Zijn zoon Alexander vroeg hem om de onderhandelaars te vertellen dat hij het écht wel meende. Het heeft niet geholpen, maar vader geeft niet op: ‘Alexander is de enige troef van de Open VLD.’ Minister van staat Herman De Croo over de lokroep van de oppositie, de strategie van de N-VA en het belang van een propere zandbak.
Na meer dan 40 jaar in de nationale politiek, passages door verschillende regeringen en twee termijnen als eerste burger van het land leidt minister van staat Herman De Croo nu de Open VLD-fractie in de Kamer. Voorlopig toch. Zodra er een nieuwe federale meerderheid aantreedt, zal hij plaats moeten maken voor een van de drie Vlaamse liberalen die nu nog in de regering van lopende zaken worden opgehouden. ‘Omdat ik de langste staat van dienst heb, ben ik nu fractieleider ad interim’, zegt De Croo. ‘En ik moet zeggen: ik geniet ervan.’ Dat bleek duidelijk toen hij bij de opening van het nieuwe parlementaire jaar in de Kamer geheel in eigen stijl een opgemerkte toespraak hield. ‘Zij die een mandaat hebben, moeten daar iets mee doen’, sneerde hij in de richting van de N-VA. ‘Als je promoveert naar eerste divisie kun je niet zeggen: nu spelen we geen wedstrijden meer want we zouden een match kunnen verliezen.’
Dat er straks een nieuwe fractieleider aantreedt, vindt De Croo niet erg. Bode, Kamerlid of minister, in het Paleis der Natiën spreekt iedereen hem toch al jaren met ‘meneer de voorzitter’ aan. En Herman De Croo zou het niet anders meer willen. Maar aan nieuwe ronkende titels heeft hij op zijn 73e niet zoveel behoefte meer. Vooral nu de volgende generatie vroeger dan verwacht met de fakkel is gaan lopen. Een jaar geleden stelde zijn zoon Alexander zich immers als uit het niets kandidaat voor het partijvoorzitterschap, en sindsdien staat De Croo senior vooral bekend als ‘vader van’.
Herman De Croo: Ik had echt niet verwacht dat hij die voorzittersverkiezing zou winnen. Marino Keulen en Gwendolyn Rutten waren sterke tegenkandidaten, en Alexander had totaal geen ervaring. Pas toen hij de tweede ronde haalde, begon ik er rekening mee te houden dat hij wel eens zou kunnen winnen. Uiteindelijk kreeg hij 55 procent van de stemmen: 25 procent voor zijn voornaam en 30 procent voor zijn familienaam. Want de militanten hebben hem natuurlijk niet alleen verkozen vanwege zijn stijl en charmante autoriteit. Ze kozen ook voor het soort liberalisme waar de De Croos voor staan. Wij zijn overtuigde, landelijke liberalen. Vrijzinnig maar geen vrijmetselaars, want dát zullen Alexander en ik nooit worden.
Heeft uw zoon u het voorbije jaar verrast?
De Croo: Hij is ontzettend veranderd. In de aanloop naar de voorzittersverkiezing kwam hij nog stuntelig, aarzelend en soms zelfs naïef over – dat is me toch verteld, want zelf ben ik tijdens die campagne nooit naar hem gaan luisteren. Ondertussen heeft hij veel aan zelfverzekerdheid gewonnen, is hij plankvaster geworden en heeft hij zijn ideeën ook meer ontwikkeld. Mijn ogen zijn opengegaan toen ik samen met hem in een tv-uitzending zat, ik denk dat het bij Phara was. Alexander had daar heel interessante dingen te vertellen, en hij kwam opvallend charmant en vriendelijk over. Ik herkende hem haast niet.
Wellicht zal hij vooral worden onthouden als de man die eigenhandig de stekker uit de regering-Leterme trok.
