Embryo’s genetisch verbeteren? Organen verkopen? Voor moraalfilosoof Julian Savulescu moet het allemaal kunnen. Een ronduit verbazend gesprek over ethische dilemma’s en de toekomst van de mens: ‘Ja, ik provoceer soms.’

Er zijn twee mogelijkheden. Of Julian Savulescu is een zonderling, wiens standpunten over dertig jaar nog altijd buitenissig zullen klinken. Of Julian Savulescu is een visionair, wiens standpunten over dertig jaar de normaalste zaak van de wereld zullen zijn.

Na afloop van het gesprek vraag ik hem wat het vaakst gebeurt: dat mensen hem gelijk geven, of dat mensen gechoqueerd zijn? ‘Als ik zeg wat mijn standpunt is, zijn ze vaak gechoqueerd’, lacht hij. ‘Maar als ik hen dan uitleg waaróm dat mijn standpunt is, wat mijn argumenten zijn, geven ze me soms gelijk, of proberen ze tenminste mijn standpunt te aanvaarden. De meeste mensen houden van een rationele discussie over belangrijke thema’s, hoor. Ze zijn het beu om halve waarheden te horen. Ik presenteer tenminste een duidelijke visie.’

Savulescu is moraalfilosoof. Hij geeft les in Oxford, waar hij aan het hoofd staat van het Uehiro Centre for Practical Ethics. ‘Praktische ethiek, dat wil zeggen dat ik mij bezighoud met échte problemen in de échte wereld’, legt hij uit. ‘De bedoeling is mensen te helpen bij het maken van betere keuzes, zodat ze een beter leven krijgen. Dat is mijn vertrekpunt: de vraag wat ons leven beter kan maken. Daarover wil ik op een zo rationeel mogelijke manier nadenken, zonder mij zorgen te maken over religieuze of andere dogma’s waaraan het individu zich veel te lang heeft moeten onderwerpen.’

Hij begon als dokter en werd daarna filosoof. Medische ethiek is nog altijd zijn specialiteit. Zijn filosofische leermeester is Peter Singer, de even beroemde als controversiële grondlegger van de dierenrechtenbeweging die bekendstaat om zijn erg liberale visie op onder meer euthanasie. Van Singer leerde Savulescu dat filosoferen en provoceren synoniemen kunnen zijn: ‘Ja, ik provoceer soms’, zegt hij. ‘Al is het maar om de rationele discussie te stimuleren.’

Met de weerzinwekkende praktijken van de nazi’s nog vers in het geheugen, is het natuurlijk niet zo makkelijk om een rationele discussie te voeren over eugenetica – de verbetering van de mens. Want dáárover denkt Savulescu beroepshalve graag na: de toekomst van onze soort, en de morele vraagstukken die ons allemaal te wachten staan.

‘Eén ding is duidelijk’, zegt hij. ‘We hebben een punt bereikt waarop we keuzes zullen moeten maken. Onze kennis en biotechnologische mogelijkheden groeien elke dag. En kennis betekent macht, plus verantwoordelijkheid. Ik vind dat we verantwoordelijk zijn voor de gevolgen van onze daden én van onze niet-daden. Als we niets doen terwijl we iets hadden kunnen doen, zijn we óók verantwoordelijk voor de gevolgen.’

Lees: iemand laten verdrinken komt moreel gesproken op hetzelfde neer als iemand kopje-onder duwen. Een argument dat de laatste jaren is doorgedrongen in het euthanasiedebat: iemand passief laten sterven zou op hetzelfde neerkomen als iemand actief helpen sterven.

Wat vindt u van het recht op euthanasie voor dementen?

JULIAN SAVULESCU: Volgens mij zijn er betere argumenten voor euthanasie voor dementen dan voor euthanasie voor mensen die lichamelijk ziek zijn. Levenskwaliteit is in dit debat het belangrijkste. En ik vind dat de levenskwaliteit van dementerenden in groter gevaar is dan die van mensen die nog al hun cognitieve vermogens hebben. Ik wil niet in leven gehouden worden als ik zwaar dement ben of permanent buiten bewustzijn. Dus als ik mijn wilsbeschikking opmaak, zal ik meer geneigd zijn om euthanasie te vragen bij dementie dan bij een puur lichamelijke ziekte.

Sommige mensen vinden dat we nu al op een hellend vlak zitten, en dat we met euthanasie voor dementen weer wat naar beneden opschuiven.

