Hij is een van de belangrijkste neurologen ter wereld. Antonio Damasio over het verschil tussen emoties en gevoelens, het verband tussen kunst en religie, en het belang van hersenonderzoek voor kiezers en politici.

Antonio Damasio, ‘Het gelijk van Spinoza. Vreugde, verdriet en het voelende brein’, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 317 blz. Bij dezelfde uitgeverij verschenen van Damasio ook ‘De vergissing van Descartes’ en ‘Ik voel dus ik ben’.

Wat is de mens? Die vraag gaat al een tijdje mee. Eeuwenlang was het vooral een filosofische vraag: elke denker heeft zijn eigen antwoord bij elkaar gedacht – gegokt, eigenlijk. Het is pas sinds de publicatie van de evolutietheorie door Charles Darwin, sinds 1859 dus, dat we over een wetenschappelijk kader beschikken waarbinnen de vraag op een zinvolle manier kan worden gesteld, en beantwoord.

Gedeeltelijk, althans. Want de raadsels blijven groot. Maar ’s werelds neurologen, die steeds dieper afdalen in het brein, leggen toch, laag na laag, de fundamenten van onze identiteit bloot. Antonio Damasio, hoogleraar neurologie aan de universiteit van het Amerikaanse Iowa, is een van die baanbrekende hersenonderzoekers, misschien wel de belangrijkste, alleszins de boeiendste. Hij vertaalt zijn bevindingen in prachtige boeken die tegelijk diepgaand en toegankelijk zijn, en getuigen van een brede eruditie. Damasio gaat als wetenschapper voortdurend in dialoog met de grote filosofen. Soms delft de filosoof het onderspit, zoals in De vergissing van Descartes. Soms ook niet, zoals in Damasio’s nieuwe boek Het gelijk van Spinoza.

Het cruciale inzicht in dat boek is de op het eerste gezicht absurde stelling dat ‘emoties’ en ‘gevoelens’ helemaal geen synoniemen zijn. ‘Ze zijn zo nauw in een continu proces met elkaar verbonden dat we ze begrijpelijkerwijs beschouwen als een en hetzelfde’, schrijft Damasio. Maar dat zijn ze niet: ‘Emoties spelen zich af in het theater van het lichaam. Gevoelens spelen zich af in het theater van de geest.’ Lees: zonder gevoelens zouden we nog altijd emoties hebben, maar we zouden ons daar niet van bewust zijn.

Evolutionair gesproken zijn emoties ouder dan gevoelens, aldus Damasio. Hij legt uit hoe het ingenieuze samenspel tussen de twee precies werkt: ‘Bepaalde prikkels veroorzaken reacties in een bepaald deel van de hersenen, en van daaruit ook in het lichaam. Dat zijn onze emoties. Die veranderingen in het lichaam worden teruggekoppeld naar een ánder deel van de hersenen, waar onze gevoelens worden gecreëerd. Dat mechanisme is een van de vele regulerende systemen, samen met onder meer het metabolisme en het immuunsysteem, die ons in staat stellen om een toestand van biologisch evenwicht te bereiken, wat belangrijk is voor onze overleving. Op individueel niveau, maar ook op niveau van het collectief: de regulering van emoties en gevoelens is van groot belang voor de organisatie van onze sociale en culturele omgeving.’

Hoe zijn onze gevoelens geëvolueerd?

ANTONIO DAMASIO: De meeste biologische systemen zijn adaptief, ze zijn geevolueerd in functie van de organisatie en overleving van het organisme. Maar ze kunnen voor andere doeleinden worden aangewend. Zo hebben we ons cognitief systeem niet ontwikkeld om te genieten van Shakespeare en Beethoven, maar we gebruiken het er wel voor. Ik denk dat we gevoelens hebben ontwikkeld omdat het systeem, de mens dus, steeds ingewikkelder werd. Het brein werd complexer, onze omgeving werd complexer, en dus hadden we steeds meer regulerende mechanismen nodig om dat biologische organisme in evenwicht te houden. Allerlei systemen houden voortdurend de toestand van het lichaam in de gaten, zodat die toestand constant kan worden bijgestuurd. Gevoelens zijn zo’n systeem: een manier om lichamelijke veranderingen te detecteren, om zo te kunnen bijsturen.