De Croo: (zucht)Hoe vaak ik dat moet horen! Het is allemaal de schuld van uw zoon, zeggen ze dan. Maar wat moest hij doen? Onder leiding van Jean-Luc Dehaene (CD&V) werd er al wekenlang onderhandeld over de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde en het ging totaal niet vooruit. ‘Papa,’ zei Alexander, ‘ik geloof er niet meer in.’ Op den duur was hij er echt van overtuigd dat het slecht zou aflopen, en dat baarde hem grote zorgen. Hij wou van B-H-V af zodat de regering zich eindelijk op de sociaaleconomische politiek zou kunnen concentreren. Dus eiste hij dat men zich aan de deadline van Pasen zou houden, maar niemand nam hem serieus. Op een bepaald moment vroeg hij mij om de andere onderhandelaars duidelijk te maken dat hij het echt meende: als ze zich niet aan de afspraken hielden, zou de Open VLD uit de onderhandelingen stappen. Daarop ben ik onder anderen Didier Reynders (MR) gaan waarschuwen. ‘Didier,’ zei ik, ‘Alexander zal zich echt aan zijn woord houden, neem hem dus maar liever ernstig.’ Maar Reynders haalde zijn schouders op en antwoordde dat Karel De Gucht er tot drie keer toe mee had gedreigd om uit de federale regering te stappen zonder dat ooit hard te maken. Vandaar dat Reynders en de anderen toch nog van hun stoel vielen toen Alexander uiteindelijk deed wat hij had aangekondigd. Weet u wat een belangrijke beweegreden was? Alexander wou niet doorgaan voor een politicus die wel een groot bakkes heeft maar telkens weer op zijn woorden terugkomt.
Ook bij de Open VLD zelf werd geschrokken gereageerd op de beslissing van de voorzitter.
De Croo: We zaten dan ook met drie federale ministers die nog allerlei plannen wilden uitvoeren, met een uitgebreid kabinet werkten en grote ambities hadden. Natuurlijk waren die niet gelukkig. Ik was dan ook benieuwd of Alexander tegen die tegenwind bestand zou zijn, want een partij beheren is veel moeilijker dan een regering vormen. Maar het lukte hem. Ook van de andere partijen kreeg hij het trouwens zwaar te verduren. Ongelooflijk hoeveel druk er in die periode op hem werd uitgeoefend. Allemaal vonden ze het onverantwoord dat hij de regering liet vallen aan de vooravond van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie. België zou voor de ogen van heel Europa in diskrediet worden gebracht! Maar wat blijkt nu? Het Belgische voorzitterschap is het beste in jaren! Dat zegt zelfs José Manuel Barroso, de voorzitter van de Europese Commissie. Zo nefast was het dus niet dat er in juni nieuwe verkiezingen moesten worden georganiseerd.
Wel voor uw partij, want die viel terug op 14 procent van de stemmen.
De Croo: Dat toont toch aan dat Alexander niet uit electorale overwegingen uit de onderhandelingen is gestapt? Onze uitgangspositie was natuurlijk niet fantastisch, want we hadden de regering niet meteen over een typisch liberaal thema laten vallen. Daarnaast waren het ook nog eens zeer rare verkiezingen: meer dan een derde van de kiezers was in een jaar tijd van partij veranderd. Niet zo vreemd dus dat de Open VLD geen goede score behaalde. Toch had ik verwacht dat de partij Alexander na die verkiezingen hard zou aanpakken.
Waarom is dat niet gebeurd?
De Croo: Omdat Alexander De Croo op dit moment de enige troef van de Open VLD is, natuurlijk. Vergeet niet dat hijzelf op 13 juni zeer veel voorkeurstemmen heeft gekregen. En als je een goede spits hebt, moet de rest van de ploeg ervoor zorgen dat die geen stampen tegen zijn knieën krijgt. Niemand binnen de Open VLD heeft er nu baat bij dat hij geblesseerd raakt, en dat beseffen mijn liberale vrienden maar al te goed. Ondertussen heeft Alexander de partij ook echt in de hand. Zijn grote opdracht is nu om de Open VLD verder uit te bouwen met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen van 2012.
Dan heeft hij nog veel werk, want in de recentste peiling van De Standaard en de VRT zakte de partij verder weg tot 12,4 procent. Hoe kan het tij op korte termijn nog worden gekeerd?
De Croo: Ik ben echt niet pessimistisch. We hebben nu in de eerste plaats nood aan een hele resem Alexandertjes en Alexandraatjes: sterke politici die aanslaan bij de kiezers. Maar daarnaast bevinden we ons natuurlijk ook in een heel vervelende positie. We zouden op alle beleidsniveaus voluit oppositie moeten voeren, maar dat kunnen we nog niet omdat we maar niet uit de federale regering wegraken. Al maandenlang doen we in de regering van lopende zaken wat we moeten doen: Annemie Turtelboom doet goede zaken, Guy Vanhengel doet zijn werk, en ook Vincent Van Quickenborne is op zijn eigen manier present. De regering-Leterme, die lange tijd als de grote boeman werd afgeschilderd, heeft dankzij het Europese voorzitterschap ook weer meer aanzien gekregen. Zelfs minister van Financiën Didier Reynders, die in eigen land vaak werd verguisd, heeft zich ontpopt tot de beste Ecofin-voorzitter van de voorbije acht jaar. Niet slecht, hè? Maar dat neemt niet weg dat mijn partij beter vandaag dan morgen uit de federale regering verdwijnt om zich op de oppositie te kunnen toeleggen. Alleen hebben we dat niet zelf in de hand.