SAVULESCU: (laconiek) Wel, het is nog erger, want we zijn zelfs al op het absolute dieptepunt beland. Er worden baby’s geboren met zulke zware hersenbeschadiging dat de dokters hen laten sterven, terwijl men ze evengoed in leven had kunnen houden. Dat is een standaardprocedure. Maar het gebeurt op een niet-gereglementeerde manier. Soms laat men kinderen langdurig lijden terwijl men hen laat sterven. Mij lijkt het veel redelijker om in zulke gevallen actieve beslissingen te nemen, zodat onnodig lijden kan worden voorkomen. Met andere woorden: er bestaan al situaties waarin we toelaten dat mensen sterven omdat ze zwaar cognitief gehandicapt zijn. En in die situaties heeft de betrokkene niet eens inspraak.

Wie moet er beslissen over het lot van zo’n baby: de ouders of de dokters? Want beide partijen zijn het niet altijd met elkaar eens, zoals onlangs met de Engelse baby Charlotte: de dokters hadden haar opgegeven, de ouders wilden haar in leven houden.

SAVULESCU: Als je niet kunt voortgaan op de wilsbeschikking van de betrokkene zelf, is het héél moeilijk om te beslissen wanneer het leven niet meer de moeite waard is om geleefd te worden. Soms nemen de ouders de beste beslissing, soms de dokters, en helaas moet soms de rechter een finale beslissing nemen. Wat we zeker nodig hebben, is een dialoog, een maatschappelijk debat. Maar laten we de lijn zo conservatief mogelijk trekken: een fysieke handicap mag nooit een reden zijn om een kind niet te laten leven. Omdat je met een fysieke handicap namelijk een heel bevredigend leven kunt hebben. Ik vind ook niet dat elke mentale handicap het leven niet de moeite waard maakt. Kinderen met het syndroom van Down kunnen bijvoorbeeld een heel goed leven hebben. Dat neemt niet weg dat ik het een goed idee vind dat zwangere vrouwen, zoals in Australië, een gratis Down-test kunnen laten doen.

Is zo’n algemene test niet gevaarlijk? Vrouwen die niet voor een abortus kiezen, worden dan straks misschien gestigmatiseerd, niet?

SAVULESCU: Dat is geen goed argument. Moeten we zwarte vrouwen verbieden om kinderen te hebben, omdat er nu eenmaal racisten bestaan? Nee, elke vrouw moet natuurlijk in alle vrijheid kunnen beslissen om haar zwangerschap al dan niet te beëindigen. Maar ik vind wel dat we mensen zoveel mogelijk informatie moeten geven. Het recht om informatie te weigeren is zeer beperkt, als het al bestaat. Dus een gratis test op het syndroom van Down is een goede zaak, van mij mag zo’n test zelfs verplicht worden.

Dat belooft voor de toekomst, als we embryo’s op zowat álles zullen kunnen laten testen.

SAVULESCU: Inderdaad. We zullen kunnen testen op duizenden genetische aandoeningen, en zelfs op eigenschappen die helemaal niets met een ziekte te maken hebben. En ouders zullen rekening moeten houden met al die informatie. Ik geloof dat het de verantwoordelijkheid van de ouders is om hun kind de best mogelijke vooruitzichten te geven. Dat betekent: een zo gezond mogelijk kind, met psychische, lichamelijke en cognitieve eigenschappen die het leven van dat kind zullen verbeteren. Ik vind niet dat mensen zomaar voor abortus mogen kiezen als het kind niet aan al hun wensen beantwoordt. Maar wel dat ze rekening houden met alle beschikbare informatie als ze, bij kunstmatige bevruchting, verschillende embryo’s laten testen.

Is het onze plicht om de menselijke soort te verbeteren?

SAVULESCU: Mens zijn is proberen om beter te worden. Daarom hangen we niet meer in de bomen. De laatste decennia hebben we de mens almaar gezonder kunnen maken. Daar heeft de natuur nooit van wakker gelegen: biologisch gesproken hoeven we alleen maar lang genoeg te leven om ons voort te planten. Toch hebben wij zelf beslist om die gezondheid wél na te streven. Zo zullen wij er in een volgende fase naar streven om niet alleen gezonder, maar ook beter en gelukkiger te worden.

