De relaties tussen Brussel en Washington naderen het vriespunt. De VS dreigen ermee om de NAVO uit Brussel te verhuizen. De Belgische regering houdt zich kloek. Willy Claes is bang dat de beslissing eigenlijk al genomen is.
Een teken aan de wand, vreest Willy Claes. Zelfs de Democraten in het Amerikaanse parlement snappen de Belgen niet meer, terwijl ze normaal gesproken toch onze beste vrienden in de Verenigde Staten zijn. De voormalige minister van Buitenlandse Zaken en secretaris-generaal van de NAVO ziet het somber in. Het dreigement van de Amerikaanse minister van Defensie Donald Rumsfeld om de zetel van de NAVO uit België te verhuizen, was – volgens hem – geen toevallig incident. Het was een nauwelijks verholen ultimatum, als het ook dat stadium al niet voorbij was.
De uitval van Rumsfeld had te maken met de zogenaamde genocidewet, maar Brussel liep Washington ook in de Irakkwestie voor de voeten. De genocidewet wil dat België universele rechtsmacht heeft om misdaden tegen de menselijkheid te vervolgen – waar ze zich ook hebben afgespeeld. Dat nobele principe zorgde voor grote diplomatieke moeilijkheden, toen er ook klachten werden geformuleerd tegen onder meer de Israëlische premier Ariel Sharon, oud-president George Bush sr. van de Verenigde Staten en generaal Tommy Franks, de opperbevelhebber van de coalitietroepen tijdens de recente oorlog met Irak.
De wet werd ondertussen gewijzigd, maar de discussie blijft. De Amerikanen willen niet dat hun politieke en militaire personeel kans loopt op vervolging in een land waar ze regelmatig langs moeten. Zoals in het land dat de zetel van de NAVO huisvest.
Bent u het eens met de stelling van onder meer VLD-voorzitter Karel De Gucht dat de genocidewet opnieuw moet worden gewijzigd?
WILLY CLAES: Zeker. Het is vijf voor twaalf. We hebben de keuze tussen een idealistische, ethische stellingname ener- zijds en een pragmatische, een realistische anderzijds. Ik pleit nu al enige tijd voor de tweede, omdat een klein land zich op zeker ogenblik bij onbetwistbare machtsverhoudingen moet neerleggen. De analyses die totnogtoe ook in kringen van de regering zijn gemaakt, zijn te zacht en te optimistisch.
Is het alleen de genocidewet die de Amerikanen dwarszit? Of zochten ze een stok om de hond te slaan?
CLAES: Er speelt nog een ander element mee: we krijgen de rekening gepresenteerd voor wat er in de Irakkwestie is gebeurd. Maar eerst de genocidewet. België kan op dat vlak ten gronde niets worden verweten. De wet was het resultaat van een parlementair initiatief, dat steunde op het juridische vacuüm na de gebeurtenissen in Rwanda. Het ontbrak daar aan zowat alles om op een juridisch verantwoorde manier af te rekenen met dat verschrikkelijke verleden. Dat is tot vervelens toe aan de Amerikanen uitgelegd, en tot daar volgden ze onze redenering ook.
Het liep fout op het moment dat de Israëlische premier Ariel Sharon werd aangeklaagd. Israël reageerde toen bijzonder hard, maar het ving in Brussel bot. De joodse lobby schakelde de Verenigde Staten in en Washington kwam zeer duidelijk bij de Belgische regering tussenbeide. Ook die interventie kreeg geen gevolg, en dat heeft de reputatie van België in het Witte Huis van George W. Bush geen goed gedaan. Pas toen sommigen het zo bont maakten om ook een oud-president van de VS – George Bush sr. – aan te klagen, is er serieus werk gemaakt van de lacunes in de wet.
Maar voor de Amerikanen volstaat dat kennelijk niet?
