Twee maanden na de federale verkiezingen zitten de regeringsonderhandelingen muurvast. De twijfels nemen toe of er wel een oranje-blauwe regering komt, en zelfs of er een regering komt tout court. Wat als formateur Yves Leterme onderuitgaat? Luidt dat het einde in van België zoals we het vandaag kennen?
Nog hooguit acht weken heeft Yves Leterme (CD&V). Dan gaat het federale parlement weer aan de slag, en worden er onvermijdelijk wetsvoorstellen ingediend voor de splitsing van het gerechtelijk arrondissement en de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. De tijd dringt dus, en na lange weken van formatiegesprekken is er bitter weinig vooruitgang geboekt. Twee weken geleden hoedde Vlaams Parlementslid Eric Van Rompuy (CD&V) er zich in Knack nog voor om te speculeren over wat er na Letermes eventuele crash zal gebeuren. Hij geloofde dat de Franstaligen uiteindelijk zouden inzien dat het de Vlamingen menens is, en dat ze dan zouden inbinden. Vandaag is er nog steeds niet veel wat daarop wijst. Voorlopig houdt het Vlaamse front stand, net als het aloude Franstalige non. De oranje-blauwe onderhandelaars mogen dan al een handvol akkoorden op zak hebben, zolang daar geen stevige communautaire doorbraak tussen zit, zijn die amper een cent waard.
Vandaar dat niet alleen separatisten en zwartgallige pessimisten tegenwoordig oreren dat België op een heuse crisis afstevent. Ook aan de poort van het kasteel van Hertoginnedal valt het woord ‘crisis’ meer en meer. Tegelijkertijd circuleren ook de meest uiteenlopende scenario’s over de toekomst van het land in het geval dat Leterme onderuitgaat. Herman Van Rompuy als nieuwe (in)formateur is wellicht de meest voorzichtige pronostiek, maar er wordt ook rekening mee gehouden dat de socialisten alsnog een uitnodiging zouden krijgen – onder meer omdat het nu eenmaal makkelijker onderhandelen is met PS-voorzitter Elio Di Rupo aan de tafel. Zelfs de groenen zouden weer van onder het stof worden gehaald. Afhankelijk van de bron wordt er ook gedroomd van en gevreesd voor het einde van de Belgische staat in zijn huidige vorm. In elk geval zal een eventueel falen van Leterme meer en meer Vlamingen ervan overtuigen dat de vorming van een federale regering niet meer mogelijk is, en misschien zelfs niet eens meer wenselijk.
‘CD&V moet onder de lat door’
Willy Claes (SP.A) is voormalig secretaris-generaal van de NAVO en oud-minister van Buitenlandse Zaken.
‘Het is een publiek geheim dat de internationale gemeenschap al geruime tijd meewarig neerkijkt op het Belgische zootje waar niemand nog aan uit kan. Maar op korte termijn hoeven we geen reactie te verwachten van welk land of internationaal orgaan ook. Op langere termijn verzwakt de huidige situatie onze credibiliteit op internationaal vlak, en die is al niet sterk. Ik ken het dossier over de VN-troepenmacht voor Darfur niet precies, maar ik heb begrepen dat we voor eind augustus klaarheid moeten scheppen over een eventuele deelname. Denk je eens in dat we in New York moeten gaan uitleggen dat we dat niet kunnen beslissen omdat we geen regering hebben!
Een veel belangrijker reden waarom we zo snel mogelijk een nieuwe regering nodig hebben, is de dreigende economische crisis. We moeten kunnen reageren als het nodig is. En dat zou wel eens het geval kunnen zijn, want de crisis met de hypothecaire kredieten in de Verenigde Staten heeft nu al gevolgen voor de bankwereld. Ik weet dat de Europese Centrale Bank en onze Nationale Bank een ruime autonomie genieten, maar het zou toch niet slecht zijn om een regering te hebben die in Frankfurt kan meepraten over de te voeren monetaire politiek. Met alle respect voor een dossier als B-H-V, maar dít gaat over koopkracht en werkgelegenheid.
