‘We moeten zélf instaan voor de Europese grenzen’
Premier Charles Michel heeft één jaar na de aanslagen geen geruststellende boodschap voor de natie. ‘Politici die de problemen niet willen zien, zijn gevaarlijk.’
Wie nood heeft aan wat relaxatie, gaat vandaag beter niet op de koffie bij premier Charles Michel (MR). Omsingeld door para’s, security en ander breedgeschouderd veiligheidspersoneel wekt zijn ambtswoning de indruk van een versterkte burcht. Vanmorgen nog vernam hij dat het dreigingsniveau drie voorlopig maar beter gehandhaafd blijft. Het is dan ook geen ontspannen man die we hier te spreken krijgen. Want behalve de situatie in eigen land baren ook de relaties met Turkije zorgen. ‘Turkije ligt op ramkoers met Europa’, zegt hij. ‘President Recep Tayyip Erdogan keert zich af van onze Europese waarden. De uitspraken die hij de laatste dagen heeft gedaan, zijn onaanvaardbaar. Vergelijkingen tussen Nederland en Duitsland en de nazi’s kunnen echt niet. We moeten daarop reageren, en ik vind dat we de toetredingsgesprekken van Turkije tot de EU moeten bevriezen.
Zal dat indruk maken? Door de vluchtelingendeal blijven we met handen en voeten gebonden aan Turkije.
CHARLES MICHEL: Dat maakt het zo frustrerend. Europa heeft twee jaar geleden een grote fout begaan tijdens de onderhandelingen over die deal. We hebben aanvaard om met Turkije de gesprekken te beginnen met een thema – de vluchtelingencrisis – waarop wij het zwakst stonden. Dat land is economisch zwaar afhankelijk van ons, maar dat hebben we niet uitgespeeld.
Niemand denkt eraan om die deal weer ter discussie te plaatsen. We zijn vooral blij dat Erdogan de problemen oplost.
MICHEL: Het is niet mijn droom voor Europa dat de bescherming van onze buitengrenzen aan hem wordt gedelegeerd. In de toekomst moeten we ervoor zorgen dat we onze eigen grenzen kunnen beschermen, en zelf instaan voor de Europese veiligheid.
De naschokken van de aanslagen in Zaventem en Maalbeek zijn nog altijd voelbaar, en het dreigingsniveau blijft op drie staan. Is België vandaag echt veiliger dan een jaar geleden?
MICHEL: De veiligheidsarchitectuur is aanzienlijk verbeterd, maar een nulrisico bestaat niet. Vanmorgen had ik nog een vergadering met de chefs van de veiligheidsdiensten. De situatie is nog altijd delicaat. Het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) houdt het dreigingsniveau op drie. Wij mogen niet vergeten dat dat een uitzonderlijke situatie is.
In de parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen trok politiebaas Catherine De Bolle aan de alarmbel. Omdat er zo veel aandacht gaat naar terreur is er te weinig aandacht voor ‘normale’ criminaliteit. De andere politiediensten zijn onderbemand.
MICHEL: Mevrouw De Bolle heeft honderd procent gelijk, ik volg haar redenering.
Dus gaat u haar nog meer geld geven?
MICHEL: Wij zullen bekijken wat er binnen de begroting mogelijk is. Maar vergeet niet dat de veiligheidsdiensten tijdens deze ambtstermijn al 600 miljoen euro extra hebben gekregen. Geen enkele andere dienst in ons land kan dat zeggen. Genoeg zal het ook nooit zijn. Zelfs als wij nog eens enkele honderden miljoenen extra in veiligheid investeren, blijft er altijd een risico bestaan. Wij worden geconfronteerd met kamikazeaanvallen. Dat hebben we nooit eerder gezien, en het maakt preventie bijzonder moeilijk.
Een besparing die nieuwe middelen kan opleveren: haal de para’s van de straat. Ze kosten volgens sommige ramingen 1,5 miljoen euro per maand.
MICHEL: Het liefst zou ik ze morgen van de straat halen, maar zolang het dreigingsniveau is wat het is, blijven de para’s nodig.
De luchthaven van Zaventem werd door para’s bewaakt. Ze hebben de aanslag niet kunnen voorkomen.
MICHEL: Ja, maar dat wil niet zeggen dat hun aanwezigheid overbodig was. (even stil) Ik ga geen details onthullen over een onderzoek dat nog loopt, maar er zijn ernstige aanwijzingen dat de terroristen rekening hielden met het feit dat de para’s er waren. Zonder hun aanwezigheid waren de gevolgen van deze aanslag waarschijnlijk nog gruwelijker geweest.
