Het dispuut rond de wapenlevering aan Nepal levert vooralsnog twee grote verliezers op: de groenen en de SP.A. Een frontale aanval op de beslissing van het kernkabinet durven ze niet aan. De open debatcultuur moet de redding brengen.
‘Vijfduizend guerrillero’s op een bevolking van 23 miljoen mensen. Louis Michel ziet dat niet als een burgeroorlog, en het kernkabinet evenmin’, zei de minister van Buitenlandse Zaken over zichzelf en zijn coalitiepartners. Als een storm in een glas water zou hij de hele heisa eind vorige week nog afschilderen. Maar de exportlicentie voor 5500 mitrailleurs voor Nepal blééf voor beroering zorgen. Toch kreeg niet Michel (MR) zélf, als enige bevoegd voor de toekenning, de zwartepiet toegeschoven. Het waren de leden van het kernkabinet aan wie hij de delicate dossiers had voorgelegd, die het te verduren kregen.
Zowel de groenen, Agalev en Ecolo, als de SP.A hadden immers een behoorlijke uitschuiver gemaakt. Op de vergadering van het kernkabinet van 11 juli keurden de ministers Magda Aelvoet, Isabelle Durant en Frank Vandenbroucke, samen met hun collega’s Guy Verhofstadt (VLD) en Laurette Onkelinx (PS), vier exportlicenties goed voor drie delicate bestemmingen: India, Pakistan en Nepal. Vooral de licentie voor Nepal zou een stroom van reacties losweken.
De bespreking op het kernkabinet had nochtans niet voor bijzonder veel commotie gezorgd. Vandenbroucke, die Johan Vande Lanotte (SP.A) verving, keurde de vergunningen goed omdat hij de redenering van Michel plausibel vond. Ook Onkelinx ging algauw akkoord. Om de gegrondheid van de beslissing na te trekken, vuurde ze een reeks vragen af, maar Michel had ‘een stevig dossier’. ‘Dat heeft ons allemaal overtuigd.’ Ook Durant. Zij stelde zich terughoudend op, maar werd al snel teruggefloten. Naar verluidt onder zware druk van de PS.
Aelvoet tenslotte was het allemaal ontgaan. Ze was druk doende geweest met een tweede zaak en had voortdurend telefoontjes gehad. ‘Ik miste dus een groot deel van het debat’, verklaarde ze. Volgens Onkelinx had nochtans ook zij – ‘iedereen, zonder uitzondering’ – een reeks vragen over Nepal gelanceerd. Toch kon Aelvoet zich daar achteraf niets meer van herinneren. De dossiers waren voorbereid op haar kabinet. Er was overleg gepleegd met het kabinet-Durant. En ook Onkelinx had háár kabinet en ook dat van Durant vooraf herhaaldelijk opgebeld. Niets was aan het toeval overgelaten. Maar Aelvoet kon het zich niet meer voor de geest halen.
Veel hindernissen moesten er op die vergadering van het kernkabinet alvast niet worden genomen. ‘Het was een debat met een weinig geziene sereniteit’, zei Michel aan de krant Le Soir. De vijf aanwezige ministers legden zich snel bij de beslissingen neer. Het kernkabinet gaf zijn fiat voor de vier licenties. De 5500 mitrailleurs van FN konden naar Nepal, een reeks vliegtuigonderdelen naar India en Pakistan. Daarmee was het hoofdstuk afgesloten.
EEN SCHERTSFIGUUR
Een maand later ging de bal echter aan het rollen. FN verspreidde het bericht dat het een megadeal had binnengerijfd. De Waalse wapenfabrikant kon 5500 Minimi’s aan een Aziatisch land leveren: 5500 mitrailleurs met een vermogen van 800 kogels per minuut. Het contract zou het bedrijf 30 miljoen euro opleveren. Tenminste, als alle clausules, inclusief de geheimhouding van het land van bestemming, zouden worden gerespecteerd. Maar wie was die geheime bestemmeling? Waarom hield ook Michel zo hardnekkig vast aan het bedrijfsgeheim?
Lees de wet op de openbaarheid van bestuur van 1994, verdedigde het ministerie van Economische Zaken de geheimhouding. Die wet laat toe dat informatie van commercieel belang in bepaalde omstandigheden niet wordt vrijgegeven. De naam van een bedrijf bijvoorbeeld. Maar die naam was al bekend. Met het oog op zijn overnamegesprekken had FN de informatie zélf de wereld ingestuurd.