De problemen bij de regeringsonderhandelingen stonden overigens in de sterren geschreven. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt in de eerste plaats bij CD&V. In een soort wanhoopspoging om weer in de federale regering te raken is CD&V in kartel met de N-VA naar de verkiezingen getrokken met een communautair programma waarvan iedereen wist dat het niet realiseerbaar was. Ze wisten op voorhand dat ze met hun kop tegen de muur zouden lopen. De schaduw van Elio Di Rupo (PS) hangt zo drukkend over de onderhandelingen dat de Franstaligen geen millimeter durven te bougeren. Hoe dan ook, men zal een of ander middel moeten vinden om CD&V/N-VA onder de lat te laten doorgaan. Een tripartiete regering zou daar niets aan veranderen.
Ik wil Yves Leterme nog wat krediet geven, maar ik begin er stilaan toch aan te twijfelen of hij in zijn opdracht zal slagen. En als er een crisis komt, moet men volgens mij een nieuwe onderhandelaar het veld insturen, maar behalve Jean-Luc Dehaene (CD&V) zie ik niemand die de sfeer zou kunnen ontspannen. Ik weet niet of hij het opnieuw zou willen doen, maar in dat geval zou ik hem aanraden het belang van het land voorop te stellen. Een nieuwe onderhandelaar moet men sowieso zoeken in het CD&V-huishouden, want voor een verregaande staatshervorming zijn de voorwaarden zoals gezegd niet vervuld. CD&V heeft de scherven gemaakt, en het is in die hoek dat die nu moeten worden gelijmd.’
‘We staan voor een copernicaanse revolutie’
Kris Peeters (CD&V) is Vlaams minister-president.
‘Ik druk me zacht uit als ik zeg dat de federale regeringsonderhandelingen nu moeizaam verlopen, maar ik heb liever een goed akkoord dat langer op zich laat wachten dan een slecht akkoord en een regering in september.
Op 7 september schiet de Vlaamse regering in elk geval opnieuw uit de startblokken. Een aantal dossiers waarover samenwerkingsakkoorden bestaan met de federale regering blijft nu sudderen. De sanering van private stookolietanks, bijvoorbeeld, en – delicater – de nachtvluchten in Zaventem. Dat dossier loopt vertraging op omdat de regering van lopende zaken daarin nu niet met het nodige aplomb kan handelen.
Elk federaal compromis zal getoetst worden aan de vijf resoluties van het Vlaams Parlement en aan het Vlaamse regeerakkoord. CD&V is naar de verkiezingen getrokken met duidelijke communautaire eisen, en de kiezer heeft duidelijk geoordeeld dat die niet onbelangrijk zijn. Misschien zijn de geesten aan Franstalige kant nog niet rijp om toegevingen te doen maar de crisis die nu in de lucht hangt, brengt misschien een catharsis teweeg.
Een crisis moet ertoe leiden dat de Franstalige onderhandelaars inzien wat er in Vlaanderen leeft en dat dit een historisch moment is. We staan voor een copernicaanse revolutie. Vroeger dacht men dat de zon rond de aarde draaide, maar het omgekeerde bleek. De vergelijking gaat min of meer op voor de verhouding tussen de deelstaten en het federale niveau. Het federale niveau moet zich dienstbaar opstellen ten aanzien van de deelstaten, en niet omgekeerd.
Het idee van José Happart (PS) om met alle democratische partijen een overgangsregering te vormen onder leiding van Guy Verhofstadt (Open VLD), is de moeite niet waard om op te reageren. Het waarheidsgehalte en de toegevoegde waarde ervan is zo goed als nihil. Nee, Yves Leterme staat er, en hij zal er alles aan doen om te slagen. Maar of dat lukt, hangt niet alleen van hem af.’
‘De grootste communautaire crisis sinds de Koningskwestie’
Guy Vanhengel (Open VLD) is Brussels minister van Financiën en Begroting.
‘Niet slagen is geen optie, want dan komen de twee publieke opinies diametraal tegenover elkaar te staan. De Vlamingen zouden het falen helemaal toeschrijven aan de Franstalige onwil om aan hun kleinste verzuchting tegemoet te komen, en de Franstaligen zouden hun idee bevestigd zien dat de meerderheid van de Vlaamse politici het land wil splitsen. Uitstel van een akkoord speelt alleen N-VA en FDF in de kaart. Als de grote partijen niet slagen, zullen ze allemaal op dezelfde manier worden gepercipieerd: als mislukkelingen.
