De Canadese schrijver en beeldend kunstenaar Douglas Coupland houdt zijn eerste grote solotentoonstelling in het Witte de With Center for Contemporary Arts in Rotterdam. Aan de hand van beeldend werk van hemzelf en anderen brengt hij er de wandelwegen in zijn hoofd in kaart. ‘Na zeven aankopen bij Amazon kunnen ze je daar al vertellen of je hetero of homo bent.’
Dat hij een geniale tijdgeestscanner is, bleek 24 jaar geleden al met zijn eerste roman Generatie X, vertellingen voor een versnelde cultuur. Dat werd een cultboek voor de generatie die geboren is in de jaren zestig. Met een grote interesse voor technologische veranderingen, bleef hij zijn ogen openhouden voor wat er in de mens omgaat. Visionair is hij, een schrijver en kunstenaar bij wie toekomst en heden samenvallen in sciencefiction vermengd met popcultuur.
Intussen schreef Douglas Coupland veertien romans – in 2009 verscheen Generation A, een zoektocht naar nieuwe manieren van vertellen in een digitale wereld – zeven non-fictieboeken en scenario’s voor film en televisie.
De laatste tijd publiceerde hij ook artikels in de Financial Times Magazine, Vice Magazine en Edge.org en de art-zines e-flux en DIS Magazine. Hij is niet alleen een ziener, hij is ook een kijker en een sterk visueel kunstenaar. Altijd al geweest.
Zijn eerste schrijfopdracht – waaruit Generation X, een boek gelardeerd met tekeningen, voortvloeide – kwam er nadat een uitgever bij een van Couplands vrienden de postkaart die Coupland vanuit Japan had gestuurd, op de koelkast zag hangen. ‘Ik zag in die tijd woorden niet als woorden, maar als artistieke benodigdheden.’
Coupland, die in 1984 afstudeerde als beeldhouwer aan de Emily Carr University of Art and Design, heeft zijn grote liefde voor beeldende kunst nooit afgezworen. De laatste jaren is hij er zich steeds intenser op gaan toeleggen. ‘Ik ben tot het besluit gekomen dat ik niet kan leven zonder beeldende denkers om me heen.’
Zijn eerste grote Europese solotentoonstelling in het Witte de With Center for Contemporary Arts in Rotterdam is een mindscape: Coupland brengt de wandelwegen in zijn hoofd in kaart door beeldend werk van hemzelf te tonen, maar ook werken uit zijn persoonlijke verzameling die hij aan het museum uitleende. Een van die uitgeleende werken hangt al jaren centraal in zijn huis in Vancouver. Het zijn woorden, geïntegreerd in een kunstwerk. Het waarmerk van de Amerikaanse kunstenares Jenny Holzer. De woorden zeggen:
‘In a dream you saw a way to survive and you were full of joy’.
‘Het is best intiem, je verzameling en je verzamelwoede te delen’, zegt Douglas Coupland.
Samen met de tentoonstelling verschijnt zijn nieuwe boek Bit Rot. ‘Het boek beschrijft de manier waarop mijn brein zich heeft gedragen sinds 2000’, zegt Coupland tijdens ons gesprek in de Brusselse Bozar. Het boek bevat essays en korte stukken die hij de voorbije jaren schreef, maar ook enkele fictieverhalen. ‘Die verhalen hebben één ding gemeen: ze gaan over mensen die zich een wegwerpartikel voelen of op zijn minst denken dat anderen hen geen stuiver waard vinden.’
Waarom Bit Rot?
DOUGLAS COUPLAND:Bit Rot is een term die gebruikt wordt in digitale archivering. De term duidt op het wegrotten van digitale bestanden. Bijna niemand op aarde weet hoe op een behoorlijke wijze die oude floppy disks te archiveren die we nog in de jaren negentig gebruikten. Digitale data ontbinden zich spontaan. Ik vond een grote stapel floppy disks uit 1995. Met wat speciale randapparaten probeerde ik weer op te vissen wat erop bewaard was. De helft was nog leesbaar, de andere helft was voorgoed verdwenen.
