Over precies één jaar gaat België kiezen. De partijen nemen nu al hun posities in. De Nieuwe Politieke Cultuur is ver te zoeken.

Tot voor een jaar of tien ging het warmste applaus op congressen van de CVP altijd weer naar die ene lokale mandataris die een pleidooi kwam houden pro het katholieke schooltje en contra abortus. Niet dat het qua programma allemaal veel om het lijf had. De schone ziel van het kind verkeerde niet echt in gevaar – integendeel, het vrij onderwijs groeide als kool – terwijl abortus een weliswaar op ruime schaal gedoogde, maar in elk geval officieel verboden praktijk bleef. Maar het luide toejuichen van zulke standpunten creëerde een weldoend wij-gevoel. Een partijcongres is tenslotte ook een ritueel, waarin de militant moet voelen dat hij er thuis is.

Deze symboliek markeerde waarvoor de CVP stond en legde vast in welke thema’s ze haar identiteit wou verankeren. Zo was de CVP ook niet langer de grijze, kwallige, van flauwe compromissen aaneenhangende centrumpartij waarvoor ze door haar tegenstanders werd versleten. Ze durfde wel degelijk blijk te geven van ethische moed en waardengeladen beginselvastheid. Die thema’s zijn nu een beetje uitgewoond. De CVP moest zich in het abortusdebat gewonnen geven voor de realiteit, terwijl het vrij onderwijs nog altijd allerminst te klagen heeft. Nog vorige week is het weer eens wat ruimer bedeeld geworden door de Vlaamse begroting.

Op zijn congres in Leuven haalde voorzitter Marc Van Peel vorig weekend dan maar iets anders uit zijn hoge hoed om de afgebleekte identiteit van de CVP weer wat glans te geven. Want, zo klaagde hij, iedereen drumt maar samen in het politieke centrum, zodanig dat geen kat daar nog haar jongen in terugvindt. Er kome dus: onderscheid. De CVP heeft dat gevonden door zich nu op te werpen als de verdediger van het klassieke huwelijk, stellende dat de fiscale gelijkberechtiging van gehuwden en ongehuwden, dixit Van Peel, “sterk de vezels van onze partij raakt”. De terminologie alleen is al betekenisvol.

BETER LAAT DAN NOOIT

Wie tafel en bed wil delen zonder langs kerk of gemeentehuis te passeren, is fiscaal inderdaad beter af dan wie trouwt, althans wat de inkomstenbelastingen betreft. De fiscus bejegent samenwoners nu eenmaal als alleenstaanden. Dat “buitensporige” voordeel komt ironisch genoeg omdat de CVP nooit heeft gewild dat de overheid samenwoners en getrouwden juridisch op gelijk voet zou behandelen. De partij vindt immers dat het klassieke huwelijk, hoezeer het instituut ook aan populariteit inboet, een concurrentieel voordeel moet behouden op andere samenlevingsvormen. Daardoor blijven samenwoners dan weer gediscrimineerd in vergelijking met gehuwden, bijvoorbeeld wat het erfrecht betreft.

De zaak is zo oud als de straat, maar dat mag niet hinderen: beter laat dan nooit. De opeenvolgende regeringen, waarvan de CVP dus altijd deel heeft uitgemaakt, kennen het probleem, maar ze weten ook hoeveel het kost om het op te lossen: 60 à 80 miljard frank. Dat scheelt een slok op de borrel voor een regering die niet geneigd is tot budgettaire lichtzinnigheid en vindt dat, als ze fiscale ademruimte moet creëren, dat via de bedrijfslasten moet gebeuren. Overigens was het CVP-congres ook daarvoor erg gul: 100 miljard minder tegen het jaar 2004. De factuur van het CVP-congres loopt zo wel snel op.

De sterke man van de SP, vice-premier en minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback, besefte meteen waar het schoentje knelde. Hij zal dus niet dwarsliggen wanneer de CVP zich op dit thema opnieuw wil profileren. Maar het moet niet ten koste gaan van niet-gehuwden en budgettair binnen de perken blijven, bijvoorbeeld door alleen de laagste inkomens van een ingreep terzake te laten genieten. Verder is hem alles goed.

