De molotovcocktails vliegen weer door de lucht in Euskadi. De dreigende taal van Batasuna en de ETA wakkeren het vuur nog meer aan. Na zes maanden wapenstilstand bevindt het Baskische vredesproces zich in een diepe crisis.

Het leek de perfecte ontkenning, tot in de details toe. Eerst de drie ETA-woordvoerders die op 22 maart een ‘permanent staakt-het-vuren’ afkondigden: ze hadden de wapens thuis gelaten, trokken een witte kap over het hoofd en gingen keurig aan een tafel zitten om zich tot de camera te richten. En dan de ontkenning op 23 september: weer doken etarras op, en weer waren ze met z’n drieën, maar nu hadden ze hun gezicht achter zwarte kappen verborgen. Twee van hen droegen wapens, ze stelden zich dreigend op en vuurden zevenmaal in de lucht. Hun boodschap kon bijna niet anders dan haaks staan op wat het witte trio zes maanden geleden had gezegd: ‘We bevestigen het engagement om te blijven strijden, met de wapens in de hand, tot we de onafhankelijkheid en het socialisme van Euskal Herria bereiken.’

Het gebeurde op een weiland in de bergen van het Spaans-Baskische Oiartzun, op luttele kilometers van de Franse grens. Meer dan duizend linkse radicaalnationalisten ( abertzale) waren er samengekomen voor de Dag van de Baskische Soldaat, de jaarlijkse hommage aan de etarras Txiki en Otaegi, die op 27 september 1975 door het Franco-regime werden gefusilleerd. De dreigende foto’s en woorden van Oiartzun zijn in heel Spanje hard aangekomen, bijna even hard als een ETA-bom vroeger. Je hoefde geen expert te zijn om in de gaten te hebben dat dit geen alleenstaand feit was. De zomer in Baskenland was bijzonder heet geweest. Sinds midden juli waren de communiqués en persconferenties van de ETA en de aan hem gelieerde politieke partij Batasuna elkaar in hoog tempo opgevolgd, met steeds hardere beschuldigingen aan het adres van de centrale regering. Ze verweten premier Jose Luiz Rodriguez Zapatero dat hij de onderhandelingen vertraagde en de justitie ondertussen doorging met het oppakken en berechten van etarras en Batasuna-kopstukken. ‘Het handhaven van deze repressie is niet verzoenbaar met de ontwikkeling van een onderhandelingsproces voor de oplossing van het conflict’, zei de ETA. ‘We willen waarschuwen dat de ETA zal antwoorden als deze aanvallen aanhouden.’ ‘De situatie op dit moment is niet onomkeerbaar’, voegde Batasuna-woordvoerder Pernando Barrena daar aan toe.

Als op commando flakkerde het straatgeweld weer op in de Baskische steden. Na 22 maart was dat kale borroka zo goed als verdwenen, Euskadi herademde, maar sinds augustus gaat er geen weekend voorbij of gemaskerde jongeren keilen molotovcocktails naar afvalcontainers en autobussen, naar gebouwen van de centrale overheid, banken en niet-nationalistische partijen. Zo’n vijftig incidenten zijn nu al geteld. De eerste acties, die toen nog geïsoleerde feiten leken, werden door Batasuna als ‘zeer ernstig’ bestempeld, nooit kwam de abertzale-formatie dichter bij een veroordeling van het geweld, maar nu zwijgt ze weer in alle talen, zoals vroeger.

Jose Luis Rodríguez Zapatero reageerde kordaat. Hij wil nog steeds praten maar niet in deze omstandigheden: ‘De spelregels zijn duidelijk: legaliteit en vrede, en dat betekent de afwezigheid van elk soort geweld en van welke uitdrukking van geweld ook’, zei hij na het mitrailleursalvo in Oiartzun.

DUBBELE WEG

Loopt het Baskische vredesproces na amper zes maanden al op de klippen? Het valt moeilijk te zeggen, ondanks de stoere uitlatingen bewaren zowel het socialistische kabinet-Zapatero als de linkse abertzale-beweging de grootste discretie over wat zich achter de schermen afspeelt. Het enige wat we met zekerheid weten, is dat de premier van zijn politiediensten de bevestiging kreeg dat de ETA inderdaad een wapenstilstand in acht neemt, dat er sindsdien informele, voorbereidende contacten plaatsvinden en dat rond deze tijd de echte gesprekken moeten beginnen.

Uit de verschillende verklaringen valt af te leiden dat het probleem vooral in de chronologie zit: over de eerste bladzijden van het draaiboek lopen de gedachten niet mijlenver ver uiteen, wél over welke bladzijde eerst komt. Beide kampen vinden dat het andere kamp nu aan zet is. ‘Eerst de vrede en dan de politiek’, is Zapatero’s devies. De linkse abertzale-beweging wil eerst de politiek, en dan de vrede. Het conflict is eigen aan de dubbele weg die voor dit vredesproces is uitgestippeld. Enerzijds gaan de Baskische partijen, ook de niet-nationalisten, aan tafel zitten om over de toekomst van Euskadi te praten. Anderzijds gaat de centrale regering rechtstreekse gesprekken met de ETA aanknopen over de ontbinding van de terreurorganisatie en over het lot van de gevangenen.