Brussel wil snel een federale regering om duidelijkheid te krijgen over de financiering van het gewest, en om verder te kunnen met de stedelijke ontwikkelingsplannen. Maar uiteindelijk moeten wij de situatie gewoon ondergaan.
Door een crisis uit te lokken zouden zowel de Vlaamse als de Franstalige onderhandelaars aan hun achterban kunnen laten zien dat het hen menens is vóór zij toegevingen doen. Maar ze zullen zich hoe dan ook pragmatischer en rationeler moeten opstellen.
Beide kampen zwaaien met symbolisch geladen dossiers, die eigenlijk alleen over politiek en over stemmen gaan.
Het probleem-B-H-V, bijvoorbeeld, en de Franstalige tegeneis om het Brussels Gewest uit te breiden. Beide taalgroepen moeten dringend hun eisen relativeren: de splitsing van B-H-V of een terugkeer naar de arrondissementele kieskringen zijn niet de enige mogelijkheden. We móéten een oplossing vinden.
Als formateur Yves Leterme (CD&V) als grote Vlaamse martelaar de handdoek in de ring gooit, zal hij de Waalse en Vlaamse publieke opinie alleen maar verder uit elkaar jagen. Daarna komt er een communautaire botsing, waarvan we niet weten waar die zal eindigen. Als de formateur er niet in slaagt om de verantwoordelijkheid van de onderhandelaars aan te scherpen, dreigt de ergste communautaire clash sinds de Koningskwestie. En daar wordt iedereen slechter van. Ook Vlaanderen!’
‘Dit is een klassiek scenario’
Pieter Timmermans is directeur- generaal van het Verbond van Belgische Ondernemingen.
‘De voorlopige resultaten van de regeringsonderhandelingen zijn teleurstellend en onevenwichtig. In de nota’s gaat veel aandacht naar nieuwe sociale uitgaven, maar weinig naar de broodnodige welvaartscreatie. Ik lees bijvoorbeeld amper iets over een versoepeling van de arbeidsmarkt, nieuwe lastenverlagingen, een loonmatiging en het internationale ondernemerschap. Een contradictie is ook het terechte pleidooi voor de vereenvoudiging van de vele banenplannen en het voorstel om toch een extra lastenverlaging in te voeren om mensen met een handicap aan werk te helpen. En helemaal onaanvaardbaar zijn de ideeën over nieuwe vakantieregelingen. België kent nu al een van de kortste arbeidsweken van heel Europa.
De indruk is groot dat de onderhandelaars afstevenen op een formatiecrisis. Maar eigenlijk is dat een klassiek scenario, zoals we dat ook bijna elke keer bij de centrale loononderhandelingen kennen. Belangrijk is dat de politieke tenoren na een crisismoment bewust doorzetten en werk maken van een evenwichtig regeerprogramma.
Een probleem is dat de oranje-blauwe partijen op Hertoginnedal elkaar niet goed kenden bij het begin van de formatie. Voor de verkiezingen van 10 juni hebben ze ook heel hoge verwachtingen gecreëerd, en nu kost het tijd om die enigszins terug te schroeven. Als Yves Leterme (CD&V) zou mislukken, is dat uiteraard niet goed voor het ondernemersvertrouwen en voor het vertrouwen in de economie in het algemeen. België moet het net hebben van een stabiel economisch klimaat in een Europese context.
Iedereen kent de grote knelpunten van het formatieberaad: een budgettair traject vastleggen tot 2011, en afspraken maken over een nieuwe staatshervorming. Ik ga er niet van uit dat Leterme zal crashen. En ik hou er nog minder rekening mee dat er geen federale regering kan worden gevormd. Volgens mij is er een verschil tussen wat er allemaal naar buiten wordt gebracht over de gesprekken op Hertoginnedal en hoe een vijftal politieke zwaargewichten daar naar oplossingen zoekt. België is altijd een land van compromissen geweest. Er zitten genoeg verantwoordelijke politici rond de tafel om die traditie voort te zetten. Ik kan me niet voorstellen dat mensen als Leterme, Didier Reynders (MR), Karel De Gucht (Open VLD) en Herman Van Rompuy (CD&V) het hele systeem zouden laten ontploffen.’