Dus emoties alleen volstonden niet?

DAMASIO: Het evolutionaire voordeel van gevoelens is dat ze ons toelaten om te weten welke emoties we hebben, en wat die emoties veroorzaakt. Zonder gevoelens zou je bijvoorbeeld angstig reageren op de ene prikkel, en seksuele opwinding voelen bij een andere prikkel, maar je zou het niet wéten. En dus zou je altijd blijven steken in een vast stimulus-reactiepatroon. Op zich is dat waardevol, maar dankzij onze gevoelens krijgen we veel meer mogelijkheden: we kunnen bijvoorbeeld achterhalen waarom we angstig reageren, en waardoor die angst wordt veroorzaakt. De evolutie van gevoelens was ook het begin van ons vermogen om de toekomst te voorspellen: we kunnen voorzien welke prikkels goed of slecht voor ons zijn.

Liggen gevoelens aan de basis van onze vrije wil?

DAMASIO: Ik noem gevoelens het begin van een ‘zorg’ of ‘bezorgdheid’. Op basis daarvan kun je natuurlijk heel wat andere dingen bouwen: een ethisch systeem, bijvoorbeeld. Als je je bewust bent van je eigen emoties, kun je je ook bewust worden van wat er met andere mensen aan de hand is. Zo kun je uiteindelijk tot het inzicht komen dat wat goed is voor anderen ook goed is voor jezelf, en wat slecht is voor anderen, ook slecht is voor jezelf. De ontwikkeling van gevoelens wordt dus veroorzaakt door biologische noodzaak, maar heeft uiteindelijk implicaties voor de sociale ruimte waarin je leeft.

Zijn gevoelens ook een soort ‘advertenties’ voor onze emoties?

DAMASIO: Absoluut. Gevoelens laten toe dat emoties kunnen worden gecommuniceerd, bijvoorbeeld via gelaatsuitdrukkingen.

Maar het zijn dus twee verschillende delen van het brein die dat doen.

DAMASIO: Ja. Neem angst, bijvoorbeeld: je hoort een schreeuw, dat leidt tot een angstreactie doordat onder meer de amygdala in onze hersenen wordt ingeschakeld. Die emotie genereert via prikkels in de hersenstam een gevoel van angst. Het is een ingewikkeld systeem met veel feedback, maar je voelt de angst pas als de emotie bij wijze van spreken al onderweg is in het lichaam.

U hebt patiënten die geen angst kennen. Realiseren zij zich dat?

DAMASIO: Nee. Het moet letterlijk aan hen worden uitgelegd. Ze kunnen het zich alleen maar realiseren als ze het te weten komen. Al gebruiken ze die kennis nooit op een efficiënte manier. Emoties zijn zo fundamenteel dat je het niet beseft als je ze verloren bent.

Verlies je de emotie, of alleen maar het gevoel?

DAMASIO: Allebei. Patiënten met schade aan de amygdala kunnen de emotie van angst niet meer genereren, en dus ook het bijbehorende gevoel niet.

Leiden die mensen een tevreden bestaan?

DAMASIO: Dat blijkt inderdaad zo te zijn. Maar omdat ze geen vrees kennen, schrikken ze ook niet als er in een donker steegje plotseling iemand opduikt die hen bedreigt. (lacht) Dat is natuurlijk niet altijd een goede zaak. Maar leven zonder angst kan het je in sommige opzichten een stuk makkelijker maken.

Hebben alleen mensen gevoelens?

DAMASIO: Nee, volgens mij ook andere complexe diersoorten. Honden en katten verschillen niet zoveel van ons in dat opzicht. Wat ze niet hebben, zijn de verbindingen tussen gevoelens die wij hebben ontwikkeld, en de veel bredere uitwerking van onze gevoelens: wij kennen liefde, we kunnen ontroerd worden door kunstwerken…

Zijn onze gevoelens complexer omdat onze sociale omgeving complexer is?

