De Kroonraad van Knack bestaat uit Mark Eyskens, Paul Muys, Jacques Rogge, Erik Suy, Monika Van Paemel en Etienne Vermeersch.
Mijnheer Rogge, Ehud Barak is met een ruime meerderheid verkozen tot premier van Israël.
Jacques Rogge: Het is alleszins een verbetering, maar op een snelle definitieve oplossing voor de Midden-Oostenkwestie mag niemand rekenen. Barak is niet zozeer gekozen als emanatie van zijn partij, want die gaat achteruit, maar als alternatief voor Netanyahu. Die is afgestraft voor een desastreus beleid, waarbij hij het Oslo-akkoord heeft gesaboteerd, het Wye-akkoord heeft genegeerd en de Israëlische politiek hopeloos heeft gefragmenteerd. Het resultaat was een kluwen van kleine partijtjes, die hij allemaal is gaan lijmen met een verregaand cliëntelisme. De enige bedoeling daarvan was zijn eigen positie te vrijwaren. De ultra-orthodoxen, de kolonisten, de religieuze splintergroepen… die heeft hij, met financiële steun en met naar hun smaak ontworpen wetten en wetjes, een grote status gegeven waardoor de samenleving steeds moeilijker beheerbaar wordt.
Toch ben ik niet overdreven optimistisch bij de keuze van Barak, die beïnvloed zal blijven door zijn militair verleden. Hij was een topmilitair, de meest gedecoreerde soldaat in Israël, en heeft gewerkt in de veiligheidsdienst. Zijn profiel vertoont grote gelijkenis met dat van zijn politieke vader Yitzhak Rabin. En die heeft ook twintig jaar nodig gehad om van een echte militair een echte politicus te worden. Als Barak een vrij brede coalitie wil vormen met Likoed en eventueel Shas, krijgt hij een sterkere regering met minder partijen, maar aan de andere kant zal hij aan slagkracht inboeten. Vergelijk het met een tripartite bij ons, dat is zelden een efficiënte formule geweest.
De fundamentele vraag is wat Barak wil bereiken. Hij kondigt aan dat hij uit Libanon wil wegtrekken, daar zal niemand tegen zijn. Hij wil onderhandelen met Syrië over de Golan, dat is al delicater maar ook haalbaar. Barak was trouwens zelf betrokken bij de vorige gesprekken met Damascus. Hij zal ook het akkoord van Wye respecteren. Maar dat alles is niet voldoende om de Palestijnen te sussen. Want die willen hun eigen staat uitroepen. Zal hij dat toestaan? Vroeg of laat wel, maar het is eeuwig hetzelfde liedje: voor de kwestie Jeruzalem ligt geen werkbare oplossing op tafel. Zolang dat niet het geval is, komt er ook geen vrede.
Barak heeft al gezegd dat Jeruzalem onverdeeld de hoofdstad van Israël blijft en dat hij de nederzettingen op de Westbank niet zal afbreken. Wat is dan het verschil met Netanyahu?
Rogge: Voor het vredesproces is dat op het eerste gezicht niet zo groot. Al is het toepassen van het akkoord van Wye Plantation een belangrijke stap vooruit. Op meer mag men voorlopig niet hopen. Kijk naar Noord-Ierland. Met het Goede-Vrijdagakkoord hebben we in een optimistische bui ook gedacht dat de vrede een feit was. Meer dan een jaar later zijn ze geen meter opgeschoten. Ondanks het ultimatum van Tony Blair. Vrede is een lang en moeilijk proces.
De Shas-partij gaat fors vooruit. Krijgen we een sterkere polarisatie tussen modern en traditioneel Israël?
Rogge: Die polarisatie is verscherpt, precies door dat cliëntelisme van Netanyahu. Hij heeft de Knesset tal van wetten doen aanvaarden die het plaatselijke burgemeesters mogelijk maken om weer godsdienstige rituelen en praktijken op te dringen. Ik heb recent meegemaakt hoe het in een hele wijk verboden was om op de sabbat met de auto te rijden. Dat soort bepalingen was vóór Netanyahu langzaamaan verdwenen. Ik vermoed dat Barak, zelf een atheïst, terug zal keren naar een meer pragmatische wetgeving.
In Nederland doet Hans Wiegel in zijn eentje het tweede paarse kabinet vallen.
