Dat ze ooit aan dezelfde politieke koord trokken, is nu haast onvoorstelbaar. Vetes, electorale afgunst en uiteenlopende overtuigingen hebben een wig gedreven tussen de over alle partijen uitgezwermde Volksunieleden. Maar straks zitten ze waarschijnlijk samen aan de Vlaamse regeringstafel.
‘Geert Bourgeois en Bert Anciaux? Die zijn best in staat om breed glimlachend naast elkaar op de regeringsfoto te staan, terwijl ze hopen dat de ander door een zware vrachtwagen wordt overreden’, zegt een oud-VU’er. Vergezocht is dat scenario niet. Bert Anciaux (Spirit) ‘amuseert’ zich naar eigen zeggen niet als federaal minister van Mobiliteit en Sociale Economie. Meer nog: hij zit er weer eens te sterven. Dit keer wil hij af van het nachtvluchtendossier – een ‘klotedossier’ – door naar het Vlaamse niveau terug te keren. Het liefst opnieuw naar het vertrouwde departement Cultuur, dat SP.A-voorzitter Steve Stevaert ondertussen aan Renaat Landuyt heeft beloofd.
Wat zijn nieuwe portefeuille ook wordt, in de Vlaamse regering zou hij wel eens rivaal Geert Bourgeois (N-VA) kunnen tegenkomen. Nu kartelpartner CD&V aan zet is om een Vlaamse regering te vormen, mag de N-VA waarschijnlijk een Vlaamse minister leveren – al is de partij zich er pijnlijk van bewust dat ze in een driepartijencoalitie numeriek overbodig is. Maar Bourgeois zou Bourgeois niet zijn, als hij de eer van een ministerpost aan een partijgenoot zou overlaten.
Vandaag beweren de meeste Spiritisten en N-VA’ers dat het bankroet van de Volksunie grotendeels verteerd is, omdat de voornaamste betrokkenen ondertussen de onvermijdelijkheid ervan hebben ingezien. Toch viel er tot dusver nog geen spoor van zakelijke beleefdheid, laat staan hartelijkheid tussen de twee kampen te ontdekken. Bert Anciaux schiet in zijn weblog geregeld met scherp naar de N-VA. Op 6 juni schreef hij nog over zijn vroegere broeders: ‘Vandaag zeggen dat er snel federale verkiezingen moeten komen en morgen gebaren van kromme haas. Vandaag zeggen dat ze nooit met SP.A-Spirit willen regeren en morgen stellen dat het progressief kartel de meest begeerde is. Ik ken Geert Bourgeois van vroeger. Ik ken dat jojospel. Vandaag meedoen met Lambermont, morgen tegenstander zijn.’
En het blijft niet bij woorden alleen. Spirit heeft binnen de Europese Vrije Alliantie (EVA), de koepel van Europese regionalistische partijen, de toetreding van de N-VA geweigerd. ‘Onze statuten bepalen dat wie al lid is, zijn veto kan stellen tegen de toetreding van een concurrerende partij’, zei EVA-voorzitster Nelly Maes (Spirit) onlangs in Knack. ‘Maar dat was geen vijandigheid tegenover de N-VA.’ De top van de Nieuw-Vlaamse Alliantie interpreteert dat enigszins anders. ‘Kris Van Dijck is in 2002 nog speciaal naar de algemene EVA-vergadering in Tsjechië gereden om de zaak van de N-VA te bepleiten’, luidt het. ‘Tevergeefs: Spirit blokkeerde alles, terwijl de andere EVA-leden geen bezwaar maakten.’ Gevolg is dat Frieda Brepoels, die waarschijnlijk als opvolgster van Geert Bourgeois naar het Europees parlement mag, straks onderdak moet zoeken ‘bij de Berlusconi’s en Schüssels van deze wereld’ in de EVP, de koepel van Europese christen-democratische partijen.
De baarlijke duivel
Dat Bourgeois bij de Europese verkiezingen met zijn 133.430 voorkeurstemmen wél verkozen werd, in tegenstelling tot Anciaux, die terugviel op 101.357 voorkeurstemmen, is een mentale dreun voor het Spirit-boegbeeld. Dankzij het goede resultaat van Bourgeois, kan Brepoels immers wel naar Europa, terwijl de kansen van Fouzaya Talhaoui door de zwakke score van Anciaux wellicht verkeken zijn. ‘Dat komt ervan als je partij het van opvolgers moet hebben’, snuiven ze bij N-VA. ‘Doordat SP.A-Spirit veel minder goed heeft gescoord dan verwacht, vallen heel wat constructies in het water. Zo raakte Paul Van Grembergen niet verkozen in Oost-Vlaanderen, waardoor zijn opvolger, aftredend parlementslid Dirk De Cock, niet naar het parlement kan.’