De achilleshiel van onze veiligheidsdiensten bleek vooral de uitwisseling van de vele informatie die al voorhanden is.
MICHEL: Dat probleem doet zich vooral voor op internationaal niveau. Informatie-uitwisseling tussen verschillende landen gebeurde traditioneel bilateraal. Een veiligheidsdienst gaf – al dan niet volledige – informatie aan die van een ander land, of deed dat juist niet. Er zat weinig systeem in, laat staan dat er een automatische multilaterale uitwisseling bestond.
Ook de uitwisseling in België was niet optimaal.
MICHEL: Oh ja? Kunt u daar een voorbeeld van geven?
Agenten van het Mechelse politiekorps hadden mogelijk cruciale informatie over de schuilplaats van Salah Abdeslam, de Molenbeeknaar die betrokken was bij de aanslagen in Parijs. Pas na de aanslagen is die informatie tot in Brussel geraakt.
MICHEL: Juist, en toch zie ik een groot verschil met vroeger. U herinnert zich ongetwijfeld de zaak-Dutroux, toen belangrijke informatie niet doorstroomde vanwege een oorlog tussen de verschillende diensten. De fouten die bijvoorbeeld in Mechelen zijn gemaakt hebben een andere oorzaak. Voor zover ik weet, ging het niet om moedwilligheid en slechte intenties, hoogstens over gebrekkige organisatie.
Het gaat dus om incompetentie?
MICHEL: Dat heb ik niet gezegd. Onze veiligheidsdiensten bestaan uit mensen. En het is achteraf altijd makkelijk om te zeggen: ‘Het had anders gemoeten.’ In de twee jaar dat ik met veiligheidsmensen samenwerk, is mijn ervaring dat ze al het mogelijke doen om ongelukken te vermijden.
De Onderzoekscommissie Aanslagen legt de laatste hand aan haar conclusies. Daaruit zou weleens kunnen blijken dat minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) te vroeg met de beschuldigende vinger naar verbindingsofficier Sébastien Joris wees. Het was vooral de antiterreurdienst DJSOC/Terro die het dossier liet liggen van Ibrahim El Bakraoui, een van de daders van de aanslag van Zaventem.
MICHEL: Hij heeft die verklaringen twee dagen na de aanslagen afgelegd, op basis van de informatie die hij toen had.
Jambon heeft die verklaringen in december nog eens herhaald, ook al waren er aanwijzingen dat Joris niet veel te verwijten viel.
MICHEL: Het rapport van de onderzoekscommissie zal daar duidelijkheid over brengen. Maar ik twijfel niet aan de goede intenties van Jan Jambon. Ik heb hem leren kennen als iemand met een buitengewoon engagement voor onze veiligheid én zijn veiligheidsdiensten.
Vanwege de fouten in het dossier-El Bakraoui wilden zowel Jan Jambon als minister van Justitie Koen Geens (CD&V) kort na de aanslagen ontslag nemen. Waarom hebt u hun ontslag toen geweigerd?
MICHEL: Omdat ze zelf geen fouten hadden gemaakt en een ontslag van twee cruciale ministers op dat ogenblik onverantwoord was geweest. Vergeet niet dat de terreurdreiging op dat ogenblik bijzonder groot was.
Hebt u hard moeten aandringen om hen te laten blijven?
MICHEL: (lacht) Het is te vroeg om daar een antwoord op te geven. Misschien doe ik dat later, in mijn memoires.
Kort na de aanslagen beweerde Jambon ook dat er in sommige Brusselse wijken werd gedanst. Daar is nooit bewijs voor geleverd.
MICHEL: Binnen de veiligheidsraad zijn wij – Jan Jambon, maar ook ik – toen geïnformeerd dat er na de aanslagen manifestaties waren waarop moslims steun betuigden aan de terroristen. Vindt u dat niet choquerend misschien?
Ging het om een ‘significante’ hoeveelheid, zoals de minister het verwoordde?
MICHEL: Significant kan zowel ‘veel’ als ‘waarneembaar’ betekenen. Dat is dus een zinloze semantische discussie.
Was het wel zo verstandig om een al geviseerde bevolkingsgroep op dat moment nog eens met de vinger te wijzen?
MICHEL: Waarom zou Jan Jambon dat moeten verzwijgen? De waarheid verzwijgen kan nog gevaarlijker zijn.
Is het van de partij van Jambon ook verstandig om een punt te maken van voorstellen zoals een boerkiniverbod? Moslims voelen zich daardoor alleen maar meer geviseerd.
