‘België mag niet de indruk wekken dat het met zijn vingers zit te draaien’, zegt Patrick Dewael. De Open VLD-Kamerfractieleider vindt dat de regeringsonderhandelingen móéten lukken.
Deze week begint formateur Elio Di Rupo (PS) aan de onderhandelingen over zijn nota. Dat is anderhalve maand na de bekendmaking ervan. In juli had het na de gespierde afwijzing door de N-VA heel wat voeten in de aarde om de CD&V toch als achtste partij aan tafel te krijgen. Daarna namen de onderhandelaars drie weken vakantie. En die werd niet onderbroken, ook niet voor de wereldwijde storm op de financiële markten.
‘Onze economie doet het goed en het begrotingstekort evolueert in gunstige zin, maar de financiële markten hebben België vooral in het vizier omdat onze overheidsschuld bijna 100 procent van het bruto binnenlands product (bbp) bedraagt’, zegt Patrick Dewael. Na een periode van relatieve stilte rond zijn persoon neemt de Kamerfractieleider van de Open VLD weer een actievere rol op, ook bij de poging van Di Rupo om ruim 400 dagen na de verkiezingen van 2010 een nieuwe regering op de been te brengen.
‘We moet alles doen om niet de indruk te wekken dat ons land met zijn vingers zit te draaien’, aldus Dewael. ‘Daarom heb ik positief gereageerd op de vraag van ontslagnemend premier Yves Leterme (CD&V) om in september met het parlement de nieuwe EU-maatregelen voor de aanpak van de schuldencrisis goed te keuren. Tegelijk kunnen we dan aan zijn regering een mandaat geven voor de opmaak van de begroting voor 2012. Dat moet een volwaardige begroting zijn met een tekort van maximaal 2,8 procent van het bbp. Daarvoor moeten we ingrijpen op substantiële uitgavenmechanismen en hervormingen van de arbeidsmarkt en de pensioenen op gang brengen. Dat kan gebeuren in overleg met formateur Di Rupo.’
CD&V-voorzitter Wouter Beke houdt vast aan zijn afspraken met Di Rupo. Hij wil eerst onderhandelen over Brussel-Halle-Vilvoorde (B-H-V), de staatshervorming en de financieringswet.
Patrick Dewael: Beke heeft een punt. Het communautaire moet absoluut gedeblokkeerd worden. Dat vond Open VLD al in april vorig jaar, toen mijn partij de regering-Leterme II ten val bracht. Maar parallel met de communautaire gesprekken moeten we tonen dat we ook ernstig met de overheidsfinanciën en het sociaaleconomische bezig zijn. Door aan beide tafels – die van de regering in lopende zaken en die van de onderhandelingen met acht partijen – vooruitgang te boeken kan dat samen sporen.
Leidt die dubbele aanpak niet tot veel politieke flou artistique?
Dewael: Ik ga ervan uit dat Beke en Leterme elkaar af en toe spreken en dat er afstemming geweest is over de oproep van de premier om met het parlement een tandje bij te steken. Dat biedt enerzijds een beetje meer tijd voor de communautaire dossiers. Anderzijds kan het werk voor de begroting en de sociaaleconomische thema’s eind september overgaan in een agenda voor de vorming van een nieuwe regering. Die zou zich dan op de tweede dinsdag van oktober in een state of the union kunnen voorstellen.
Maar ook voor Open VLD is een akkoord over een nieuwe staatshervorming toch een essentiële voorwaarde om in die regering te stappen?
Dewael: Ja. Het is ondenkbaar dat er een regering wordt gevormd met een sociaaleconomisch programma en dat het communautaire naar later verschoven wordt. Je hoeft geen communautaire scherpslijper te zijn om dat te beseffen.
De Franstalige partijen houden sinds 2007 het been stijf en hebben intussen ook de N-VA eraf kunnen rijden. Waarom zouden ze nu wel over de brug komen?
Dewael: Ik geloof in de dynamiek van onderhandelingen. Ook bij de vorige vijf staatshervormingen heeft niemand zijn wil eenzijdig kunnen opleggen. Om deze keer tot een eerbaar vergelijk te komen ligt er voor B-H-V, het Brusselse gewest, een nieuwe verdeling van bevoegdheden en de financieringswet inmiddels genoeg op tafel.
Koning Albert II heeft al acht keer iemand het veld ingestuurd om de impasse doorbreken. Dan mag er stilaan iets op tafel liggen.
Dewael: België is geen federaal land zoals Duitsland, dat wel een federale kieskring heeft. Bij ons is het een sport geworden om bij federale parlementsverkiezingen aan de ene zijde van de taalgrens campagne te voeren tegen de andere. In 2007 heeft Leterme het met het kartel CD&V/N-VA zo gedaan en in 2010 heeft N-VA-voorzitter Bart De Wever dezelfde electorale doping gebruikt. Daar kun je misschien 30 procent van de stemmen mee halen, uiteindelijk moet er altijd onderhandeld worden met partijen van de andere kant.
