Paars wil de krachtlijnen van het Generatiepact niet meer veranderen. De vakbonden geven tegengas om delen van dat pact alsnog bij te sturen.

Terwijl minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael (VLD) en de werkgeversorganisaties absoluut nieuwe blokkades van wegen en bedrijfsterreinen willen verijdelen, maken de vakbonden zich op voor ‘een nationale actiedag met stakingen’. Een grote betoging in Brussel moet de eisen kracht bijzetten voor ‘serieuze aanpassingen’ van het Generatiepact.

Op 7 oktober organiseerde de socialistische vakbond ABVV alleen een algemene staking. Dat resulteerde in veel gebakkelei tussen de vakbonden over de te volgen strategie en de draagwijdte van nieuwe brugpensioenregels in het Generatiepact. Maar intussen wezen ook het christelijke ACV en de liberale ACLVB de plannen van Paars af. Hoewel alle plooien niet zijn gladgestreken, is er weer een gemeenschappelijk front van groen, rood en blauw.

‘Dat is geen knieval’, zegt algemeen secretaris Ferre Wyckmans van de christelijke vakbond LBC-NVK. ‘Voor de zomer al heeft het ACV gezegd dat we eerst zouden onderhandelen en dan pas handelen.’ Als het van LBC-NVK had afgehangen, zou dat wel een algemene staking geworden zijn. Wyckmans: ‘In een actiedag met stakingen kunnen alle beroepscentrales zich herkennen. Daardoor vermijden de vakbonden ook een communautaire tweedeling, want in Wallonië is de sociale onrust nog groter dan elders.’

Voorzitter Luc Cortebeeck en ondervoorzitter Josly Piette overlegden als ACV-onderhandelingsduo voortdurend met ‘de achterban’ over het verloop van de gesprekken met de regering en de werkgevers. Hoe is het dan mogelijk dat het ACV unaniem een ‘ruime onvoldoende’ aan het Generatiepact gaf?

FERRE WYCKMANS: Er was een verschillend ijkpunt. De ACV-top heeft altijd vergeleken met de nota ‘Actief ouder worden’ van juni. Daarin had minister Freya Van den Bossche (SP.A) enkele draconische maatregelen opgenomen. Als dan een pensioenmalus en een loopbaanvoorwaarde van 40 jaar voor brugpensioen weer verdwijnen en andere punten in verband met de sociale zekerheid worden toegevoegd, is het logisch dat men denkt goede stappen te doen. Maar de eindbeoordelaars in de centrales en verbonden hebben die nota van Van den Bossche niet onder hun hoofdkussen liggen. Daardoor zien, oordelen en reageren zij anders.

Het Generatiepact is een ingewikkeld geheel van maatregelen voor het loopbaaneinde, de werkgelegenheid en de sociale zekerheid. Die hebben niet voor iedereen op hetzelfde tijdstip dezelfde impact. Bovendien kunnen vakbondsleden zich iets voorstellen bij een verhoging van de minima. Maar om het extreem grote belang in te schatten van een alternatieve financiering van de sociale zekerheid of een techniek om uitkeringen vanaf 2008 welvaartsvast te maken, moet je daar haast beroepshalve mee bezig zijn. Dat alles maakt het heel moeilijk om iedereen op één lijn te krijgen.

Kan een vakbond over grote sociaal-economische kwesties nog uit één mond spreken?

WYCKMANS: We zullen in het ACV moeten nagaan hoe een dergelijk complex dossier anders kan worden aangepakt en besproken. De verschillende niveaus van de getrapte democratie in de vakbond moeten beter op elkaar afgestemd worden. Nu is er duidelijk iets misgelopen en dat is niet voor herhaling vatbaar.

Omdat anders het gezag en het leiderschap van de voorzitter niet lang standhouden?

WYCKMANS: Luc Cortebeeck is allicht niet tevreden met de afloop, maar hij heeft genoeg ervaring om dit te beschouwen als een incident en om voort te doen. De nationale raad heeft ook niet de onderhandelaars, maar het Generatiepact beoordeeld. Luc en Josly hebben het best mogelijke resultaat uit de brand gesleept. De achterban vond het onvoldoende en dus proberen we het nu bij te sturen.

Hoe groot kan de kloof tussen top en basis zijn als het hoofd van de ACV-studiedienst Gilbert De Swert het Generatiepact ‘een schuimbad en geen bloedbad’ noemt?

