Groen en rood zijn geen communicerende vaten. Onze pensioenen zijn niet hét probleem. De Antwerpse score heeft hem niet verrast. En hij heeft niets tegen intellectuelen. Steve Stevaert over 18 mei en zijn ‘historische opdracht’.
Foto’s Patrick De Spiegelaere
Doping? ‘Dat niet’, zegt hij. ‘Ik krijg wel iets van mijn secretaresse, iets met vitaminen geloof ik. Ik weet zelfs niet hoe het heet. Maar ik put nu vooral veel kracht uit het feit dat het verhaal dat ik probeer te schrijven, gelukt is. Dat verhaal begon in Hasselt, in Limburg, dan in de partij, en nu is het door de kiezers bevestigd. Daar ben ik blij om. Niet voor mezelf, want ik ben onthecht van functies. Ik ben niet onthecht van politiek, maar functies werken mij op de zenuwen. Vraag maar aan mijn chauffeur.’
De chauffeur knikt. Het is zondagnacht, iets voor twee. Steve Stevaert is onderweg van Brussel naar Hasselt waar een honderdtal militanten hem opwacht in het gebouw van De Voorzorg, met applaus, broodjes en bier. Daar zal hij dadelijk zijn zoveelste speech geven. Dat politiek over de mensen gaat, en niet over politici. Dat links en rechts nog wél bestaan. Dat het Stevaert-effect maar een heel klein effectje was. Dat de socialisten – ‘zoals de afgelopen vier jaar’ – meer zullen realiseren dan ze beloofd hebben. Maar dat ze vooral bescheiden moeten blijven.
Na die speech zal hij, vers van de pers, het commentaar in Het Belang van Limburg lezen. De kop op de frontpagina: Grote slokop Steve. En de verbluffende cijfers: 130.339 voorkeurstemmen op de Limburgse kamerlijst, 581.743 voorkeurstemmen als lijsttrekker voor de Senaat.
Maar eerst nog even dit interview, in zijn auto op de E313. Klikvast, ook achterin. Met de schmink van het laatste tv-optreden van de avond nog op zijn gezicht, zijn das en broeksriem even wat losser.
U hebt tijdens de campagne duidelijk voor de Balkenende-aanpak gekozen: vriendelijk blijven tijdens debatten en tegenstrevers nooit persoonlijk aanvallen.
STEVE STEVAERT: Vergelijk me alstublieft niet met Jan Peter Balkenende. Doe me dat plezier. Bashen ligt gewoon niet in mijn aard. Bovendien is dat geen goede manier van werken. Tijdens het televisiedebat op de avond voor de verkiezingen ben ik wel iets harder van leer getrokken tegen CD&V-voorzitter Stefaan De Clerck. Maar dat had niet zozeer met hem zelf te maken, maar wel met zijn partijgenoot Jean-Luc Dehaene, die de hele tijd aan de zijlijn commentaar stond te geven over wat er op het plein gebeurde. Dat begon me echt op de zenuwen te werken. Maar in normale omstandigheden doe ik dat niet. Als ik niet word aangevallen, zal ik dat ook niet doen.
Agalev heeft u toch herhaaldelijk aangevallen op uw gratis-verhaal?
STEVAERT: Op menselijk vlak had ik het daar moeilijk mee, maar ik ben nooit op die provocaties ingegaan. Ik heb sympathie voor de groenen, maar hun bewering dat ik alles zomaar gratis wil weggeven, was een beetje onheus en intellectueel niet correct. Ik wíl niet alles gratis weggeven. Ik weet heus wel dat niets echt gratis is – net als de rest van de bevolking trouwens. Maar het is wel een perfect herverdelingsmechanisme, én een ecologisch mechanisme. Zo geven wij de mensen gratis vijftien kubieke meter water om hen ertoe aan te zetten rationeel met water om te gaan. Maar 500 kilowatt stroom kon voor Agalev niet gratis, want dat had niets met rationaliteit te maken. Ik laat dat soort analyses voor hun rekening.
Als ik mensen uit de zogenaamde vierde wereld ontmoet, blijkt altijd weer dat ze me dankbaar zijn voor de 500 kilowatt gratis stroom, het gratis openbaar vervoer en de afschaffing van het kijk- en luistergeld. De SP.A is ook voor een lastenverlaging voor bedrijven, maar wij delen geen blanco cheques uit. Wij willen – en op dat vlak verschillen we van mening met de VLD – dat er in ruil jobs worden gecreëerd.
