‘Ik beschouw het als onze opdracht om het levende geweten te zijn van CD&V’, zegt hij. En die taak nam hij het voorbije jaar bijzonder ernstig. Een gesprek met Bert De Brabandere, afscheidnemend voorzitter van Jong CD&V.

‘Voor mijn partij was 2008 het jaar van de gemiste kansen’, zegt Bert De Brabandere. De Jong CD&V-voorzitter heeft zijn kritiek het afgelopen jaar dan ook niet gespaard. Sinds de federale verkiezingen van 2007 was hij op gezette tijden ongemeen scherp voor de CD&V-top. Dat heeft hem binnen de christendemocratische jongerenbeweging en bij een handvol tegendraadse partijgenoten bijzonder veel sympathie opgeleverd, maar de opeenvolgende partijvoorzitters en vooral voormalig premier Yves Leterme werkte hij daarmee danig op de zenuwen. In februari loopt zijn mandaat als jongerenvoorzitter af, en het ziet er voorlopig niet naar uit dat De Brabandere grote dankbaarheid mag verwachten voor zijn inzet van de laatste vier jaar. Een verkiesbare plaats op de een of andere lijst zit er vooralsnog niet in. Toch heeft hij allesbehalve spijt van zijn eigengereide aanpak.

Bert De Brabandere: ‘Ik beschouw het als de opdracht van elke politieke jongerenbeweging om binnen de partij voor weerwerk te zorgen. Want het is al te gemakkelijk om alleen maar scherpe kritiek te leveren op de concurrentie en niet op je eigen partij. Natuurlijk vergt het wel wat moed om telkens weer tegen de partijlijn in te gaan. Zo weet ik van een jongerenvoorzitter die op een kabinet werkte en daar naar de pers moest bellen om zijn net verzonden persbericht te herroepen. Ongelooflijk! Al ligt de fout soms ook bij die voorzitter zelf. Als je elk standpunt eerst met een minister of met de partijvoorzitter doorneemt om er zeker van te zijn dat hij het er wel mee eens is, beperk je natuurlijk zelf je vrijheid van meningsuiting. Daarnaast zijn veel voorzitters en bestuursleden van politieke jongerenbewegingen ook schatplichtig aan hun partijtop omdat die hen een mandaat of een baan op het een of andere kabinet heeft bezorgd. Zelf heb ik gelukkig autonoom kunnen werken.’

Komt dat doordat u als enige Vlaamse voorzitter voltijds met de jongerenbeweging bezig kon zijn?

BERT DE BRABANDERE: Gedeeltelijk. Als je om den brode een andere job hebt, is het haast onmogelijk om echt op de standpuntbepaling van de partij te wegen. Om te beginnen is er de praktische kant van de zaak: de meeste belangrijke vergaderingen vinden overdag plaats. Daarnaast zijn jongeren allesbehalve een prioriteit voor de politiek. Net zoals de andere partijen vindt CD&V het belangrijker om de veel grotere groep van oudere kiezers te bekoren. Vooral omdat jongere kiezers de naam hebben erg volatiel te zijn. Nochtans ben ik ervan overtuigd dat mijn partij een pak jonge mensen aan zich zou kunnen binden als ze daar meer inspanningen voor deed.

Hoe reageerde de CD&V-top op uw vaak scherpe kritiek?

DE BRABANDERE: Aanvankelijk vol ongeloof. Zoals toen Yves Leterme in de zomer van 2007 zijn eerste formatienota voorstelde. Je moest daarin echt zoeken naar de communautaire accenten, en dat vonden we bij Jong CD&V veel te mager. Ik heb toen in De Standaard gezegd dat de tekst alleen borrelnootjes inhield terwijl we eigenlijk een hoofdschotel hadden verwacht. Vóór het interview verscheen, waarschuwde ik toenmalig partijvoorzitter Jo Vandeurzen. Maar die deed er heel lacherig over. Tot ik een geschrokken sms van hem kreeg vanuit Hertoginnedal: ‘Ik hoor hier dat je een straf interview hebt gegeven aan De Standaard.’ Hij had me dus gewoon niet gelóófd. Met andere woorden: de partijtop was duidelijk niet gewend dat Jong CD&V van zich liet spreken.

Op het CD&V-congres in september steunde 30 procent van de aanwezigen een motie van Jong CD&V waarin werd gepleit voor het ontslag van de regering-Leterme.