Het zou de Open VLD dus niet slecht uitkomen mocht er een noodregering in het leven worden geroepen ter vervanging van de huidige regering van lopende zaken?
De Croo: (denkt na) Dan zou mijn partij in elk geval meteen in de oppositie zitten, want we zullen nooit in zo’n noodregering stappen. Dat zou ondemocratisch zijn.
Sommigen van uw partijgenoten pleiten ondertussen voor een uitgesproken Vlaamse koers. Zit daar iets in?
De Croo: Natuurlijk niet. Wij zijn een liberale partij en dus liggen onze prioriteiten op sociaaleconomisch vlak. Kijk, op dit moment zijn de regeringsonderhandelaars nog in de grote Belgische zandbak aan het spelen. Hier breken ze een zandkasteeltje af, daar bouwen ze een nieuw op. In plaats van zulke spelletjes te spelen, zouden ze de zandbak beter eens goed effen leggen zodat we ons de komende twintig jaar niet meer met die hele communautaire discussie bezig hoeven te houden. Dan zouden we ons eindelijk echt op het sociaaleconomische beleid kunnen concentreren, en dát is de natuurlijke biotoop van de Open VLD.
Al maandenlang laat Bart De Wever er geen twijfel over bestaan dat hij de liberalen het liefst bij de onderhandelingen zou betrekken.
De Croo: Nogal logisch. Het sociaaleconomische programma van de N-VA lijkt verdacht veel op het onze. Je zou haast denken dat ze het hebben overgeschreven. Natuurlijk wil De Wever ons dan ook meenemen in de nieuwe regering; dat zou iedereen met een beetje politiek verstand proberen. Wij, daarentegen, hebben er belang bij om níét in een regering met de N-VA te stappen. Slaagt de N-VA er straks als regeringspartij in om haar sociaaleconomische plan te realiseren, dan zal ze ons misschien onze laatste stemmen afpakken. Maar lukt dat haar niet, dan kan de Open VLD die kiezers een waardig alternatief bieden.
Is het totaal uitgesloten dat uw partij uiteindelijk toch in de nieuwe federale regering stapt?
De Croo: Nee, maar we zullen dat alleen doen op voorwaarde dat we krijgen wat we vragen. En u weet dat mijn zoon de lat al tijdens zijn eerste gesprek met toenmalig informateur De Wever zéér hoog heeft gelegd. Melden er zich potentiële coalitiepartners die onze eisen zien zitten, dan zullen we echt niet geobsedeerd en halsstarrig aan de oppositie vasthouden. Alleen heb ik niet het gevoel dat die situatie zich zal voordoen.
Wat verwacht u ondertussen van het werk van koninklijk bemiddelaar Johan Vande Lanotte (SP.A)?
De Croo: Johan Vande Lanotte is een heel verstandig en bekwaam man. Maar dat geldt ook voor Bart De Wever, Elio Di Rupo en alle andere mensen die de afgelopen maanden door het hof op pad zijn gestuurd. Wat ik wel hallucinant vind, is dat nu blijkt dat de verschillende partijen de voorbije weken en maanden met geïmproviseerde cijfers zijn komen aanzetten. Eerst leggen ze een plan voor en dan zeggen ze: oeioeioei, zou dat eigenlijk wel allemaal just zijn? Want hoe verklaar je anders dat ze al die cijfers nu door de beste instanties van dit land moeten laten onderzoeken en ook nog eens zes professoren te hulp roepen? Als dat niet op improvisatie wijst! Blijkbaar hebben sommige politici de mensen cijfers naar het hoofd geslingerd waarvan ze niet zeker wisten of die wel klopten. Ongelooflijk.
Denkt u dat Bart De Wever en Elio Di Rupo er op den duur uit komen?
De Croo: Ik hoop het, maar ik vrees ervoor. Meteen na de verkiezingen was al duidelijk dat De Wever en Di Rupo aan een lange lijdensweg begonnen. Dat heb ik al op 14 juni voorspeld. Toen verwachtte ik ook al dat men binnen de kortste keren met allerlei waarschuwingen zou komen aanzetten. De Belgische staatsobligaties lopen gevaar! We worden een Portugal aan de Zenne! Griekenland aan de Schelde! Allemaal doemscenario’s om De Wever en Di Rupo toch maar tot een akkoord aan te sporen. En binnenkort zal er ongetwijfeld nog een tandje bij worden gestoken: het duurt nu echt niet lang meer voor ook de Nationale Bank de alarmbel luidt. Heel voorspelbaar allemaal. En volstaat dat niet om de onderhandelaars tot een oplossing te dwingen, dan zal het spook van nieuwe verkiezingen weer opdoemen als laatste hamerslag om de PS en de N-VA alsnog in elkaars richting te duwen. Lukt het dan nóg niet, dan zullen her en der stemmen opgaan om een klassieke tripartiete coalitie te vormen. Want ook dát heb ik meteen na de verkiezingen voorspeld: mijn partij zal het nog duivels moeilijk krijgen om uit de federale regering te blijven.
