Afgelopen weekend werd Bart Somers herkozen tot voorzitter van de Open VLD. Een echt alternatief was er niet.

door Ann Peuteman

Tijdens de hoogdagen van Paars werd de Open VLD geleid door het triumviraat van Guy Verhofstadt, Karel De Gucht en Patrick Dewael. Daar bestond geen twijfel over. Meteen na de verkiezingen van 10 juni 2007, die de liberalen een beperktere nederlaag dan verwacht opleverden, trok Guy Verhofstadt zich echter uit de partijleiding terug. Beladen met alle zonden van de Wetstraat zocht hij de politieke luwte op. Op het partijbureau liet hij zich haast niet meer zien, en daar is amper verandering in gekomen sinds hij de leiding van de federale interim-regering heeft opgenomen. De facto is de partij dus al tien maanden in handen van een ander trio: De Gucht, Dewael en Bart Somers, die tijdens de eerste jaren van zijn voorzitterschap alleen de tweede viool mocht bespelen. Vandaag mag Somers vooral meespelen omdat hij hondstrouw is en geen enkele bedreiging vormt voor de nog steeds bijzonder ambitieuze ministers De Gucht en Dewael. Bovendien – het moet gezegd – is hij er de jongste paar jaar in geslaagd een ietwat krachtiger leiderschap te laten zien.

Niet dat Somers nu plots de onbetwiste leider van de Vlaamse liberalen is. Daarvoor is een score van 70 procent van de uitgebrachte stemmen net iets te mager. Zeker als een notoir politiek lichtgewicht als Margriet Hermans, van wie geen enkele liberaal in alle eerlijkheid kan geloven dat ze een geschikte voorzitter zou zijn, liefst 22 procent behaalt. Somers is en blijft in de ogen van veel liberalen nu eenmaal een vazal, die alleen in de Melsensstraat zit omdat zijn broodheren daar zelf geen zin in hebben. Het helpt natuurlijk niet dat zijn boodschap grote gelijkenissen vertoont met die van oud-partijvoorzitter Karel De Gucht destijds. Somers gaat voor een moderne partij voor álle mensen, die de banden met het middenveld en het verenigingsleven weer moet aanhalen. Met andere woorden: er wordt weer van een brede volkspartij gedroomd.

Willens nillens is Somers’ lot dus verbonden aan dat van de twee federale Open VLD-ministers, die nog altijd stevig in het zadel zitten. Nochtans waren ook zij, en niet alleen Verhofstadt, verantwoordelijk voor de voorbije verkiezingsnederlaag. Maar omdat de premier een stap achteruit deed en De Gucht, Dewael en Somers een haast foutloos parcours reden tijdens de formatiecrisis, leek de Open VLD hen zonder morren een doorstart te gunnen. Hoewel de heroïsche terugkeer van Guy Verhofstadt dat beeld ontegensprekelijk heeft bijgesteld, wordt hun positie vooralsnog niet gecontesteerd. Daarvoor liggen de interne krachtmetingen met Hugo Coveliers en vooral Jean-Marie Dedecker nog te vers in het geheugen. Bovendien blijven de meeste liberalen optimistisch over de regeringsvorming, en houden jonge beloftes zich liever koest in de hoop een ministersportefeuille in de wacht te slepen. Maar dat zou kunnen veranderen als er in de definitieve regering alleen plaats blijkt te zijn voor Dewael en De Gucht. Dan zouden de dertigers en jonge veertigers zich wel eens kunnen gaan roeren om definitief een plek voor zichzelf op te eisen in de Open VLD.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content