CLAES: Er is nu eerst een juridische filter ingebouwd, die de federale procureur toelaat om klachten te seponeren of door te verwijzen als er geen landgenoten bij betrokken zijn. Afgezien daarvan kan de regering een zaak, bij een in ministerraad gedelibereerd besluit, doorverwijzen. Dat is gebeurd in de zaak tegen generaal Tommy Franks. In het kader van de scheiding der machten is zo’n tussenkomst van de regering in gerechtelijke zaken overigens een randgeval. Maar: België toonde duidelijk zijn wil om een confrontatie met bevriende naties te vermijden. Ik stel alleen vast dat dit verhaal het bij de Amerikanen niet doet. Ook erkende, goede Belgische vrienden van de VS, van buiten de politieke wereld, krijgen het niet uitgelegd. Om de eenvoudige reden dat de Amerikanen de boodschap niet wíllen begrijpen.
Guy Verhofstadt houdt vol dat de wet niet meer gewijzigd hoeft te worden omdat het allemaal op een misverstand berust. Is dat niet meer dan fluiten in het donker?
CLAES: Ik vrees dat hij zich vergist. Want we zijn ondertussen al een stap verder: er is nu ook de Irakkwestie. We zijn nu in het stadium waarbij onze diplomaten in Wash- ington niet meer op enig niveau worden ontvangen. Men wenst ze niet meer te horen. Ze kunnen dus niet eens proberen de Amerikanen te overtuigen, want die luis- teren niet meer. Ik denk dat Verhofstadt verkeerd of onvolledig is geïnformeerd, als hij denkt dat hij de plooien kan glad-strijken met een nieuwe informatieronde. Ik vrees dat we, zoals de karabiniers van Offenbach, een oorlog te laat tussenbeide dreigen te komen.
Wat is er dan gebeurd? Zijn we te arrogant geweest of te principieel?
CLAES: De genocidewet vertrekt, volgens mij, van een perfect aanvaardbaar standpunt, maar we hebben er de scherpe kanten te laat van afgerond. Wat Irak betreft, hadden we het principieel zeker juist voor. Ik denk nog altijd dat een ingrijpen in Irak zonder dekking van de Veiligheidsraad een vergissing was. Bush stelde dat optreden bovendien in het kader van een nieuwe strategie: de pre-emptive strike. Bij vermoeden van gevaar, niet aarzelen maar toeslaan. Ik ben bang voor totaal oncontroleerbare situaties. Wat als India op basis van dezelfde strategie Pakistan aanvalt? Of China het eiland Taiwan?
Nogmaals: de genocidewet is de aanleiding, maar de echte oorzaak voor het Amerikaanse ongenoegen ligt volgens u in de Belgische houding ten aanzien van de oorlog in Irak?
CLAES: Ja. De houding van België bij het begin van de crisis was perfect verdedigbaar. Ik wil niet de indruk wekken dat ik me in de regeringspolitiek meng of in de onderhandelingen die nu bezig zijn. Vanaf het begin van het debat in de NAVO over Irak ben ik ervoor beginnen waarschuwen dat we op zijn minst voortvarend waren. Er werd toen een engagement gevraagd ten aanzien van Turkije. We zaten in een zogenaamde coalitie met Frankrijk en Duitsland. Er bleek in de NAVO geen overeenstemming, omdat een engagement ten aanzien van Turkije impliciet de goedkeuring van een oorlogsstrategie in Irak inhield. De Amerikanen gooiden de zaak dan over een andere boeg: ten behoeve van Turkije werd artikel 4 van het verdrag van Washington ingeroepen. Artikel 4 vraagt om consultatie, en die consultatie kunnen de andere lidstaten niet weigeren. Het is geen vraag om hulp. Een land vraagt een gesprek, als het gevoel bestaat dat zijn interne veiligheid bedreigd is.
Het was snel duidelijk dat onze kleine coalitie met Parijs en Berlijn uiteenrafelde. Het verhaal wil dat de Fransen zelf het begin van een oplossing voor hun probleem in de NAVO suggereerden. Ze participeren nog altijd niet in de militaire structuren van het bondgenootschap. Ze zouden hebben voorgesteld om de Turkse vraag te behandelen in het comité voor militaire planning, waarin zij geen zitting hebben, maar dat in zo’n zaak toch kan beslissen.
Pontius Pilatus in het Elysée…
CLAES: Dat is de goede uitdrukking. De Duitsers, ondertussen, die ook niet van gisteren zijn, hadden in die omstandigheden ook geen zin om een tweede front tegen de Amerikanen te openen. Voor het debat over artikel 4 goed en wel begonnen was, hadden ze al met het defensief gebruik van Awacs-vliegtuigen ingestemd en beslist om hun Patriot-raketten ter beschikking van Turkije te stellen. Wat bleef er van de coalitie over? Een engagement om tijdens de Raad enkele bemoedigende woorden te spreken ten aanzien van het Belgische standpunt.
