Agalev is weggevaagd. Hoe is het zover kunnen komen? ‘Ik weet het niet, ik weet het echt niet’, zei Jos Geysels zondagavond. Maandag diende hij zijn ontslag in als politiek secretaris.
Aangeslagen? Ja en nee. ‘Het hart doet pijn, maar het verstand moet blijven werken’, zei Jos Geysels, politiek secretaris van Agalev, terwijl langzaam duidelijk werd dat zijn partij de kiesdrempel in geen enkele kieskring zou halen en zowel uit Kamer als Senaat verdwijnt.
Dat verpletterende resultaat is niet alleen een belangrijke politieke opdoffer en een duidelijk signaal dat herbronning zich opdringt, het betekent ook het einde van de federale partijfinanciering van Agalev en dus onder meer het onvermijdelijke ontslag van verschillende medewerkers. Bovendien brengt het de positie van de twee Vlaamse Agalev-ministers, Vera Dua en Mieke Vogels, danig aan het wankelen. Toen de verslagenheid zondagavond in alle hevigheid toesloeg, leek het er zelfs op dat de partij meteen ook de handdoek in de Vlaamse ring zou werpen. Dat voelde ook Vlaams minister-president Patrick Dewael (VLD) met zijn ellebogen aan. Nog voor alle resultaten binnen waren, lanceerde hij een oproep aan de groene ministers om toch maar in de Vlaamse regering te blijven.
Na een korte nacht stonden de Agalev-kopstukken maandagochtend alweer een stuk strijdvaardiger op, maar zelfs de grootste positivo kon geen lichtpuntje in de verkiezingsresultaten ontdekken. De Vlaamse groenen zijn terug bij af: ze staan vandaag waar ze anno 1981 stonden.
Veel tijd om te rouwen was er echter niet, want er moest dus worden beslist over de Vlaamse regeringsdeelname. Maandagavond was het partijbestuur er nog niet uit of Dua en Vogels de regeerperiode mogen uitzitten. ‘Het is zo onwerkelijk’, zei een Vlaams parlementslid. ‘We hebben nog niet eens de tijd gehad om na te denken over de vermoedelijke redenen van ons verlies of we moeten al ontzettend moeilijke knopen doorhakken.’
Wie alvast zeker niet blijft zitten, is Jos Geysels. Maandag diende hij zijn ontslag in als politiek secretaris en vroeg hij het partijbestuur om hem voor de zomer- vakantie te vervangen. Nog geen vierentwintig uur daarvoor legde hij aan Knack uit dat hij maar niet kon begrijpen waarom Agalev zo streng is afgestraft.
Jos Geysels: ‘Ik weet het echt niet. Bij een lichte achteruitgang had ik snel een uitleg gehad voor de camera’s: we zijn de dioxinebonus kwijt. Dit is veel moeilijker. Het is een serieuze optater, hè. In de peilingen zijn we lang rond de 10 procent blijven hangen. Maar de laatste maanden heb ik het tij voelen keren naar aanleiding van bepaalde dossiers, zoals de nachtvluchten. Elke keer weer werd een karikatuur van ons bovengehaald: we zouden onbekwame, onbetrouwbare regelneven zijn. Dat heeft waarschijnlijk invloed gehad. Ach, ik wéét het gewoon niet. De laatste weken heb ik tijdens het campagnevoeren ook heel bemoedigende dingen gehoord: laat u niet doen, komaan!’
SP.A-voorzitter Stevaert gelooft weliswaar niet in de theorie van de communicerende vaten, maar toch lijkt het alsof alle progressieve stemmen dit keer naar zijn partij zijn gegaan.
JOS GEYSELS: Ik ben er nog steeds van overtuigd dat een belangrijk kenmerk van progressieven is dat ze altijd iets toevoegen. In Vrij Nederland stond vorige week een mooie definitie: progressieven houden zich niet alleen met ‘de kwetsbaren’ bezig, maar ook met ‘het kwetsbare’. En dat is onder meer het milieu. Maar de laatste jaren wordt de politiek overheerst door het goed gebrachte succesverhaal van de lastenverlagingen. Lastenverlagingen nu, maar een lastenverlaging voor de toekomst – het milieu dus – komt niet aan bod. In dat vertoog kunnen progressieven moeilijk gedijen, dus daarover moet eens worden nagedacht. En dan bedoel ik in de eerste plaats door ons, door Agalev. Ik ben niet iemand die anderen de schuld geeft van de nederlaag.
Spreekt Agalev ‘de kwetsbaren’ wel genoeg aan?
GEYSELS: Louis Tobback beweerde destijds dat de groenen zich met luxeproblemen bezighielden, maar ondertussen is iedereen ervan overtuigd dat onze thema’s geen luxeproblemen zijn. Hij zei ook dat Agalev alleen aandacht heeft voor ‘mensen die in Heverlee wonen’, voor goede verdieners. Men heeft ons dus nooit toegedicht dat we met de kwetsbaren bezig zijn. Hoewel we dat in deze campagne wel geprobeerd hebben door van verhoging van sociale minima een thema te maken.