Want om profileren gaat het. Het kon niemand ontgaan dat de CVP-jamboree van Leuven, bij momenten meer een show dan een congres, al geheel in het teken van de volgende verkiezingen stond. En in electoraal verband komt een beetje eigen profiel altijd van pas. De CVP laat zich bovendien opjutten door de vele geruchten die willen dat socialisten en liberalen steeds harder nadenken over de vorming van een “paarse” coalitie. Zo dreigt de christen-democratie voor het eerst sinds mensenheugenis in de oppositie te verzeilen. Zoiets zou de partij niet overleven.

Maar Tobback wil, zoals bekend, van paars niet horen. Hij was al lang blij dat het CVP-congres zijn vertrouwde partner, premier Jean-Luc Dehaene, tot boegbeeld van ook het volgende kabinet heeft uitgeroepen. Met hem kan hij praten. Tobback leverde zijn bijdrage door op een SP-bijeenkomst in De Haan nog maar eens een paarse coalitie met de volgens hem “conservatieve yups” van de VLD af te wijzen. Alles blijve wat het is. Overigens, Vlaanderens minister-president Luc Van den Brande (CVP) deelde zaterdag via Gazet van Antwerpen mee dat ook hij kandidaat is voor nog eens een ambtstermijn, zij het dat hij zich daarvoor, een beetje koket, eerst wou laten pramen.

HET VLAAMSE BELFORTMODEL

Dat het daar in Leuven eigenlijk om een verkiezingscongres ging, had zo zijn consequenties. Bijvoorbeeld dat de partij nu met zoveel woorden wil dat “het overal, zowel overdag als ’s nachts veilig moet worden”. Daar zal wel niemand bezwaar tegen maken. CVP-Jongerenvoorzitter Raf Vermeire meende een electoraal goudadertje te hebben aangeboord toen hij de NMBS-top, op straffe van een stapje opzij, wou verplichten om alle treinen tegen 1 september op tijd te laten rijden, zelfs als er aan de sporen wordt gewerkt. Over hoe dat dan in de praktijk moet, als NMBS-baas (en CVP-burgemeester van Liedekerke) Etienne Schouppe tenminste niet alle treinen wil laten ontsporen, wist Vermeire geen details te verstrekken.

In Leuven lanceerde Van Peel ook het Belfortmodel, zijnde het Vlaamse economische mirakel dat hij nog succesrijker acht dan de Nederlandse variant die als “poldermodel” door het leven gaat. Maar het Belfort is het symbool van de middeleeuwse gemeentelijke autonomie en ook dat is geen ijdel begrip bij de CVP. Zo kreeg Van den Brande, nochtans de gangmaker van Van Peels Belfortwonder, op het congres ook tegenwind vanwege vooral West-Vlaamse burgemeesters, die vinden dat zij inzake ruimtelijke ordening te veel worden betutteld door de Vlaamse regering. Het congres wil nu dat de gemeenten meer ruimte krijgen om aan “de lokale woonnoden tegemoet te komen”. Versta: het komt niet meer zo nauw wat voor bouwsel in welk soort zone wordt neergepoot.

De CVP stelde wel het rekeningrijden – betalen voor het gebruik van de snelwegen tijdens de spits – sine die uit. Want deze op termijn wellicht toch onvermijdelijke maatregel is hoogst onpopulair. Luc Van den Brande had er niet zo lang geleden nog lovende woorden voor over, nadat hij in Singapore met het systeem had kennisgemaakt. Hij slikte die lof snel weer in nadat daarover de eerste boze lezersbrieven in de kranten waren verschenen. Maar in Leuven besliste de CVP toch dat auto’s met een zwarte doos moeten worden uitgerust, die moet registreren welke op- en afritten die auto passeert. Wat kan daar de goede zin van zijn als het niét dient om het rekeningrijden in te voeren? Dat wordt dus iets voor ná de verkiezingen.

