Alles heeft hij ervoor over om zijn partij te beletten in de federale regering te stappen. ‘We hebben daar niets te zoeken’, zegt hij. Pieter De Crem over een kieskring die maar niet gesplitst raakt, de fanfare van de premier en het nut van zijn eigen ondubbelzinnige aanpak.
Vorig jaar noemde hij de premier een leugenaar tijdens de DHL-crisis, moest hij bij de voorzittersverkiezing in zijn partij het onderspit delven en werd hij haast de Kamer uitgedragen tijdens een discussie over de fiscale amnestie. Of zijn partijgenoten dat nu fijn vinden of niet, Pieter De Crem (CD&V) is meer dan ooit het gezicht van de christen-democratische oppositie. De leider van de Kamerfractie geniet zichtbaar van elke tackle die hij de premier toebrengt. Zelf in de federale regering stappen, ziet hij niet zitten. Noch voor zichzelf, noch voor zijn partij.
Het jeukt dan ook een beetje nu De Crem in afwachting van de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, waartoe ook zijn partij zich verbonden heeft, niet voluit in de aanval kan gaan. ‘Het dossier van Brussel-Halle-Vilvoorde is een kurk op de fles met de rest van de politieke besluitvorming’, zegt hij. ‘Hoog tijd dat die er wordt uitgetrokken.’
PIETER DE CREM: Deze week wordt de parlementaire procedure definitief in gang gezet. De amendementen van de Vlaamse meerderheidspartijen om de tekst te verfijnen zijn naar de Raad van State vertrokken. Nu kunnen we in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken echt beginnen met de bespreking van de wetsvoorstellen. Dan zitten we midden in een parlementaire logica die niet meer te stoppen is.
Was het niet de bedoeling dat het parlement op de eerste samenkomsten van de interministeriële conferentie zou wachten?
DE CREM: De premier had al zijn hoop gevestigd op informele contacten met de Franstaligen tijdens de kerstvakantie. Maar wat hebben die bijgebracht? Alleen dat er aan Franstalige kant weinig goodwill is. Nochtans hadden de meeste Franstaligen er zich tegen het einde van de zomer bij neergelegd dat de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde onafwendbaar was. Natuurlijk wilden ze daar wel iets tegenover stellen, zoals de intrekking van de rondzendbrief-Peeters. Ondertussen is de situatie danig veranderd door de radicalisering aan Franstalige kant. Door de aanwezigheid van het FDF in hun kamerfractie kan de MR geen toegevingen doen. Voor de Franstaligen moet dit dossier een kwestie van geven en nemen zijn, maar in Vlaanderen is men niet bereid om een prijs te betalen. Ik geloof dan ook niet dat er iets uit de interministeriële conferentie zal komen.
Wat gebeurt er dan?
DE CREM: Dan wordt de parlementaire behandeling gewoon voortgezet. Die kan alleen nog worden gestopt als de federale regering zelf met een wetsontwerp komt aanzetten. En dat zal niet gebeuren, want daartoe heeft ze een consensus nodig. Met andere woorden: wellicht zal het parlement uiteindelijk over een voorstel stemmen, en zetten de Franstaligen de alarmbelprocedure in.
Dan valt de facto de regering.
LETERME: Dan stoppen alle wetgevende werkzaamheden voor een periode van dertig dagen. Daarna kunnen de besprekingen, al dan niet met een nieuw wetsvoorstel of regeringsinitiatief, hernomen worden. Komen ze er na die dertig dagen nog niet uit, tja, dan zal de doodsklok luiden voor Verhofstadt-II.
En dat vindt u jammer?
DE CREM: Ik wil de regering niet over Brussel-Halle-Vilvoorde doen vallen. Daarvoor zijn er genoeg andere dossiers.
Waarom vindt uw partij het dan nodig om een nieuwe deadline uit de kast te halen? Tegen half februari moet het dossier in een stroomversnelling zitten.
DE CREM: Ik hoop zelfs dat de stroomversnellingen tegen die tijd al achter de rug zijn. CD&V houdt zich alleen maar aan het Vlaamse regeerakkoord, waarin staat dat de kieskring ‘onverwijld’ zal worden gesplitst. Dat betekent voor ons dat de partijen die het akkoord hebben ondertekend, geen enkel procedureel of organisatorisch beletsel zullen opwerpen. Ik kan niet geloven dat de SP.A of de VLD zich niet aan hun woord zouden houden.