De Franstalige partijen erkennen dat het in 2007 een fout is geweest om niet open te staan voor een nieuwe staatshervorming. De nota van Di Rupo bewijst dat de geesten geëvolueerd zijn en dat ze uit de loopgraven willen komen.
Geldt dat ook voor het FDF, de kartelpartner van de MR? FDF-voorzitter Olivier Maingain blijft een ‘corridor’ tussen Brussel en Wallonië eisen in ruil voor de splitsing van B-H-V.
Dewael: Ik luister niet te veel naar stokebrand Maingain, want hij vertelt niets nieuws.
Onderschat u niet hoe het FDF de druk op de MR zal verhogen door in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in 2012 zijn electorale gewicht in Brussel uit te spelen?
Dewael: Ik wil daarover niet speculeren en wacht liever het resultaat van de onderhandelingen af. Bij de stemming over het Lambermontakkoord over de staatshervorming van 2001 heeft Maingain zich bijvoorbeeld onthouden.
Maar ik erken dat het FDF voor MR-voorzitter Charles Michel een harde noot om te kraken is. Toch durf ik mijn Waalse liberale vrienden aan te raden om zo snel mogelijk een communautair akkoord te sluiten, zodat we ons kunnen richten op de zaken waar de mensen op dit ogenblik veel meer wakker van liggen. Het is overigens de N-VA geweest die een jaar geleden de MR aan de mouw heeft getrokken om mee te doen, en toen was het FDF een even moeilijke factor. Inmiddels heeft de N-VA beslist om vaandelvlucht te plegen omdat de problemen en het bestuur van België niet haar eerste bekommernis zijn. Als andere partijen ook zo zouden handelen, dan zou dat een abdicatie van de politiek zijn.
De formateur heeft zijn voorstellen over B-H-V naar de juristen van de Kamer gestuurd, en niet die waarover Beke als bemiddelaar een consensus met Di Rupo en De Wever bereikt zou hebben.
Dewael: Als Beke vindt dat Di Rupo sterk afwijkt van die consensus, zal hij ongetwijfeld weten hoe hij op zijn strepen moet gaan staan. De nota van de formateur in het algemeen vat trouwens niet samen wat alle partijen willen. Het is enkel een openingszet om te onderhandelen. Toch is dat een grote stap vooruit, want zo ver is de N-VA nooit willen gaan.
De B-H-V-voorstellen van Di Rupo zullen volgens professor Hendrik Vuye (universiteit van Namen) níét resulteren in een zuivere splitsing, wél in ‘een onzuivere uitbreiding van Brussel’.
Dewael: Nu de N-VA heeft afgehaakt, krijgen we natuurlijk de retoriek van de kaakslagen en de blote billen. De gevoelige punten van het B-H-V-dossier zijn bekend: de benoeming van de burgemeesters in de Vlaamse Rand, de mogelijke rol van het Grondwettelijk Hof, tweetalige kieslijsten, enzovoort. Niet alles is voor Open VLD aanvaardbaar, maar ik zeg nu niet openlijk wat niet deugt. Door dat nog voor de onderhandelingen te doen word je alleen maar de gevangene van je eigen woorden en vergroot de malaise.
Zijn de Franstalige partijen niet vooral uit op meer geld voor Brussel?
Dewael: Meer geld voor Brussel is geen vraag van de Franstaligen alleen. Bij de Vlaamse Brusselaars hoor ik geen ander geluid. Aan Vlaamse kant stellen we daar een vereenvoudiging van de Brusselse bestuursstructuren tegenover. Van mijn periode als minister van Binnenlandse Zaken weet ik bijvoorbeeld nog hoe moeilijk het soms werken was met zes politiezones.
In de domeinen werkgelegenheid, gezondheidszorg en kinderbijslag wil Di Rupo meer bevoegdheden en middelen (17 miljard euro) aan de gewesten en gemeenschappen toekennen. Maar de echte hefbomen blijven federaal.
Dewael: Ideaal zou zijn om homogene bevoegdheidspakketten samen te stellen op basis van het subsidiariteitsbeginsel: wat wordt het beste op welk niveau gedaan? Maar ook dat is minder eenvoudig dan het lijkt. Structuren laten zich op geen enkel niveau gemakkelijk veranderen. Kijk naar de Vlaamse interne staatshervorming, die de N-VA mee heeft uitgewerkt en die niet meteen een schoonheidsprijs verdient.