U wilt de belastingen verlagen en tegelijkertijd sommige gemeenschapsvoorzieningen gratis maken. Wie gaat dat betalen?
STEVAERT: Dat heb ik toch al verschillende keren uitgelegd? Als iedereen correct zijn belastingen betaalt, betekent dat meer inkomsten voor de overheid.
Dat wordt al zo lang gezegd.
STEVAERT: Nu zullen we daar echt werk van maken.
Is dat niet utopisch?
STEVAERT: Ach, er is wel vaker beweerd dat een van mijn ideeën onhaalbaar was. Zoals toen ik in 1999 zei dat het aantal verkeersslachtoffers moest worden gehalveerd. Wat zien we vandaag? Dat aantal is opvallend aan het dalen. En ik kan u garanderen dat het niet eenvoudig was om met federaal minister van Mobiliteit Isabelle Durant (Ecolo) samen te werken.
Volgens Freya Van den Bossche moet de SP.A ook eindelijk werk maken van een vermogensbelasting. Vindt u dat ook?
STEVAERT: Natuurlijk ben ik voor zo’n belasting, anders zou ik geen socialist zijn. Maar ik ben niet bereid om louter en alleen omwille van de symboliek een vermogensbelasting in te voeren die kapitaalsvlucht in de hand werkt en waar gewone mensen de dupe van worden. Als ik niet zeker weet dat het zal werken, begin ik er niet aan. Gewone mensen kunnen niet leven van symbolen, gewone mensen willen dingen die werken.
Er is veel beloofd, de afgelopen maanden. Iets te veel misschien?
STEVAERT: Integendeel. De SP.A is de enige partij die de voorbije vier jaar meer gerealiseerd heeft dan ze heeft beloofd. Ook nu hebben we niet te veel beloofd. Wel sta ik erop dat de inkomsten van de overheid op niveau blijven om de gemeenschapsvoorzieningen te kunnen financieren.
Betekent dat niet dat de volgende regering ook wel eens slecht nieuws zal moeten brengen?
STEVAERT: Denkt u misschien dat slecht nieuws altijd onpopulair is? Ik heb daar ervaring mee, hoor. In Hasselt ben ik begonnen met grote financiële moeilijkheden. Ik zat in het Limburgse provinciebestuur vlak na de mijnsluiting. En ook ruimtelijke ordening was niet echt een aangename portefeuille.
De belastingen correcter innen, een eventuele vermogensbelasting: is dat wel mogelijk in een coalitie met de liberalen?
STEVAERT: Je moet de kracht van de mensen gebruiken én hen goed uitleggen wat je doet. Ik leg nu bijvoorbeeld uit dat flitspalen goed zijn voor de portemonnee van de modale mens die zich aan de verkeersregels houdt. Want daardoor zijn er minder ongevallen en als er minder ongevallen zijn, dalen de verzekeringspremies. De belangrijkste belastingverlaging die we hebben doorgevoerd, sámen met de VLD, was er één in centen en niet in procenten: de afschaffing van het kijk- en luistergeld. Zulke initiatieven zullen we in de toekomst nog nemen.
Volgens de VLD zijn tweeverdieners meer gebaat bij een procentuele belastingverlaging.
STEVAERT: Dat is niet juist. Neem de eigenaarspremies. Wat men ook beweert, dat is een zeer voordelige zaak voor tweeverdieners. Als we op Vlaams niveau een bouwpremie krijgen, zullen dat centen en geen procenten zijn. Ik vind het merkwaardig dat de samenleving niet verontwaardigd reageert omdat iemand die meer verdient en een groter huis bouwt meer van de belastingen mag aftrekken. Dat was trouwens raar tijdens de verkiezingsdebatten: Stefaan De Clerck stelt zelf een bouwpremie in centen voor, maar de eigenaarspremie zou niet in centen mogen.
Een vraag die velen zorgen baart: zullen er straks nog centen zijn om onze pensioenen te betalen?
