie zelf niet echt in te geloven. De sportfans kunnen wel op beide oren slapen. Rio heeft de logistieke en financiële capaciteit om het geweld weg te houden van de grote stadia en de toeristische wijken en spaart kosten nog moeite om de ‘ cidade maravilhosa’, zoals de Cariocas hun stad trots noemen, tijdens de topevenementen te laten schitteren. Maar niemand durft zijn hand ervoor in het vuur te steken dat de pacificatiepolitie en de daarmee gepaard gaande sociale voorzieningen na 2016 niet zullen sneuvelen. ‘Dagelijks vragen de inwoners me of we hier zijn om te blijven’, zucht majoor Romeu. ‘Ik moet hen het antwoord schuldig blijven.’
DOOR JAN DE DEKEN
‘Voor de Cariocas staan de favela’s gelijk aan drugsbendes, terwijl de meeste favelabewoners daar niets mee te maken hebben.’
‘De sportfans kunnen wel op beide oren slapen. Rio heeft de logistieke en financiële capaciteit om het geweld weg te houden van de grote stadia en de toeristische wijken.’