Wat doet CD&V als het dossier half februari nog nergens staat?
DE CREM: Dan zitten VLD en SP.A met een gigantisch geloofwaardigheidsprobleem en komt de Vlaamse regering onder druk te staan.
Welke prijs zal Vlaanderen moeten betalen om de kieskring gesplitst te krijgen?
DE CREM: Op zo’n immaterieel gegeven kun je geen prijs plakken. Alles wat ertegenover kan worden gezet, heeft een tastbare impact: het vereeuwigen van de faciliteiten in de Brusselse rand, de taalwetgeving voor bestuurszaken in Brussel en de ratificatie van het minderhedenverdrag. Voor ons is het onbespreekbaar dat op één van die dossiers zou worden toegegeven. Sommigen zien blijkbaar iets in een Vlaamse bijdrage om de amechtige financiële toestand van Brussel te verhelpen, maar ook daar zijn we het niet mee eens.
U gelooft toch niet echt dat Vlaanderen de splitsing gratis zal krijgen?
DE CREM: De Vlaamse meerderheidspartijen hebben vorige week toch al een mooie toegeving gedaan aan de Franstaligen met de stemming van de zogenaamde ‘droogleggingswet’ in de Senaat?
In communautair delicate tijden helpt het niet als uw kartelpartner N-VA met vrachtwagens vol nepbiljetten de miljardentransfers naar Wallonië gaat aanklagen.
DE CREM: Het helpt ook niet als minister van Justitie Laurette Onkelinx van op het PS-congres samen met de Brusselse minister-president Charles Picqué laat weten dat de federale begroting wordt uitgesteld. Of als mevrouw Onkelinx zegt dat de Franstaligen in de Brusselse rand de rondzendbrief-Peeters beter gewoon negeren. Daarnaast ben ik tot nader order niet verantwoordelijk voor de acties van een kartelpartner.
Onlangs kondigde u aan dat uw fractie de oppositie in de vijfde versnelling zal schakelen. Hangt dat samen met de jongste peilingen waaruit kan worden afgeleid dat de kiezers CD&V op élk niveau als een meerderheidspartij zien?
DE CREM: Het klopt dat veel mensen geen onderscheid maken tussen het federale en het Vlaamse niveau. Het is sowieso niet comfortabel om op Vlaams niveau in de regering te zitten en federaal oppositie te voeren. Die Vlaamse driepartijenregering was een zaak van moeten. Vijf jaar lang hadden we de Vlaamse regering bevochten in bijzonder moeilijke omstandigheden. Net was de opinie aan het keren of we wonnen bij de Vlaamse verkiezingen en stapten in de meerderheid. Volgens mij gingen we vooral daardoor achteruit in de eerste peilingen na de verkiezingen.
De belangrijkste reden om naar de vijfde versnelling over te schakelen, is dat we ons duidelijk moeten onderscheiden van het Vlaams Belang, de enige andere Vlaamse oppositiepartij in de Kamer. We moeten ons constant onderscheiden van die partij én van de meerderheid. Dat we bij de Vlaamse verkiezingen vooruit zijn gegaan, komt niet alleen door het leiderschap van Yves Leterme, maar ook doordat we voortdurend een andere teneur hebben aangehouden dan rood en blauw. Vorig jaar hebben we gewonnen omdat we geloofwaardig waren, en dat moeten we blijven. Daarom is de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde ook zo belangrijk voor mijn partij.
Premier Guy Verhofstadt (VLD) wil van 2005 een jaar van harmonie en verzoening maken. Doet u mee?
DE CREM: Die harmonie van de premier is een fanfare van honger en dorst. Laten we eerlijk zijn: het gaat niet zo goed met zijn partij, vooral niet wat geloofwaardigheid betreft. Als deze regering om de een of andere reden ophoudt te bestaan, is het lang niet zeker dat de VLD er in de nieuwe ploeg weer bij zal zijn. En dat beseffen de liberalen maar al te goed. Met ideetjes zoals het harmoniemodel proberen ze zich tegen dat doemscenario te wapenen
Natuurlijk is mijn fractie niet van plan om daar zomaar in mee te stappen. Wij zullen blijven herhalen dat deze federale regering het slecht doet. Niet alleen omdat dat nu eenmaal zo is, maar ook omdat we moeten weerstaan aan de druk om ons meer te conformeren. Dat zou het einde van de oppositie betekenen, want theduty of the opposition is to oppose.
