Ook wie niet houdt van de Wetstraat-grootspraak dat we in 2014 ‘de moeder aller verkiezingen’ krijgen, zal moeten erkennen dat het een belangrijk politiek jaar wordt. Nu al ligt de focus op 25 mei, de dag waarop het Europese, het Vlaamse en het federale parlement worden gekozen. Als het van CD&V-boegbeeld en Vlaams minister-president Kris Peeters afhangt, zal dat ook voor het laatst zijn. ‘Ik houd niet van samenvallende verkiezingen.’

‘MP’, op zijn Engels uitgesproken, zoals de afkorting van ‘Military Police’, zo noemen de medewerkers van Kris Peeters onder elkaar hun minister-president. Waarom ook niet, want ook aan het Martelarenplein wordt er met zin voor discipline gewerkt. Op de vrijdag voor Kerstmis was er nog een laatste ‘superministerraad’ van de regering-Peeters II, een kabinet dat vijf jaar lang steunde op een onuitgegeven meerderheid van CD&V, S.PA en N-VA. Niet minder dan honderdvijftig punten stonden op de agenda, kleine en belangrijke, zoals de aankoop van de bedrijfsterreinen van Ford Genk. Om tien uur begon de marathonbijeenkomst, om drie uur was ze afgelopen.

Kris Peeters: ‘Ik ben in de loop der jaren geoefend in de organisatie van dergelijke ministerraden. Ik zorg dat zo veel mogelijk punten waarover geen discussie meer is, vlot goedgekeurd raken. Agendapunten waarover nog geen eensgezindheid bestaat, laat ik al tijdens de ministerraad door een werkgroep van kabinetsmedewerkers behandelen. Zo zijn de resterende meningsverschillen tegen het einde van de vergadering al wat uitgevlakt. Ik schors de vergadering ook een paar keer, laat somseten aanrukken, met een goed glas wijn erbij.’

Uw opdracht is volbracht?

Kris Peeters: Dat klinkt zo fataal. De Vlaamse regering moet in 2014 nog een paar belangrijke beslissingen nemen. In januari of februari wordt het milieueffectenrapport (MER) van de Oosterweelverbinding wellicht definitief goedgekeurd, en dan moet er een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) komen. Maar ik ga er inderdaad niet van uit dat er nog zo’n belangrijke ministerraad komt. Het is grotendeels volbracht, ja.

In de ogen van de publieke opinie staat Peeters II (2009-2014) in de schaduw van Peeters I (2007-2009).

Peeters: Peeters II wordt te negatief geduid en Peeters I te positief. Men doet alsof de eerste regering-Peeters een perfecte Vlaamse regering was en het bij de tweede allemaal wat minder was. Dat is niet correct. De omstandigheden waren anders. Peeters II is een regering die Vlaanderen door uitzonderlijk moeilijke economische omstandigheden heeft geloodst, en daarop mogen alle ministers trots zijn. Bij de start van Peeters II heb ik gezegd: ‘Ik hou deze ploeg bij elkaar.’ Vorige Vlaamse regeringen hadden weleens te lijden van personeelswissels. Die zijn er nu niet geweest, en daar ben ik trots op.

Toch leek de vorige regering-Peeters een sterk team, terwijl u in Peeters II de enige echte sterkhouder was.

Peeters: De omstandigheden zijn anders. Ministers als Ingrid Lieten (SP.A), Philippe Muyters (N-VA), Joke Schauvliege (CD&V) en Pascal Smet (SP.A.) hadden geen ervaring in de Vlaamse regering. Uiteindelijk hebben ze het er heel behoorlijk afgebracht, maar het is wel een andere regering geweest dan die met ervaren rotten als Frank Vandenbroucke (SP.A) en Dirk Van Mechelen (Open VLD). In aantal telt Peeters II bovendien minder ministers dan Peeters I. Maar de onderlinge collegialiteit in Peeters II is dan weer veel beter dan in Peeters I.

Toch leeft de indruk dat in de loop van deze regeerperiode de politieke verschillen in de Vlaamse meerderheid wel erg groot geworden zijn. Vooral de federale verkiezingsoverwinning van de N-VA in 2010 liet ook in Vlaanderen zijn sporen na.