U noemt de teksten die u in Bit Rot verzamelde, stukjes afgeworpen bagageovergewicht. Zoals de kolonisten die over de prairie naar het Beloofde Land trokken, onderweg hun oude meubels van de kar gooiden.
COUPLAND: Onze natuur is voorzienig, ze bereidt generaties – daar heb je dat woord weer! – voor op wat ze nodig hebben en gooit overboord wat ze niet meer nodig hebben. Nu hebben vooral de mensen die geboren zijn na 1989-1990 dat gevoel wat ik ‘over de prairie trekken’ noem. Iedere nieuwe generatie voert een hardvochtige reductie door. Ik ben gewoon heel erg benieuwd om te zien wat verloren gaat en wat bewaard blijft.
Bent u op weg naar het Beloofde Land?
COUPLAND: Ik ben er aangekomen. Denk ik. De teksten in Bit Rot vormen een spoor. Ze traceren mijn wonderlijke reis van een twintigste-eeuws brein naar een eenentwintigste-eeuws brein. Ik werd zo moe van alleen maar schrijven. Ik had het gevoel dat ik mezelf verloor in mijn onmogelijkheid te veranderen. Dat maakte me verschrikkelijk bang. Waarom is een mens zelfs maar gewoon in leven als hij niet openstaat voor verandering? Dat is geen leven, dat is niets. Zo stortte ik me op mijn beeldend werk.
Tegelijkertijd was het internet mijn brein anders aan het bedraden. Niet alleen mijn brein, ons aller brein. In mijn hoofd heerste een absolute anarchie die in 2009 culmineerde in de roman Generation A. Als ik nu naar die roman kijk, lijkt het alsof die geschreven is door iemand die aan de rand van de afgrond staat en dreigt van de wereld te vallen. Maar een jaar later dacht ik: misschien is dit net goed en moet ik het niet uit de weg gaan. Ik moet met dit gevoel meelopen. Wow. Welaan dan!
Drie jaar geleden zei ik nog: ‘Ik mis mijn pre-internetbrein.’ Nu wil ik het voor geen geld terug. Het is totaal nutteloos geworden.
U schreef toen samen met kunstcurator Hans Ulrich Obrist en de schrijver en kunstfilosoof Shumon Basar The Age of Earthquakes, a guide to the extreme present. Een boek dat onze relatie met de online wereld onderzoekt en verder bouwt op de inzichten van Marshall McLuhan, die vijftig jaar geleden over de invloed van technologie op onze cultuur schreef met zijn befaamde uitspraak ‘The medium is the message’, of ook wel de ‘massage’.
COUPLAND: Het internet verandert de structuur van ons brein en van onze planeet op een onvoorspelbare manier. Hoe traag moesten we vroeger iets opzoeken: naar de bibliotheek lopen, boek vragen, bladeren… En hoe snel googelen we tijdens gesprekken nu iets voor elkaar. De onderzoeker Norman Doidge beschrijft klaar en duidelijk hoe de structuur van ons brein verandert. Het internet zorgt voor een nieuwe bedrading van ons brein, we herformatteren het en worden echt iemand anders. Zes jaar geleden kreeg ik een iPhone. Ik was al dertig jaar een 3,5 vingertyper: ik gebruik twee vingers en een tabtoetsvinger. En na een paar maanden iPhone begonnen opeens mijn duimen op een toetsenbord te doen wat vroeger mijn vingers deden. Ik begon op mijn laptop allerlei fouten te tikken. Ik dacht: mijn god, ik krijg alzheimer. Over dat internet kunnen we op vele niveaus praten. Ik geloof dat we nu echt slimmer zijn dan we ooit geweest zijn. We voelen ons alleen dommer. In mijn nieuwe lexicon heb ik daar een woord voor ‘Smupid’, het tekent een moderne levensconditie: Smupidity: smart + stupidity. We leven in een constante toestand van smupidity. We kijken naar een pagina van de Frankfurter Allgemeine Zeitung, bijvoorbeeld, en wachten tot het artikel zichzelf uit het Duits naar je eigen taal vertaalt.