Het idee dat de mens voor God gaat spelen, boezemt veel mensen angst in.

SAVULESCU: Er zijn nogal wat instanties die mensen bang proberen te maken, om zo de macht in handen te houden. Religieuze instanties vooral. Die strijd tussen het establishment en het individu heeft altijd al bestaan. We zijn ook bang omdat we niet weten hoe we dit debat moeten voeren, en hoe we dit soort beslissingen moeten nemen. Daarom kiezen veel mensen liever voor de status-quo. In het Engels hebben we de uitdrukking: better the devil you know than the devil you don’t know – beter de duivel die je kent, dan de duivel die je niet kent. Ik wil niet per se dat mensen bepaalde keuzes maken, hoor. Eigenlijk kan het mij weinig schelen wat de maatschappij uiteindelijk zal beslissen. Ik probeer mensen alleen bewust te maken van de rationele argumenten die je in dit debat kunt gebruiken. Zodat iedereen zelf kan kiezen.

Is de individuele mens wel sterk en rationeel genoeg om zulke zware keuzes te maken?

SAVULESCU: We zullen wel moeten. Als de geschiedenis ons iets leert, is het wel dat het rampzalig is als een kleine elite alle belangrijke beslissingen neemt. Dus zelfs rekening houdend met onze beperkte rationaliteit, is het een goede zaak dat we over zulke kwesties een debat voeren. En ieder voor zich laten beslissen. Neem nu reproductief klonen. Als die techniek echt veilig zou zijn, mag volgens mij geen enkele overheid of autoriteit mensen verhinderen om een kloon op de wereld te zetten. Het argument dat een kloon geen volwaardig individu is, klopt niet. Identieke tweelingen hebben ook geen unieke genetische identiteit, en toch zijn het twee volwaardige individuen. Wie daar rationeel over nadenkt, begrijpt dat.

Gebeurt het dat u vergeleken wordt met de nazi’s, zoals dat Peter Singer ooit in Duitsland overkwam?

SAVULESCU: Ja, onlangs nog aan de universiteit van Harvard, waar iemand mijn ideeën vergeleek met nazi-eugenetica. (zet zich schrap) Maar die vergelijking deugt niet. De nazi-eugenetica werd gekenmerkt door een heel smal concept van het ideale ras. Het was een racistische eugenetica, gebaseerd op sociaal darwinisme. Die blauwdruk van het superras werd bovendien door de staat van boven opgelegd, tegen de wil van de mensen in. Wat ik voorstel, is dat mensen zélf een keuze maken, op basis van correcte en zo volledig mogelijke informatie.

Als mensen hun kinderen genetisch kunnen verbeteren, gaat de diversiteit er dan niet op achteruit?

SAVULESCU: Dat geloof ik niet. Als mensen in alle vrijheid kunnen kiezen, zal er nog altijd een brede waaier aan meningen bestaan over wat mooi en goed en wenselijk is. Ik geloof ook niet in diversiteit omwille van de diversiteit. (laconiek) Ik bedoel, gaat u maar eens aan het slachtoffer van een psychopatische verkrachter vertellen dat álle menselijke vormen van diversiteit goed en wenselijk zijn.

U zou embryo’s ook laten screenen op genen voor psychopatisch of agressief gedrag?

SAVULESCU: Als zulke genen bestaan, dan geloof ik dat we daarop zouden moeten screenen, ja. Als bepaalde genen iemand voorbestemmen om zware schade toe te brengen aan anderen, hebben we een goede reden om daarin tussenbeide te komen. Het zal uiteraard altijd om een heel beperkt aantal gevallen gaan, ook al omdat de meeste genen altijd verschillende effecten hebben. Maar áls het kan, is het perfect aanvaardbaar om daarop in te grijpen.

Lopen we in uw toekomstvisie niet het risico om delicate evenwichten in de menselijke populatie te verstoren?

SAVULESCU: Zeker, we lopen het risico om evenwichten in de status-quo te verstoren. De vraag die u moet stellen, is of die status-quo wenselijk is. De mens is niet aangepast aan de wereld van vandaag. Wij zijn geëvolueerd in de omgeving van miljoenen jaren geleden. Onze neiging tot agressie, bijvoorbeeld, is in een stedelijke omgeving vaak meer een nadeel dan een voordeel. Wij zijn ook niet gemaakt om hele dagen voor een computerscherm te zitten, om elke dag zoveel calorieën te eten… Onze biologie is niet aangepast aan onze omgeving. Als we de omgeving niet in overeenstemming kunnen brengen met onze biologie, moeten we onze biologie misschien in overeenstemming brengen met onze omgeving.

