Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

Kan één kortingpasje de cultuursector redden? In Amsterdam bewijst het nieuwe platform We Are Public van wel. Wat belet Vlaanderen om het voorbeeld te volgen?

Een grootstad heeft één nadeel: keuzestress. Amsterdam heeft zo een groot cultureel aanbod dat het verlammend werkt – waar naartoe? Daar heeft We Are Public iets op gevonden. Hun website werkt als een soort Spotify voor de kunsten. Voor vijftien euro per maand word je lid en kun je gratis – of met belachelijk veel korting – gaan kijken naar tentoonstellingen, theatervoorstellingen, lezingen, concerten en films. Achter de schermen speurt een kritische redactie naar de parels uit het aanbod en presenteert ze een selectie op een overzichtelijke en gebruiksvriendelijke site. Even klikken en een uurtje later zit je in een pluchen zeteltje te genieten. Reken je winst uit: één keer per maand je ledenkaart tevoorschijn halen is voldoende om je inleg terug te winnen. En niemand houdt je tegen om er schaamteloos veel gebruik van te maken; het aanbod blinkt uit in variatie.

Maar hoe werkt het? We belden met oprichter Bas Morsch die eerder al aan de wieg van concertpromotor Subbacultcha stond en blijkbaar van de nood een deugd heeft gemaakt. ‘Na de zware besparingen in de cultuursector gingen organisaties op zoek naar nieuwe verdienmodellen. Dat bieden wij aan: met de gelden van onze leden – intussen zijn dat er al meer dan drieduizend – vergoeden we de instellingen en maken we reclame voor hun aanbod. Omdat we de kwaliteit streng bewaken, geldt We Are Public als een keurmerk. Die geloofwaardigheid werkt langs twee kanten: leden hebben vertrouwen in onze keuze, instellingen haken maar wat graag aan. In het begin werkten we met 30 organisaties, tegenwoordig zijn dat er 75 en er blijven voorstellen binnenlopen. Een goede redactie is dus noodzakelijk: we hebben één hoofdredacteur en vijftien experts uit het veld die het aanbod analyseren.’

Al anderhalf jaar draait het platform op volle toeren en uitbreiding lonkt: Den Haag wil alvast mee profiteren van het succes en ook de Vlaamse tak van Subbacultcha probeert te vervellen tot We Are Public. Dat loopt echter niet van een leien dakje. ‘In Nederland kregen we een opstartsubsidie, ongeveer 100.000 euro, geld dat bijna integraal doorstroomde naar de culturele sector. We hadden gewoon een opzetje nodig om de motor aan te zwengelen. Nu houdt het zichzelf in stand, met volle zalen en tevreden cultuurgebruikers als resultaat. Hopelijk krijgen we het in het iets stuggere Vlaanderen ook van de grond. De initiële zoektocht naar startkapitaal leverde niet veel op, maar we geven niet op.’

Wat let Vlaanderen? Steden als Gent, Antwerpen en Brussel kunnen zeker zo’n project gebruiken, liefst gecoördineerd zodat je met dezelfde pas overal terechtkunt. Dan kan het gemekker over subsidies, lege zalen en desinteresse van het publiek ophouden.

Roderik Six

‘Wij zorgen voor volle zalen en tevreden cultuurgebruikers. Hopelijk lukt dat ook in het stuggere Vlaanderen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content