STEVAERT: Ja, door het Zilverfonds zullen de pensioenen volgens mij in de toekomst nog betaalbaar zijn. Een veel groter probleem is dat de prijs van de gezondheidszorg zal blijven stijgen door de vergrijzing en de evolutie van de wetenschap. De vraag is hoe we ons solidaire systeem in stand kunnen houden en kunnen verhinderen dat we naar een gezondheidszorg op twee sporen evolueren. Dat is een van de obsessies van de voorzitter van een moderne socialistische partij. De hoge druk op de gezondheidszorg vergt ook een ongelooflijk degelijke minister. Frank Vandenbroucke (SP.A) heeft zijn werk goed gedaan: hij heeft enerzijds meer uitgegeven en anderzijds meer bespaard. Het klinkt vreemd, maar dat is geen contradictie in de gezondheidszorg.
Dus u wilt het departement van Sociale Zaken niet met de liberalen ruilen voor dat van Financiën, zoals u wel eens hebt gesuggereerd?
STEVAERT: Het zou bijzonder dom zijn om daarover uitspraken te doen voor de regeringsonderhandelingen begonnen zijn. Sociale Zaken is voor ons een prioriteit en bij Frank Vandenbroucke is dat in bijzonder goede handen.
Hij mag dat blijven doen.
STEVAERT: Maar natuurlijk.
Volgens Mieke Vogels (Agalev) bestaan er twee SP.A’s: die van Steve Stevaert en die van Frank Vandenbroucke.
STEVAERT: Mieke Vogels? U citeert wel een eigenaardige bron. Tussen Frank en mij bestaat er geen rivaliteit.
Misschien komt dat nog.
STEVAERT: Geloof me, de grootste fan van Steve Stevaert heet Frank Vandenbroucke.
En omgekeerd?
STEVAERT: Absoluut. Frank kan duizend dingen die ik niet kan. Frank is een geschenk van de goden. Wie heeft hem uit Oxford teruggehaald, denkt u?
Wie?
STEVAERT: Ik! En dat was toen niet zo eenvoudig. Sommige partijgenoten zijn me daar nog altijd niet dankbaar voor.
Wat heeft de grootste impact gehad op de kiezers: het degelijke werk van uw ministers of de marketing rond de Teletubbies?
STEVAERT: Alles samen. Maar een partij met degelijke ministers is natuurlijk heel geloofwaardig. Neem dat voorval over het windmolenpark. Zo’n dossier moet je pragmatisch aanpakken. Daar heb je geen ingewikkelde studies voor nodig. Als je aan de Belgische kust zo’n windmolenpark wilt bouwen, moet je dat ver in zee doen om geen problemen te krijgen met de Raad van State. Dat betekent dat je het op een voldoende grote schaal moet doen, want voor een klein windmolenparkske heb je ook een lange kabel nodig. Met andere woorden: je moet een hele puzzel in elkaar passen. Mochten de socialisten daar voor bevoegd zijn geweest, stond dat windmolenpark er nu al.
En mocht u geen voorzitter zijn geworden, dan was er nu geen Stevaert-effect.
STEVAERT: (zucht) In de eerste plaats heeft ons kartel met Spirit gewerkt, en daarbovenop zal er wel een klein, klein, klein, klein Stevaert-effectje gespeeld hebben.
Het kartel kan toch niet de verklaring zijn voor het feit dat uw partij het zelfs in Antwerpen goed doet, waar de socialisten in het brandpunt van de crisis zitten.
STEVAERT: Ik geloof – anders zou ik geen democraat zijn – in de wijsheid van de bevolking. De mensen hebben gezien wat daar gebeurd is, en hebben dat tot de essentie teruggebracht. Ik was ervan overtuigd dat we het in Antwerpen goed zouden doen. Want de mensen leven mee met Leona Detiège, omdat ze vinden dat zij onrechtvaardig is behandeld. Ze zien ook dat Patrick Janssens een sterke figuur is. De mensen zijn niet dom.
Uw kartel met Spirit heeft gewerkt, maar de verruimers bij de VLD hebben niet zo goed gerendeerd. Hoe komt dat?