Peeters: Ik herinner me nog goed dat bij de Vlaamse regeringsvorming in 2009 partijvoorzitters Bart De Wever (N-VA) en Caroline Gennez (SP.A) mij arm in arm kwamen opzoeken: ‘Wij zijn met elkaar verbonden. Het is met ons tweeën of met geen van beiden.’ Dat was toen een erg belangrijke boodschap. In de loop der jaren zijn de relaties tussen SP.A en N-VA bekoeld. En ook de politieke situatie veranderde voortdurend. Neem het Oosterweeldossier. Toen Open VLD nog in de Vlaamse regering zat, steunden de liberalen dat dossier volledig. Daarna is dat veranderd. Vervolgens was er ook een Antwerpse burgemeesterswissel. Niets bleef wat het was, maar de Vlaamse regering bleef wel doorwerken.

Openbare Werken blijft ook na de verkiezingen van 2014 de nagel aan de doodskist van elke Vlaamse regering.

Peeters: Men miskijkt zich te veel op Oosterweel.

Ook de bouw van het Saeftinghedok is geschorst. Uplace raakt niet van de grond. En de files worden almaar langer.

Peeters:(fijntjes) Uplace is geen ‘openbaar werk’.

Maar uw vorige regering heeft wel een ‘brownfieldconvenant’ ondertekend waarin ze zich engageerde om het Uplace-project te helpen realiseren. Nu is Peeters II bijna voorbij en Uplace is er nog altijd niet.

Peeters: Uplace was een erg moeilijke discussie in de schoot van Peeters I. De bewuste ministerraad is zelfs een paar keer geschorst moeten worden om de laatste details na te trekken. Maar als ik mijn handtekening onder een overeenkomst plaats, doe ik mijn uiterste best om die afspraak na te komen. Het ligt niet in mijn aard om te schuilen, ook niet als in de publieke opinie de wind plots fel opsteekt. Dat geldt ook voor Uplace. Er lopen een aantal beroepen bij de Raad van State. We leven in een rechtsstaat, dus de Vlaamse regering wacht die uitspraak af. In dit dossier heb ik mij niets te verwijten.

Wanneer vertrekt u eigenlijk ’s morgens naar Brussel om de files te ontlopen?

Peeters: Ik vertrek om zeven uur in Puurs, en via de A12 bereik ik Brussel meestal op tijd. De files aanpakken is een topprioriteit. Als minister van Openbare Werken werkt Hilde Crevits (CD&V) daar keihard aan. De autosnelwegen worden in hoog tempo vernieuwd, en dynamisch verkeersmanagement wordt verder uitgerold. Daarnaast zorgen we voor nieuwe infrastructuur. Iedereen zal moeten erkennen dat het nieuwe klaverblad in Lummen state of the art is. De noord-zuidverbinding door de Kempen sleepte meer dan veertig jaar aan: geen kat schrijft daar nog over, maar in februari zullen wij die verbinding openen. Ook de nieuwe R4 Zuid in de Gentse regio zal nog deze regeerperiode worden geopend. Maar bij openbare werken is het meestal zo dat de lintjes doorgeknipt worden door de opvolger van de minister die de beslissing heeft genomen. Er zullen de volgende jaren in heel Vlaanderen véél lintjes doorgeknipt worden die er dankzij Peeters II gekomen zijn.

Onderwijs is een ander hoofdpijndossier. U zei zelf op het recente CD&V-congres dat ‘onderwijs te belangrijk was om aan anderen over te laten’. Zo vloerde u uw eigen onderwijsminister Pascal Smet, met ippon.

Peeters: Die uitspraak was niet ad hominem bedoeld, en ook niet om nu al ministerposten te verdelen. Ik heb trouwens veel waardering voor de wijze waarop Pascal Smet in moeilijke tijden onderwijs heeft aangepakt. De voorbije regeerperiode heb ik samen met hem de voornaamste onderwijsdossiers opgevolgd, zoals de terbeschikkingstelling van leerkrachten, het STEM-actieplan (de bevordering van exact-wetenschappelijke en technische richtingen, nvdr) en de hervorming van het secundair onderwijs. Meer dan tijdens Peeters I heb ik nu met onderwijs te maken gehad. Onderwijs eist zeer veel aandacht op van mij en mijn partij. Daarom vind ik dat de CD&V de plicht heeft om nog nadrukkelijker haar stempel te drukken op het hele onderwijsbeleid.

Minister Smet heeft slopende jaren gekend. Hij kreeg tegenstand vanuit de onderwijswereld, en de Vlaamse regering zat bij een aantal fundamentele onderwijshervormingen ook niet altijd op één lijn.

