Waarom u straks moet betalen voor uw spaargeld

'Als we niet evolueren naar een normale positieve rente, kan ons kapitalistische systeem niet overleven.' © Jock Fistick/Reporters

Waarom klagen banken steen en been terwijl ze recordwinsten boeken? Waarom blijven particulieren sparen, terwijl ze nauwelijks rente krijgen? En waarom is de strategie van de Europese Centrale Bank (ECB) mislukt? We vroegen het aan twee economen: Geert Noels van Econopolis en Gert Peersman van de UGent. Volgens hen is het een kwestie van tijd voordat het gewaarborgd minimumrendement van 0,11 procent op uw spaargeld wordt afgeschaft.

1 Hoe is het zover kunnen komen?

De Europese Centrale Bank heeft de afgelopen jaren haar basisrente stelselmatig verlaagd. Nu bedraagt die 0 procent en de depositorente is zelfs negatief (-0,4 procent). Dat betekent dat banken gratis geld kunnen lenen bij de ECB, maar wel een strafrente van 0,4 procent betalen als ze spaaroverschotten parkeren bij de Centrale Bank.

Gert Peersman wijst erop dat die dalende rentetrend al in de jaren tachtig is ingezet. ‘Als gevolg van demografische ontwikkelingen en de vergrijzing begonnen mensen meer te sparen. Tegelijkertijd werd er minder een beroep gedaan op dat spaargeld voor investeringen. Zo is het evenwicht tussen het aanbod van spaargeld en de vraag naar spaargeld stilaan verdwenen.’

Toen de rente het nulpunt benaderde, besliste de ECB om gigantische hoeveelheden geld te drukken. Mario Draghi, de gouverneur van de ECB, hoopte dat de consument op die manier meer zou gaan consumeren. Dat zou de inflatie weer naar de gewenste grens van twee procent brengen. Maar het omgekeerde gebeurde en dat heeft volgens Gert Peersman te maken met de aanhoudende economische en maatschappelijke onzekerheid waardoor heel wat mensen niet minder, maar nog meer gaan sparen.

Geert Noels verwijt de ECB een tunnelvisie. ‘Op een bepaald ogenblik dachten de centrale bankiers dat ze door het bijdrukken van geld en het stelselmatig verlagen van de basisrente het probleem wel zouden oplossen. Ondertussen durft niemand in Frankfurt openlijk toe te geven dat ze zich vergist hebben. Ze gaan gewoon door. Peter Praet, de hoofdeconoom en rechterhand van Mario Draghi, zei enkele maanden geleden in een interview met Knack dat er geen plan B is. Ik vind het heel gevaarlijk om zoiets te zeggen. Een bedrijf dat zoiets zegt, krijgt bij investeerders heel weinig vertrouwen.’

2 Wat met het gewaarborgd rendement van 0,11 procent op spaargeld?

Op dit ogenblik staat er 264 miljard euro op de Belgische spaarboekjes, een nieuw record. In juni kwam er zelfs een miljard euro bij. Heel wat Belgen stortten meer dan waarschijnlijk hun vakantiegeld of een deel ervan door op hun spaarrekening. Particulieren hebben daar- bovenop nog eens 75 miljard euro op hun zichtrekeningen staan, want veel gezinnen vinden het zelfs niet meer de moeite waard om geld over te schrijven van hun zicht- naar hun spaarrekening.

Als enige land in Europa legt België de banken een wettelijk gewaarborgd rendement van 0,11 procent op de spaarrekening op. Minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) zegt dat hij niet wil raken aan dat minimum, maar de vraag is hoelang hij dat verzet kan volhouden. Voor deposito’s van sommige grote ondernemingen passen de banken al negatieve rentes toe. Voor particulieren ligt dat moeilijker: peilingen leren dat de meeste klanten in dat geval hun geld zullen weghalen.

Gert Peersman vindt dat de overheid de markt moet laten spelen. ‘Nu houdt de overheid de rente op spaarboekjes artificieel hoog. Dat kost de banken geld. Het overschot aan spaargeld, dat is het spaargeld dat ze niet kwijt kunnen in bijvoorbeeld bedrijfs- of woonkredieten, wordt geparkeerd bij de ECB, maar de banken betalen daarvoor een rente van 0,4 procent. Ook als ze daarmee risicovrije overheidsobligaties willen kopen, kost hen dat geld vanwege de negatieve rente daarop. Daarom zal die grens van 0,11 procent vroeg of laat moeten verdwijnen.’

