Club Brugge is uitstekend aan het seizoen begonnen, en speelt in Barcelona de eerste van minstens zes lucratieve Champions-Leaguematchen. Hoe sterk is het hok van algemeen directeur Antoine Vanhove?
Antoine Vanhove is geboren op dezelfde dag als koningin Paola. En laat dat uitgerekend op 11 september zijn, in 1937. Zowel hij als zij zijn vorige week dus 65 geworden, maar de vermoeide blik in de ogen van de koningin is in niets te vergelijken met de strijdlust in die van de algemeen directeur van Club Brugge.
Wie voetbal volgt, kent het verhaal van Vanhove. Begin jaren zeventig deed hij na de tragische dood van zijn twee kinderen zijn bloeiende handelszaak van de hand, ging rentenieren en ging zich vooral fulltime bezighouden met zijn twee grote hobby’s: de duivensport en Club Brugge. Met een fijne neus voor zaken en een uitstekend netwerk van voetbalkenners overal in Europa, is hij de man achter de successen die Club Brugge de voorbije decennia heeft geboekt. En hoe hij dat precies flikt, dat begrijpt niemand.
Niettemin is het tijd dat hij opstapt, zo meldde deze zomer niet voor het eerst de immer kritische voetbalpers. Eruit, en plaatsruimen voor Marc Degryse, zo niet zou het met Club slecht aflopen. Maar Vanhove, net als Michel Verschueren, laat zich niet zomaar opzijzetten. Waarom zou hij ook? Hij pakte uit met een stunt door gratis de bij Anderlecht in ongenade gevallen Roemeen Alin Stoica binnen te halen, en de knappe seizoensstart van Club (vijftien op vijftien plus kwalificatie voor de geldspuwende Champions League) deed de rest: de kritiek is alweer geluwd. Vanhove is zoals zijn topduiven klaar voor de vlucht naar Barcelona, de eerste tegenstander in de Champions League. Maar… hier komt de beruchte waarschuwing van Knack: Club begint elk jaar bijzonder sterk, om dan in december en januari totaal onderuit te gaan.
ANTOINE VANHOVE: In feite zijn we dit seizoen níét zo goed begonnen. In de voorbereiding verloren we zowat elke match van niveau. Maar een slechte generale repetitie leidt vaak naar een mooie première, en die kwam er met eerst de 3-1 overwinning tegen Dinamo Boekarest in de voorronde van de Champions League, en drie dagen later de winst van de Supercup op en tegen Racing Genk.
Met de reserven.
VANHOVE: Met een veredeld reserve-elftal, omdat we de A-ploeg wilden sparen. We hebben in de voorbereiding met opzet voor buitenlandse tegenstanders gekozen. Dat biedt de jongeren een interessantere ervaring dan een trainingskamp. En soms valt je oog ook op een speler die nuttig kan zijn, zoals onze nieuwste aanwinst Bengt Saeternes van het Noorse Bodo Glimt dat ons met 5-1 heeft ingemaakt.
Club heeft twee voorrondes moeten afwerken, en alleen in de laatste voorronde worden de verliezers opgevist in de Uefacup. Het eerste duel met inzet van het seizoen, begin augustus, was dus meteen een kwestie van leven of dood.
VANHOVE: Dat is zo, en met Dinamo Boekarest trokken we een van de moeilijkste tegenstanders. Daar kwam bij dat we in het begin van onze voorbereiding zes of zeven internationals moesten missen vanwege de wereldbeker. En je weet nooit op voorhand hoe ze van zo’n toernooi zullen terugkomen. Sommigen beweren dat onze kern te groot is, en mochten we geen Europees voetbal hebben afgedwongen was dat ook zo, maar nu komt een ruim arsenaal van pas. Het is ook onze filosofie om jongeren in de A-selectie op te nemen. Dat ze daar veel van opsteken, blijkt uit de manier waarop ze hun deel van het werk doen als ze plots in het eerste elftal moeten opdraven. Ik durf te zeggen dat wij uit onze kern nog een tweede elftal kunnen distilleren dat zijn man kan staan in eerste klasse.