Peeters: Ik verdedig elke minister, door dik en dun. Het is ook de taak van een minister-president om een minister in moeilijkheden bij te springen. Als het goed gaat met een minister, moet een minister-president aan de kant blijven, zodat de minister zelf het applaus ontvangt. Maar al het moeilijk gaat, moet je er wel staan. Dat is trouwens een van de redenen waarom deze regering nog altijd samen is.

Er waren ook zware tegenvallers, zoals de sluiting van Opel-GM-Antwerpen en Ford Genk. Durft u de arbeiders van Volvo Gent recht in de ogen te kijken en hen te garanderen dat ze over vier jaar nog werk zullen hebben?

Peeters: Ik heb hen al recht in de ogen gekeken. Dat is belangrijk. Men waardeert een politicus die zegt waar het op staat en die alles uit de kast haalt. Ik doe voor Volvo wat ik kan. Ik ben naar Zweden geweest, ze weten daar dat wij werken aan een verdere verlaging van de loonkosten. Ik denk dat de Volvo-werknemers zich ook de volgende vier jaar geen grote zorgen hoeven te maken. Maar tijdens die bezoeken ondervond ik wel dat die hoofdkantoren beslissingen nemen waarop geen enkele regeringsleider vat heeft. Of die nu Kris Peeters, Elio Di Rupo of Angela Merkel heet.

Dat klinkt defaitistisch.

Peeters: Nee. Ik ben realistisch. We doen wat we kunnen. De Vlaamse overheid zal bijvoorbeeld, binnen de wet overheidsopdrachten, een aantal zwarte Volvo’s voorzien bij een volgend bezoek van de Chinese topman van Geely (het moederbedrijf van Volvo, nvdr). Bij een vorige ontvangst was dat niet het geval en werd ons duidelijk gemaakt dat zulke details gevoelig liggen. Maar de garantie dat er nog voor tien jaar werk is, kan ik niet geven. Als Volvo sluit, krijgt niet de bedrijfsleiding de zwartepiet toegespeeld, maar wel de politiek. Daarom probeer ik niet te slijten wat ik toch niet kan verkopen.

Heeft het nog zin om te vechten voor het behoud van onze auto-industrie?

Peeters: De automobielindustrie in heel Europa zit nog steeds in een negatieve spiraal. Er zijn overal sluitingen en herstructureringen, ook in Vlaanderen. De productie van Opel-Antwerpen is verhuisd naar Duitsland, die van Ford Genk naar Spanje. Maar nu zou GM ook in Duitsland fabrieken sluiten. We zitten in een cut the throat-competitie: we snijden elkaar de keel af. De hoofdkantoren van de multinationals spelen de verschillende Europese regeringen tegen elkaar uit: waar zijn de voordelen het talrijkst, de subsidies het hoogst, de loonkosten het laagst?

Bij mijn bezoek aan de Canadese hoofdzetel van Bombardier bleek dat ze daar niet begrijpen dat wij in onze openbare aanbestedingen de prijs zo’n doorslaggevend element vinden. Dan kan Bombardier toch net zo goed zijn hele productie naar landen als China of India verhuizen, vinden ze. Waarom dan nog een vestiging in Brugge openhouden? We moeten ons dus op Belgisch en Europees niveau dringend bezinnen over die aanbestedingen. Naast de prijs moeten nog andere parameters kunnen doorwegen, zoals kwaliteit, betrouwbaarheid en nabijgelegen onderhoudsmogelijkheden. Daar zit het echte probleem: met de huidige Europese regelgeving en de wijze waarop we die in ons land toepassen, zijn we onze eigen industriële productie gewoon aan het nekken.

Volgens een deel van de (Vlaamse) publieke opinie heeft de regering- Di Rupo veel te weinig gedaan om de industriële toekomst veilig te stellen.

Peeters:(aarzelt even) Ik heb mijn nek uitgestoken om samen met de federale regering tot een concurrentie- en werkgelegenheidspact te komen. Dat heeft bloed, zweet en tranen gekost. Maar omdat ik mij in dit dossier zo opvallend heb geëngageerd, begonnen andere tegen te wringen. Achteraf kreeg ik zelfs te horen dat maatregel x of y niet mocht doorgaan, ‘alleen omdat Peeters die maatregel zo graag wilde’. Dat is onzinnig, gezien de ernst van de situatie. Maar goed, er is tenminste een pact. Het is een stap in de goede richting. Daarmee is zeker niet alles opgelost, maar toch ben ik tevreden. Vlaanderen was namelijk vragende partij voor zo’n pact en voor het eerst is men daarop ingegaan.

