Waarom El Chapo mijn boek zat te lezen

De Mexicaanse drugsbaron Joaquin 'El Chapo' Guzman bij zijn arrestatie op 8 januari. 'Zoals alle narcos houdt hij wel van lokale maar niet van internationale aandacht.' © Isopix

Met zijn roman Gomorra haalde de Italiaanse onderzoeksjournalist Roberto Saviano zich in 2006 de woede van de maffia op de hals. Sindsdien leeft hij in de clandestiniteit. Drie jaar geleden publiceerde hij het boek Zero Zero Zero over de mondiale cocaïnehandel. Toen de Mexicaanse drugsbaron Joaquin ‘El Chapo’ Guzman gearresteerd werd, lag Zero Zero Zero op zijn bed.

In een van de schuilplaatsen van Chapo Guzman, in Las Piedrosas in het Mexicaanse bergmassief Sierre Madre Occidental, werd een exemplaar van mijn boek Zero Zero Zero gevonden. Dat deelden een paar carabinieri me in het holst van de nacht mee. Ik wil het eerst niet geloven, maar dan laten ze me een video van het Mexicaanse leger zien op de site van de Mexicaanse krant El Universal: diep in een bunker met een groot bed zie je tussen enkele felgekleurde hemden mijn boek liggen. De commentator, die het interieur beschrijft, vermeldt het ook.

Ik spoel de video terug, want ik wil zekerheid. En ja hoor, daar ligt mijn boek. Ik herken de cover. De Mexicaanse soldaten hebben zich niet vergist. Wordt in de bunker van een maffiaboss een boek, een plaat met klassieke muziek of een kunstwerk gevonden, dan brengt dat steevast een kettingreactie van verbaasde en verbolgen commentaren op gang.

Mij verbaast het helemaal niet dat de bosses lezen. Ik heb in mijn leven veel bosses ontmoet. Ik heb gezien hoe ze in gerechtszalen vonnissen en protocollen zaten te lezen. Dankzij mijn kennis van het maffiamilieu kan ik – zonder enige vorm van provocatie – zeggen dat lezen zelfs een typische bezigheid van die bosses is.

Het feit dat ze vele uren moeten doorbrengen in besloten ruimten, bunkers, holen en gevangenissen dwingt hen tot een grote zelfdiscipline, waarbij lectuur een vooraanstaande rol speelt. De bosses zijn helemaal niet de criminele, analfabete monsters zoals die in veel Amerikaanse misdaadverhalen worden beschreven. Ze zijn veeleer ervaren zakenlui die lezen, analyseren, studeren, die de dingen proberen te doorgronden en die precies willen weten wat de wereld van hen denkt en over hen schrijft.

Maar mijn eigen boek op het bed van een van die maffiabosses zien liggen, vind ik schokkend, alsof het daardoor bevuild wordt. Dat duurt evenwel maar even. Wie de macht van de drugshandel beschrijft, vestigt er tegelijk de aandacht op. Ik geloof dat El Chapo benieuwd was om te zien wat ik geschreven had, wat er over hem en zijn kartel wordt gedacht.

Mexico is vandaag het centrum van de drugshandel, en El Chapo Guzman is zijn belangrijkste vertegenwoordiger. Hij is het levende bewijs dat de naam ‘narcos’ voor de Mexicaanse kartels een sterk understatement is: het gaat om een maffia. Als je alleen maar de politierapporten leest, is het verschil niet altijd duidelijk. Je zou het zo kunnen samenvatten: de gangsters is het om het geld te doen, de maffiabosses om de constructie van een machtssysteem (waarin het geld alleen een middel voor het doel is). Wie dat verschil begrijpt, komt al tot een beter begrip van de verhoudingen: de criminele economie is de winnaar, de totale opbrengst van de drugseconomie bedraagt ongeveer 300 miljard dollar. Als we over de bosses spreken, hebben we het dus niet over randfiguren, maar over de hoofdrolspelers van de wereldeconomie.