De CVP-bijeenkomst sloot een voorjaar vol uitbundig gecongresseer af. Deze pre-electorale manoeuvres kwamen wat vroeg, want het duurt nog net een jaar vooraleer België aan verkiezingen toe is. Maar kennelijk wilden de partijen geen risico’s nemen. En een tijd zag het er ook naar uit dat de door morositeit en verlamming geplaagde meerderheidspartijen het succesvolle Euro-examen zouden aangrijpen om de voor juni volgend jaar voorziene verkiezingen te vervroegen. De Dutroux-escapade, het rituele offer van twee ministers en het Octopusoverleg hebben Dehaene ironisch genoeg uit die impasse gered.

VECHTEND OVER DE STRAAT

Op en rond hun congressen hebben de partijen niet alleen hun programma’s bijgesteld, ze doodden hun tijd ook met gespeculeer over wie waar op welke lijst kandidaat mag zijn. Geheel in de lijn van de terugkeer naar de oude waarden, heeft de CVP haar keuzen zonder veel kleerscheuren kunnen doordrukken. Dus mag ex-voorzitter en vernieuwer Johan Van Hecke het alvast in zijn oude thuisbasis Gent stilletjes vergeten. Daar moet de nieuwe minister van Justitie Tony Van Parys, in 1995 nog tweede op de Kamerlijst, een betere plek krijgen, terwijl uit Oostende staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking en aspirant-minister voor de Vrede Reginald Moreels komt overwaaien. Het is hem menens: geregeld maakt hij in het Gentse een rondgang langs de vele instellingen die de christelijke zuil er telt.

De oppositie kampt met grotere problemen. Agalev voelt zich in de hoek gedrumd omdat de partij de Octopustrein heeft gemist. VLD en Volksunie zijn bezig aan een niet ophoudende valse-hésitation over de vraag hoe ze de meerderheid kunnen breken. Komt er een of andere vorm van alliantie of niet? Ze raken er maar niet uit. De twee partijen hebben ook een wat paradoxaal probleem in eigen rang met hun electorale goudhaantjes, respectievelijk Marc Verwilghen en Bert Anciaux. De vraag is: hoe hun stemmenpotentieel te verzilveren?

De VU voelt zich uitermate onzeker over de gecompliceerde verhouding met Anciaux’ geesteskindje ID21, waarvan ook de voorzitter-met-verlof nog altijd niet kan zeggen wat het precies voorstelt. Maar over Anciaux’ toekomst bestaat geen twijfel: hij wil de combat des chefs aangaan als lijsttrekker voor de Senaat. Heeft de Senaat politiek niet veel gewicht meer, de lijst zelf is zeer gegeerd omdat er zo maar één is voor heel Vlaanderen, zodat kandidaten daarop flink wat voorkeurstemmen kunnen vergaren. Bovendien wil Anciaux de VU-lijst voor het Brussels Gewest trekken, maar dat houdt wel een vorm van kiezersbedrog in, aangezien dat een cumulatie tussen een zitje in de Senaat en een in de Brusselse gewestraad zou veronderstellen. Maar de VU moet nu eenmaal roeien met de riemen die ze heeft, en dat zijn er niet veel.

Bij de VLD werd de Senaatslijst zelfs het voorwerp van een open conflict: Marc Verwilghen en partijvoorzitter Guy Verhofstadt rolden vechtend over de straat. Verwilghen wil Verhofstadts plek bovenaan de Senaatslijst overnemen, om zo zijn populariteit als ex-voorzitter van de commissie-Dutroux te gelde te maken. Op die plaats kan hij zich immers laten plebisciteren en zo de staatsman worden die hij wil zijn, op gelijke voet met de Dehaenes en Tobbacks van deze wereld. De zaak ligt bij de VLD zeer pijnlijk, ook omdat de tenoren kennelijk hun eigen statuten niet meer kennen, want daarin staat dat niet de partijtop, maar wel de partijleden beslissen over de samenstelling van de lijsten.

Zoveel voorbarige verkiezingskoorts dreigt weinig heel te laten van de nieuwe politieke cultuur waar – “je vous ai compris” – de publieke opinie volgens alle politieke partijen naar snakt. Het verbaast niet dat de meerderheidspartijen wat dat betreft niet erg veel te bieden hebben. Maar als ze zich niet vermant, dreigt dat bij de oppositie al even erg te zullen tegenvallen.

Marc Reynebeau

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content