DAMASIO: Tot de landbouwrevolutie, pakweg tienduizend jaar geleden, was het leven simpel: om te overleven, konden we jagen en fruit plukken. Zodra we ons in kleine groepjes begonnen te vestigen op een vaste plek, en aan landbouw begonnen te doen, werd het leven veel complexer. Maar uiteindelijk waren dat nog altijd kleine groepjes die probeerden te overleven. Met de komst van steden, handel, sociale en politieke organisaties werd onze omgeving nog complexer. Dat hebben we allemaal gecreëerd dankzij onze rationele vermogens, maar wel onder impuls van onze emoties en gevoelens. Zonder een emotionele motivatie zouden we die moeite niet hebben gedaan. Maar het komt altijd op hetzelfde neer: we richten onze creativiteit op het oplossen van problemen die essentieel zijn voor onze overleving en ons welzijn.

Als u zegt dat deze inzichten in onze emoties en gevoelens belangrijk zijn voor de organisatie van de samenleving, bedoelt u dan dat we er te vaak van uitgaan dat we rationele wezens zijn?

DAMASIO: Ja, we zijn geneigd om te denken dat we bijzonder rationeel zijn. Je hoeft maar even te kijken naar de stand van zaken in de internationale politiek, om te beseffen dat we allesbehalve rationeel zijn. Integendeel, veel problemen worden veroorzaakt door een verkeerde interpretatie van onze emoties. Daarom geloof ik dat een betere kennis heel praktisch kan helpen bij het oplossen van bepaalde conflicten. Als mensen maar eens zouden begrijpen hoe ze volledig geblokkeerd kunnen raken door woede, die tot agressie en dus tot meer woede leidt, zodat samenwerken niet meer mogelijk is. Een beter begrip van die mechanismen kan helpen om de negatieve gevolgen ervan te verminderen. Een ander voorbeeld is de manier waarop we gemanipuleerd worden door reclame. We kopen veel dingen omdat we geloven dat we er een voorkeur voor hebben, maar we weten vaak niet hoe die voorkeur tot stand is gekomen. Nu is dat natuurlijk geen groot probleem als het gaat over een tv-toestel, maar als het gaat over het maken van een politieke keuze, is dat nogal belangrijk. Dat baart mij de meeste zorgen: politieke manipulatie, en de rol die bijvoorbeeld televisie daarin speelt.

Heeft de evolutie ons uitgerust met het vermogen om rationeel met televisie om te gaan?

DAMASIO: Nee. (lacht) Jagers-verzamelaars kenden het medium nog niet. We zijn dus enorm kwetsbaar op dat punt, dat is duidelijk: er worden vaak mensen verkozen van wie we ons dat nooit hadden kunnen voorstellen. Dat heeft te maken met het soms bizarre emotionele klimaat waarin ze verkozen zijn.

Bestaat er een biologische verklaring voor het feit dat we vaak geneigd zijn om politici te verkiezen die goed overkomen op televisie? Is dat adaptief gedrag vanwege de kiezer?

DAMASIO: Een hele goede vraag. Een van onze duidelijk adaptieve emoties is die van ontzag en bewondering. We hebben de neiging om bepaalde mensen in bepaalde situaties te bewonderen. En als we denken dat iemand iets bewonderenswaardig heeft gedaan, hebben we de neiging om ons aan die persoon te onderwerpen. Dat zie je ook bij primaten, de onderwerping aan iemand die meer macht heeft, of die een probleem heeft opgelost: water of voedsel voor de groep gevonden, bijvoorbeeld.

En het is die adaptatie die ons in de problemen kan brengen.

DAMASIO: Inderdaad. We raken snel onder de indruk van een politicus die kordatere taal spreekt dan de anderen, of die aantrekkelijker is, die met andere woorden – oppervlakkig gezien – bewonderenswaardige kwaliteiten heeft. Ik geloof nooit dat Arnold Schwarzenegger ooit zou zijn verkozen tot gouverneur van Californië zonder de bewondering die hij heeft gekregen door zijn films, waarin zijn zogenaamde macht altijd een belangrijke rol speelt. Dat moeten we leren beseffen, zodat we kunnen zien wanneer we in de val dreigen te trappen. Om een rationele keuze te kunnen maken, moet je erg goed weten hoe je emoties die keuze kunnen sturen. Laten we niet vergeten dat heel wat mensen destijds een grote bewondering hadden voor Hitler.