Omdat in 2014 tegelijk voor de Vlaamse en de federale regering wordt gestemd, wordt Kris Peeters ook afgerekend op de prestaties van Elio Di Rupo – uw partij maakt trouwens deel uit van zijn coalitie.

Peeters: Ik ben bijzonder tevreden met de zesde staatshervorming, maar we gaan natuurlijk niet die institutionele hervorming as such voorleggen aan de kiezer. Wel hoe we de woonbonus, de kinderbijslag, het nieuwe werkgelegenheidsbeleid verder gaan invullen in Vlaanderen. Het komt erop aan de kiezer ervan te overtuigen dat wij met die nieuwe bevoegdheden van de zesde staatshervorming een nog beter Vlaams beleid zullen kunnen voeren. En dat de CD&V daarvoor garant zal staan.

Voor het eerst zou het kunnen dat een staatshervorming de Vlaming ook geld gaat kosten, in plaats van geld op te brengen.

Peeters: Natuurlijk zal de Vlaamse regering ook haar verantwoordelijkheid nemen in de afbouw van de staatsschuld. Maar de volgende Vlaamse regering gaat vooral een historisch momentum tegemoet: ze zal de Vlaming duidelijk kunnen maken hoe we zelf het verschil maken. De woonbonus zal deel uitmaken van een integraal woonbeleid, waardoor we voluit de kaart kunnen trekken van gerenoveerde woningen en ‘wonen in de stad’, ter vrijwaring van de open ruimte. De kinderbijslag zal een belangrijk facet worden van een volwaardig gezinsbeleid. De volgende Vlaamse regering en de nieuwe minister-president staan dus echt voor een unieke kans om Vlaanderen zelf vorm te geven. De volgende vijf jaar zijn er bovendien geen verkiezingen: geen Vlaamse en ook geen federale. Er is dus alle tijd om een krachtig beleid te voeren.

Dus zal ook geen enkele partij veel zin hebben om zo lang oppositie te voeren.

Peeters: Partijen die straks in de oppositie belanden, zullen het niet onder de markt hebben. Wie vroeger een keer de verkiezingen verloor, kreeg twee jaar later al een nieuwe kans om zijn troepen te verzamelen, want dan waren er wel weer federale of Vlaamse verkiezingen. (nadrukkelijk:) Nu zal dat vijf jaar duren. Vandaar dat het ook voor de CD&V bijzonder belangrijk is om het op 25 mei 2014 goed te doen: wij moeten de kiezer duidelijk maken dat we echt opnieuw willen regeren om een beter beleid te kunnen voeren voor de Vlamingen. En daarna moeten we in de regering echt het verschil maken.

Na de zesde staatshervorming kan Vlaanderen al die ‘Belgische bevoegdheden’ niet meer echt als alibi gebruiken.

Peeters: Het gaat inderdaad niet op om de Walen of het federale België de schuld te geven van alles wat hier fout loopt. Het is alsof we in een zweefvliegtuig zitten dat net gelost is: het is aan de piloot om de stuurknuppel in eigen handen te houden en zelf de koers te bepalen. Vlaanderen kan en mag niemand anders de schuld geven voor wat fout loopt. En voor wat goed gaat, mogen we de pluimen ook helemaal op onze eigen hoed steken.

Karel De Gucht deed die zesde staatshervorming af als ‘gebakken lucht’.

Peeters: Ik vond die uitspraak volstrekt ongepast. Ik word daar niet meer kwaad van, maar zoiets is droevig. De Gucht is intelligent genoeg om de inhoud van die zesde staatshervorming te kennen. Ik begrijp dus niet dat hij zo denigrerend doet over zo’n belangrijk akkoord. Het is volstrekt respectloos voor de onderhandelaars, ook voor die van zijn eigen partij. En het zaait onnodig verwarring bij de mensen en bij de kiezers, ook bij die van zijn eigen partij.

Er wordt nu ook al druk gespeculeerd over de regeringsvorming. De N-VA lanceerde het idee om eerst de Vlaamse regering te vormen en van daaruit de federale onderhandelingen te voeren.