Liever dood dan uitgeleverd

Terwijl ik deze regels schrijf, rinkelt onophoudelijk mijn telefoon. Iedereen vraagt me: waarom? Waarom had El Chapo dat boek in zijn bunker? Ik heb geen flauw benul. Ik zoek op het internet bij bloggers, dagboekschrijvers en gewone lezers naar mogelijke antwoorden. Enkele zijn te gek voor woorden, andere klinken plausibel. Sommige refereren aan mijn optreden op de Mexicaanse televisie. Na de arrestatie van de Chapo in februari 2014 had ik er in enkele interviews in Mexicaanse media op gewezen dat zijn uitlevering aan de Verenigde Staten dringend nodig was.

El Chapo was al eens ontsnapt uit een extra beveiligde Mexicaanse gevangenis die tijdens zijn verblijf een soort basiskamp was geworden, vanwaaruit hij ongestoord zijn kartel kon blijven commanderen. Mexico was meer dan eens te ‘licht’ voor hem gebleken.

Voor uitlevering aan de Verenigde Staten zijn Mexicaanse drughandelaars nog meer beducht dan voor de dood (‘Liever een graf in Colombia dan een cel in de States’, zei Pablo Escobar ooit). In weerwil van het feit dat de Mexicanen aarzelden om El Chapo uit te leveren, omdat ze de wereld wilden bewijzen dat ze als vrije democratie zelf hun problemen het hoofd konden bieden, beklemtoonde ik dat een niet-uitlevering gevaarlijk was omdat de Mexicaanse regering geen veilige detentie kon garanderen. Nauwelijks een jaar later ontsnapte El Chapo opnieuw en bewees daarmee mijn gelijk. Het was niet moeilijk om dat te voorspellen, iedereen wist dat het zou gebeuren. Maar zoals wel vaker voorvalt wanneer iets zonneklaar is, hielden de meesten hun mond.

Mensen beweren dat mijn opmerkingen de boss nieuwsgierig hadden gemaakt. Ik krijg uit Mexico informatie van de meest uiteenlopende aard: sommigen menen dat El Chapo zich zorgen maakt over de televisieserie Zero Zero Zero die ik nu aan het schrijven ben en dat hij mijn werk beter wil leren kennen. Anderen beweren dat zijn advocaat hem erop attent heeft gemaakt dat mijn boek het risico op zijn uitlevering vergroot. Weer anderen beweren dat zijn zoon hem het boek gegeven heeft nadat hij een interview met mij had gezien op het Amerikaanse televisiestation CNN. Toen ik recent in de Verenigde Staten was, werd me meteen gevraagd of het klopte dat ik het bewuste exemplaar van mijn boek gesigneerd en aan hem opgedragen had.

Ik had er geen flauw benul van of mijn handtekening in het boek stond. Ik heb ook nooit een opdracht voor El Chapo geschreven, God beware me! Een Chileense journalist vroeg me of El Chapo werkelijk een van de bronnen voor mijn boek was geweest. Om een lang verhaal kort te maken: op dit moment construeert de hele wereld fantastische hypothesen waarvan er sommige absurd en andere wat plausibeler zijn. Maar in alle ernst: zelf heb ik geen flauw vermoeden. Zoals alle narcos houdt El Chapo wel van lokale maar niet van internationale aandacht. Want die kan zelfs uitdraaien op zijn uitlevering, waarvoor een narco beduchter is dan voor om het even wat. Daarom wil hij weten wat over hem en zijn kartel gezegd wordt.

Tegelijk is het zo dat het niets bijzonders is als een maffiaboss boeken leest. In de bunker van de ‘ndrangheta-boss Pasquale Condello vond men de roman Honderd jaar eenzaamheid van Gabriel García Márquez, en ook een boek van Italo Calvino. Bij de camorrista Sandokan trof men een paar dozijn essays over Napoleon aan. De boss Pietro Aglieri las uitsluitend theologische werken, bij voorkeur van de heilige Augustinus. De journalist Gio Marazzo, een expert in de georganiseerde misdaad, vertelde dat maffiaboss Raffaele Cutolo in zijn cel Thomas Hobbes, Plato’s Staat en Mein Kampf had liggen.