Op de manier waarop uw fractie vorige maand oppositie heeft gevoerd tegen de eenmalig bevrijdende aangifte (EBA)?
DE CREM: Wij hebben toch van het begin af gezegd dat we die EBA een slechte zaak vonden? Iedere Belg die altijd trouw zijn belastingen heeft betaald, wordt erdoor benadeeld. De regering heeft de fiscale amnestie gebruikt om het gat in haar begroting te verdoezelen. Alsof dat nog niet volstaat, rammelt de wet ook nog eens aan alle kanten. Dus hebben wij die bestreden met alle mogelijke parlementaire middelen. Zelf ben ik naar het Arbitragehof gestapt, terwijl Hendrik Bogaert (CD&V) de wet bij de Raad van State heeft aangevochten. Vorige maand heeft de Raad van State dan de passage over de omvang van de boetes vernietigd, maar achteraf werd gezegd dat het om een fout van de griffier ging. In mijn ogen bewijst dat alleen maar het amateurisme waarmee de wet tot stand is gekomen.
Volgens minister van Finan- ciën Didier Reynders (MR) wist Hendrik Bogaert maar al te goed dat het om een vergissing ging, maar wilde hij de EBA-wet weer eens in diskrediet brengen.
DE CREM: (droogjes) Dat klopt niet.
Heeft het u een stap vooruitgeholpen dat u bij de bespreking in het parlement voor een scène zorgde en weigerde het spreekgestoelte te verlaten?
DE CREM: Nee, maar ik moest mijn fractie in bescherming nemen. Toen Hendrik Bo- gaert minister Reynders een vraag stelde over het rapport van de Raad van State, leek die als door een horzel gestoken. Hij viel helemaal uit zijn rol, zei eerst dat hij Bogaert persoonlijk aansprakelijk zou stellen voor de gederfde inkomsten en werd toen nog persoonlijker: ‘Ik wil een vraag stellen aan de CD&V-fractieleider: is dit democratisch?’ Ik ben toen voor het doel gaan liggen om te vermijden dat Hendrik Bogaert nog ergere verwijten naar zijn hoofd geslingerd zou krijgen.
De EBA heeft maar 200 miljoen euro opgebracht in plaats van de verwachte 800 miljoen. Draagt CD&V, die de fiscale amnestie keer op keer onderuit heeft gehaald, daar verantwoordelijkheid voor?
DE CREM: Natuurlijk niet. Weet u hoe ze op die 800 miljoen euro zijn gekomen? Ze hebben fiscale analisten gevraagd hoeveel Belgisch geld volgens hen op buitenlandse – vooral Luxemburgse – rekeningen stond. Die schattingen zijn dan tijdens nachtelijke vergaderingen opgeklopt. Het is ook geen toeval dat die 800 miljoen euro, of iets meer dan een half procent van het bruto binnenlands product, ongeveer overeenkwam met hun tekort in de begroting. Nochtans stond het in de sterren geschreven dat lang niet iedereen braafjes met zijn zwart geld zou terugkeren. De grote vermogens zitten al lang ergens buiten de eurozone, op de Kaaimaneilanden of zo.
Door de bank genomen lijkt de spreidstand van CD&V tussen meerderheid en oppositie wonderwel te lukken. Wat zijn jullie keukengeheimen?
DE CREM: Doordat we niet in de federale regering willen stappen, kunnen we onszelf zijn in de oppositie. Dat we het in CD&V zowel over de aanpak in de federale oppositie als in de Vlaamse meerderheid roerend eens zijn, vergemakkelijkt het werk natuurlijk. Maar ik moet in alle eerlijkheid toegeven dat ook de druk van buitenaf dat in de hand werkt: de mensen zitten niet te wachten op nog een politieke partij die verscheurd wordt door interne ruzies.
Ging u daarom zo voorzichtig en beleefd om met Jo Vandeurzen, uw tegenkandidaat voor het voorzitterschap van CD&V?