De regering kon zich nog verbergen achter de wapenwet van 5 augustus 1991. Nergens vermeldt die expliciet dat ze de namen van importlanden op verzoek van het parlement bekend moet maken. De wapenwet vraagt alleen dat de regering over de toepassing van de wet jaarlijks verslag uitbrengt aan het parlement (artikel 14). Daarin somt ze alle importlanden op met de globale bedragen waarvoor werd uitgevoerd. Maar door de wet is ze daartoe zelfs niet verplicht. ‘Ik mag dat niet zeggen’, beweerde Michel dus toen hem werd gevraagd naar welk land nu eigenlijk werd uitgevoerd. Wat er ook van de wet van 1991 wordt beweerd, een reële controlemogelijkheid heeft het parlement in deze delicate materie niet.
Reacties zouden niet uitblijven. Het was Europees parlementslid Bart Staes (Agalev) die het vuur aan de lont stak en het bericht verspreidde dat het hoog tijd werd om de Europese gedragscode inzake wapenexport strikter toe te passen. Was die in dit dossier nageleefd, vroeg hij. Om dat te weten, moest de naam van het land worden bekendgemaakt. Al gauw volgden vergelijkbare reacties van NV-A, Spirit en CD&V, die eisten dat de geheimhouding zou worden opgeheven. Toch was het ‘ le farfelu’ die met de vinger werd gewezen. Voor Wallonië en voor de Waalse minister van Economische Zaken Serge Kubla (MR) – die Staes met die koosnaam had bedacht – was het Staes die een nieuwe frontale aanval op Wallonië had ingezet. Het druist in tegen alle ethische regels op het vlak van wapenleveringen dat het Waalse Gewest nog steeds hoofdaandeelhouder is van FN, voegde Staes er nog aan toe. Het hek was van de dam.
De spanning steeg des te meer toen de VRT-televisie de geheime klant van FN bekendmaakte. Het ging om Nepal, een land dat al jaren kampt met een gewapend conflict. Uit rapporten van Amnesty International blijkt bovendien dat de mensenrechten er op grote schaal geschonden worden. Hoe hadden socialisten en groenen, die zich in het verleden op hun vreedzame principes lieten voorstaan, een wapenlevering naar dit land kunnen toestaan? Hoe kon Vandenbroucke, die in mei 1991 de ondertekening van een licentie voor FN aan Saudi-Arabië ‘een enorme stommiteit’ had genoemd, deze exportlicentie in vergelijkbare omstandigheden goedkeuren?
De leden van het kernkabinet van 11 juli defileerden één voor één voor de camera’s om hun beslissing te verdedigen. Vandenbroucke hield voet bij stuk: hij heeft ingestemd met de toekenning en zal daar niet meer op terugkomen. Zijn partijvoorzitter Patrick Janssens treedt hem daarin bij. ‘We gaan er geen halszaak van maken, we hebben het mee beslist.’ Een open debat in het parlement, dát wil hij wel bepleiten. Maar zijn minister afvallen? Neen, dat niet.
Onkelinx bleef erbij dat ze zichzelf niets hoefde te verwijten. Durant had zich verzet, maar het mocht niet baten. En na lang nadenken liet Aelvoet weten dat ze ‘collegiaal had ingestemd’ met de beslissing van het kernkabinet. Een vreemde manier om exportlicenties goed te keuren.
Michel had het slim gespeeld. Hij hoefde de licenties niet eens aan het kernkabinet voor te leggen. Bij koninklijk besluit is immers vastgelegd dat hij voor het Waalse Gewest als enige bevoegd is voor het toekennen van de vergunningen. Geen ander minister hoeft hem in zijn eindbeslissing bij te staan. Een regeling die een gevolg is van de regeringscrisis van 1991. Toen werd beslist dat exportlicenties een federale materie bleef. Maar voor elk gewest zouden ze voortaan worden toegekend door een ‘eigen’ – federale – minister. Bij koninklijk besluit wordt telkens vastgelegd wie dat is.
Michel had zich ingedekt. Licenties voor landen als Nepal, India en Pakistan vormen delicate dossiers en daarom vroeg hij de mening van zijn coalitiepartners. Voor Nepal betrof de licentie de verkoop van machinegeweren. Voor India en Pakistan ging het om onderdelen van vliegtuigen. België voert al jaren militair materieel uit naar India, vorig jaar nog voor 4 miljoen euro. Aan Pakistan heeft ons land sinds 1998 niet meer geleverd. Pakistan en India voeren al jarenlang een oorlog om Kashmir. De jongste maanden is de toestand er alleen maar op achteruit gegaan. In mei werd zelfs gevreesd voor een nucleair conflict tussen de buurlanden.