Rogge: De chef-Kok heeft de saus niet kunnen doen lukken. Als ik goed heb gelezen, is het de eerste keer sinds 1907 dat een regering in de Eerste Kamer ten val wordt gebracht. Pal voor de Europese verkiezingen en midden in de Kosovo-crisis is dat een vlek op het blazoen van bestuurlijke degelijkheid in Nederland. Het zal Wiegel zwaar worden aangerekend. Want weinigen geloven dat hij enkel om principiële redenen niet kon akkoord gaan met de wet op het correctief referendum. Een kabinet doen vallen uit rancune voor een verloren machtsstrijd in de eigen partij getuigt niet van grote verantwoordelijkheidszin.
Dat D’66 na de tegenstem van Wiegel de regering verlaat, heeft wellicht ook te maken met het debat over de Bijlmerramp, waarin hun minister Els Borst ter discussie staat.
Rogge: Ik weet niet of men het zo cynisch speelt. Want in de Bijlmerzaak staan ook VVD’ers en zelfs premier Kok zelf ter discussie. D’66 zit vooral met de kater van de vorige verkiezingen, waar het van vierentwintig zetels terugviel op veertien. De regeringsdeelname heeft hen weinig baat bijgebracht, zodat velen in de partij opteerden voor een herbronning in de oppositie. Op vraag van Kok is D’66 toch opnieuw in de regering gestapt, maar het kan zich in die omstandigheden niet veroorloven om bakzeil te halen op fundamentele programmapunten. Dat zou de doodsteek zijn bij de volgende verkiezingen.
Merkwaardig dat een liberaal het referendum tegenhoudt. Bij ons roemt de VLD het referendum als een middel ter verfijning van de burgerdemocratie.
Rogge: Een referendum is alleen wenselijk in hoogst uitzonderlijke gevallen, waarbij de beslissing de hele bevolking aanbelangt en het bereik van het parlement te buiten gaat. Zoals bij de koningskwestie. Maar in het algemeen ben ik er geen voorstander van. De vraagstelling moet onvermijdelijk summier zijn en de formulering heeft een te grote invloed op het resultaat. Dat is in Gent aangetoond: om “ja” te zeggen tegen de parkeergarage, moest je “nee” antwoorden op de vraag. Zwitserse vrienden, kenners bij uitstek van referenda, klagen over deinertie die dit systeem meebrengt. In Zwitserland volstaan een paar honderdduizend handtekeningen om een federale wet aan een volksraadpleging te onderwerpen, en tegen te houden.
Rusland heeft met Sergej Stepasjin zijn vierde premier in een dik jaar tijd.
Rogge: De Doema heeft hem moeten aanvaarden en slaagde er een week voordien ook niet in om de afzettingsprocedure tegen de president op gang te krijgen. Jeltsin wint dus twee keer van de Doema. Hij benoemt ministers zoals Georges Leekens Rode Duivels. Als ik me niet vergis, zijn er onder het bewind van Jeltsin negen regeringen en tweehonderd ministers geweest. Jeltsin duldt niemand met enige persoonlijkheid onder zich. En hij heeft de grondwet zo doen wijzigen, dat hij zijn premier kan opdringen aan het parlement. Want na drie weigeringen wordt dat ontbonden en zijn de parlementsleden hun lucratief postje en hun privileges kwijt. Die binden dus tijdig in. Jeltsin houdt ook telkens een paar alternatieve kandidaten achter de hand, die voor de Doema helemaal onaanvaardbaar zijn.
Hij zit heel wat vaster op zijn troon dan hij op zijn benen staat.
Rogge: Hij bezit niet de kwaliteiten van een groot staatsman, maar in de Russische context beheerst hij alle knepen van het vak. Dat lees je af van zijn curriculum. Eerst in het politburo gezeten ten tijde van Breznjev en Gorbatsjov. Toen hij daar werd gewipt, ging hij de solotoer op, en trok naar de Verenigde Staten om zich als de grote democraat en reformist te profileren. Hij heeft de GOS mee gesticht en tekende zo het einde van de Sovjet-Unie. En in de opstand tegen Gorbatsjov wrong hij zich op de voorgrond door voor het oog van de camera’s bovenop een tank te klimmen en een verklaring voor te lezen. Hij is altijd een rasechte politicus geweest, wat een noodzaak is om te overleven in de Moskouse kikkerpoel.