‘Confederalisme komt dichterbij’
Michel Doomst (CD&V), burgemeester Gooik (kieskring B-H-V).
‘Ik heb de indruk dat de uitslag van 10 juni een duidelijk signaal heeft gegeven dat we met het federale systeem in de knoei zitten. Het Noorden en het Zuiden hebben helemaal anders gestemd. Daarom denk ik dat we nog een stap verder zullen moeten zetten. Niet de splitsing van België, maar wel een verschuiving naar een meer confederaal systeem. Die gedachte zit volgens mij ook al in het achterhoofd van de onderhandelaars die nu aan tafel zitten. Een crisis zou kunnen helpen om die gedachte te bevrijden en ze aanvaardbaar te maken bij het publiek.
Als er zo’n crisis komt, vind ik wel dat de onderhandelaars dezelfde moeten blijven, en met Leterme als formateur. Dat de PS erbij zou komen, zou ik respectloos vinden tegenover de kiezers.’
‘Elk alternatief is gevaarlijk’
Dorothée Klein, hoofdredactrice van Le Vif/L’Express.
‘Sommige Franstaligen dromen ervan dat bij een crisis Guy Verhofstadt (Open VLD) zal terugkeren. De vorige premier was veel aanvaardbaarder. Ook Herman Van Rompuy (CD&V) lijkt al een stuk meer in de smaak te vallen dan Leterme. Uit een recente internetpoll van ons blad blijkt dat velen Leterme nog altijd gevaarlijk vinden. ‘C’est un homme dangereux’, zoals Laurette Onkelinx (PS) het ooit zei.
Andere Franstaligen hopen dan weer dat de socialisten aan de onderhandelingstafel zullen mogen aanschuiven, en dat er dus een tripartite komt. Dat zou voor Joëlle Milquet (CDH) alvast beter uitkomen, omdat zij met de PS samen in het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap en het Brusselse Gewest regeert.
Persoonlijk vind ik geen van de twee opties mogelijk. Ik vind ze zelfs gevaarlijk. Volgens mij zijn de Franstaligen zich niet genoeg bewust van de radicalisering van de Vlamingen. Die wordt overigens nog meer in de hand gewerkt nu de Franstalige partijen aan de onderhandelingstafel ‘non’ blijven zeggen. Daarom denk ik dat het voor het land beter zou zijn dat Leterme in zijn opdracht slaagt – al vrees ik dat hij zal mislukken.’
‘Nog geen barst in Vlaams front’
Guido Moons is politiek secretaris van de Vlaamse Volksbeweging (VVB).
‘Als het nu tot een echte crisis komt, zou dat historisch zijn. Want dat zou betekenen dat de Vlamingen voor het eerst op hun strepen blijven staan tijdens communautaire onderhandelingen en dat de Franstaligen over de brug moeten komen. Ik heb de indruk dat zowat alle Vlaamse partijen op een lijn staan wat het Vlaamse eisenpakket betreft, en ik merk voorlopig nog geen barst op in dat Vlaamse front. Als de Vlaamse onderhandelaars bijvoorbeeld inbinden op het vlak van de splitsing van B-H-V zullen ze daarvoor de rekening gepresenteerd krijgen bij de Vlaamse verkiezingen van 2009. Een echte crisis zal de overtuiging doen groeien dat het zo niet verder kan, dat de Belgische machine niet werkt. En dat is goed nieuws voor de VVB, want Vlaamse onafhankelijkheid is ons ultieme doel.
Er zijn verschillende manieren om weer uit de crisis te raken. Ofwel komt er een nieuwe CD&V-formateur, ofwel komt de MR weer op de voorgrond in de onderhandelingen. In dat laatste geval moet de MR eindelijk kleur bekennen en kan de partij zich niet meer achter de CDH verstoppen als de communautaire onderhandelingen mislukken. Een derde optie is dat de PS aan de onderhandelingstafel komt zitten, en dat zou misschien nog niet zo slecht zijn. Het kan CDH-voorzitter Joëlle Milquet ontdooien. Maar wat er ook gebeurt, de Vlaamse onderhandelaars zullen het been stijf moeten houden.’
‘Het zou erg zijn mocht het tot een Kroonraad komen’
Geert Noels, hoofdeconoom bij het beurshuis Petercam.
