Het tellen van de stemmen voor de verkiezing van een nieuwe voorzitter van de Volksunie werd niet alleen aan het Barrikadenplein met belangstelling gevolgd. Ook in de hoofdkwartieren van de andere partijen die deel uitmaken van de meerderheid in het Vlaamse parlement werd de bekendmaking van de uitslag met een visadempje afgewacht. Ondanks de stemmenwinst op 13 juni 1999 is de VU een partij in nood – en die kan rare sprongen maken.
De verscheurende verkiezing kreeg de winnaar die kon worden verwacht: uitdager Geert Bourgeois won het pleit en mag proberen om de ondertussen diep verdeelde formatie weer op het spoor te zetten. Het was voor een bittere Patrik Vankrunkelsven geen troost dat zijn opvolger verzoenende woorden sprak en vindt dat er niet meteen veel aan het beleid moet worden veranderd. Wat dat vriendelijke schouderklopje voor Vankrunkelsven precies betekent, zal snel blijken. Er wachten namelijk ook voor de Volksunie belangrijke gemeenteraadsverkiezingen.
De rechtlijnige Bourgeois was vorige zomer geen voorstander van regeringsdeelname. In de constructie, waarbij de Volksunie wel in de Vlaamse regering zou zetelen maar niet in de federale, kon de partij geen ijzersterke garanties krijgen over een verdere staatshervorming. Patrik Vankrunkelsven werd al vroeg in de herfst pijnlijk verrast in de kwestie van het Franstalige onderwijsgeld, toen bleek dat er daarover tijdens de federale coalitiegesprekken afspraken waren gemaakt waarvan de VU niet op de hoogte was.
Geert Bourgeois was ook niet gecharmeerd van de gretigheid waarmee boegbeeld Bert Anciaux zijn zetel in het Europees parlement wou ruilen voor een Vlaamse ministerportefeuille. Anciaux bewees zijn partij geen dienst door bij de verkiezingen voor Europa te opteren, omdat hij het leven in de Belgische Senaat niet meer leuk vond. De vergadering waarop Bert – hij is de rode draad in het verhaal – zijn portefeuille toch kreeg, sloeg diepe wonden: veel VU’ers zijn de grillen van de verwende Anciaux beu. De minister van Cultuur reageerde in eerste instantie voorzichtig op de verkiezing van Bourgeois. Een krachtmeting tussen de twee heren zou de VU zonder meer fataal worden.
Het is de historische verdienste van de Volksunie dat ze het Vlaams-nationalisme, beladen met het stigma van de collaboratie, in de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog in democratisch vaarwater heeft gehouden en weer respect heeft bezorgd. Ze heeft daarmee meer bereikt dan haar leiders van het eerste uur wellicht voor mogelijk hielden. Het probleem van de partij is dat die rol uitgespeeld is. Een harde kern van nationalisten zette de stap naar het Vlaams Blok. Wie een meer democratisch Vlaams gedachtegoed genegen is, kan met die verzuchting tegenwoordig ook bij andere Vlaamse partijen terecht. Tot zelfs bij de ooit zo verguisde liberalen toe: de twee partijen dachten in een zeer recent verleden zelfs grondig na over een meer dan nauwe samenwerking.
Het toont aan dat de Volksunie zelf ook niet blind is voor die ontwikkeling. Pogingen om het discours van de partij te verbreden, dateren niet van gisteren of eergisteren. Maar de ideeënbeweging waar Bert Anciaux zijn schouders onder zette, leverde tenslotte niet veel op. Het is ook moeilijk om origineel te zijn in een veld waar Agalev, ten dele de VLD en sinds kort ook weer de SP opereren. De hele ID-operatie kost de VU op dit moment veel geld, en ze frustreert Vlaams-nationalisten die de partij in de loop der jaren desondanks trouw zijn gebleven.
Het is niet de eerste keer dat er bij een voorzittersverkiezing in de Volksunie twee blokken tegenover elkaar staan of dat haar boegbeelden interne tegenstrijd oproepen. Het ging net zo met Hugo Schiltz, die de partij in de jaren zeventig en tachtig naar compromissen stuurde om de federalisering mogelijk te maken.
Het ging toen om meedoen of niet meedoen – en dat was een fundamentele keuze. Na het eerste verkiezingssucces in jaren staat nu paradoxaal genoeg het voortbestaan van de partij zelf op het spel. De bedaarde advocaat Bourgeois moet de rust herstellen en structuur brengen in het rommelige en chaotische denken. Het gevoel overheerste blijkbaar dat hij een beter tegenwicht vormt voor de populist Anciaux; dat Patrik Vankrunkelsven dat ongeleide projectiel niet genoeg onder controle had.
Het zal vooral daarvan afhangen of er voor de VU nog een plaats is op de kaart. Als dat niet zo is, rest de voorzitter toch weinig anders dan te proberen om wat er van zijn partij overblijft een andere haven binnen te loodsen.
Hubert van Humbeeck