Of zou ijdelheid het ware motief zijn? Als dat zo is, zou El Chapo zeer veel tijd met lezen moeten doorbrengen, want over hem hebben zeer velen geschreven. Ik denk dat de bosses zo veel tijd en moeite in hun lectuur investeren omdat dit hen in de onvermijdelijke isolatie van hun onderduikadressen helpt om een beter inzicht in hun eigen situatie te krijgen. Ook al klinkt het absurd, toch denk ik dat de teksten over de maffia voor hen zelfs nuttiger zijn dan loutere informatie over de geruchten die over hen de ronde doen.

Een leven als een langspeelfilm

El Chapo verandert het beeld dat de bosses van zichzelf voor de buitenwereld ophangen. In een interview met het Amerikaanse tijdschrift Rolling Stone schept hij niet alleen op over het feit dat hij een drugsboss is, maar pocht hij ook dat hij de allergrootste is: ‘Ik heb meer heroïne, amfetamine, cocaïne en marihuana geleverd dan om het even wie ter wereld. Mijn vloot bestaat uit onderzeeërs, vliegtuigen, vrachtwagens en schepen.’ Hij vertelt zelfs hoe hij zijn narcodollars wast, een geheim dat maffiabosses gewoonlijk niet prijsgeven.

De Amerikaanse acteur Sean Penn, die de voortvluchtige El Chapo geïnterviewd heeft, vertelt dat John Gotti, de overleden boss van de Gambino-clan van New York, altijd van zichzelf zei dat hij een eenvoudig zakenman was. We zouden nog andere maffiosi kunnen citeren (bijvoorbeeld Pablo Escobar of Semion Mogilevitsj, boss van de Russische maffia) die beweerden dat ze in hun levensonderhoud voorzagen met de handel in bloemen of graanexport. El Chapo daarentegen schept op met zijn criminele vaardigheden. En hij doet dat omdat hij weet dat je van zijn leven een langspeelfilm zou kunnen maken. Hij weet dat de mensen niet onbewogen blijven bij de levensloop van een man die verschillende keren gevangen werd genomen en telkens weer wist te ontsnappen. De nieuwe bosses willen verhalen over zichzelf verspreiden en moeten daarom steeds meer informatie vergaren over wat over hen wordt verteld.

De grootste fout die je kunt maken als je over de bosses schrijft, is ze voorstellen als simpele vechtmachines, of ze beoordelen aan de hand van de kleurrijke anekdotes die over hen in omloop zijn. Wie denkt dat ze wereldvreemd zijn of dat ze zich niet constant informeren over de analyses die over hun ‘business’ gemaakt worden, die onderschat hen.

Nee, ik ben er niet van geschrokken dat El Chapo me leest. Dat is overigens vaak de tweede vraag die me gesteld wordt, direct na de vraag: ‘Waarom uitgerekend jouw boek?’ Ik ben er ook niet van geschrokken te horen dat ze in de schuilplaats van de boss Michele Zagaria mijn boek Gomorra gevonden hebben. Als je in een boek een mechanisme blootlegt en beschrijft, dan is dat ook nuttig voor wie door dat mechanisme beheerst wordt. Die zal proberen te verhinderen dat het uit elkaar wordt gehaald. We móéten ons om die verhalen bekommeren, als we niet willen dat ze verloren gaan in de wouden van Latijns-Amerika. Zeker als we horen wat El Chapo vertelt: dat hij drie ingenieurs naar Duitsland stuurde om te achterhalen hoe je de tunnel moest bouwen waardoor hij later uit de gevangenis is ontsnapt. Zulke verhalen gaan ons meer aan dan we ons kunnen indenken.

©Roberto Saviano, 2016. All rights reserved.

DOOR ROBERTO SAVIANO

‘El Chapo verandert het beeld dat de bosses van zichzelf ophangen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content