MICHEL: Daarom moeten we constant in dialoog blijven, en daar stop ik veel energie in. Maar de discussie over de boerkini’s was niet serieus te nemen. Ik heb nog nooit een vrouw gezien die zoiets droeg. Het is daar ook hooguit enkele dagen over gegaan. De N-VA heeft nooit een wetsvoorstel ingediend in het parlement of op de ministerraad.
Vorige week bracht Knack een reportage over moslimjongeren in Brusselse wijken als Molenbeek. De kans dat zij radicaliseren is minstens even groot als een jaar geleden. Maakt u zich daar zorgen over?
MICHEL: Ik ben heel voorzichtig met zulke simpele analyses. Die journalisten zijn misschien beter geïnformeerd dan ik, maar ik heb nooit een objectieve manier gezien om het radicalisme in onze steden te meten. Het is dus ook heel moeilijk om te vergelijken met de situatie van enkele jaren geleden. Het is allemaal vooral een kwestie van perceptie.
Er zijn veel middelen naar onze veiligheidsdiensten gegaan. Moet er niet minstens zoveel geïnvesteerd worden in de ontwikkeling van de achterstandswijken?
MICHEL: Ik betwist dat armoede en werkloosheid dé oorzaken zijn van terrorisme. We weten nog altijd niet helemaal wat een jihadist tot een jihadist maakt. Ze leggen allemaal een heel ander parcours af. Er zijn er die eerst in de kleine criminaliteit zaten, er zijn er ook die daarvoor hogere studies hebben gevolgd. Dat maakt het echt moeilijk om een juiste aanpak tegen radicalisering te vinden. Ik ben me ervan bewust dat het probleem van het radicalisme na de aanslagen zeker niet weg is. Dat is ook de bedoeling van de terroristen. Aan de ene kant jutten ze moslims op tegen degenen die zogezegd de islam bedreigen, en aan de andere kant zetten ze ook andere mensen op tegen moslims.
Zo lijkt het alsof de terroristen aan het winnen zijn.
MICHEL: Het is de opdracht van ons allemaal om dat te vermijden. Ik heb meteen na de aanslagen een toon gezocht waarmee ik niet in de val van de terroristen trapte. Ik zal ook nooit veralgemeende uitspraken over alle moslims doen.
Na de aanslagen in Parijs in november 2015 ging u zelfs verder. ‘De islam is een vreedzame godsdienst van mededogen en tolerantie. Islam heeft niets te maken met terrorisme’, zei u. Zou u dat vandaag nog herhalen?
MICHEL: Zulke momenten zijn belangrijk voor een eerste minister. En natuurlijk sta ik daar nog altijd achter. Wij hebben in Europa een lange geschiedenis met godsdiensten, en we hebben vandaag een goed evenwicht bereikt. De wet van God zal hier nooit boven de wetten van het parlement staan, maar gelovigen en ongelovigen moeten elkaar ook respecteren. Dat is nodig om harmonieus te kunnen samenleven. Enkele dagen na de aanslagen in Brussel heb ik een vergadering belegd met de vertegenwoordigers van alle erediensten in ons land. We hebben samen onze steun betuigd aan de slachtoffers, en zij hebben zich achter dat democratische model ge-schaard. Dat was een belangrijk signaal.
Veel Belgen vinden de islam nog altijd een angstaanja-gende godsdienst. Begrijpt u dat?
MICHEL: Angst is nog nooit de oplossing geweest voor een probleem, maar ik ben daar ook niet doof voor. Zeker op een moment waarop tegelijkertijd terroristen aanslagen in Europa plegen en de vluchtelingencrisis duidelijk maakt dat onze grenzen absoluut niet goed bewaakt worden, waar de IS trouwens ook gebruik van maakt, snap ik die bezorgdheid Ik ben niet naïef. We moeten altijd opletten. Over de fundamentele waarden van onze democratie zoals de gelijkheid van man en vrouw, en de scheiding van Kerk en Staat mogen we nooit compromissen sluiten.
Verdedigen we de westerse waarden genoeg?
MICHEL: Ik heb ze altijd verdedigd, en daar ben ik nooit dubbelzinnig over geweest. Zelfs toen intellectuelen en journalisten het debat dachten te kunnen sluiten door iemand voor de kleinste opmerking als racist weg te zetten, heb ik altijd de problemen benoemd. Politici van andere partijen hebben dat om electorale redenen niet altijd voldoende gedaan.
Aan wie denkt u dan?