Peeters: Het zou nochtans best kunnen dat de federale regeringsvorming wordt bepaald door de wijze waarop de kaarten in Brussel en Wallonië worden geschud. Maar laten we vooral het hoofd koel houden. Er moet in de eerste plaats een sterke Vlaamse regering gevormd worden. Snelheid telt niet. Wat primeert, is de kwaliteit van het regeerakkoord en het vertrouwen tussen de coalitiepartners. Dat telt, gezien de historische regeerperiode die ons wacht.

Toch suggereert u dat het logisch is dat de Vlaamse regeringsvorming vlotter en dus sneller zal verlopen dan de federale, gewoon omdat die laatste veel complexer is.

Peeters: Ik vind het eigenlijk spijtig dat de verkiezingen samenvallen. Ik hoop ook dat het de laatste keer is dat dit gebeurt. In 2019 kan het Vlaams Parlement ervoor zorgen dat de Vlaamse verkiezingen bijvoorbeeld zes maanden vroeger plaatsvinden dan de federale. En het idee dat de federale en de regionale coalities identiek moeten zijn, is ook een zwaktebod. Niet de naam van de regeringspartijen is van belang, wel de inhoud en de visie van de regeerakkoorden.

De CD&V is de grootste concurrent van de N-VA, en tegelijk bejegenen CD&V en N-VA elkaar vriendelijker dan ooit. Bart De Wever is poeslief voor de ‘CD&V van Kris Peeters’.

Peeters: De CD&V gaat ongebonden naar de verkiezingen. Na de verkiezingen zullen we wel zien of wij aan zet zijn, en zo ja, met wie we dan een coalitie vormen.

Zou u graag een nieuwe regering leiden?

Peeters: Ik heb altijd gezegd dat ik daar niet op antwoord, anders schiet ik mezelf toch maar in mijn voet. Maar ik doe deze job erg graag. Ik heb uitgelegd dat de volgende Vlaamse regering door die zesde staatshervorming een historische kans heeft om meer dan ooit het verschil te maken. Ik zou daar graag bij zijn en mijn werk voortzetten. Ik heb de voorbije jaren ook hard geprobeerd om de functie van minister-president te upgraden: de minister-presidenten worden door de Belgische premier veel meer dan vroeger als gelijken gezien. Het was als het ware vanzelfsprekend dat wij samen met de koning en de premier de herdenkingsplechtigheid van Nelson Mandela bijwoonden.

Geert Bourgeois heeft ook al laten weten dat hij graag minister-president zou worden. Zijn partij, de N-VA, ligt in de peilingen voor op uw CD&V.

Peeters: Ik kan goed opschieten met Geert Bourgeois, en dus begrijp ik zijn ambitie. Verkiezingen dienen ook om de onderlinge krachtsverhoudingen te bepalen. Nadien zien we wel wie naar voren wordt geschoven.

Bestaat de kans dat uw partij u na de verkiezingen vraagt voor de federale regering?

Peeters: Nogmaals, als ik op dergelijke vragen zou antwoorden, geef ik vooral de indruk dat ik met mijn eigen carrière bezig zou zijn. Dat doe ik dus niet. Ik weet namelijk dat in de politiek altijd alles mogelijk is. En hoe graag ik ook minister-president ben, het zal de kiezer zijn die bepaalt wat er gebeurt.

Generatiegenoten als Fientje Moerman of Steven Vanackere klagen over de hardheid van het politieke bestaan. Waardoor houdt u het vol?

Peeters: Mijn zwarte haren uit mijn beginjaren bij Unizo zijn nochtans grijs geworden. (lacht) Het is hoe dan ook een slopend beroep. Een minister- president staat midden op het veld. Iedereen kijkt naar hem: hij moet scoren. Je mag toppolitiek gerust vergelijken met topsport. Je moet een stalen gezondheid hebben, en een goede fysieke conditie. De schaarse pauzes moet je optimaal gebruiken om te recupereren. Met een gemiddelde nachtrust van drie tot vier uur helpt het niet om dan nog te tobben. Verder moet een minister kunnen focussen: hoofdzaken van bijzaken onderscheiden. Dat kan alleen met een uitstekend kabinet. Zoals Machiavelli al zei: ‘Je herkent de prins aan zijn raadgevers.’ En ten slotte moet je in het privéleven kunnen terugvallen op een goede thuis.