Wat mij frustreert, is dat de Belgische regering perfect van die ontwikkeling op de hoogte was. Vierentwintig uur lang heeft de premier nog geprobeerd om de teksten te amenderen. Hij moest daarbij voortdurend overleg plegen met de coa- litiepartners, en vooral met Ecolo, om naar buitenuit toch het beeld op te hangen van een eensgezinde regering. Dat was de druppel die bij de Amerikanen de emmer heeft doen overlopen. Dat was van de kant van de Belgen geen kwestie meer van principes, daar hebben we ons bezondigd aan arrogantie – en we hebben ons compleet misrekend. Daarom zeg ik dat we een brug te ver gegaan zijn. Een klein land kan alleen groot zijn door bruggen te bouwen, niet door ze op te blazen. Dat is de eerste rekening die nu wordt gepresenteerd.
In verband met het gebruik van het Belgische luchtruim en de wapentransporten over ons grondgebied sprak minister van Defensie André Flahaut tijdens een televisiedebat de onsterfelijke woorden ‘Ce sera njet!’ aan het adres van de Amerikanen.
CLAES: Ik wil beleefd blijven. Maar dat soort van, laat ik zeggen, ondiplomatieke taal is ook hard aangekomen. Toch ligt dat Washington minder zwaar op de maag. Eerst was er artikel 4, waar wij tot de laatste snik hebben gevochten voor niets. Wat Verhofstadt ook zegt: de enkele komma’s die pro forma in de tekst gewijzigd zijn, hebben ten gronde niets veranderd.
Er wordt, ten tweede, weinig gesproken over het fameuze vierhoeksberaad over defensie met Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en België in de laatste week van de verkiezingscampagne. Op het vlak van de intenties kan je Verhofstadt ook in dat verband weinig verwijten. Hij nam het initiatief in juli 2002, in tempore non suspecto, om de geest van Saint-Malo weer aan te wakkeren. In Saint-Malo hadden de Britten en de Fransen afgesproken om de Europese defensiepolitiek nieuwe impulsen te geven. Dat proces was verwaterd, en Verhofstadt wou daar iets aan doen. Dat zijn initiatief van voor de Irak-crisis dateert, speelt vandaag in Washington bij de beoordeling van de Belgische regering niet meer mee.
Die hele oefening liep toch ook met een sisser af?
CLAES: Ik ken de details niet, maar er moet met dat overleg iets fout zijn gelopen. Door allerlei demarches achter de schermen stuurde de Europese Commissie haar kat, het Griekse voorzitterschap liet het afweten en zelfs Hoog Vertegenwoordiger Javier Solana mocht er niet zijn. Dat waren tekenen aan de wand. De Amerikanen waren langs diplomatieke kanalen natuurlijk op de hoogte van wat de waarschijnlijke resultaten van het overleg zouden zijn. Je brengt nooit staatshoofden bij elkaar als de grote lijnen van de conclusies niet vooraf bekend zijn.
Maar tot de grote verrassing van de Amerikanen, tot hun verontwaardiging, was er in de tekst die naar buiten kwam sprake van een voor hen essentieel element, waarover nooit met hen was gepraat: dat nieuwe militaire hoofdkwartier. Dat werd door de Amerikanen geïnterpreteerd als een regelrechte provocatie aan het adres van de NAVO. Zo’n hoofdkwartier is ook een volstrekt nutteloos duplicaat van het militaire hoofdkwartier van de NAVO in Casteau, de SHAPE. Wat is er gebeurd? Ik weet het niet. Maar ik weet ook niet of Verhofstadt zich bewust is van de waarde die Washington aan dit incident hecht. Het zit hen zeer hoog.
En Flahaut, die mag dat zomaar zeggen?
