Alvast in de veeteelt wordt het stimu- leren van een onbevruchte eicel tot volwaardige ontwikkeling mogelijk.

Ongeslachtelijke voortplanting is heel efficiënt in vergelijking met geslachtelijke. Een cel deelt zich en heeft zich voortgeplant. Geen gedoe rond het vinden en verleiden van een partner, noch fysiologisch labeurwerk als het produceren van voortplantingscellen die vervolgens moeten versmelten, delen en een nieuw leven beginnen. Wel betekent ongeslachtelijke voortplanting een rem op de genetische variatie die zo succesvol is in onder meer de strijd tegen parasieten. Daarom schakelen soorten die zich ongeslachtelijk voortplanten zoals bacteriën in moeilijke tijden tijdelijk over op een vorm van geslachtelijke vermenigvuldiging. De ongeslachtelijke voortplantingstechniek is in gebruik in heel uiteenlopende takken van het dierenrijk, maar niet bij zoogdieren.

Daar komt nu verandering in, dankzij de zegeningen van het moderne genetisch onderzoek. Japanse wetenschappers zijn erin geslaagd kalfjes te maken uit onbevruchte eicellen van de moeder. Maagdelijke geboorten dus er komen zelfs in de verste verte geen man meer aan te pas. Dit proces heet parthenogenese. De wetenschappers stelden onbevruchte eicellen bloot aan een behandeling in een bad alcohol en aan een reeks scheikundige stoffen die de ontwikkeling in gang zetten. Eenmaal opgestart werden de embryo’s bij de moeder ingeplant. De methode kent nog geen onverdeeld succes : het blijft moeilijk om de ongeslachtelijk verwekte embryo’s tot voldragen kalfjes te laten opgroeien. De bedoeling is uiteindelijk om op een efficiënte (snelle) manier stallen met uitsluitend goede melkkoeien te kunnen samenstellen. Stieren remmen daar alleen maar het rendement.

De race is begonnen om de techniek te perfectioneren (en patenteren). Er zijn geen noemenswaardige wetenschappelijke obstakels voor het toepassen van parthenogenese op de mens, tenzij dat er op termijn toch aan een vorm van geslachtelijk opfrissen zou moeten worden gedacht. Proeven met ?overschotjes? van vruchtbaarheidsbehandelingen wezen uit dat onbevruchte eitjes van mensen probleemloos tot het achtcellig stadium kunnen opgroeien, waarna de proeven (althans officieel) werden stopgezet om ethische redenen.

In de medische wereld wordt soms vastgesteld dat onbevruchte eicellen in de baarmoeder beginnen te ontwikkelen, maar die groei loopt snel spaak, en het embryo evolueert tot een goedaardig gezwel (een ovarieel theratoom). Twee jaar geleden publiceerde het vakblad Nature Genetics echter klinische details over een driejarige jongen die gedeeltelijk het resultaat was van een maagdelijke geboorte. Een deel van zijn lichaam was het product van een onbevruchte eicel van zijn moeder. De jongen had lichte leerstoornissen en een opvallend assymmetrisch gezicht.

Nader onderzoek wees uit dat zijn witte bloedcellen twee X-geslachtschromosomen hadden, hoewel hij als jongen in principe een Y van zijn vader moest hebben gekregen. Tot ieders verbazing bleken de cellen in zijn huid wel de normale XY-combinatie voor een man te hebben. Toen de wetenschappers de twee X-en in de bloedcellen kritisch bekeken, ontdekten ze dat deze genetisch identiek waren. Met andere woorden : afkomstig van een onbevruchte eicel.

Vermoed wordt dat dit ?geval? voortkwam uit een onbevrucht eitje dat zich parthenogenetisch begon te ontwikkelen, maar dat een van de celletjes in het twee- of viercellig stadium alsnog door een zaadcel werd bevrucht. Het onderzoek toonde alvast aan dat onbevruchte eicellen perfect functionerend bloed konden produceren. De assymmetrie van het patiëntje zou te wijten geweest zijn aan het feit dat parthenogenetische cellen trager delen dan bevruchte.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content