Om toch een beetje rendement te halen, nemen banken volgens hem bovendien grotere risico’s, bijvoorbeeld door te veel en te snel kredieten te verlenen aan bedrijven of personen die niet erg solvabel zijn. Net zoals in de aanloop naar de financiële crisis van 2008, en daar wil niemand nog aan herinnerd worden.

Volgens Geert Noels is het een kwestie van tijd voordat we banken moeten betalen om ons spaargeld veilig bij te houden. Hij denkt dat particuliere klanten straks op dezelfde manier zullen worden behandeld als bedrijven en zelfstandigen. Die betalen bij KBC straks dertig basispunten rente op de cash op hun bankrekeningen. ‘De ECB heft eigenlijk een belasting op het spaargeld van banken om een aantal landen met te veel schulden, zoals Italië en Griekenland, overeind te houden.’

Waarom blijven Belgen zo veel sparen als ze er toch niets voor krijgen en er binnenkort misschien zelfs moeten voor betalen? Gert Peersman spreekt van een vicieuze cirkel. ‘Mensen sparen omdat ze na hun pensioen voor een deel van hun financiële reserves moeten leven. Hoe minder rente, hoe meer ze sparen. Het wettelijk pensioen in België hoort immers bij de laagste van Europa.’

3 Wie zijn de verliezers van de lage rente?

KBC maakte recent bekend dat het in het tweede kwartaal een winst van 721 miljoen euro heeft geboekt. ING deed het nog beter met een winst van 1,3 miljard euro, of een verdrievoudiging in vergelijking met dezelfde periode een jaar eerder. En toch hoor je niemand harder klagen dan de bankiers.

Ze overdrijven, vindt Gert Peersman. ‘Toen de rentevoeten jaren geleden begonnen te dalen, deden de banken gouden zaken omdat hun winstmarges flink stegen. Dat ze winst maken is ook goed, want zo kunnen ze hun kapitaalbuffers versterken.’

Landen met spaaroverschotten, langetermijnbeleggers en het financiële systeem zijn volgens Geert Noels de belangrijkste verliezers van de lage rente. ‘Geld is gratis en dat creëert risico’s op misbruik van kredieten. Er komen zeepbellen en dat kan op termijn het hele systeem in gevaar brengen.’

Ook verzekeraars en pensioenfondsen kreunen onder de lage rente. Ze hebben moeite om de rendementen waar te maken die ze soms jaren geleden aan hun klanten hebben beloofd. AXA verlaagde onlangs de levenslang gegarandeerde rente van 4,75 procent op zijn spaarverzekering. Het gewaarborgde rendement op aanvullende bedrijfspensioenen is al verlaagd van 3,25 procent (stortingen werkgever) of 3,75 procent (stortingen werknemer) naar 1,75 procent. Als de rente zo laag blijft als nu, wordt zelfs die 1,75 procent moeilijk haalbaar.

In België torsen ook heel wat bedrijven grote pensioenlasten omdat de verplichtingen elk jaar stijgen terwijl de rente daalt. Dat is op den duur onhoudbaar. Een bedrijf als General Motors is onder meer aan zijn pensioenlasten ten onder gegaan. Dat kan vandaag volgens Geert Noels opnieuw gebeuren met heel wat andere ondernemingen.

4 Wie zijn de winnaars van een negatieve rente?

Volgens Gert Peersman zijn er netto meer winnaars dan verliezers. Mensen en instellingen met schulden bijvoorbeeld. De overheid kan gratis of zelfs tegen een negatieve rente geld lenen. ‘Dat heeft als gevolg dat wij allemaal minder belastingen hoeven te betalen. Ik schat dat dit per gezin toch meerdere duizenden euro’s per jaar betekent, alleen beseffen de mensen dat niet. Ze kijken enkel naar het lage rendement op hun spaarboekje.’

Geert Noels nuanceert. ‘De overheid is ook verliezer doordat mensen met spaargeld of verzekeringsproducten de opbrengsten van hun vermogen zien wegsmelten. ‘Recente studies van de Nationale Bank en Allianz hebben aangetoond dat dit een negatief effect heeft op de economische groei in ons land. Minder opbrengsten uit vermogens betekenen minder bestedingen in de economie.’

Ook mensen met een woonkrediet profiteren, zeker zij die een formule met een variabele rente kozen. De rente op sommige hypothecaire kredieten met variabele rente is gedaald naar nul en in een beperkt aantal gevallen zelfs onder nul. Maar ook leners met een vaste hypotheekrente kunnen profiteren door hun lening te laten herzien. Het aantal herzieningen is de voorbije maanden met dertig procent gestegen voor een totaal bedrag van 1,3 miljard euro.