MICHEL: Dat moeten jullie zelf maar proberen te bedenken. Die partijen zijn veel te ver gegaan om onze samenleving aan te passen aan de eisen van gelovigen. Gescheiden zwemmen voor mannen en vrouwen, halalmaaltijden op school voor iedereen: dat zijn geen voorstellen waar mijn partij ooit mee zal instemmen. Politici die de problemen niet willen zien, zijn gevaarlijk. En we moeten voorzichtig zijn. Ik denk aan het salafisme en het wahabisme. De aandacht en aantrekking die de extremistische vormen van de islam in Europese steden hebben, vormt een bedreiging voor ons samenlevingsmodel.
Pakken we die stromingen hard genoeg aan? Of zitten onze handelsrelaties met Saudi-Arabië dat in de weg?
MICHEL: Dat is een moeilijke afweging voor elke regering. We zouden onze buitenlandpolitiek met een megafoon kunnen voeren en harde, veroordelende taal spreken. Daar zijn vast voorstanders van te vinden.
Zoals uw vader, Louis Michel, die opriep niet meer te gaan skiën in Oostenrijk na een overwinning van extreemrechts.
MICHEL: Ik ben niet van plan op te roepen om niet meer in Saudi-Arabië te gaan skiën, nee. (lacht) Het is ook nooit tot een breuk tussen ons land en Oostenrijk gekomen, wat die harde aanpak van de Saudi’s wel zou veroorzaken. Ik ben meer voor een voorzichtige aanpak. Door alle bruggen met de Saudi’s op te blazen, speel je de hardliners in de kaart en verliezen de hervormers onze steun. Ik wil ook wel zeggen waar het op staat, maar ik zal altijd aanvoelen tot waar ik kan gaan zonder onherstelbare schade aan te richten. De geopolitieke situatie in de wereld is zo onvoorspelbaar dat wij partners nodig hebben om de situatie onder controle te houden. Landen zoals de Verenigde Staten, China en Rusland zijn daar heel realistisch in. Europa kan zich in zo’n wereld geen romantiek meer permitteren. De burgers zouden daar uiteindelijk maar de factuur voor moeten betalen.
De Europese romantiek van de beginjaren is al even weg. Getuige de pleidooien voor een Europa met twee snelheden.
MICHEL: Ik pleit al langer voor een Europa van verschillende snelheden. Het is tijd om daar echt werk van te maken en het immobilisme te doorbreken. Neem bijvoorbeeld de energiemarkt. Dat is een belangrijke sector, maar de verschillende reguleringen in alle Europese landen zijn een rem op investeringen. Daardoor lopen we jobs mis. We moeten dat Europees oplossen, maar het is onmogelijk om daarover een akkoord te sluiten met Polen. Wel, laten we het dan zonder hen doen. Alleen op die manier kan Europa een nieuw elan krijgen. De Polen horen dan nog wel bij de EU en mogen altijd meedoen. Maar als zij geen verdere stappen willen zetten, doen we het zonder hen. De eurozone is een voorbeeld van zo’n groep van landen die al nauwer samenwerkt.
Ook in de eurozone zijn er politici en partijen die de integratie tegenhouden. Zit de rot niet in het hart van Europa?
MICHEL: U hebt gelijk dat ook in landen zoals Frankrijk anti-Europese en populistische gevoelens opspelen. Ik kan het niet voorspellen, maar de resultaten van de Franse verkiezingen zullen een impact hebben op de koers van Europa. Elke democraat moet dat ook respecteren, net zoals de brexit een legitieme keuze van de Britse bevolking was.
Hebt u al met andere Europese leiders gesproken over de gevolgen van een mogelijke overwinning voor Marine Le Pen en haar Front National? Doen jullie daar voorspellingen over?
MICHEL: Dat is meer iets voor journalisten. De enige zekerheid die ik heb, is dat elke verkiezing altijd een grote verrassing in petto heeft. Dat bewijst ook dat de kiezer echte keuzes in handen heeft. Maar ik geloof niet in de peilingen. We zullen moeten afwachten.
Op wie zou u stemmen?
MICHEL: Ik ga geen campagne voeren voor Franse politici. Ik zal professioneel samenwerken met eender welke kandidaat die uiteindelijk wint.
Lukt het u al om professioneel samen te werken met de Amerikaanse president Donald Trump?
MICHEL: U weet dat ik vicepresident Mike Pence al heb ontmoet. Dat was een uitgebreid en boeiend gesprek, en hij had ook een positieve boodschap. Hij is enthousiast over de samenwerking tussen Europa en de VS. Maar ik stel vast dat Donald Trump andere boodschappen verspreidt. Het is dus te vroeg om daarover te oordelen. Elke nieuwe Amerikaanse regering heeft tijd nodig om zich te installeren. De komende maanden zullen dus nog getekend worden door onvoorspelbare gebeurtenissen en uitlatingen. Daarna zal het stof gaan liggen.
