Voorstellen om de armoede te lijf te gaan, zijn er genoeg. Nu nog het broodnodige geld.
‘De strijd tegen de armoede is een immense uitdaging. De federale overheid, de deelstaten en de steden en gemeenten moeten er samen de schouders onder zetten’, aldus staatssecretaris voor Armoedebestrijding Jean-Marc Delizée (PS). Hij hoopt deze week vrijdag een nieuw plan tegen de armoede door de ministerraad goedgekeurd te krijgen.
De cijfers over de armoede in België liegen er niet om. Volgens de Europese armoedegrens (60 procent van het gemiddeld inkomen) is in Vlaanderen 10 procent van de bevolking arm of bestaansonzeker, en in Wallonië 17 procent. In Brussel leeft een vijfde van de mensen in armoede. Een kwart van de eenoudergezinnen stelt medische zorg om financiële redenen uit. Voedselbanken kregen vorig jaar 108.000 mensen over de vloer, 135.000 gezinnen hebben een sociaal energietarief en 75.000 mensen staan op een wachtlijst voor een sociale woning.
Het armoedebeleid werd in 1992 door toenmalig premier Jean-Luc Dehaene (CD&V) op gang getrokken en kreeg onder paars(-groen) een verlengstuk met verhogingen van diverse bijstands- en sociale uitkeringen. Maar dat heeft het tij niet kunnen keren. Integendeel, de kloof tussen rijk en arm wordt nog altijd groter. Recente rapporten van het Centrum voor Sociaal Beleid (Universiteit Antwerpen) tonen aan dat het wettelijk pensioen steeds minder ouderen uit de armoede houdt en dat het leefloon (698 euro per maand voor een alleenstaande, 930 euro voor een gezinshoofd) ver onder de Europese armoedegrens (860 euro voor een alleenstaande, 1548 euro voor een gezinshoofd) zit.
Van negen grote sociale organisaties, verenigd in het platform Decenniumdoelen 2017, kreeg Delizée te horen dat ze zes doelstellingen in de strijd tegen de armoede in Vlaanderen en Brussel hebben: een halvering van de gezondheidsongelijkheid tussen arm en rijk; een halvering van het aantal gezinnen waar niemand werkt; een inkomen boven de Europese armoedegrens voor iedereen; 150.000 nieuwe en betaalbare (sociale) huurwoningen; nog 3 procent laaggeletterdheid bij jongeren; meer sociale contacten voor armen. Voor de ministerraad van vrijdag heeft het platform drie prioriteiten: in vier jaar tijd de vervangings- inkomens boven de Europese armoededrempel tillen; het invoeren van richthuurprijzen; het weren van ziekenhuissupplementen en een verplichte derdebetalers- regeling voor mensen met een (te) laag inkomen in de gezondheidszorg.
‘Armoede is inderdaad niet alleen een kwestie van geld. Ook bijvoorbeeld de huisvesting, een toegankelijke gezondheidszorg, goede voeding en betaalbare energie zijn belangrijk’, zegt Delizée. ‘Maar een behoorlijk inkomen is uiteraard heel belangrijk. Daarom moeten niet alleen de sociale uitkeringen maar ook de minimumlonen om-hoog.’
Delizée heeft een plan met een tachtigtal maatregelen, waarvoor hij in vele gevallen op de andere ministers rekent. Dat gaat van een betere terugbetaling van de medische uitgaven van chronisch zieken en een belastingkrediet voor energiezuinige investeringen, tot het optrekken van het belastingvrije minimum, het automatisch toekennen van het Omnio-statuut (dat goedkope gezondheidszorg waarborgt aan mensen met een laag inkomen, maar sinds de invoering in april 2007 nog maar werd toegekend aan 170.000 van de 800.000 potentiële rechthebbenden), een toegankelijke justitie en het inschakelen door overheidsdiensten van ‘ervaringsdeskundigen in de armoede’.
‘Het nieuwe armoedeplan moet een plan van de hele regering zijn’, vindt Delizée, die tegen het einde van het jaar ook klaar wil zijn met een armoedebarometer met een tiental indicatoren om de resultaten te meten. Over de budgettaire kosten is hij voorzichtig. Zijn partijgenote en minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie Marie Arena heeft voor 1,7 miljard euro pensioenverhogingen in gedachten. Een verhoging van het leefloon tot de Europese armoedegrens kost 400 miljoen. De vraag van Decenniumdoelen 2017 naar hogere vervangingsinkomens vergt 1 miljard tot 2011.
Maar het plan van Delizée ligt in de weegschaal met liberale voorstellen voor nieuwe belastingverlagingen. Bovendien moetde regering dit jaar nog 1 miljard vinden om de begroting in evenwicht te houden. De politieke knopen worden pas tegen 15 juli en bij de opmaak van de begroting van 2009 in september doorgehakt. Delizée verwijst naar het regeerakkoord, dat ambities over het terugdringen van de armoede in ons land koppelt aan het Europees Jaar van de Strijd tegen de Armoede in 2010 (België is dan EU-voorzitter). Om te weten hoeveel geld er voor die ambities is, moeten Delizée en de armen nog een tijdje wachten.
DOOR PATRICK MARTENS