Gelooft u dat de N-VA tot een akkoord wil komen, of is die partij al campagne aan het voeren voor de volgende verkiezingen?
De Croo: Ik ben er in elk geval niet echt van overtuigd dat de N-VA op het cruciale moment haar verantwoordelijkheid zal durven op te nemen. Men heeft nu al een paar kansen laten voorbijgaan, hè. Want er waren wel degelijk momenten waarop de mayonaise had kunnen pakken. Er is de voorbije maanden welgeteld één aanwijzing geweest dat de N-VA echt voor een akkoord wilde gaan: toen De Wever in het Oosterweeldossier de brug verloochende en de tunnel slikte. Door die beslissing werd de SP.A in de Vlaamse regering gebetonneerd, en ik dacht dat De Wever dat had gedaan om daarna op federaal niveau een afspiegelingscoalitie in stelling te brengen. Maar dat bleek niet helemaal te kloppen.
Ik vrees dus dat we in de richting van nieuwe verkiezingen gaan. De onderhandelingen zullen zo lang aanslepen dat de N-VA-militanten zich op den duur zullen roeren. Bart is zichzelf aan het verslijten, zullen ze zeggen, hij wordt gedwongen om met linkse partijen te regeren en als we niet opletten benoemen ze straks ook nog die drie burgemeesters in de Brusselse Rand. Want vergis u niet: van die burgemeesters zijn we nog niet af. Het zou me niets verbazen als de onderhandelingen uiteindelijk op dat dossier zouden afspringen. In 1987 viel de regering over één burgemeester, nu zou er geen nieuwe regering kunnen worden gevormd door drie burgemeesters. In twintig jaar tijd is dit land er dus enorm op vooruitgegaan. (grijnst)
Nieuwe verkiezingen zouden wel eens desastreus kunnen zijn voor uw partij en het einde betekenen van het voorzitterschap van uw zoon.
De Croo: De carrière van Alexander is van ondergeschikt belang – al zou het voor de partij een gemiste kans zijn als hij nu al zou moeten vertrekken. Mijn partijgenoten zijn dan wel bang voor nieuwe verkiezingen, maar ik ben er nog niet zo zeker van dat die voor ons zo slecht zouden uitdraaien. Want als het zover komt – wat ik niet hoop – dan zal dat zijn doordat de N-VA geen akkoord heeft willen of durven afsluiten. Misschien denkt de Vlaamse kiezer dan wel dat De Wever al net zo erg is als Yves Leterme: veel beloven maar niets realiseren. Want waarom hebben zoveel Vlamingen op 13 juni voor de N-VA gekozen? Omdat ze dachten dat die partij de boel eens goed zou opkuisen. Ze wilden resultaten en die hebben ze tot nu toe niet gekregen. De N-VA kan dan wel zeggen: we hebben nog méér zetels nodig om echt iets te kunnen doen. Maar dat is natuurlijk onzin, want om echt iets te kunnen afdwingen, moet de partij 76 van de 88 Vlaamse zetels binnenhalen. En dat is zelfs voor de N-VA zeer moeilijk.
Maakt u zich als belgicist zorgen dat het land op zijn laatste benen loopt?
De Croo: Totaal niet. Wat kan er gebeuren? Ofwel scheurt één component zich tegen de goesting van de anderen af en verdwijnt die uit de eurozone, de Europese Unie en de NAVO. Niet echt een optie dus. Ofwel proberen we via onderhandelingen tot een splitsing te komen. Maar dat lukt natuurlijk nooit. De openbare schuld alleen al! Hoe zouden we die ooit op een deftige manier kunnen verdelen? Nee, zo’n boedelscheiding zou nog vele tientallen keren moeilijker zijn dan de vorming van een federale regering, en zou dus eindeloos lang duren. Zorgen maak ik me dan ook niet, want dat is nergens voor nodig. Echt niet.
DOOR ANN PEUTEMAN / FOTO’S LIES WILLAERT
‘Het wordt nog duivels moeilijk voor
mijn partij om uit de federale regering te blijven.’