‘Andy Warhol geloofde dat alle Chinese restaurants in Manhattan hun gerechten uit een en dezelfde ondergrondse jumbokeuken haalden. Op een of andere manier is ons geheugen nu niet anders dan Warhols Chinese keuken. We krijgen al onze informatie uit dezelfde keuken en er is maar één menu: ‘The same internet for everyone on earth’, schrijft u.
COUPLAND: We komen nu in het tijdperk van de artificiële intuïtie. Na zeven aankopen bij Amazon kunnen ze je daar al vertellen of je hetero of homo bent. Waarschijnlijk al sneller dan dat. Ze voelen wat je eventueel nog zou willen kopen maar waar je nog aan twijfelt. Een mens doet een aankoop en schiet al die data en metadata over zichzelf weg. En het systeem aan de andere kant verzamelt dat en zegt Hi, Douglas…
Er is dat verhaal van die vrouw die een afspraak heeft met een man en hij vraagt: hou jij van dat Indisch restaurant?
– Waw, het is mijn favoriet.
Hier, zegt hij, ik heb wat bloemen voor je meegebracht.
– Ooh mijn favoriete bloemen nog wel!
Ze zitten voor de menukaart en hij zegt na één seconde: ik durf erop te wedden dat je pikante kip gaat kiezen
– Mijn favoriete gerecht! Hoe weet jij dat?
En opeens begint de situatie heel griezelig te worden. Hij deed gewoon zijn research op internet.
En zij denkt: is hij een stalker?
Maar ik denk dat dat de toekomst is: een date hebben met iemand die op alle gebieden veel te veel over je weet.
Ooit werd ons verteld dat er een tijd zou komen dat machines ons zouden suggereren wat we eventueel nog zouden willen kopen. Maar in de plaats daarvan is er een eindeloze bestorming aan de gang van advertenties als ‘hey, er is een grote korting van V-hals witte Abercrombie&Fitch-hemden in een winkel 8,5 kilometer van waar je nu bent.’ We zullen een soort schild moeten leren opbouwen, een tweede huid om onszelf te beschermen voor synthetische intuïtie.
‘We kennen sinds kort allemaal het Je suis Charlie, maar we zijn ook op weg om Je suis Madonna te worden’, zei je ooit. Drones zijn als persmuskieten.
COUPLAND: Drones zijn erg griezelig. Ik heb het onlangs meegemaakt dat er een voor mijn gezicht vloog. Ik heb me nooit méér in de nabijheid van een alien gevoeld dan toen. Drones belichamen onze seksuele perversie. In Vancouver: een vrouw ligt naakt te zonnen in een door bomen afgeschermde tuin, tienerjongens die een drone besturen – je kunt het je al indenken wat een pret. Drones zijn stalkers. En toch denk ik vaak: het zou beter zijn optimistisch te worden. Ik ben opgegroeid met de futuristische doemscenario’s van films uit de jaren zeventig met Charlton Heston. De Omega Man, waarin hij als laatste overlevende van een epidemie tegen gemuteerde wezens moest vechten. Of hoe hij in Planet of The Apes in een postnucleaire wereld terechtkwam. Al bij al is het nog meegevallen, die toekomst.
Wat zijn de grootste gevoeligheden van deze tijd?
COUPLAND: Individualiteit. Iemand worden, of iemand moeten worden, is heel ingewikkeld en beangstigend geworden. Niet iedereen heeft het nog: die notie van een individu te willen zijn, het verschil te willen uitmaken. Die drang uniek te willen zijn. Verveling is een soort natuurlijk selectieproces. Heel veel mensen geven zich over aan verveling. Misschien is dat ook goed, wat zou er gebeuren als zes miljard mensen hun online sudokuspel zouden opgeven? Misschien zouden ze wel de planeet verwoesten. Een jaar geleden zag ik vanuit de taxi een advertentie voor GAP-kleding die zei: ‘BE NORMAL’. Het was de meest tegendraadse manier om jongeren aan te spreken die ik ooit in mijn leven gezien of gehoord had.