Zapatero bevestigde al – en velen zien dat als een belangrijke toegeving – dat hij de uitkomst van de politieke onderhandelingen zal aanvaarden, zolang die de wet maar respecteert. Maar hij wil vooral dat de ETA zijn ‘permanent staakt-het-vuren’ zo vlug mogelijk een definitief karakter geeft.

De ETA en Batasuna vinden dat ze met het historische staakt-het-vuren alles hebben gedaan wat ze op dit moment kunnen en willen als beloning de politieke gesprekken zien beginnen. Batasuna wil vanzelfsprekend aan die onderhandelingstafel plaatsnemen maar kan dat niet omdat ze in 2003 buiten de wet werd gesteld. Arnaldo Otegi’s partij mag pas terugkeren als ze alle geweld veroordeelt. Begin juli deed de premier een geste toen kopstukken van de Baskische socialistische partij en van Batasuna elkaar ontmoetten in aanwezigheid van de pers. Een handdruk kon er nog niet af, maar de toenadering was een feit – een tweede belangrijke toegeving van Zapatero. Batasuna krijgt voorlopig geen veroordeling van het geweld over de lippen. Het is een cruciaal punt. ‘Een deel van onze omgeving zou zo’n veroordeling als een vernedering beschouwen’, zei Otegi al in 2004. ‘Het is zoals met de foto’s die Ian Paisley vraagt van de vernietiging van de wapens van het IRA. Iedereen weet dat de IRA de wapens vernietigt, maar Ian Paisley wil ook nog een foto zodat hij kan zeggen dat ze de IRA hebben verslagen.’

OMAGH

De linkse abertzale-beweging ervaart Zapatero’s draaiboek, de veroordeling door Batasuna en de definitieve knieval van de ETA, dus als een ‘vernedering’ en ziet ondertussen hoe de ‘repressie’ voortgaat. Hier ligt wellicht de sleutel tot het succes van het Baskische vredesproces: Zapatero zal Batasuna en de ETA alleen tot toegevingen kunnen bewegen als hun achterban die niet als een nederlaag beschouwt.

‘We weten dat we na zoveel jaar lijden voor een harde, moeilijke en lange weg staan’, zei de Spaanse premier op 22 maart, kort na de bekendmaking van het staakt-het-vuren. Hij temperde toen al de euforie en bereidde Spanje voor op crisissen zoals die vandaag. Veertig jaar ETA-terrorisme wis je niet in enkele maanden uit, beseft hij. In Noord-Ierland gingen er ook jaren over.

Zapatero ziet nog steeds redenen tot optimisme: het staakt-het-vuren blijft van kracht, er zijn nu al meer dan drie jaar verstreken sinds de ETA zijn laatste dodelijke slachtoffer maakte, nergens stelden de ETA en Batasuna een ultimatum, en de radicaalnationalisten in Euskadi staan zwakker dan tijdens de vorige, mislukte wapenstilstand van 1998-1999. Bovendien kent het huidige vredesproces een steeds belangrijker internationale steun. Sinn Fein speelde een belangrijke rol bij de totstandkoming van het staakt-het-vuren en blijft ook nu druk bezig achter de schermen; midden september was Sinn Fein-kopstuk Alex Maskey zelfs nadrukkelijk aanwezig op een persconferentie van Batasuna. Deze week komt Tony Blair naar Madrid om samen met zijn Spaanse ambtgenoot de situatie in Euskadi te analyseren.

Een pessimistische lezing van de laatste ontwikkelingen is evengoed mogelijk. De conservatieve Partido Popular (PP), de grootste oppositiepartij, zag de voorbije zes maanden nog geen enkel bewijs dat de ETA zichzelf wil ontbinden en vreest dat de terreurgroep alleen maar tijd wil winnen om zich te reorganiseren. ‘De ETA is niet veranderd’, zegt PP-leider Mariano Rajoy.

Even zorgwekkend is het ongewone karakter van het ETA-optreden in Oiartzun. Zelden hebben etarras zich zo dreigend gemanifesteerd op een abertzale-bijeenkomst, en nooit hebben ze dat met wapens gedaan. Het viel daarbij op dat niemand van de Batasuna-top aanwezig was in Oiartzun en dat de radicaalnationalistische pers veel minder aandacht schonk aan het zwarte trio dan de ETA pleegt te krijgen. De vrees groeit dat de diehards binnen de terreurorganisatie van geen onderhandelen willen weten en dat een afscheuring dreigt. De Spanjaarden mogen zich dan wel optrekken aan de oplossing voor het IRA-geweld, het herinnert er hen tegelijk aan dat de weg naar de Noord-Ierse oplossing langs Omagh (de IRA-bomaanslag van augustus 1998) passeerde.

DOOR RUDY PIETERS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content