DE BRABANDERE: Nochtans waren veel leden niet komen opdagen omdat ze dachten dat de zaak toch al beklonken was. De N-VA had het kartel toen al opgezegd. Onze ministers hadden de week ervoor een ronde van Vlaanderen gedaan om uit te leggen waarom ze verder wilden gaan. Aanvankelijk beweerden ze dat ze geloofden in de communautaire dialoog. Maar op het congres benadrukten ze plots allemaal dat de regering door moest gaan om de financiële crisis aan te pakken. Dat vonden wij op zijn minst een beetje raar, omdat daarover haast nog nooit was gepraat op het partijbureau. De kredietcrisis was toen nog vooral een Amerikaans fenomeen, en niemand kon al vermoeden dat ook ons land een klap van de zweep zou krijgen. Ach, we hadden toen al zoveel meegemaakt en dachten dat ze ons de zoveelste uitleg opdisten. De partijtop is er natuurlijk wel van geschrokken dat onze motie de steun kreeg van 30 procent van de congresgangers. Maar daar heeft hij zich uiteindelijk niet door laten tegenhouden.

Wanneer besefte u dat uw partij de grote beloftes over een staatshervorming niet zou kunnen inlossen?

DE BRABANDERE: Tot op vandaag geloof ik nog altijd dat we een deel van onze beloftes kunnen waarmaken. Maar ik ben wel een paar illusies armer. Zo was ik er lange tijd van overtuigd dat Yves Leterme echt zou opstappen als hij geen resultaten boekte, en daar heb ik me dus in vergist. Toen hij op 14 juli van dit jaar ontslag nam als premier, geloofde ik aanvankelijk dat hij niet meer op die beslissing zou terugkomen. Maar toen de partijtop grote uiteenzettingen begon te geven over verantwoordelijkheidszin en staatsmanschap, voelde ik de bui al hangen. Vooral de CD&V-jongeren konden niet geloven wat er stond te gebeuren. En een paar dagen later was Leterme dus daadwerkelijk weer premier.

Er is toen iets gebroken?

DE BRABANDERE: We herkenden onze eigen partij gewoon niet meer. Het was ook ergerlijk om te zien dat Leterme zich maandenlang door de Franstaligen aan het lijntje liet houden. Eerst beweerden die dat de N-VA elke vooruitgang blokkeerde, en toen de N-VA weg was, gebruikten ze de benoeming van de burgemeesters van de drie Brusselse randgemeenten als excuus. En dat terwijl Didier Reynders (MR) in juni 2007 al had voorspeld dat er voor de verkiezingen van 2009 geen staatshervorming meer zou komen. De MR is duidelijk niet van plan om bevoegdheden naar de regio’s over te hevelen zolang de PS het in Wallonië voor het zeggen heeft. En het ziet er niet naar uit dat daar na juni verandering in zal komen, want volgens de laatste peilingen is de MR in vrije val. Waarom zouden de Franstalige liberalen dan na de regionale verkiezingen plots wel willen meewerken aan een staatshervorming? Wellicht kan er alleen een doorbraak worden geforceerd als er in juni ook federale verkiezingen plaatsvinden. Dan kunnen er op federaal en regionaal niveau parallelle regeringen worden gevormd. Anders komt er ook na 2009 geen grote staatshervorming.

Bent u teleurgesteld in uw partij?

DE BRABANDERE: Eigenlijk wel. Ze hebben er gewoon te veel mee gerammeld. Telkens weer kregen we een nieuw vooruitzicht en een nieuwe uitleg voorgeschoteld. Dat werd op den duur echt belachelijk. En toen we dachten dat we alles gehad hadden, kregen we het Fortisverhaal op ons dak. Uiteindelijk zijn het alleen CD&V-ministers die zijn opgestapt. Toen er vermoedens rezen dat de regering het principe van de scheiding der machten had geschonden, beslisten Jo Vandeurzen en Yves Leterme zelf om op te stappen. Uiteindelijk bleven de anderen gewoon zitten in de nieuwe regering. Zelfs Didier Reynders (MR), die ook in het Fortisdossier werd genoemd, en Karel De Gucht (Open VLD), die in opspraak is gekomen in verband met vermeende handel met voorkennis. Patrick Dewael (Open VLD) zit nu niet meer in de regering, maar ze hebben hem wel Kamervoorzitter gemaakt. Dat vind ik onbegrijpelijk. Ik heb dan ook veel begrip en waardering voor Inge Vervotte, die ontslag nam als minister omdat ze het niet eens was met die gang van zaken.

U wou toch niet dat Yves Leterme bleef zitten?