Door de vrije pinkstermaandag zijn we alweer verplicht deze zitting voor het begin van het weekend af te sluiten. Op het moment van dit gesprek draait de diplomatieke bedrijvigheid rond Kosovo op volle toeren.
Rogge: Er lijkt een akkoord in de maak, maar over het vervolg hoeft niemand zich begoochelingen te maken: er moet een internationaal bezettingsleger van minstens zestig- of zeventigduizend zwaarbewapende soldaten heen. Geen peace keeping maar peace making. En ze zullen er voor een lange periode gestationeerd moeten worden. Volgens Bill Clinton zouden de Amerikanen na zes maanden terugkeren uit Bosnië. Vier jaar later zitten ze er nog. In Korea en Cyprus zijn er meer dan vijfentwintig jaar blauwhelmen op post.
Na twee maanden oorlog is het duidelijk dat Milosevic de grote verliezer is, in weerwil van interne propaganda. Hij moet vreemde troepen op zijn grondgebied aanvaarden. Hij verliest Kosovo, om het even of dat door afscheuring, aanhechting bij Albanië, of autonomie gebeurt. En de alliantie met Montenegro staat op springen. Dus, van de Joegoslavische staat blijft bijzonder weinig over.
Een andere verliezer is de Europese Unie, die weer geen eensgezinde buitenlandse politiek heeft kunnen voeren, die worstelt met morrende Grieken en Italianen, die voor de zoveelste keer moet toezien hoe de Amerikanen de militaire actie voor hun rekening komen nemen, en die zwaar zal moeten betalen voor de wederopbouw van zowel Kosovo als Joegoslavië. Ook Clinton, gekortwiekt door de oppositie in het Congres, komt niet als een winnaar uit het conflict.
Voor de Navo eindigt de match onbeslist. De bombardementen hebben Servië vernietigd en Milosevic tot een knieval gedwongen. Maar de vele flaters en de barsten in het blok zijn niet echt glorieus. De grote winnaar van de oorlog is Rusland. Eerst totaal genegeerd. De bombardementen begonnen op het moment dat premier Primakov in de lucht hing op weg naar Washington, maar niet eens op de hoogte was gebracht. Die minachting voor de Russen is omgeslagen in de nederige smeekbede om de zaak diplomatiek te redden. Rusland heeft onverwacht een gouden kans gekregen om weer mee te tellen op het internationale forum.
In India neemt Sonia Gandhi in volle verkiezingsstrijd ontslag als leidster van de Congrespartij.
Rogge: Afwachten of het geen opgezet spel is om binnenkort als eenheidskandidate terug te keren aan de kop van de partij, die nu verdeeld is. Een paar mensen en strekkingen nemen het niet dat een niet-Indiër premier zou kunnen worden. Maar dat wisten ze natuurlijk langer dan vandaag, bijvoorbeeld toen Sonia Gandhi voorzitster van de partij werd. Zij is te zeer met de Indische politiek verweven om haar als een Italiaanse te blijven beschouwen. Ze sleept een dramatisch en door India getekend verleden met zich mee. Zowel haar schoonmoeder als haar man zijn het slachtoffer geworden van politieke moorden, die heel India hebben geschokt. Het feit dat de Congrespartij er niet in slaagt om een pure Indiër als leider naar voren te schuiven, wijst op verdeeldheid in de rangen en maakt van Sonia Gandhi des te meer een geknipte compromisfiguur.
Wordt de drang naar een autochtone leider ingegeven door de opgelopen spanningen met Pakistan?
Rogge: Dat denk ik niet, het lijkt mij veeleer een religieuze overweging. De Indische politiek wordt meer bepaald door godsdiensttegenstellingen dan door een atoomwedloop met Pakistan. En de grootste uitdaging voor welke regering ook, blijft de bevolkingsexplosie, die niet snel onder controle zal zijn. Het geboortecijfer daalt wel, maar blijft veel te hoog. In de strijd tegen de overbevolking hebben de Chinezen, met hun één kind per gezin, voor de meest drastische maar ook efficiëntste maatregel gekozen. Zoiets is in India, met zijn vele autonome staten, niet mogelijk omdat het centrale gezag te zwak is. Bovendien is India een democratie, een van de weinige in Azië en de grootste ter wereld, waarin een dergelijke ingreep van de overheid niet geduld zou worden.
JACQUES ROGGE
Koen Meulenaere