‘Vandaag kan België zich veel meer veroorloven dan voor de invoering van de euro. Toen werd een echte crisis ook onmiddellijk cash betaald. De rentepremie op Belgische staatspapieren werd snel een half procent meer, en ook de Belgische frank kwam onder druk te staan. Het waren belangrijke externe crisisbarometers die extra druk zetten om tot een oplossing te komen.
Vandaag kan langdurige besluiteloosheid de begrotingsdiscipline verslappen. Niet zozeer omdat er in tussentijd onverwachte uitgaven gebeuren, maar omdat extra begrotingsruimte als smeermiddel voor een communautair akkoord kan worden ingezet. Zo kunnen langetermijndoelstellingen, zoals die voor de vergrijzing, verloren gaan.
Het zou jammer zijn mocht de nieuwe generatie politici er niet in slagen om tot een consensus te komen, en de oude garde de oplossing moet brengen. Ik mag er niet aan denken dat een Kroonraad de kastanjes uit het vuur moet komen halen. Maar er zijn geen mirakeloplossingen. De crisis moet een sense of urgency installeren. Alleen zo kan men de stellingenoorlog verlaten en naar elkaar toe groeien.’
‘De steden overleven altijd’
Jef Gabriels (CD&V) is burgemeester van Genk en voorzitter van de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten.
‘In februari van dit jaar heeft de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) een memorandum opgesteld voor de volgende regering. We hebben dus duidelijke eisen, en die blijven overeind. Ook als het tot een echte crisis zou komen. Ik geloof trouwens niet dat de Vlaamse gemeenten zich echt zorgen hoeven te maken. Sinds de middeleeuwen hebben onze steden de meest uiteenlopende besturen gekend, en ze hebben die allemaal overleefd.
Geen federale regering betekent geen Belgische staat. Maar het is niet omdat er op dit moment nog geen nieuwe regering is gevormd dat de steden en gemeenten niet meer verder zouden kunnen werken. Er is nog altijd een regering van lopende zaken. Ik ga er dan ook van uit dat wij overheidsgeld blijven krijgen, dat wij de belastingen blijven doorstorten, dat justitie blijft werken enzovoort.’
‘Zeg de grondwet op!’
Robert Senelle is grondwetspecialist en emeritus professor aan de Universiteit Gent.
‘Volgens de grondwet staat er geen limiet op de duur van regeringsonderhandelingen. In theorie kunnen die dus een jaar duren, al heeft dat uiteraard politieke, financiële en economische implicaties. In elk geval staan we nu op een historisch keerpunt. Het Franstalige non heeft de Vlaamse publieke opinie geradicaliseerd. Totaal nieuw is dat voor de eerste keer sinds 1970 het voortbestaan van België ter discussie wordt gesteld. Als ze niet van de ene crisis naar de andere willen blijven strompelen, moeten de Vlamingen een radicale koers varen. Want nu zitten ze in het verliezende kamp: door de grondwet kunnen ze hun meerderheid niet aanwenden, en zijn ze een deel van hun politieke slagkracht kwijt. De Vlamingen zijn aan handen en voeten gebonden. De slotsom na het experiment-Leterme is dat alleen een totale reshaping van het Belgische federale staatsbestel soelaas kan bieden.
Als de Franstaligen bij hun non blijven, moeten de Vlamingen de federale grondwet opzeggen – die biedt toch geen oplossing meer – en moet het Vlaams Parlement in een plechtige zitting Vlaanderen uitroepen tot deelstaat van het federale België, met als grenzen de Noordzee en de taalgrens. We moeten terug naar de tweeledigheid: twee deelstaten, Vlaanderen en Wallonië, en twee autonome regio’s, Brussel en Duitstalig België. De monarchie behouden we, want als republiek houdt België het geen zes maanden uit. De deelstaten moeten afspreken wat de federale bevoegdheden zijn en bepalen dan jaarlijks de transfers. Ik zie niet in waarom de Franstaligen niet aan zo’n scenario zouden meewerken. Omdat ze geld nodig hebben, zullen ze uiteindelijk toch plooien.’
Met medewerking van Ann Peuteman, Patrick Martens, Jan Jagers en Sylvie De Coninck.