CLAES: Nee, dat is het derde element. Als u een beetje vertrouwd bent met de mentaliteit in de regering-Bush, begrijpt u dat ze dat van een klein land niet accepteren. Zeker niet als dat kleine land de hele wereld met zijn genocidewet de les wil lezen. En daarmee is de cirkel rond. De Amerikanen hebben de uitgesproken bedoeling om de Belgen mores te leren, en Brussel als zetel van de NAVO af te schrijven.
Wat u zegt, is dat de beslissing eigenlijk al is genomen?
CLAES: Ik denk dat de beslissing principieel is genomen.
Ja maar, roept diezelfde Flahaut dan, dat geeft niet, want zo’n beslissing wordt in de NAVO bij consensus genomen. Dus, ach…
CLAES: Dat is een misverstand. De beslissingen worden in de NAVO bij consensus genomen. Maar. Toen Charles de Gaulle in de jaren zestig het militaire hoofdkwartier uit Frankrijk weg wou, hoopte hij toch het politieke te kunnen houden. Tot zijn grote verrassing moest hij vaststellen dat met veertien stemmen tegen één beslist werd de hele winkel naar Brussel te verhuizen. Er is dus dat historische precedent. Ik vrees dat sommigen in regeringskringen bij ons naïef zijn, als ze rekenen op het begrip en de steun van zogenaamde bondgenoten. Het is naïef om te geloven dat alleen Midden-Europese landen interesse hebben in de zetel van de NAVO. Er zijn net zo goed West-Europese landen met ambitie – ik zal geen namen noemen. Er zijn er die het economische en het politieke belang van die zetel wél inzien. En die bereid zijn om de portefeuille boven te halen om de NAVO extra voordelen toe te kennen. Het is bovendien een fabeltje dat de politieke zetel kan verhuizen, terwijl de militaire structuur wel blijft. Ik weet uit mijn persoonlijke ervaring, toen de NAVO moest ingrijpen in Bosnië, dat de twee centra kort bij elkaar moeten zitten.
Wat denkt u van het argument dat Donald Rumsfeld volgend jaar misschien zelf al geen minister meer is?
CLAES: Dit is op het hoogste niveau al besproken. Minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell sprak enkele weken geleden in Brussel ook harde woorden aan het adres van België. Dat had al een ernstige waarschuwing moeten zijn. Die hebben we ook in de wind geslagen.
Wordt er eigenlijk een beroep gedaan op uw goede diensten?
CLAES: Nee, en ik stel me ook geen kandidaat. Ik was enkele weken geleden bij de Bilderbergconferentie, die in Versailles bijeen was. De traditie wil dat er over die bijeenkomsten geen publieke verklaringen worden afgelegd, en ik zal dat ook niet doen. Maar ik had daar de gelegenheid om mensen te ontmoeten en te beluisteren die dicht bij George W. Bush staan. Het is menens, zo simpel is dat.
Wat kan de regering doen, als haar diplomaten in Washington bij manier van spreken niet meer voorbij de portier geraken?
CLAES: Als de eerste minister zelf het heft in handen neemt, zal Washington niet weigeren. Er kan ook een heel charmeoffensief worden ontketend, waarbij alle relaties worden gebruikt. Ook diegene die op industrieel en op financieel vlak liggen. Er moet iets gebeuren. Want ook al zijn wij ervan overtuigd dat de gewijzigde genocidewet in de praktijk waarborgen biedt – voor de Amerikanen is het niet genoeg.
Dat komt dus neer op een tocht naar Canossa?
CLAES: Ik besef dat de houding die ik aanneem een beetje laf kan worden genoemd. Maar als ik zie hoe Frankrijk en Duitsland op de top van de G8 in Evian plat op hun buik zijn gaan liggen, heb ik daar geen scrupules over. Ik hoor Jacques Chirac of Gerhard Schröder niet meer, nu blijkt dat de NAVO militaire operaties coördineert in Afghanistan. De NAVO gaat de brave Polen nu zelfs rechtstreeks helpen bij het besturen van een van de bezette zones in Irak… In Irak! Er zijn momenten om een ideologisch stokpaardje te berijden. En er zijn momenten om daar weer van af te stappen. Dit is zo’n moment.
Piet Piryns
‘We hebben ons bezondigd aan arrogantie én we hebben ons compleet misrekend.’
‘We zullen, zoals de karabiniers van Offenbach, een oorlog te laat komen.’