Met permissie, maar dat klinkt als een recept voor catastrofes.

SAVULESCU: Helemaal niet. Wat is er mis met het idee om mensen meer empathisch en minder agressief te maken, bijvoorbeeld? We moeten op z’n minst de vraag stellen of we dat zouden willen, áls we dat ooit zullen kunnen.

Wat als ouders geen perfecter, maar een minder perfect kind willen? In de VS hebben twee dove vrouwen er in 2003 bewust voor gekozen om een doof kind op de wereld te zetten. Kan dat?

SAVULESCU: Ouders mogen hun kind niet schaden. Dus je mag een kind, of een embryo, niet doof máken. Dove ouders mogen hun dove kind ook geen operatie of hoorapparaat onthouden. Ik ben er immers van overtuigd dat doofheid een handicap is. Een kind dat kan horen, heeft meer kansen en mogelijkheden. Of ouders uit verschillende embryo’s een doof embryo mogen selecteren, is een andere vraag. Volgens mij hebben ze dat recht. Ze maken een zware vergissing, maar ik vind niet dat wij hen daarvan mogen weerhouden.

Zijn de consequenties niet dezelfde? Of ze nu een embryo doof laten maken, of een doof embryo selecteren, het resultaat is de geboorte van een doof kind.

SAVULESCU: Het verschil is dat ze in het tweede geval niemand kwaad berokkenen, omdat het om twee verschillende individuen gaat: het dove en het niet-dove kind. In het eerste geval brengen ze schade toe aan een embryo, en dat kan niet. Als ze het dove embryo selecteren, zetten ze een kind op de wereld dat er anders niet was geweest. En aangezien dove mensen perfect een heel goed leven kunnen uitbouwen, zou dat kind zelfs dankbaar moeten zijn.

In Frankrijk en Nederland zijn er al ouders, namens hun zwaar gehandicapte kinderen, naar de rechter gestapt wegens ‘wrongful life’: ze vonden dat die kinderen ten onrechte waren geboren, door een beroepsfout van de gynaecoloog. In beide gevallen werd een schadevergoeding toegekend. Bestaat er zoiets als een recht om niet geboren te worden?

SAVULESCU: Ouders kunnen een arts uiteraard aanklagen als hij een fout heeft gemaakt, of cruciale informatie heeft achtergehouden, en als ze zonder die medische fout een gezond kind gehad zouden hebben. De ouders hebben dan volgens mij recht op een schadevergoeding. Maar of het kind zelf naar de rechter kan stappen? Alleen in héél uitzonderlijke gevallen, denk ik. Als het kind een leven heeft dat zó slecht is dat het echt niet de moeite waard is om geleefd te worden.

Maar nogmaals: wie gaat dat beslissen?

SAVULESCU: Wel, daarover moeten wij als morele gemeenschap in dialoog gaan. Het mag zeker niet het privilege van de dokters zijn om daarover te beslissen. Het is ook niet aan mij, of aan u, om te beslissen over het leven van iemand anders. We moeten het daar samen over hebben, op een rationele manier. Als we dat niet doen, als we zulke beslissingen uit de weg gaan, dan zijn we nog altijd verantwoordelijk voor de consequenties. Want dan laten we zulke beslissingen over aan chaos, aan willekeur, of aan de persoon die de meeste druk kan uitoefenen. Zo kom ik weer op mijn centrale punt: hoe meer kennis we hebben, hoe groter onze macht én onze verantwoordelijkheid.

Nog een van uw controversiële standpunten: u vindt het geen probleem als mensen hun organen verkopen.

SAVULESCU: Nee. In sommige situaties kan dat een rationele keuze zijn: als je door de verkoop van een orgaan je hele familie bijvoorbeeld een beter leven kunt geven. Het echte probleem is of mensen er genoeg voor betaald krijgen. Ik zou het niet aanvaardbaar vinden als iemand maar 500 dollar voor een nier zou krijgen als hij er eigenlijk 100.000 zou moeten krijgen. Dat zou namelijk exploitatie zijn.

Armen die hun organen verkopen aan rijken: is dat niet per definitie exploitatie?