Welk praktisch advies heeft de neuroloog dan voor de kiezer?

DAMASIO: We moeten nadenken over onze emoties en ze onderzoeken. Zodat we het onderscheid leren maken tussen gezonde en ongezonde emoties. De Duitsers die Hitler in de jaren dertig hebben verkozen, moeten gedacht hebben dat hij een geweldige kerel was. Maar als ze dat wat beter hadden geanalyseerd, zouden ze gezien hebben dat er iets grondig fout zat met zijn manier van denken. Op basis van een rationele analyse hadden ze kunnen inzien dat ze zich lieten meeslepen door emoties: de schaamte na de Eerste Wereldoorlog, de impact van de economische crisis… Het lijkt mij een grote stap vooruit als meer mensen alert zouden zijn voor dat soort emotionele misleiding.

Zou het ook kunnen dat veel Amerikanen rationeel wel inzien dat de Bush-doctrine verkeerd is, maar dat ze diezelfde doctrine emotioneel volledig steunen?

DAMASIO: Dat speelt zeker mee. Heel wat mensen hebben een dergelijke dissociatie. De aanslagen van 11 september waren erg traumatiserend, en dan is het heel natuurlijk om wraakgevoelens te koesteren – iemand zal hiervoor moeten boeten! En zo kan het dus gebeuren dat diegenen die boeten niet diegenen zijn die de aanslag hebben gepleegd. Zo worden de natuurlijke emotionele reacties van mensen politiek geëxploiteerd.

Zou het echt helpen als iedereen doordrongen was van die evolutionaire verklaringen?

DAMASIO: Het lijkt mij essentieel dat we een klare kijk krijgen op onze fundamentele neigingen, zodat we rationeel kunnen sturen welke neigingen de overhand krijgen. Niet alles in onze natuur is goed, maar veel biologisch geëvolueerde eigenschappen zijn dat wel. We zijn allemaal uitgerust met het vermogen om medelijden en sympathie te voelen voor een mens of een dier dat lijdt. Maar als onze omgeving niet bijzonder rijk is aan allerlei factoren die steun en hulp kunnen bieden – ouders, scholen, culturele organisaties – kan die normale, positieve neiging onderdrukt worden en omgezet in agressie.

Kunnen we negatieve emoties onderdrukken, ook als dat indruist tegen hun overlevingswaarde?

DAMASIO: Soms kunnen we niet anders. Gij zult niet doden: toen de eerste mensen die regel invoerden, druiste dat eigenlijk in tegen de agressieve neiging om wél te doden. Dat instinct heeft lang een grote overlevingswaarde gehad. Er zijn biologische redenen waarom ook de neiging om samen te werken is geëvolueerd, maar het is ook de discussie daarover in de eerste samenlevingen die samenwerking heeft gestimuleerd. Onze natuur is niet het hele verhaal, evenmin als onze cultuur dat is. Er is een voortdurende interactie tussen wat genetisch en wat cultureel wordt doorgegeven.

U schrijft vaak over spiritualiteit. Ook dat kunt u lokaliseren in het brein.

DAMASIO: Alles wat te maken heeft met onze mentale processen, kan teruggevoerd worden op bepaalde processen in de hersenen. Emoties en gevoelens zijn dingen die plaatsvinden in het brein. De diepe bevrediging door een mooie symfonie of een mooie roman, de ervaring van liefde en spiritualiteit, de indruk die een spectaculaire zonsondergang op ons maakt: allemaal het werk van hersencellen.

Het religieuze gevoel en de appreciatie van kunst: zijn dat dezélfde hersencellen aan het werk?