WYCKMANS: Wie Gilbert kent, weet dat hij nooit verlegen zit om een pittige uitspraak. Hij heeft gelijk dat het pact geen bloedbad is geworden. Maar het beeld van een deugddoend schuimbad klopt niet. Het schuim van het pact verbergt veel dingen die niet aangenaam zijn.

De algemene kritiek is dat de vakbonden niet durven uitleggen dat er langer moet gewerkt worden om de sociale zekerheid overeind te houden.

WYCKMANS: De vakbonden gaan een debat over langer mogen en kunnen werken niet uit de weg. We weten goed dat meer werkgelegenheid nodig is om de sociale zekerheid op termijn te redden. De vraag is: op welke doelen richten we onze pijlen?

De regering wijst op het scheppen van meer banen voor jongeren. Maar als ze eerlijk is, geeft ze toe dat dit niet het sterkste punt van het Generatiepact is. Politici zijn zelf niet verantwoordelijk voor de werkloosheid. Ze kunnen wel samen met de sociale partners bijdragen aan oplossingen, zoals de verplichting om meer te investeren in vorming en opleiding. Die kwestie sleept al jaren aan en nu wordt de doelstelling om hiervoor 1,9 procent van de loonmassa in te zetten weer verschoven naar eind 2006.

En dan is er het fameuze brugpensioen. Er zijn maatregelen nodig om de uitstoot van oudere werknemers af te remmen. Het Generatiepact wekt echter vooral de indruk dat men het mensen moeilijk wil maken om vroeger uit te stappen. Momenteel zijn er 108.000 bruggepensioneerden. Dat zijn er 25.000 minder dan tien jaar geleden. Je kunt dus bezwaarlijk volhouden dat er een probleem is met de sociale zekerheid omdat er massaal veel bruggepensioneerden zijn. Vergelijk dit ook met de 140.000 jonge werklozen en het is meteen duidelijk waaraan we voorrang willen geven.

De regering, premier Guy Verhofstadt (VLD) op kop, hamert erop dat meer jongeren een baan krijgen als meer mensen langer aan het werk blijven.

WYCKMANS: Ik spreek dat niet per definitie tegen, maar ik ben niet overtuigd van het oorzakelijk verband. De vakbond is voor een hogere activiteitsgraad, ook van oudere werknemers. Maar dan moet er ook iets gedaan worden aan de kwaliteit van het werk. Veel werknemers gaan nu gebukt onder een enorme stress. Op dat vlak stelt het Generatiepact teleur. Erger nog, wegens onverhoopt succes – vooral in de leeftijdsgroep van 20 tot 40 jaar en stilaan ook bij oudere werknemers – schroeft de regering het tijdskrediet terug naar een jaar.

Volgens de vakbonden heeft de sociale onrust er vooral mee te maken dat het Generatiepact sectorale en ondernemingsakkoorden doorkruist en zo ingrijpt in de concrete loopbaanplanning van werknemers.

WYCKMANS: Dat is juist. De regering zet eenzijdig een punt achter een interprofessioneel akkoord van 2001 over het tijdskrediet. Dat heeft intussen in 124 paritaire comités en ontelbare ondernemingen een vervolg gekregen. Die beslissing van Paars is een domme provocatie.

De verhoging van de algemene brugpensioenleeftijd naar 60 jaar of nog ouder als de loopbaan niet lang genoeg geweest is, schuift een interprofessioneel akkoord van 1974 aan de kant. Ook staan bijna 20 jaar oude afspraken in industriële sectoren en grote ondernemingen over brugpensioen op 55, 56 of 57 na een loopbaan van 38 jaar ter discussie. Waarom is dat nodig als die loopbaanvereiste in de toekomst zowat de algemene regel zou worden?

De regering legt de nadruk op brugpensioen vanaf 60 jaar, het ACV zegt dat ’58 jaar nog altijd kan’.

WYCKMANS: Ook het dispuut met het ABVV gaat hierover. Focus je op die 60 jaar of op de uitzonderingen? In feite hebben beide kanten gelijk.

