Nog eens een progressief manifest. Dat zien we graag van jonge, flinke politici.
Van dromen naar daden, zo heet het project van de zelfbenoemde Generatie 2016, dat afgelopen zaterdag paginabreed werd uitgesmeerd in De Standaard.
Die Generatie 2016 staat eigenlijk voor de jeunesse dorée van de VLD. Vier van de zestien ondertekenaars zijn jonge regeringsleden: Bart Somers, Marino Keulen en Patricia Ceysens in de Vlaamse regering, Vincent Van Quickenborne in de federale. Twee van de opstellers zijn gewezen woordvoerders, Miguel Chevalier van Guy Verhofstadt en Bart Tommelein van Patrick Dewael, die elk bij wijze van uitstapregeling een parlementair mandaat toegeworpen kregen.
Van Vincent Van Quickenborne, rayonhoofd van het paarse departement schertsartikelen, beweerde een buiten zijn zinnen geraakte commentator vorige week nog dat die zichzelf schiep naar beeld en gelijkenis van premier Verhofstadt.
Een dag voor de publicatie van het manifest in De Standaard had De Morgen op de voorpagina aangekondigd dat die VLD-jongeren op het komende congres, met hun manifest in de hand, een progressieve raid op hun partij willen uitvoeren. Succes gegarandeerd, want, zo wist de krant, de coupplegers kunnen rekenen op de discrete steun van de partijtop.
Doorgaans wordt een coup gepleegd tegen de zittende machthebbers. Hier lijkt de raid van de Generatie 2016 veeleer tot doel te hebben de zittende machthebbers op hun stoel te houden, tot de progressieve jongelui ze te gelegener tijd kunnen vervangen.
Beseffen die conservatieve knarren van de VLD, zoals een Boudewijn Bouckaert, eigenlijk wel hoe gezegend ze zijn met een generatie positivo’s als deze?
Maar goed. Een progressief manifest. ‘Ons land moet veranderen, want de wereld verandert. En daar moeten we nu mee beginnen, want we hebben geen tijd om op korte termijn te denken. Daarvoor zijn de uitdagingen op lange termijn te groot.’ Deze kordate aanhef zal die conservatieven van de VLD al meteen tot nadenken stemmen.
Maar daarmee heeft de lezer, jammer genoeg, het beste van het manifest wel gehad. Wat volgt, zijn niet meer dan wat algemeenheden en politieke kitsch over vergrijzing, de toenemende kloof tussen Noord en Zuid, de afschaffing van belasting op handenarbeid, nog eens de open deur dat een sociaal paradijs op een economisch kerkhof niet mogelijk is, het afschaffen van de lijsstem, de invoering van het bindende referendum en nog wat afdragertjes uit het oude Spirit-programma. Voor de attente lezer zit er bovendien een storende echo van oude Burgermanifesten op de lijn.
De enige concrete doelstelling van de ondertekenaars lijkt te zijn dat ons land tegen 2016 verhoudingsgewijs het grootste aantal Chineessprekenden van de hele Europese Unie moet tellen, die dan de export naar China en de Chinese investeringen in ons land zullen stimuleren. En voor we het vergeten: ook de wapenuitvoer naar niet-democratische landen wordt verboden – al is niet duidelijk of prille democratieën als Nepal en Tanzania daar bij horen.
Voor de gemiddelde Wetstraatbewoner is de truc met het progressieve manifest wat doorzichtig. Uitgerekend in de zaterdagkrant van De Standaard die Van droom naar daad afdrukte, stond ook het veel indringender betoog van VLD-voorzitter Karel De Gucht tegen de invoering van het gemeentelijke stemrecht voor niet-Europeanen. Een kwestie waar de progressieve doch voorzichtige Generatie 2016 niet eens over rept.
Zowel de bijdrage van De Gucht als het progressieve manifest is bedoeld voor het VLD-congres eind deze week. De VLD-leden die eisen dat de partij een regeringszaak maakt van het migrantenstemrecht moet duidelijk worden gemaakt wat er op het spel staat. Als het congres ze volgt, dan moet de VLD uit de regering stappen. Een vooruitzicht dat minder aantrekkelijk wordt naarmate de geruchten over voor de partij tegenvallende opiniepeilingen aanzwellen.
Daarom ook werd uit het niets een generatie 2016 in leven geroepen, die de aandacht van de congresgangers moet afleiden en tegelijk de partij, die met haar verzet tegen het migrantenstemrecht in de reactionaire hoek dreigt te belanden, van een progressieve aura voorzien. Maar daarvoor valt het manifest wat licht uit.
Dan is de oproep van De Gucht tegen het migrantenstemrecht veel beter onderbouwd. Wat het de voorzitter niet makkelijker maakt. Zijn betoog betekent nog meer koren op de molen van de VLD-leden die het migrantenstemrecht op de regeringstafel willen.
Of het allemaal zo’n vaart zal lopen, valt af te wachten. Partijcongressen zijn veelal bijeenkomsten van mandatarissen en kabinetsmedewerkers die er alle baat bij hebben dat de kanalen en vooral de geldstromen van de federale en de Vlaamse macht wijdopen blijven.
Zoals Camille Huysmans ooit zei tegen Paul-Henri Spaak die net een socialistisch partijcongres tot opstandigheid had aangespoord: ‘Maak je niet druk. Zo’n congres, dat applaudisseert er maar op los, maar uiteindelijk stemt het altijd zoals het hoort.’
Rik Van Cauwelaert