Maken de ressentimenten tussen Spirit en N-VA het onmogelijk om nog in een regering samen te werken? ‘Als dat nodig zou zijn, kan ik best met Geert Bourgeois werken’, zegt ontslagnemend Vlaams minister Paul Van Grembergen (Spirit). ‘Dus waarom zou Bert dat dan niet kunnen? Desnoods overtuig ik hem daar wel van. Bourgeois is echt de baarlijke duivel niet, wat sommigen ook mogen beweren. We hebben al een cordon rond het Vlaams Blok. Als we nu ook nog eens een schutskring rond de CD&V en N-VA optrekken, wordt het wel heel moeilijk om in Vlaanderen tot constructieve oplossingen te komen.’
Ook Johan Sauwens (CD&V) heeft noodgedwongen zijn mening over Bourgeois en zijn aanhangers moeten milderen. Onder paars-groen was hij nog Vlaams minister voor de Volksunie, tot hij door zijn aanwezigheid op een fout feestje moest aftreden. Tijdens de implosie van de partij koos hij voor de zogenaamde middengroep Niet Splitsen om uiteindelijk bij CD&V terecht te komen. ‘Gekwetst’ was hij, en ’teleurgesteld in de mensen die hij jarenlang had vertrouwd’. Genoeg had hij van Anciaux die hem had opgeofferd om zijn eigen ministerspost te redden, en van Bourgeois en de zijnen die veel te veel druk hadden uitgeoefend om hen in hun kamp te krijgen. Bij CD&V kwam hij weer op adem, tot voorzitter Yves Leterme een kartelovereenkomst tekende met N-VA. Niet alleen moest Sauwens daardoor weer aan tafel met oud-partijgenoten van wie hij de buik meer dan vol had, in Limburg stond hij zelfs oog in oog met Frieda Brepoels. Van Brepoels en Sauwens wordt gezegd dat ‘de meubels bevriezen’ zodra ze zich in dezelfde ruimte bevinden. ‘Toch is Sauwens een voorstander van het kartel’, zeggen ze bij de N-VA. ‘Maar zijn loyaliteit ligt voor 200 procent bij CD&V.’
Over de oud-VU’ers die zich bij de VLD hebben aangesloten, zijn zowel N-VA als Spirit opvallend mild – echte VU’ers welteverstaan; ID21-producten als Margriet Hermans en Vincent Van Quickenborne kunnen op minder mededogen rekenen. ‘Zelf voel ik ook weinig wrok tegenover mijn vroegere partijgenoten’, zegt de voormalige Volksunievoorzitter Patrik Vankrunkelsven die via Spirit bij de VLD belandde. ‘De spanningen die vandaag nog tussen oud-VU’ers bestaan, verzinken in ieder geval in het niets vergeleken met de vijandige houding van veel VLD’ers tegenover mensen als Leo Goovaerts of Ward Beysen.’
Omdat de immigranten uit de Volksunie binnen de VLD, zoals Sven Gatz, Fons Borginon en Annemie Vande Casteele, door sommige liberalen nog altijd als vreemde eenden in de bijt worden beschouwd, klitten ze voorlopig nog wat samen. Vankrunkelsven: ‘Het is ook mijn overtuiging dat we onze VU-achtergrond binnen de VLD moeten proberen te verzilveren nu we dat groepsgevoel nog delen. Want na verloop van tijd zal dat ongetwijfeld slijten.’
De VU’ers die al aan het begin van de jaren negentig naar de pas opgerichte VLD overstapten, krijgen bij N-VA en Spirit minder positief commentaar. Hugo Coveliers zou alleen nog Vlaamse reflexen vertonen op de momenten dat hij met het liberale partijbestuur overhoopligt en Jaak Gabriëls lijkt eenvoudigweg vergeten te zijn dat er zoiets als een Vlaamse zaak bestaat. Over ontslagnemend Vlaams minister-president Bart Somers zijn de meningen verdeeld. Net als zijn voorganger Patrick Dewael (VLD) laat hij elke vorm van fanatisme achterwege in zijn zoektocht naar meer Vlaamse autonomie. Daarbij onderstreept hij graag het contrast met de communautaire impasse onder voormalig minister-president Luc Van den Brande (CD&V). Maar binnenskamers durft Somers wel toe te geven dat hij een separatist in hart en nieren is.
Ook Groen! sloot een verdwaalde VU’er in de armen, en ook die heeft het op 13 juni goed gedaan. Bart Staes, ooit medewerker van Jaak Vandemeulebroucke (VU) in het Europees parlement, is vandaag een van de twee boegbeelden die de Vlaamse groenen nog rijk zijn. ‘Maar hij verloochent zijn politieke roots niet’, zegt Paul Van Grembergen. ‘Ik ben er zeker van dat hij in communautair geladen dossiers invloed heeft op de standpunten van zijn partij.’ Al zullen de desastreuze ervaringen met Isabelle Durant (Ecolo) tijdens Verhofstadt I ook wel bijgedragen hebben tot het getemperde unitarisme van de Vlaamse groenen.