Geert Noels vindt dat die lage rente op woonkredieten een vals beeld geeft. ‘Mensen betalen misschien minder rente af per maand, maar wel meer kapitaal want die trend heeft ertoe geleid dat de woningprijzen de afgelopen jaren flink zijn gestegen.’ De Federale Overheidsdienst Economie maakte net nog bekend dat de prijzen van woonhuizen tijdens de eerste helft van dit jaar gemiddeld met 3,9 procent waren gestegen. De gemiddelde prijs van een appartement nam met 1,4 procent toe.

5 Hoe komen we hieruit?

Vroeger werd alle heil verwacht van de centrale bankiers. Die zouden ons wel uit de modder trekken. Alan Greenspan, een van de vorige voorzitters van de Amerikaanse Centrale Bank, werd de ‘maestro’ genoemd en ECB-voorzitter Draghi kreeg als koosnaam ‘super-Mario’. Maar het vertrouwen in de centrale bankiers is de voorbije maanden flink geslonken. ‘Wie gelooft die mensen nog’, kopte een krant. En Peter Vanden Houte, hoofdeconoom van ING, vond ‘het zelfs meelijwekkend om de ECB-voorzitter bezig te zien’.

Gert Peersman is het daar niet mee eens. ‘Draghi is nu voor velen de grote boosdoener, maar dat is onterecht. De spaarder is de hoofdschuldige. De ECB kan de rente technisch verhogen, maar dat zou de mensen nog meer stimuleren om te sparen en bedrijven ontmoedigen om te investeren. Om hieruit te raken, moet er meer zekerheid komen over de langetermijngroeiperspectieven: als de bevolking weet dat het risico op werkloosheid blijft dalen, zal de consumptie stijgen. Als de Vlaming weet dat de overheid later zijn pensioen zal blijven betalen, zal hij minder sparen.’

Peersman hoopt daarom dat de overheid enkele structurele maatregelen zal nemen. Hij denkt daarbij níét in de eerste plaats aan een vennootschapsbelasting van twintig procent. ‘Dat is slechts een relatief klein aspect van de zaak. Ik heb het eerder over de aanpak van de vergrijzing en over het verhogen van de werkzaamheidsgraad.’

Andere deskundigen opperen dat de overheid zelf meer zou moeten investeren, want dat doet ze nu nog nauwelijks. Dat wordt evenwel bemoeilijkt door de strenge begrotingsregels van Europa. Als Vlaanderen wil investeren in de Oosterweelverbinding verplicht Europa het ertoe die uitgaven in één keer op te nemen in de begroting en dat is nagenoeg onhaalbaar.

Geert Noels betwijfelt bovendien of overheidsinvesteringen in infrastructuur tot duurzame resultaten leiden omdat politieke willekeur, corruptie en verspilling dat proces steeds verstoren. ‘Japan heeft dat geprobeerd, maar uiteindelijk bleken die investeringen niet productief. De overheid kan beter meer investeren in technologische ontwikkelingen of in onderwijs.’

We moeten volgens hem opnieuw naar een normale positieve rente evolueren. ‘Als dat niet gebeurt, kan ons kapitalistische systeem niet overleven.’ Noels pleit ook voor een schuldherschikking want volgens hem is niet de lage inflatie maar de hoge schuldgraad het belangrijkste probleem. Er groeit ook een kloof tussen ouderen die steeds meer sparen en jongeren die zich dieper in de schulden steken.

‘Als sommige landen, zoals Japan, Italië en Portugal, veel schulden hebben opgebouwd en weinig groei kennen, kun je wel blijven hopen dat ze ooit alle schulden zullen terugbetalen, maar het is zeer onzeker of dat zal lukken. Het is volgens mij beter om nu knopen door te hakken en een deel van die schulden te herschikken. Ofwel doen we dat nu, ofwel blijven we de problemen doorschuiven naar de volgende generatie. Iemand zal vroeg of laat ontdekken dat de kassa leeg is. Je kunt een zieke pas moed geven door de genezing op gang te brengen, niet door te ontkennen dat hij ziek is.’

DOOR MICHEL VANDERSMISSEN

Peersman: ‘Als de Vlaming weet dat de overheid zijn pensioen zal blijven betalen, zal hij minder sparen.’

Noels: ‘Bij de ECB in Frankfurt durft niemand openlijk toe te geven dat ze zich vergist hebben.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content