U schermt uw privéleven volkomen af. U bent gehuwd en hebt één zoon: dat is ongeveer alles wat we weten. U geeft geen interviews thuis. Er mogen geen foto’s genomen worden. En uw echtgenote treedt nooit op als ‘first lady’.

Peeters: Dat klopt. Als het goed gaat, is het gezellig om met vrouw en kind in de media te komen. Maar als het leven omslaat, wordt dat minder prettig. Dan kun je als politicus niet meer zeggen: ‘En nu moeten jullie even niet zien wat er gebeurt.’ Dus trekken wij een scherpe grens. Ik leid een publiek leven als minister-president, en mijn echtgenote en mijn zoon horen daar niet bij. Dus vraag ik de pers hen ook niet bij mijn politieke werk te betrekken. Die afspraak is nog nooit geschonden. Mijn vrouw en mijn zoon voelen zich daar goed bij, en ik ook.

Maar als u gaat lopen of joggen, zijn de media er wel bij. Bijna uw hele leven speelt zich af in het zicht van een lens.

Peeters: Meestal heb ik daar geen probleem mee. Maar vorig jaar nam ik ook eens deel aan het BK kwarttriatlon in Mechelen. Ik kan niet zo goed zwemmen en kwam als laatste uit het water. Ik dacht toen: verdorie, ze gaan schrijven dat ik laatste was. Dus stak ik een tandje bij tijdens het wielrennen. De eerste die ik inhaalde, reed op een gewone fiets: dat telde dus niet. (lacht) Ik haalde er gelukkig nog één in. Achteraf bleek een van die twee te hebben opgegeven. Dus was de grote krantentitel: ‘Peeters is voorlaatste’. Dat stoort me… minder. Op sportief vlak kan ik tegen mijn verlies.

Hoe zou u als politicus herinnerd willen worden?

Peeters: Ik gebruik graag het beeld van een regering als een estafetteploeg. Een regering krijgt het stokje van het vorige kabinet, en weet dat het dat ooit moet doorgeven aan een opvolger. De taak van elke regering is dat stokje zo goed mogelijk door te geven. De Vlaamse regering heeft de voorbije vijf jaar over een zwaar parcours moeten lopen. Er was bijvoorbeeld de vereffening van de Gemeentelijke Holding, en door de bankencrisis heeft onze open, Vlaamse economie zware klappen gekregen. Toch is het Vlaanderen dat wij aan onze opvolgers doorgeven in een betere staat dan toen wij in 2009 begonnen.

U bent fier op Vlaanderen en de Vlamingen.

Peeters: Zeker. De Vlaming is in wezen een goeie mens. Misschien loopt hij een beetje te veel met zijn kop in kas. Onze voorouders waren landbouwers: dat zit er nog altijd in. We sluiten ons nog iets te veel af voor innovaties, voor vernieuwingen, misschien ook wel voor nieuwe landgenoten.

De Vlaamse klei is alleen goed voor het veldrijden. Daarbuiten hindert hij snel.

Peeters:Voilà. Terwijl Vlaanderen toch een hele reeks top-ceo’s levert van belangrijke multinationals, en de voorzitter van de Europese Raad een Vlaming is. We moeten voor niemand onderdoen. Ook niet voor onze noorderburen, al kunnen die zich beter verkopen. Maar Vlamingen zijn geen volk van grote revolutionairen. Vlamingen gaan voor wat Karl Popper ‘piecemeal social engineering’ heeft genoemd: wij verkiezen om stap voor stap vooruit te gaan.

Als de volgende Vlaamse regering ook kiest voor zo’n stap-voor-stapaanpak, zal er dan in de volgende regeerperiode ruimte zijn om te onderhandelen over de zevende staatshervorming, zoals de N-VA wil?

Peeters: Laat de nieuwe Senaat maar nadenken over institutionele hervormingen. De verkiezingen zullen gaan om de sociaal-economische uitdagingen, en hoe de zesde staatshervorming in te vullen. Dat er bij de volgende regeringsvorming niet over een zevende staatshervorming wordt onderhandeld, lijkt me de logica zelve.

DOOR WALTER PAULI

‘Grote bedrijven als Volvo nemen beslissingen waarop geen enkele regeringsleider vat heeft. Of die nu Kris Peeters, Elio Di Rupo of Angela Merkel heet.’

‘Dat er bij de volgende regeringsvorming niet over een zevende staatshervorming wordt onderhandeld, lijkt me de logica zelve.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content