Vorig jaar weigerde ons land een aantal exportlicenties voor India en Pakistan. Op het kernkabinet begin juli werden drie licenties voor die landen goedgekeurd. Aelvoet was de eerste om de licentie voor India te verdedigen. ‘Het gaat hier niet om wapens’, argumenteerde ze op het jaarlijkse studieweekend van de groenen, ‘maar om onderdelen van vliegtuigen die niet tot agressieve acties leiden.’
DUITSE WEIGERING
Hoe het kernkabinet zich ook uit de slag probeerde te trekken, Michel bleef onberoerd. ‘Duitsland heeft precies zoals België de export van mitrailleurs naar Nepal goedgekeurd’, argumenteerde hij vorige vrijdag. Dat had hij niet moeten doen. Begin dit jaar blokkeerde de Bundessicherheitsrat, de Duitse veiligheidsraad, de levering van 65.000 G-36E-wapens, een met de Minimi’s vergelijkbaar soort van mitrailleurs.
In maart raakte bekend dat het Nepalese leger bij het Duitse Heckler & Koch een bestelling geplaatst had voor 65.000 machinegeweren. Ze zouden gespreid worden geleverd, 5000 stuks zouden nog dit jaar worden verstuurd. Nepal zou de eerste niet-NAVO-lidstaat zijn waaraan het Duitse wapen verkocht zou worden. De Duitse regering, die in januari 2000 nieuwe richtlijnen had ingevoerd voor de wapenexport, kreeg veel kritiek van de vredesbewegingen. Bovendien schreef een Indiaas magazine dat prins Dipendra een G36-E-proefwapen zou hebben gebruikt om zijn familie uit te moorden. De Duitse veiligheidsraad wees de wapenlevering af.
Hoe kon het dat België niet op de hoogte was van de Duitse weigering? De Europese gedragscode (25 mei 1998) schrijft immers voor dat ‘lidstaten langs diplomatieke weg informatie verschaffen over vergunningen die geweigerd worden op grond van de gedragscode voor militair materieel en toelichten waarom de vergunning geweigerd is’. Als Duitsland de code heeft nageleefd, zou België de weigering van de levering van Heckler & Koch, én de motieven ervoor officieel moeten hebben vernomen. Vervolgens zou België, volgens dezelfde code, Duitsland moeten hebben geraadpleegd. ‘Besluit de lidstaat na de raadpleging toch een vergunning toe te kennen, dan brengt hij de lidsta(a)t(en) die aanvankelijk geweigerd had(den) op de hoogte en geeft een gedetailleerde uitleg van zijn motivering.’
De vraag is of Duitsland de weigering al dan niet heeft meegedeeld. De code erkent immers ‘het confidentiële karakter van de informatie over de weigering’. De lidstaten mogen ze evenwel niet gebruiken ‘om er zelf commercieel voordeel uit te halen’. Tussen FN en de Belgische regering, gesteld dat ze op de hoogte was van de weigering, mag er dus geen overleg zijn geweest.
Tenzij de Belgische regering toch niet op de hoogte was van de Duitse weigering. Dat zou het mogelijk maken dat FN de machinegeweren, die bijzonder veel gelijkenissen vertonen met de Duitse G36-E’s, voor Heckler & Koch onder licentie produceert. Heckler & Koch strijkt in dat geval toch nog een premie op, op voorwaarde dat de vergunning voor FN niet geweigerd wordt. Onderzoek zal moeten uitwijzen wat er precies is gebeurd.
NIEUW POLITIEK FEIT
De groenen trachten alvast munt te slaan uit de Duitse weigering. Zowel voor partijsecretaris Jos Geysels (Agalev) als voor Aelvoet is dit ‘een nieuw politiek feit’. Ze willen nagaan op welke motieven de Duitse regering zich beriep om de vergunning in extremis tegen te houden. Duitsland als model? De Duitse politiek is in de ban van de verkiezingen. Bovendien zijn er voorbeelden genoeg waarin Duitsland tóch met omstreden wapenleveringen heeft ingestemd.
Zien de groenen trouwens nog een weg terug? Ze verwijzen naar artikel 7 van de wet van 1991. Onder speciale omstandigheden laat die toe dat de geldigheid van een licentie kan worden opgeschort of dat ze kan worden ingetrokken. Een debat daarover moet worden gevoerd voor het parlement. Elke strohalm lijkt alvast goed genoeg om zich aan vast te klampen.
Ook de Waalse collega’s van Ecolo schuiven de kwestie door naar het parlement. Zeker, de regering overtreedt de Belgische wet. Daar willen ze niet aan twijfelen. Maar een regeringspartij die ingaat tegen een beslissing van de regering, moet misschien opstappen. En dat is het hen niet waard. Ze vragen dat een parlementaire commissie nagaat of de wapenwet van 1991 en de Europese gedragscode zijn nageleefd. En Geysels van zijn kant hoopt ‘dat de parlementariërs aanbevelingen zullen doen aan de regering. En dat die ze ook zullen uitvoeren’. De zoveelste doorschuifoperatie van de partij. Voor welke waarden staan de groenen?