Door uw lot aan dat van Ecolo te verbinden, hebt u in de klappen gedeeld toen Ecolo een moeilijke coalitiepartner bleek.
GEYSELS: Juist. Terwijl we onze rol bijvoorbeeld in de recente episode rond de nachtvluchten heel correct hebben gespeeld. Toen minister van Mobiliteit Isabelle Durant (Ecolo) tegen een regeringsbeslissing inging, hebben wij ons daarvan gedistantieerd. Maar bon, in de beeldvorming waren het ‘de groenen’ die het gedaan hadden.
Hoe kijkt u op de verkiezingscampagne terug?
GEYSELS: Eigenlijk was het een correcte campagne. Het ging over de inhoud en er werd weinig op personen geschoten. Alleen voor ons was iedereen buitengewoon hard. Dat kan niemand ontkennen.
Toen Stefaan De Clerck (CD&V) zei dat hij vier ‘groene’ wetten zou terugschroeven als zijn partij aan de macht zou komen, vond u dat nochtans ‘gratis reclame’.
GEYSELS: Dat is ook zo. (grijns) Maar blijkbaar niet in die mate dat ik u daarvan nu het resultaat kan presenteren. De Clerck stelde ons voor als een bende fundi’s, regelneven, de laatste functionarissen van de mensheid die alles willen regelen. En misschien is daar toch iets van blijven hangen. Al heeft dat manoeuvre hem blijkbaar ook niets opgeleverd.
De federale verkiezingsnederlaag ondermijnt op een jaar voor de regionale verkiezingen ook de positie van Agalev in de Vlaamse regering. Meteen gaan er weer stemmen op om de federale en de regionale verkiezingen in de toekomst op hetzelfde moment te organiseren.
GEYSELS: In de federale logica is het normaal dat regionale verkiezingen apart worden georganiseerd, maar praktisch gezien is het flauwekul om ze niet te laten samenvallen. Op één voorwaarde: elke kandidaat moet op voorhand voor één lijst kiezen. Anders houdt de kiezer dat allemaal niet uit elkaar. Maar dat kun je eigenlijk ook niet verwachten als de Vlaamse minister-president zich drie dagen voor de verkiezingen beschikbaar stelt voor een job in de federale regering.
Kan uw partij er opnieuw staan tegen de regionale verkiezingen van 2004?
GEYSELS: Daar ga ik van uit! (lacht) Nee, serieus, ik ben van nature nogal een optimist. Doe de stemtest, kijk naar de onderzoeken: er is een duidelijke groene stroming in Vlaanderen. Nu moeten we er alleen nog in slagen om die ook electoraal te verzilveren. Dat is nu niet gelukt, en daarom moeten we eerst onze eigen keuken kuisen.
Wat moet er gebeuren: een nieuwe merknaam introduceren, verjongen, vernieuwen?
GEYSELS: We hébben al een heel jonge lijst, en toch is gebleken dat jongeren niet voor ons stemmen. Wat we daaraan moeten doen? (gooit armen in de lucht) Voor mij is alles goed. Dat méén ik. Als men maar één ding goed onthoudt: het is niet omdat iets flitsend is, dat het ook op termijn houdbaar is. Die raad wil ik mezelf en de partij nog meegeven.
Wat heeft Steve Stevaert dat u niet hebt?
GEYSELS: Goh, heel veel. Steve verdient alle lof: hij heeft veel capaciteiten en hij kan iets eenvoudig uitleggen.
Heeft Agalev misschien een te ingewikkelde boodschap?
GEYSELS:(zucht) Soms is onze boodschap wat ingewikkelder, ja. Maar sommige dingen zijn nu eenmaal niet zo eenvoudig. Dat wil echter niet zeggen dat we niet moeten proberen om die tóch eenvoudiger uit te leg- gen.
Ik wil wel duizend lessen trekken, hoor. Echt waar. Ik weet nog dat ik na onze overwinning in 1999 heb gezegd dat we niet euforisch mochten worden, dat we moesten blijven nadenken. Wel, dat geldt nu ook. Nadenken over communicatie, over eenvoudiger vertalingen van onze boodschap, dat is allemaal prima. Maar ik verander niet zo vlug van mening als het over ideeën gaat.
Telkens wanneer uw ministers de afgelopen vier jaar in de problemen kwamen, werd gefluisterd dat u als ‘sterkhouder van de partij’ beter zelf in de regering was gestapt. Hebt u vandaag geen spijt dat u dat niet hebt gedaan?
GEYSELS: (stilte)Misschien had ik dat moeten doen, ja.
Maar nu hadden we óók sterke ministers. Jef Tavernier heeft de vogelpest bijvoorbeeld op zeer deskundige wijze beheerd en gecommuniceerd. In plaats van in zestig dagen waren de landbouwers in dertig dagen uitbetaald. Wie van welke partij had dat beter kunnen doen? Ik garandeer u: ik zeker niet.
Joël De Ceulaer