DE BRABANDERE: Helemaal niet. Ik zeg alleen dat ook de andere partijen beter nieuwe mensen naar de regering-Van Rompuy hadden gestuurd. Mijn partij vindt dat ze zich niet mag bemoeien met de politici die onze coalitiepartners naar de regering sturen. Daar ben ik het niet mee eens. Telkens weer moet CD&V de leiding op zich nemen en zijn het onze mensen die de arena worden ingestuurd. Waarom zouden we de andere partijen dan niet mogen vragen om ook eens hun verantwoordelijkheid op te nemen? Dit keer hadden we moeten zeggen: akkoord, we nemen weer de leiding van de regering op ons, maar dan moeten jullie wel een paar mensen vervangen. Niemand anders stond te springen om de premier te mogen leveren, hè. We konden dus wel wat eisen stellen.

Sommigen beweren dat met premier Herman Van Rompuy de oude CVP weer helemaal terug is.

DE BRABANDERE: Laten we hopen van niet. Natuurlijk is de vernieuwing binnen CD&V stilgevallen. Onder meer doordat Inge Vervotte, die toch het bekendste gezicht is van de jonge generatie, geen minister meer is. Aan de andere kant toont haar beslissing aan dat die jonge generatie wel een besef van normen en waarden heeft. Maar goed, de trein is weer vertrokken, en ik hoop dat die niet meer stilvalt voor 2011. Hopelijk kan Herman Van Rompuy bij de federale verkiezingen van 2011 een mooi palmares voorleggen, en kan de vernieuwing daarna weer worden voortgezet. Ondertussen is het natuurlijk wel belangrijk dat de standpunten en eisen waarmee CD&V de verkiezingen heeft gewonnen overeind blijven. We mogen niet in dezelfde situatie belanden als de regeringen-Verhofstadt. Toen kon iedereen heel goed met elkaar opschieten, maar uiteindelijk gebeurde er acht jaar lang niets. Ik hoop dat de regering-Van Rompuy wél iets verwezenlijkt. De vooruitzichten zijn natuurlijk niet goed, maar het is niet onmogelijk. Zo heeft Herman Van Rompuy als Kamervoorzitter uitspraken gedaan over financiën en de begroting, die ons heel goed in de oren klonken.

Maar als premier zet hij wel gewoon de plannen van zijn voorganger voort.

DE BRABANDERE: Ik hoop dat hij de moed zal hebben om die op zijn minst bij te sturen, zodat we niet tot 2012 hoeven te wachten voor er begrotingsoverschotten gecreëerd kunnen worden. Het zou een gemiste kans zijn als Leterme door Van Rompuy werd vervangen en alles verder bij het oude bleef. Dat zou een grote ontgoocheling zijn.

Heeft de voorbije maand CD&V verdeeld?

DE BRABANDERE: Ik kan niet ontkennen dat het moeilijk is geweest. Maar nu proberen we de gelederen te sluiten om als groep naar de Vlaamse en Europese verkiezingen te kunnen stappen. We zitten op een historisch dieptepunt, en daar komen we niet uit als we niet op één lijn zitten. Ik denk dat we allemaal geloven dat Herman Van Rompuy de teugels stevig in handen heeft en zijn stempel op de regering zal drukken. Maar het blijft natuurlijk bang afwachten. Veel hangt ook af van hoe Kris Peeters het doet in de gemeenschapsdialoog. De N-VA is nu weg en Yves Leterme leidt de onderhandelingen niet meer, dus hebben de Franstaligen niet veel smoesjes meer om zich achter te verbergen. Aan de andere kant kunnen wij ook geen toegevingen meer doen. We hebben de voorbije maanden al veel te veel toegegeven. Nu is het dus van moeten. Want ondertussen hebben we echt geen alternatieven meer in de kast liggen.

In februari loopt uw mandaat als voorzitter van Jong CD&V af. Heeft uw kritische houding uw verdere politieke carrière gefnuikt?

DE BRABANDERE: Dat weet ik niet. Ik lig in elk geval niet in de bovenste la bij een aantal mensen die veel te zeggen hebben in de partij. De laatste jaren werden veel beloftes gedaan, maar niet aan mij. Op korte termijn hoef ik me dus niet te veel illusies te maken. Wel hoop ik dat ik de toon heb kunnen zetten, en dat mijn opvolger zich straks even kritisch opstelt. Want het is de taak van een jongerenbeweging om het levende geweten van de partij te zijn. Of die dat nu leuk vindt of niet.

DOOR ANN PEUTEMAN/ FOTO’S DIMITRI VAN ZEEBROECK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content