Misschien moet de procedure opnieuw worden bekeken, vindt Geysels, en moeten exportlicenties worden besproken op een ministerraad. ‘Dat levert een discussie op vóór de uiteindelijke beslissing, zoals dat het geval was in 2000 bij de licentie voor de P90’s aan Mexico, en niet nadien.’ Uiteindelijk was het toen Mexico zélf die van de beslissing afzag, tot grote frustratie van FN. Jarenlang had het bedrijf wapens geleverd aan Mexico. Het dispuut zette een punt achter de hele samenwerking.
Voor FN is ook dit contract van kapitaal belang. ‘Het protest vanuit Vlaanderen brengt het voortbestaan van FN in gevaar’, zegt de woordvoerder van minister Kubla. Het klinkt als een uitspraak van elf jaar terug. Wallonië ziet het al gebeuren. Gevreesd wordt dat België het scenario van 1991 nog eens zal moeten overdoen. Op 25 september kwamen toen arbeiders en kaderleden van FN en Mecar op straat in Brussel. Wapenexport was ook toen een hypergevoelige materie. De regering-Martens VIII was er al over ten val gekomen. En om na het vertrek van de Volksunie opnieuw van start te kunnen gaan als Martens IX, moest zelfs een tijdelijke regionalisering van de materie worden ingevoerd. De gewestelijke ministercomités werden in het leven geroepen om FN en Mecar van de ondergang te redden, indien Vlaanderen de licenties zou weigeren. En Wallonië werd er niet slechter van. Even was het een zege voor de Waalse politici. Onder grote belangstelling van de Franstalige pers plaatste het Waalse comité, aangevoerd door toenmalig minister van Buitenlandse Handel Robert Urbain (PS), zijn handtekening onder de licenties. Maar precies over dát akkoord zou ook Martens-IX struikelen.
‘De Vlamingen moeten hun eigen wapenleveringen maar eens onder de loep nemen’, zegt de woordvoerder van Kubla. ‘Barco levert belangrijke onderdelen die raketten tot slachtwapens maken’, zegt hij. ‘Heeft Vlaanderen in Wallonië ooit echo’s opgevangen dat dit een schandaal is? Als FN een zaak binnenhaalt, wil Vlaanderen destabiliseren.’
Toch kunnen bij bepaalde leveringen van FN en Mecar vragen worden gesteld. Begin dit jaar kreeg Mecar een reusachtige bestelling van obussen voor Saudi-Arabië. Ook FN haalde een belangrijk contract voor Saudi-Arabië binnen. Het land is trouwens een van Belgiës belangrijkste klanten voor militair materieel. Gemiddeld gaat eenderde tot de helft van onze wapens naar dat land. Tegen de huidige achtergrond en de nieuwe gegevens over de banden van vooraanstaande Saudi’s met het Talibanregime en Al Qaeda, kunnen ook die vergunningen vragen oproepen. Het parlement wacht een uitgebreid debat.
De oppositie richt voorlopig al haar pijlen op het contract met Nepal. De exportlicentie moet worden ingetrokken, vindt de CD&V. Ook NV-A eist een opheffing van de licentie.
Michel, de politieke eindverantwoordelijke van een van de meest omstreden exportlicenties van de jongste jaren, blijft voorlopig alvast de zwaarste kritiek bespaard. Hij heeft de aandacht naar zijn coalitiepartners weten af te leiden. Hij blijft bovendien pal achter zijn beslissing staan. ‘Het contract voor Nepal is in de hoogste mate ethisch’, zegt hij in de krant Le Soir. Wapenhandel met Nepal vindt hij verdedigbaar. Hij zit daarmee op dezelfde lijn als de Europese Unie, die daarover een verklaring aflegde in mei 2002.
Nepal kent een jong, fragiel, nog onvolmaakt maar zeker democratisch systeem, meent Michel. ‘De ngo’s kunnen er vrij werken, de mensenrechtenorganisaties ook. En het land kampt met een guerrilla die zich bezondigt aan ontvoeringen van parlementsleden, martelingen en terroristische aanslagen. Een dergelijke regering moet zich toch kunnen verdedigen?’, betoogt Michel. Toch blijft de vraag: waarom, als hij zo zeker was van zijn stuk, gooide hij de kwestie dan op de tafel van het kernkabinet?
Ingrid Van Daele
‘Le farfelu’ had een frontale aanval op Wallonië ingezet.
Michel hoefde de licenties niet eens aan het kernkabinet voor te leggen.