Om de communautaire koorts te laten zakken kunnen we ook voor een nieuwe bevoegdheidsverdeling best vertrekken van de voorstellen van Di Rupo en die trachten bij te sturen. Voor bijvoorbeeld de werkgelegenheid en de gezondheidszorg behoudt Di Rupo een federale sokkel, maar wordt ook meer maatwerk door de deelstaten mogelijk. Uiteraard weet ik dat die sokkel met transfers gepaard gaat. Via de sociale zekerheid en ook de financieringswet krijgt de interpersoonlijke solidariteit vorm. Maar wie die voor Europa predikt, moet ze ook bij ons aanvaarden.
De transfers liggen onder vuur bij de nationalisten. Maar zo hoog moet de Vlaamse regering, met ook de N-VA, niet van de toren blazen. Vraag maar eens aan investeerders en ondernemers wat ze denken over de Vlaamse reguleringsdrift of het Vlaamse beleid inzake vergunningen en ruimtelijke ordening. In Wallonië gaat dat allemaal sneller en eenvoudiger. Het draagt er bij tot een economische heropleving, zodat Wallonië niet langer het zwakke broertje is dat met een Vlaams infuus in leven moet worden gehouden.
Over de financieringswet zei Open VLD meer dan vijf jaar geleden al dat die de federale kas doet leeglopen. Roept de nota van Di Rupo dat een halt toe?
Dewael: Het federale model van België is uniek in de wereld. Nergens anders zijn meer bevoegdheden overgeheveld naar de deelstaten. En straks komen er nog bij. Inzake de financiering zijn we echter veel minder ver gegaan dan andere federale staten. Ons dotatiefederalisme vertrekt steeds van de deelstaat met de grootste financiële zorgen. Daar profiteren dan ook de andere deelstaten van. Zo kon ik als Vlaams minister-president in 2001 na het Lambermontakkoord en de afspraken over extra geld voor het Franstalig onderwijs perfect voorspellen dat de Vlaamse begroting in 2007 in evenwicht zou zijn.
Een aangepaste financieringswet mag de federale overheid financieel in elk geval niet verder uitkleden. Als de gewesten en gemeenschappen dan ook niet willen verarmen, moet voor hen meer fiscale autonomie en eigen financiële verantwoordelijkheid worden ingebouwd. Voorts zorgen de solidariteitsmechanismen in de huidige financieringswet ervoor dat een regio die geeft op het einde van de rit per inwoner minder overhoudt dan de regio die ontvangt. Dat moet met een soort Duitse Finanzausgleich en via een overgangsperiode gecorrigeerd worden.
Over de sociaaleconomische en budgettaire voorstellen van de formateur zegt uw partijgenoot en Europees commissaris Karel De Gucht dat ze bij een liberaal alleen ’torenhoge bezwaren’ kunnen oproepen.
Dewael: Met onze fiscaliteit en parafiscaliteit nemen we internationaal een weinig benijdenswaardige plaats in. En toch volstaat dat niet om de uitgavendrift bij te benen, die in de hand wordt gewerkt door wettelijke regelingen zoals de groeinorm van 4,5 procent voor uitgaven van de ziekteverzekering, de alternatieve financiering van de sociale zekerheid en de enveloppe voor de welvaartsaanpassing van de uitkeringen.
Open VLD wil dat ons land zich maximaal inschrijft in de Europese logica en agenda. Voor ons houdt dat in dat 70 procent van de saneringsinspanning wordt gerealiseerd aan de uitgavenzijde en 30 procent bij de inkomsten. Dat vergt ook structurele hervormingen van de arbeidsmarkt en ons pensioensysteem.
Di Rupo heeft de Europese aanbevelingen ter zake slechts in beperkte mate overgenomen.
Dewael: Een echt sterk signaal zou zijn dat we, naar het voorbeeld van het Globaal Plan van Jean-Luc Dehaene (CD&V) in 1993, met een mix van maatregelen aan de inkomsten- en uitgavenzijde sneller naar een begrotingsevenwicht gaan dan in 2015. Dat kan door de groeimechanismen voor de sociale uitgaven bij te stellen en de sociale zekerheid financieel meer te responsabiliseren. Het opnemen in de grondwet van de ambitie om ons land schuldenvrij te maken, zoals Duitsland dat heeft gedaan, vind ik ook de moeite waard. Bij de ontvangsten zijn er mogelijkheden met de milieufiscaliteit. Maar voorts zijn hogere belastingen en sociale lasten geen optie. Dat zou alleen het concurrentievermogen schaden, terwijl elk procentverbetering van onze loonkostenhandicap volgens een studie van de K.U. Leuven goed voor is 15.000 nieuwe jobs. Om met de werkgelegenheidsgraad voor de EU-agenda 2020 op schema te blijven zijn er van nu tot in 2015 al 228.000 nieuwe arbeidsplaatsen nodig. Maar zonder nieuwe maatregelen worden er dat volgens het Planbureau slechts 193.000. We moeten dus meer doen. Dat loont voor de sociale zekerheid en de belastingopbrengsten.