Wij hebben er steeds voor gepleit om het debat niet te verengen tot het loopbaaneinde en nog minder tot het brugpensioen. Finaal is het daar toch op uitgedraaid, ook in de media. In sommige industriële sectoren gaat de discussie vooral over het brugpensioen, maar elders komen andere aspecten meer aan bod. Neem de maatregelen bij bedrijfsherstructureringen. In plaats van daar een positief verhaal van te maken, ligt de nadruk op tewerkstellingscellen die met ontslag bedreigde oudere werknemers promoveren tot Chinese vrijwilligers en die verfijnde en minder verfijnde sancties in petto hebben voor wie onvoldoende gebruikmaakt van de begeleiding. Ook moeten bruggepensioneerden beschikbaar blijven voor een baan, terwijl die beschikbaarheid – zeker in veel Waalse regio’s met een torenhoge werkloosheid – enkel virtueel is.

Waarom beklemtoont men dan niet meer dat mensen zes maanden hun loon behouden en alle steun krijgen als ze naar ander werk zoeken? Waarom wil de regering per se die zes maanden loon aftrekken van de opzeggingsvergoeding van bedienden, terwijl dat loonbehoud vanzelfsprekend is en de bediendecentrales nooit iets anders gevraagd hebben? Zo gooit het pact niet alleen sectorale en ondernemingsafspraken overhoop. Het bevat ook onnodige plagerijen. Verbaast het dan dat mensen zich afvragen waar de regering eigenlijk mee bezig is?

Bij de afwijzing van zowel het loonakkoord begin dit jaar als het Generatiepact nu nemen de bediendecentrales het voortouw. Zijn zij radicaler dan de andere beroepscentrales?

WYCKMANS: De werking van LBC-NVK is anders – ik zeg niet beter – dan andere ACV-centrales. In ons dagelijks bestuur zijn de helft van de leden gewone militanten en in onze raad zijn de 165 leden hoofdafgevaardigden uit alle sectoren en regio’s. Ze worden gevormd om na te denken over de langetermijneffecten van maatregelen. Zo hebben we in het voorbije jaar een campagne gevoerd over de sociale zekerheid en lastenverlagingen. Die lopen door het pact op tot 6 miljard euro. Dat bedrag gaat de richting uit van het jaarlijkse budget voor werkloosheidsuitkeringen. Voor sectoren die kampen met harde internationale concurrentie zijn lastenverlagingen verantwoord, maar ze worden niet gekoppeld aan de voorwaarde om meer banen te creëren. Dat roept vragen op bij onze mensen, onder meer in de sector van de banken. Die publiceren hoge winstcijfers, maar passeren toch langs de kassa van de lastenverlagingen.

Belangrijk is ook de voorbeeldfunctie van de ‘witte woede’. Door zich onophoudelijk te roeren, heeft de sector van de non-profit getoond dat het onhaalbare haalbaar kan worden, ook voor een beter loopbaaneinde en de koppeling van lastenverlagingen aan nieuwe banen.

Er zou in de vakbond opvallend veel verzet van vrouwen en jongeren tegen het Generatiepact zijn.

WYCKMANS: Dat de weerstand alleen komt van oudere vakbondsmannen die actie voeren voor hun brugpensioen, klopt allerminst. Bij de jongeren is er veel ongenoegen over het inperken van het tijdskrediet. Bij de vrouwen is er ook de vrees dat ze met hun onderbroken loopbanen nooit voor een brugpensioen vanaf 60 jaar in aanmerking komen.

In de distributiesector, waar de werkdruk heel hoog is, piekeren vrouwen er niet over om nóg langer te werken. De radicalisering wordt in de hand gewerkt door de arbeidsomstandigheden. Wie met een slecht contract hard werkt voor een laag loon, moet van het Generatiepact niet weten.

De regering wil over de principes van het pact niet meer onderhandelen.

WYCKMANS: Ik kan me niet voorstellen dat er niets zou worden veranderd. Kan de SP.A haar syndicale vleugel de rug blijven toekeren? En kan de PS blijven toekijken bij alle acties in Wallonië? Op termijn zou dat die laatste partij zuurder kunnen opbreken dan haar huidige problemen in de sociale huisvesting. Volgens mij is minstens tweederde van het Generatiepact voor verbetering vatbaar.

Door Patrick Martens

‘In een actiedag met stakingen kunnen alle beroepscentrales zich herkennen. Daardoor vermijden de vakbonden ook een communautaire tweedeling, want in Wallonië is de sociale onrust groter dan elders.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content