Nog vóór de eerste bal getrapt was, meldden de kranten dat trainer Trond Sollied bij verlies zijn koffers mocht pakken.
VANHOVE: Voor die onzin zijn wij immuun geworden. Ik heb Trond Sollied altijd hoog aangeslagen. Hij heeft in twee jaar tijd een nieuw elftal gevormd en meerdere jongeren ingepast. Dit moet het seizoen worden waarvan hij zelf al die tijd heeft gedroomd: de kans om zich weer te tonen in de Champions Legaue, zoals vroeger met Rosenborg Trondheim. Ik zie een enthousiaste Sollied rondlopen.
Hij had wel een aanvaring met Gert Verheyen over de aanvoerdersband.
VANHOVE: Een storm in een heel klein glaasje water. Een en ander is via kranteninterviews wat ongelukkig gecommuniceerd, maar Gert was geblesseerd en dus moest er hoe dan ook tijdelijk een nieuwe kapitein worden aangewezen. Die zaak is uitgepraat, het bestuur heeft zich daarmee niet eens gemoeid. In de pers heette het dat er een tijdbom tikte onder Club Brugge, maar ik hoor niets meer tikken. Ik verwacht Gert Verheyen spoedig weer op zijn hoogste niveau, zijn twee goals op Standard laten het beste verhopen. Gert heeft een moeilijk jaar gehad, een afgesprongen transfer naar Ipswich, een mislukte greep naar de landstitel en een mentaal belastende wereldbeker… ik begrijp dat hij er eventjes zijn buik van vol had. Maar dat ligt allemaal achter de rug.
De grote stunt was het binnenhalen van Alin Stoica.
VANHOVE: Ik spreek niet van een stunt. Zijn manager heeft ons benaderd, ik heb toen we in Boekarest waren mijn licht opgestoken, onder meer bij de trainer van de nationale ploeg, en de meesten hebben ons aangeraden hem te nemen. Anderlecht eist een opleidingsvergoeding, maar volgens onze inlichtingen is dat onterecht omdat het geen internationale overgang betreft. Zoals zij Lorenzo Staelens en Aleksander Ilic gratis van ons hebben overgenomen.
Het probleem-Stoica is bekend: talent te over, maar geen goede mentaliteit en altijd klagend over kwaaltjes.
VANHOVE: Veel blessures beginnen in het hoofd. Als het daar niet goed zit, loopt het met de rest van het lichaam ook verkeerd. Wij zien een blije Stoica, een verstandige jongen, vriendelijk en open, die zich tijdens de trainingen enorm inzet en probeert om zich goed in de ploeg te integreren.
U hebt toch de juiste aangetrokken?
VANHOVE: (lacht) Als ik veel van die verhalen lees, twijfel ik daar ook wel eens aan. De Stoica die wij leren kennen, is een ander mens dan degene die in de pers wordt afgeschilderd. Zal hij bij ons lukken? Dat weet je nooit met zekerheid, maar wij hebben alle vertrouwen in hem. We zijn nog een huis voor hem aan het zoeken, voorlopig woont hij bij de voorzitter.
Dat moet een leuk koppel zijn: Van Maele en Stoica ’s avonds samen voor de televisie.
VANHOVE: Hij woont daar uiteraard op een appartement, samen met een vriend. En de huishoudster van de burgemeester helpt een handje. U weet dat de truitjes met nummer 32 de fanshop zijn uitgevlogen, dat bewijst dat de supporters hem ook aanvaard hebben. Ik denk dat Alin Stoica zich prettig zal voelen bij Club Brugge.
In de Champions League zit Club in een poule met Barcelona, Galatasaray en Lokomotiv Moskou. Wat verwacht u?