DE CREM: Wij wáren gewoon geen antagonisten. Onze programma’s verschillen natuurlijk op verscheidene punten, maar in de grond willen wij dezelfde invulling geven aan de christen-democratie. Jo heeft het uiteindelijk gehaald. Dat is een keuze van de leden, en die wordt door niemand gecontesteerd. Er is een tijd geweest – toen ik nog onder de jeugdpuisten zat – dat bepaalde topfiguren in de toenmalige CVP niet met elkaar konden opschieten. Die periode heeft mijn partij getraumatiseerd, en we hebben geen zin in een herhaling van dat scenario.
Antagonisten of niet, een aantal kopstukken heeft zich in de aanloop naar de voorzittersverkiezing tegen u uitgesproken. Of beter: voor uw tegenstander.
DE CREM: (lacht) Dat is nu een echte CD&V-nuance.
Heeft het u gepakt dat een paar politieke zwaargewichten zo duidelijk de kant van Jo Vandeurzen kozen?
DE CREM: Een van mijn voornemens voor 2005 is om niet meer over die verkiezing te praten. Dat lijkt me ook het gemakkelijkst.
Het heeft u niet gekwetst?
DE CREM: Ik pijnig mezelf niet met dat soort overpeinzingen. Als parlementslid heb ik altijd voor polarisatie gezorgd, zowel in het parlement als in mijn partij. Dat was echt niet sterker dan mezelf; ik heb het doelbewust gedaan. ‘We zijn er niet tegen en we zijn er niet voor’ mag voor een democraat niet volstaan. De mensen moeten weten waar we voor staan. Dat iedereen wist hoe we over het migrantenstemrecht dachten, was grotendeels dankzij mij. Niet dat ik dat als mijn ultieme heldendaad beschouw, maar voor mijn partij was het toch heel belangrijk. Ik ben niet iemand die zich altijd weer conformeert. Dat zou misschien makkelijker zijn, maar zo zit ik niet in elkaar. Duidelijkheid is mijn fond de commerce. Een gebrek vind ik dat niet, integendeel. Als sommigen in of buiten de partij daar problemen mee hebben, dan is dat maar zo.
Was het probleem tijdens de voorzittersverkiezing ook niet dat u in tegenstelling tot Jo Vandeurzen niet uit het ACW (de koepel van de christelijke werknemersorganisaties) komt?
DE CREM: Ik ben toch het beste bewijs dat je ook zonder het ACW een stem in het kapittel kunt hebben? Ik ben geen ACW’er, ik behoor niet tot de Boerenbond en ik ben geen middenstander. Ik ben een christen-democraat. Punt. Ik weet dat veel mensen de macht van de standen in de partij overschatten, en daarom moeten we er waakzaam voor zijn dat de mensen de impact van het ACW niet overschatten. Want in werkelijkheid bepalen wij tegenwoordig zelf onze standpunten.
En vullen jullie ook zelf alle postjes in?
DE CREM: (lacht) Zo veel hebben we er niet meer te verdelen, hé.
Misschien wel als CD&V straks inbreekt in de federale regering.
DE CREM: Dat zijn we niet van plan.
Ook niet als het heikele dossier van Brussel-Halle-Vilvoorde van de baan is?
DE CREM: Nee. Ook Jo Vandeurzen zegt – zoals de Kamerfractie al in de zomer stelde – dat we niet de dépanneur van de federale regering zullen spelen. Dat gespeculeer over onze instap in de federale regering slaat trouwens nergens op. Deze coalitie heeft 98 zetels op de 150, en is daarmee de sterkste tweepartijencoalitie sinds de regering-Lefèvre-Spaak in het begin van de jaren zestig. Wat zouden we dan in die regering kunnen gaan doen? En waarom zouden ze het ons gunnen? CD&V is numeriek niet nodig in de federale regering en zou dus alleen dood gewicht zijn. Daarnaast moeten we hoe dan ook vermijden dat het Vlaams Belang de enige Vlaamse oppositiepartij wordt. Daarom zal ik tot het uiterste vechten om mijn partij tegen te houden als ze in een federale regering zou willen stappen.
Door Ann Peuteman
‘Waarom zou CD&V vrijwillig dood gewicht spelen in de federale regering?’