SAVULESCU: Als ze geen redelijke prijs krijgen wel. Ik vind dat we daar bepaalde afspraken over zouden moeten maken, dat die markt gereguleerd zou moeten worden. Maar op zich heb ik er geen probleem mee dat het gebeurt. Het is precies hetzelfde als iemand die een gevaarlijke job heeft: die verkoopt ook zijn risico voor een bepaald salaris. Iemand die een hoger risico heeft op een dodelijk werkongeval, wordt daar normaal gesproken ook voor vergoed. Daar hebben wij in onze maatschappij bepaalde afspraken over gemaakt. Of iemand een gevaarlijk beroep wil uitoefenen, laten wij over aan die persoon zelf. Voor mij is er geen verschil met de verkoop van organen.

Die mensen verkopen wel een stuk van hun eigen lichaam.

SAVULESCU: Dat is inderdaad de reden waarom er zoveel weerstand tegen is. Net zoals er weerstand is tegen het idee dat mensen in de prostitutie gaan. Het achterliggende idee is dat we niet de eigenaar zijn van ons eigen lichaam. Omdat het bijvoorbeeld toebehoort aan God. Maar dat geloof ik dus niet.

Ontstaat er bij die organenverkoop geen onrechtvaardigheid aan de kant van de kopers? Mijn rijke buurman kan een nier kopen en ik niet, dus hij leeft en ik ga dood.

SAVULESCU: Dat is een solidariteitskwestie: hoeveel moet de gemeenschap, dus de overheid, bijdragen voor iemand die een nier nodig heeft? Misschien moet de overheid mensen wel betalen om hun nieren ter beschikking te stellen, zodat alle mensen die een nier nodig hebben, er eentje kunnen krijgen. Misschien is dat de oplossing om het tekort aan donororganen op te lossen.

Is voor u echt álles mogelijk? Vindt u niets te gek?

SAVULESCU: (grijnst) Wel, je moet op z’n minst alles in overweging nemen. Als je altijd meteen roept dat iets te gek is, sluit je misschien een mogelijkheid uit die je leven had kunnen redden. Hoe vaak is het al niet gebeurd dat mensen iets krankzinnig vonden, om het later heel normaal te vinden. We moeten alles zorgvuldig bekijken en rationeel evalueren.

U bent wel een enorme optimist, die nog volop gelooft in de mens.

SAVULESCU: Waar moeten we anders nog in geloven? (lacht) Van pessimistisch zijn word je volgens mij depressief.

Pessimisten hebben wel de neiging om iets voorzichtiger te zijn, zodat de kans op catastrofes onderweg misschien wat kleiner is.

SAVULESCU: Ach, de wereld zit vol pessimisten. Mensen die altijd ‘nee’ zeggen, mensen die alles willen verbieden. Ik vind dat we ook de andere visie moeten vertolken, al was het maar om zo beter te kunnen beslissen. Ik denk dat we de mogelijkheid van verbetering echt moeten leren omhelzen, zodat we in een positieve spiraal terechtkomen. Als we het omgekeerde doen, komen we in een negatieve spiraal terecht. Ik vind niet dat de mens zondig is en tegen zichzelf moet worden beschermd. Dat is een destructief en totaal verkeerd beeld.

Erfzonde staat niet in uw woordenboek?

SAVULESCU: Ik vind het een erfzonde als we niet de verantwoordelijkheid opnemen voor ons eigen mens-zijn. De echte problemen ontstaan pas als we die verantwoordelijkheid niet opnemen, als we géén beslissingen nemen. Ik kan aannemen dat er soms redenen kunnen zijn om even te wachten met een bepaalde technologie of wat dan ook. Maar wat meestal gebeurt, is dat men niets doet uit angst om risico’s te nemen.

Nemen we te vaak onze toevlucht tot het zogenaamde voorzorgsprincipe?

SAVULESCU: Véél te vaak. We moeten bij elke beslissing alles nauwkeurig afwegen, wat we winnen bij een goede afloop, en wat de risico’s van een slechte afloop zijn. En dan moeten we kiezen. Als we altijd de risico’s laten doorwegen, ontzeggen we ons voortdurend de mogelijke voordelen. Het leven ís niet veilig. Leven is risico’s nemen. Wij willen zekerheid en veiligheid, en dat is een fantasie.

JOËL DE CEULAER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content