Wat gaat u tegen Trump zeggen wanneer hij in mei naar België komt?
MICHEL: Er zijn enkele onenigheden waarover ik het met hem wil hebben. Het protectionisme dat hij verdedigt is een doodlopende straat. Dat zorgt alleen maar voor meer armoede en minder welvaart, de geschiedenis heeft dat meerdere malen bewezen. Maar ik wil het met hem ook over veiligheid hebben. De tijd dat de Verenigde Staten de factuur betaalden voor de Europese veiligheid is voorbij, dus we zullen ons daaraan moeten aanpassen.
Trump wil dat alle landen meer aan defensie uitgeven. Zal België de tweeprocentnorm van de NAVO halen?
MICHEL: Dat staat in mei op de agenda. Deze regering heeft ervoor gezorgd dat er eindelijk weer meer wordt uitgegeven aan het leger. Dat is een trendbreuk, en we zullen zien welk traject we de komende jaren volgen. Dat heeft trouwens ook een economische kant. Onze investeringen in defensie moeten geen boost geven aan de Amerikaanse economie. We moeten ervoor zorgen dat de Europese industrie de militaire uitgaven binnenhaalt. Ik ben geen protectionist, maar ik ben ook niet naïef.
In mei zullen we het ook over de waarden van de NAVO moeten hebben. De NAVO staat niet alleen voor het verdedigen van onze veiligheid, de waarden van democratie en vrijheid zijn daarin minstens even belangrijk. En net als Erdogan heeft Trump al twijfel laten bestaan over zijn opvattingen daarover. Daar zullen we een hartig gesprek over moeten voeren.
Uw regering heeft de begrotingscontrole snel kunnen voltooien. Maar zal de begroting op het eind van deze regeerperiode in evenwicht zijn?
MICHEL: We hebben die ambitie geformuleerd in het regeerakkoord. Tijdens elke controle maken we daar een evaluatie van. De sanering is belangrijk, en tegelijk moeten we de economische groei zien te stimuleren. De snelheid van het traject waarmee we de begroting op orde brengen, wordt dus bediscussieerd.
Dat klinkt alsof dat evenwicht er voor hetzelfde geld niet meer in zit.
MICHEL: Weet u, er is niets zo eenvoudig als een begroting in evenwicht te brengen. Ik kan dat in een halfuurtje door de belastingen te verhogen en hier en daar wat uitgaven te schrappen. Maar dat zou ook idioot kunnen zijn.
U wilt niet dat deze regering alsnog een kamikazeopdracht wordt.
MICHEL: (maakt wegwerpgebaar) Dat maakt al lang geen indruk meer op mij. Ik heb al zo vaak mogen lezen over de week van de waarheid voor mijn regering, of over de nakende val, dat ik gevaccineerd ben tegen zulke onheilsvoorspellingen.
Tot slot: N-VA-voorzitter Bart De Wever wordt altijd de schaduwpremier van dit land genoemd. U bent het daar niet mee eens. Maar heeft deze regering al eens iets besloten waar De Wever het niet mee eens was?
MICHEL: Wat een absurde vraag. Deze regering is een coalitie van vier partijen die over alles samen beslissen. Maar de N-VA is natuurlijk bijzonder moedig geweest om elke institutionele hervorming te laten vallen. Het gebeurt niet vaak dat de grootste partij van het land haar belangrijkste thema opgeeft. Journalisten hebben het graag over zulke politique politicienne, maar dat trek ik mij al lang niet meer aan. Ik blijf zien waar deze ploeg naartoe gaat. Welke regering heeft in de voorbije twintig jaar zo veel beslissingen genomen in zo weinig tijd? En met zo veel weerstand. Deze regering heeft nochtans 100.000 jobs gecreëerd, en onze concurrentiepositie is aanzienlijk verbeterd. Na twee jaar ben ik niet triomfalistisch, maar de resultaten mogen gezien worden.
Door PETER CASTEELS en JEROEN DE PRETER, foto’s FRANKY VERDICKT
‘Over de gelijkheid van man en vrouw, en de scheiding van Kerk en Staat mogen we nooit compromissen sluiten.’
‘Er is niets zo eenvoudig als een begroting in evenwicht brengen. Ik kan dat in een halfuurtje.’
‘Ik pleit al langer voor een Europa van verschillende snelheden. We moeten het immobilisme doorbreken.’