DAMASIO: Ik denk van wel. Ik bekijk het zo: als je een gedicht schrijft, creëer je iets uit het niets, om een bepaald gevoel te bereiken. Toen de mens religie creëerde, was dat precies hetzelfde. Zodra je een bewustzijn hebt, begin je je zorgen te maken over het probleem van de sterfelijkheid, het verlies, het voorkomen van onheil… Beeld u eens in wat het betekende voor de eerste mensen met een bewustzijn om zich te realiseren dat een ander mens, aan wie ze gehecht waren, zou sterven. Hoe ga je daarmee om? Ik denk dat godsdienst een artistieke creatie was: het is een verhaal dat je vertelt waarom je zult sterven, en hoe je dat kunt aanvaarden. Ik vind dat verhaal trouwens bijzonder intelligent en interessant, omdat het de mogelijkheid van verlossing voorziet, en zelfs een leven na de dood. Dat compenseert heel wat van het lijden, en dus draagt het bij tot dat noodzakelijke evenwicht, de homeostasis die elk organisme voortdurend nastreeft. Als je een religieus vertrouwen hebt, als je gelooft dat je je geliefden in het hiernamaals zult weerzien, kun je het leven makkelijker aan.

Is het wonder niet weg zodra je beseft dat religie gewoon een kwestie is van chemie?

DAMASIO: Dat geloof ik niet. Het klopt natuurlijk dat we niet meer zijn dan wat vlees en wat chemische reacties. Daarover bestaat geen twijfel. Maar de menselijke geest is ongelofelijk rijk en krachtig en creatief. Ik zie niet in hoe ik die rijkdom zou kunnen minimaliseren. Ik zeg gewoon: kijk eens hoe prachtig de mens in elkaar zit, kijk eens waartoe wij allemaal in staat zijn! Ik suggereer ook helemaal niet dat iemand niet mag geloven wat hij gelooft. Als u gelooft in een leven na de dood, dan is dat geweldig voor u – houden zo!

Maar u hebt het in zekere zin wel weg-verklaard.

DAMASIO: Nee, ik heb geprobeerd te verklaren hoe het tot stand is gekomen. Er zijn maar twee mogelijkheden: of het komt op een of andere mysterieuze manier van boven. Of we hebben het op een of andere manier zélf geconstrueerd. Dan vraag ik mij af: wat is nu het mooiste? Iedereen die ooit een cel onder een microscoop heeft bekeken, weet dat die complexiteit bewondering afdwingt. Ik vind niet dat we onszelf moeten respecteren omdat we geschapen zijn door God. We moeten onszelf respecteren omdat we zijn wat we zijn. Dat lijkt mij een redelijke houding.

Daarom vergiste Descartes zich en had Spinoza gelijk.

DAMASIO: Descartes zag de relatie tussen lichaam en geest helemaal verkeerd. We hebben geen enkele reden om aan te nemen dat er iets bovennatuurlijks, iets niet-materieels is aan onze mentale processen, zoals hij dacht. De oplossing van Spinoza klopt wel: hij ging ervan uit dat onze geest het resultaat is van lichamelijke processen.

Maar zekerheid had geen van beiden, in de zeventiende eeuw. Eigenlijk gokten ze maar.

DAMASIO: Dat is waar. Ze waren ook allebei erg intelligent, Descartes was zelfs een uitstekende wetenschapper. Maar Spinoza had gelijk, zijn visie klopt met wat we vandaag weten.

Identificeert u zich met Spinoza? U hebt ook Portugese wortels.

DAMASIO: Dat wel, maar ik identificeer mij helemaal niet met hem. Integendeel, de reden waarom hij mij zo intrigeert is net dat ik zeker weet dat ik niet zou kunnen leven zoals hij. Hij was praktisch altijd alleen, had geen intieme relaties en bijna geen middelen van bestaan. Ik vraag mij af of hij desalniettemin een gelukkig en tevreden leven leidde. Waarschijnlijk wel. Spinoza koos voor de moeilijke, maar nobele weg. Hij zocht het geluk in rationele kennis van de Natuur of van God – dat waren voor hem synoniemen. Hij noemde het amor intellectualis Dei: een intellectuele vorm van liefde voor God. Volgens Spinoza moet je niet rekenen op verlossing in het hiernamaals, en moet je ook God niet vrezen. Het enige waarvoor je volgens hem bang moet zijn, is je eigen gedrag.

Joël De Ceulaer

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content