Old boys network
Met adepten in alle Vlaamse partijen, kan het gedachtegoed van de oude Volksunie krachtiger worden verspreid. Of toch niet? ‘Ik hoop het’, lacht Van Grembergen. ‘Anders zullen we genoodzaakt zijn de troepen weer samen te roepen, en daar mag ik niet aan denken.’ Een grappig bedoelde opmerking, maar voor Patrik Vankrunkelsven is de suggestie zo gek nog niet. ‘Ik sluit niet uit dat er toch nog een soort netwerk aanwezig is, dat eventueel geactiveerd kan worden’, zegt hij. ‘Mocht dat nodig blijken, zouden we misschien een beroep kunnen doen op de macht van het getal. In elk geval lijkt het me een goed idee om voor bepaalde dossiers nog eens samen te komen.’
Of hij daar veel volk voor warm zou kunnen maken, is twijfelachtig. ‘Een soort old boys network? Daar is niets van aan’, klinkt het bij de N-VA. ‘Er bestaat geen echte vertrouwensband meer tussen ons, integendeel zelfs.’ Hooguit wordt er eens samenzweerderig geknipoogd als ze met enkele oud- VU’ers in naam van hun nieuwe partijen tegenover elkaar zitten in een politiek debat. De ironie van de zaak ontgaat hen natuurlijk niet.
Een gezamenlijke strijd voor meer Vlaamse bevoegdheden lijkt de meesten evenwel niet haalbaar, en ook niet wenselijk. Maar de gewezen VU-kopstukken hopen natuurlijk wel dat hun nieuwe partijen hen een prominente rol zullen laten spelen in het communautaire overleg tussen Vlamingen en Franstaligen. ‘Als je ziet waar mijn vroegere partijgenoten allemaal zijn terechtgekomen, is het een raadsel dat we ooit samen in één partij hebben kunnen zitten. Maar ik geloof wel dat iedereen die in de Volksunie begonnen is, au fond altijd een republikeinse separatist zal blijven’, aldus een oud-VU’er.
Hun invloed op de communautaire standpunten van hun respectieve partijen moet de komende maanden blijken, in de aanloop naar het door de federale regering geplande communautaire forum. Van Grembergen: ‘Waarschijnlijk zullen de verschillende partijen de kennis van al die ex-VU’ers op het vlak van communautaire thema’s wel proberen te benutten. Het zou in ieder geval dom zijn van de VLD om niet te luisteren naar mensen als Vankrunkelsven en Vande Casteele.’
Vankrunkelsven rekent erop dat de VLD zijn expertise niet over het hoofd zal zien. ‘Maar de communautaire knowhow die de traditionele partijen zelf in huis hebben, mag je ook niet onderschatten. Belangrijker dan de technische bagage lijkt me dan ook dat elke partij nu mensen met een uitgesproken Vlaams profiel in haar rangen heeft. Dat is een sterk signaal aan het adres van de Franstaligen.’
Over één zaak zijn alle oud-VU’ers het eens: de volgende communautaire onderhandelingen worden cruciaal. ‘Als ze mislukken, zal Vlaanderen daar bij de volgende verkiezingen een hoge prijs voor betalen’, zegt Van Grembergen. ‘Vlaanderen zal internationaal zijn aanzien verliezen, en de barsten in onze samenleving zullen nog groter worden.’ Maar het mag ook niet verbazen dat het beoogde resultaat van die onderhandelingen niet door iedereen op dezelfde manier wordt ingevuld. De N-VA neemt doorgaans radicalere Vlaamse standpunten in dan Spiritisten en Vlaamsgezinde liberalen, die geloven dat Vlaanderen meer te winnen heeft met ‘redelijke eisen’. Vankrunkelsven: ‘Op korte termijn de volledige uitvoering van de vijf resoluties van het Vlaamse parlement vragen, is niet realistisch. Naast de splitsing Brussel-Halle-Vilvoorde, moeten op de eerste plaats de beleidsinstrumenten voor gezondheidszorg en werkgelegenheid naar Vlaanderen worden overgeheveld. In ruil zullen we de Franstaligen waterdichte garanties moeten bieden dat de solidariteit tussen Vlaanderen en Wallonië gehandhaafd blijft.’
Ook van Grembergen denkt in die richting. ‘Er moet een Marshallplan voor Wallonië komen, betaald uit de algemene middelen.’ En onder invloed van CD&V benadrukt nu ook N-VA dat we solidair moeten zijn met Wallonië. Toch is het niet uitgesloten dat de meningsverschillen die destijds de VU verscheurden de komende maanden opnieuw de kop zullen opsteken tijdens het communautaire steekspel. Als daar maar geen kaakslagen van komen.
Door Ann Peuteman en Han Renard
‘Er bestaat geen echte vertrouwensband meer tussen de oud-VU’ers, integendeel zelfs.’
‘Dat elke partij mensen met een Vlaams profiel in de rangen heeft, is een signaal aan het adres van de Franstaligen.