Voor de tentoonstelling maakte u assemblages van voorwerpen die u door de jaren heen verzamelde. U noemt ze ‘HET BREIN’: uw brein.
COUPLAND: Al twintig jaar lang verzamel ik ‘generieke’ voorwerpen: de perfecte vogelpikschijf, miniatuursoldaatjes… Ik maakte een nieuwe soort logica vanuit die verzamelingen. Ik geef iedereen dit zeer belangrijke levensadvies mee: Als je lichaam de impuls voelt om iets te verzamelen, moet je die impuls volgen. Verzamel om het even wat, maar volg je buikgevoel. Na vijf jaar moet je voor je verzameling gaan staan, een stap achteruitzetten en dan zal die verzameling iets over jezelf zeggen, een wijsheid die je anders nooit te weten was gekomen.
Wat kwam u door uw verzamelwoede over uzelf te weten?
COUPLAND: Ik ben geboren op een militaire basis in Duitsland waar mijn vader bij de luchtmacht was. Mijn familie is Canadees, maar ze lijkt heel Amerikaans. Drie maanden geleden hadden we tijdens een familiediner een discussie over wapenbezit. ‘Pa, hoeveel geweren heb jij?’, vroegen we.
– ‘Drieënzestig.’
– ‘Wat?’
– ‘Waar zijn ze?’
– ‘In de kelder.’
Ik groeide op met foto’s aan de wand waarop een vader afgebeeld stond bij een militair vliegtuig.
Ik heb altijd gedacht: ik word de eerste moderne Coupland. Mijn broer is een taxidermist. Maar toen ik terugkeek op alles wat ik verzameld had, in artistiek opzicht, bleek het toch te maken te hebben met destructie en wapens en geweld. Dit is wat voor iedereen in zijn of haar latere leven pas blijkt: we ontwijken iets waarover we beschaamd waren of iets wat ons heel knullig deed voelen, vooral tussen ons achtste en veertiende jaar, maar dat ding blijkt een zaad te zijn dat we diep in onszelf inplanten en dat later in ons leven tot volle uitbarsting komt.
De schietpartijen op scholen hebben u niet alleen geïnspireerd tot het schrijven van Hey Nostradamus, maar ook tot beeldend werk.
COUPLAND: Toen ik research deed naar de schietpartij van Columbine, bleek dat de jongens niet alleen wapens maar ook bommen mee naar school hadden gebracht. Een daarvan ontplofte in de cafetaria. Gelukkig waren de kinderen toen al weggerend. De bom deed al de stoelen smelten. Om 11.15 PM is de FBI in de cafetaria binnengekomen. Het brandalarm stopte. Het werd muisstil, en plots begonnen alle mobiele telefoons die de kinderen hadden achtergelaten te bellen. Het werd een soort koor van exotische vogels. We recreëerden die situatie.
U hebt een reuzenbeeld van uzelf gemaakt en in Noord-Vancouver op straat door mensen laten bekladden met kauwgum.
COUPLAND:Gumhead. Kunst op publieke plaatsen is erg belangrijk voor me. Jullie in Europa zijn verwend. Overal waar je hier om je heen kijkt, kun je je blik laten rusten op iets wat je aan het denken kan zetten. Bij ons heb je alleen bomen en shopping malls en parkings. De meeste mensen voelen zich volledig buitengesloten van het artistieke proces, dus plakken ze er kauwgom op. ‘Doe maar’, zei ik. In de zomer, tijdens een festival, legde ik kauwgumtabletten naast het beeld en aan het eind van de zomer plakten er tweehonderdduizend kauwgummen op. En opeens kwamen mensen iedere dag terug naar dat werk om te kijken of hun kauwgom nog op het beeld plakte. Het werd een hyperbeschermd object, en voor mij een teken van nederigheid.
Bit Rot is uitgegeven bij Witte de With.
De expo in Rotterdam loopt tot 3 januari 2016. Meer informatie: www.wdw.nl
DOOR ANNA LUYTEN
‘Het internet zorgt voor een nieuwe bedrading van ons brein, we worden echt iemand anders.’