VANHOVE: Ik durf geen voorspelling te maken. Barcelona is normaal gezien te sterk, maar ze zijn niet te best aan de competitie begonnen, en ze zijn in de Spaanse beker al in de eerste ronde uitgeschakeld door een derdeklasser. Houdt die malaise aan, of wordt ze tegen ons weggespeeld? Galatasaray heeft de voorbije jaren schitterende Europese resultaten behaald en ook Lokomotiv Moskou had een paar uitschieters, maar een goed Club Brugge zou hetzelfde niveau moeten kunnen halen. We kunnen even goed eerste als laatste worden.
De voorbije jaren is Club meerdere keren op ongelukkige en soms ronduit dwaze wijze uit de Europacup gezwierd.
VANHOVE: Dat is juist, en het is tijd om met die jammerlijke traditie af te rekenen. Club moet Europees weer meetellen. Bij de loting in Monaco hebben ze mij een boek gegeven over tien jaar Champions League. Weet u dat Club Brugge het eerste doelpunt in de officiële Champions League heeft gemaakt? In dat boek staat daar een mooie foto van: Daniel Amokachi tegen CSKA Moskou.
Hebt u het geld van de Champions League nodig om het budget rond te krijgen?
VANHOVE: Laten we zeggen dat het meer dan welkom is. Club Brugge is een gezonde club, maar de inkomsten uit de Belgische competitie alleen volstaan niet om de werkingskosten en de salarissen te dekken. Vroeger compenseerden we dat door nu en dan een speler voor veel geld te verkopen, maar na het Bosmanarrest is dat zo goed als onmogelijk geworden. En het Belgische voetbal wordt daarbovenop nog steeds bedreigd door de wet van ’78, die iedereen toelaat mits een verbrekingsvergoeding te betalen een lopend arbeidscontract op te zeggen. We stellen vast dat het geld dat vroeger binnen de voetbalwereld circuleerde daar nu uit verdwijnt. In de zakken van exorbitant betaalde spelers, of van niet altijd bonafide makelaars en tussenpersonen. Of dat zoveel beter is dan het systeem van vroeger betwijfel ik. Het verlies uit de Belgische competitie kunnen wij nu goedmaken dankzij de Champions League. Zelfs twee of drie rondjes Uefacup kunnen dat niet. Die kosten meer dan ze opbrengen.
Nadeel van de Champions League is dat clubs uit kleinere landen worden leeggekocht of leeggeroofd.
VANHOVE: Die dreiging zal met de crisis in het internationale voetbal misschien wat afnemen, maar je kan niet anders dan proberen je erop voor te bereiden. Wij zijn daar volop mee bezig. We hebben bij de min-achttienjarigen veertien internationals, en in onze A-kern spelen een pak jongeren. We werken hier zo slecht niet hoor.
En dan komen betweters met een perskaart zeggen dat u moet plaatsmaken voor Marc Degryse. Hebt u daar onder geleden?
VANHOVE: Nee, maar ik begrijp niet dat iedereen dat zomaar poneert. Marc Degryse was een fantastische voetballer, ik kan het weten want ik ben hem zelf bij Ardooie gaan weghalen toen hij een ventje van dertien was. Maar ondertussen is hij al dertien jaar weg van Club, dertien! Hij heeft geen enkele ervaring als trainer of scout, hij is niet vertrouwd met de vele administratieve en commerciële aspecten die bij een functie van technisch directeur horen, welke dienst zouden wij hem en de club bewijzen door hem in één klap aan het hoofd van onze hele organisatie te zetten en een budget van een paar honderd miljoen frank te laten beheren? Geen toch? Onze technische staf heeft de voorbije jaren uitstekend werk geleverd en heeft vele jongeren opgeleid. Waarom zouden wij die mensen desavoueren door plots een vreemde eend boven hen te zetten? Denkt u dat Trond Sollied dat zou aanvaarden? En moeten wij dan een conflict met de trainer riskeren op een moment dat we ons nog moeten plaatsen voor de Champions League, in de belangrijkste maand van de voorbije tien jaar?