Voor het herstel van het begrotingsevenwicht wordt ook gerekend op de deelstaten. Maar Vlaams minister van Begroting Philippe Muyters (N-VA) zegt dat ze hem mogen buiten dragen als daarvoor de Vlaamse begrotingsoverschotten vanaf 2012 moeten dienen.
Dewael: Om budgettair te slagen kunnen we ons niet veroorloven dat de ene regering in ons land oppositie voert tegen de andere. Dat vereist een minimum aan coherentie tussen de federale overheid en de deelstaten. Als Muyters volhoudt dat de Vlaamse regering niet mee in het bad wil en dus niet bijdraagt aan de globale kredietwaardigheid van ons land, dan moet hij ook maar aan de Vlaamse ondernemers en gezinnen uitleggen hoe zij daar beter van worden.
Open VLD heeft er sinds de verkiezingen van 2010 een grillig parcours op zitten. Eerst werd gekozen voor de oppositie, dan voor regeringsonderhandelingen mét de N-VA, en nu wordt onderhandeld zónder de N-VA.
Dewael: Het ligt niet in de lijn van mijn partij om ons land naar de haaien te laten gaan. Na de electorale klap vorig jaar was een rol in de oppositie logisch. Vervolgens zijn we door De Wever gevraagd om toch mee te doen, omdat dat voor hem ook sociaaleconomisch interessant was. Maar nu de N-VA zelf aan de kant is gaan staan, moet de Open VLD dat voorbeeld toch niet volgen? Of denkt u dat we in de huidige financiële en economische omstandigheden beter naar nieuwe federale verkiezingen gaan?
Binnen Open VLD waren harde woorden van onder anderen De Gucht en de Gentse groep rond Mathias De Clercq nodig om partijvoorzitter Alexander De Croo ervan te overtuigen niet langer ‘cheerleader’ van de N-VA te zijn.
Dewael: Weet u , een liberaal is een vooruitgangsoptimist. Hij heeft geen vijandbeeld nodig. Een nationalist daarentegen brengt een verhaal op kap van anderen en denkt dat het paradijs binnen handbereik is als we onder onsblijven. Daarom zijn het nu overal in Europa gouden tijden voor populisten.
Na de verkiezingen van 2010 konden we niet anders dan herhalen dat de N-VA als uitgesproken winnaar haar verantwoordelijkheid moest nemen. Zelf heb ik ook lange tijd geloofd dat ze dat effectief zou doen. Maar niet dus. Over onze eigen opstelling is er binnen de Open VLD al die tijd consensus geweest. Die is er nu ook om mee te onderhandelen zonder de N-VA. De Wever is niet het kompas voor de Open VLD.
Het levert uw partij voorlopig weinig op. In de peilingen zit Open VLD zelfs flink onder de 14 procent van 2010.
Dewael: Ik relativeer dat. Het voordeel van de huidige situatie aan de onderhandelingstafel is dat alle partijen, dus ook Open VLD, mathematisch even noodzakelijk zijn. Tegelijk zijn we veroordeeld om te slagen, zeker op sociaaleconomisch vlak. En als we de nodige liberale accenten kunnen leggen, zal blijken dat het origineel van Open VLD beter is dan de kopie van de N-VA.
Vanaf 2009 verdween u bij de Open VLD van het voorplan. Maar nu bent u weer Kamerfractieleider.
Dewael: Mijn partij heeft me veel kansen gegeven. Weinig politici kunnen terugblikken op een even rijk gevulde politieke loopbaan. In 2009 vonden Guy Verhofstadt en ik dat het tijd was voor een nieuwe generatie, en na de verkiezingen van 2010 heb ik mijn rol als burgemeester van Tongeren weer opgenomen en federaal een sabbatjaar ingelast. Maar ik geef toe dat het weer kriebelt. Als Kamerfractieleider voer ik opnieuw debatten en steun ik de jongere parlementsleden van mijn partij. Die rol ligt me.
Is dat een opstap naar meer?
Dewael:Ik zal in het komende jaar geen functie opnemen die niet verenigbaar is met mijn taken op lokaal niveau. Dat zeg ik vandaag, want in de politiek doe je niet aan loopbaanplanning. Voorts moet de verjonging van Open VLD worden doorgezet. En als er in deze turbulente tijden een regering met veel partijen wordt gevormd, zal ze ook in het parlement mensen met ervaring goed kunnen gebruiken.
DOOR PATRICK MARTENS
‘Het voordeel van de huidige situatie is dat alle partijen aan de onderhandelingstafel, dus ook Open VLD, mathematisch even noodzakelijk zijn.’