Ik heb niets tegen Marc Degryse en ik ben bereid hem op te leiden als hij bij ons zou komen werken. Maar ik ben niet bereid de club in een gevaarlijk avontuur te storten omdat de pers daar, zonder veel argumenten als ik het mag zeggen, op aanstuurt. Mag ik er trouwens aan herinneren dat ik zelf een jaar of vijf geleden heb voorgesteld om Hugo Broos technisch directeur te maken. Dat bewijst dat ik niet ten koste van alles aan mijn functie vasthoud. Maar mijn voorstel werd indertijd afgewezen door leden van het directiecomité.
U bent 65, u kunt niet eeuwig aan de slag blijven.
VANHOVE: Dat weet ik. Maar wij leveren met weinig mensen goed werk af, ik zie niet in waarom we dat plotseling helemaal door elkaar zouden moeten halen. Ik heb bij Club alle niveaus doorlopen. Mijn vader zaliger heeft lange tijd in de eerste ploeg gevoetbald. Ikzelf ben begonnen als kaartjesknipper op de Klokke, nadien controleerde ik mee de recettes. Met als gevolg dat ik in de catacomben in een kamertje geld zat te tellen, terwijl boven mijn hoofd de hele tribune daverde omdat er een goal was gemaakt. Dat kon ik niet verdragen, ik wou de matchen zien.
Daarom heb ik andere taken op mij genomen. Onder andere bij de jeugd. Met mijn vrouw en mijn ouders heb ik het eerste jeugdhome helpen inrichten. Ik ben dan in 1973 beheerder geworden en in 1975 directeur. Maar allemaal gratis. Ik heb in die bijna dertig jaar nooit een frank salaris van Club ontvangen. Zelfs mijn auto koop ik zelf. Ik ben er alleen voor het geluk van Club Brugge. Ik doe mijn blauw-zwarte jas enkel uit als ik in Brussel in het sportcomité zit. Voor wie zou ik nog meer geld moeten vergaren? Ik heb mijn kinderen verloren, ik heb nauwelijks familie. Mijn enige naaste verwant is Thomas Buffel, een neef.
Hoe komt het dan dat die grote belofte bij Cercle en Feyenoord is terechtgekomen, en niet bij Club?
VANHOVE: Omdat hij als kleine gast al om de oren werd geslagen met contracten die wij ons niet konden veroorloven. Wat Feyenoord die jongen bood, is voor ons out of the question. Maar de kleine Thomas heeft nog bij mij thuis in de tuin gevoetbald. En met nieuwjaar kwam hij altijd een zakcentje halen. Nu nog trouwens.
Nu nog!? Blijkbaar een echte Hollander geworden.
VANHOVE: (lacht)Het gaat hem uiteraard niet om dat geld. Toen wij voor de loting in Monaco waren, logeerden we in hetzelfde hotel als Feyenoord, dat daar om de Supercup tegen Real Madrid moest spelen. Daar heeft Thomas ook lang met mijn vrouw zitten praten. Ik hoop dat hij dit jaar op topniveau doorbreekt.
Hoe is het met uw hart?
VANHOVE: Daar heb ik geen last meer van, hout vasthouden, al moet ik sinds mijn operatie wel enkele voorzorgen in acht nemen. Misschien heeft het mij resistenter gemaakt tegen de spanningen en de stress die rond een grote voetbalclub hangen. Ook op de tribune jaag ik me niet meer zo op.
Wacht maar tot het in Nou Camp 0-1 staat en ze in de 93e minuut een penalty krijgen.
VANHOVE: Dan vrees ik inderdaad dat ze mij buiten mogen dragen.
Koen Meulenaere
‘We zouden noch Degryse noch Club een dienst hebben bewezen.’
‘Ik ben er alleen voor het geluk van Club Brugge.’