STEVAERT: De VLD heeft ervoor gekozen politiek personeel van Spirit over te nemen. Ik wil niet denigrerend doen over die keuze, maar ik ben er altijd van overtuigd geweest dat de cultuur van de Vlaamse progressieve regionalisten een socialistische partij zou kunnen verstevigen. Ik geef toe dat ik krachttermen heb moeten gebruiken om onze leden dat te doen inzien: ook als ge tegen zijt, stemt ge toch maar best voor.
Wanneer zal uw achterban dat kartel helemaal verteerd hebben?
STEVAERT: Dat is bij deze verteerd. Ze zijn zelfs razend enthousiast. Nu zal het er vooral op aankomen om SP.A en Spirit erop te blijven wijzen dat we twee afzonderlijke partijen zijn, want ze willen elkaar té stevig omarmen. Ik zal er alles aan doen om hen uit elkaar te houden. Dat zal niet makkelijk zijn, maar het is een aangenaam probleem. Ik ben er ook altijd een voorstander van geweest om Spirit vijf mandaten te geven. Sommigen vonden dat we hadden moeten afbieden zoals op de markt van Marrakech, maar dat is nooit mijn bedoeling geweest. Ik hoop dat er in de toekomst nog veel Spirit-parlementariërs zullen zijn, en veel Spirit-burgemeesters – en in Limburg zúllen die er ook zijn.
Uw kartel heeft gewerkt, gaat u nu ook extra inspanningen leveren om het alsnog uit te breiden met Agalev?
STEVAERT: Ik ben er nog altijd van overtuigd dat dat een goede zaak zou zijn, en daarom blijf ik mijn hand naar Agalev uitsteken. Jos Geysels is een oprecht man die zijn partij graag ziet, en dat siert hem. Ik kan wel begrijpen dat hij een beetje bang was van een kartelavontuur met ons, maar ik had toch graag een experiment gedaan in Limburg. Op die manier zouden de groenen openheid hebben getoond en hadden ze vandaag misschien in een heel andere situatie gezeten.
Waarom is Agalev volgens u zo zwaar afgestraft?
STEVAERT: (geërgerd) Het heeft geen zin daar verder op in te gaan. De bevolking had een bepaald beeld van Agalev en dat kun je niet eventjes rechttrekken met een ‘Groen is vandoen’-campagne. Die uitslag lag al heel lang vast, dat bashen heeft waarschijnlijk zelfs nog voor een lichte positieve correctie gezorgd.
Links is niet gegroeid. Heeft Vlaanderen niet vooral rechts gestemd?
STEVAERT: Maar Vlaanderen zit vol socialisten, alleen beseffen ze het nog niet allemaal. Wij moeten hen dat nog uitleggen. Of de beste schrijver van Vlaanderen, Tom Lanoye, nu op Agalev of op SP.A stemt, die discussie is niet aan mij besteed. Ik geloof trouwens dat de analyse van de verkiezingen van 1995 er ook flink naast zat. Omdat wij toen een campagne hebben gevoerd met ‘De SP is nodig’, denkt men dat linkse, progressieve intellectuelen toen massaal op ons gestemd hebben. Maar de waarheid is dat het gewone mensen waren die massaal voor SP kozen, want er zijn helemaal niet zoveel linkse intellectuelen in ons land.
Daar gaat u weer. Siegfried Bracke en Steve Stevaert versus de intellectuelen: één strijd!
STEVAERT: Dat is niet waar. Ik heb helemaal niets tegen intellectuelen, en als ik een verkeerde indruk heb gewekt, wil ik mij daarvoor verontschuldigen. Voor alle duidelijkheid: als voorzitter van de SP.A is mijn hoofdopdracht om gewone mensen op mijn partij te doen stemmen. Wij zijn niet de partij van de actieve welvaartsstaat, maar de partij van de gemeenschapsvoorzieningen. Misschien kan ons succes nu, in alle bescheidenheid, de socialistische beweging in Europa wat nieuwe zuurstof geven. Gewone mensen aanspreken, is de historische opdracht voor een socialistische partij. Het maakt niet uit of die mensen hoog opgeleid zijn of nooit naar school zijn geweest.
Bestaan er ook andere mensen dan ‘gewone mensen’?
STEVAERT: Er zijn mensen die goed en mensen die minder goed geïnformeerd zijn. En het is de opdracht van de openbare omroep om die laatste groep te informeren. Maar tijdens de campagne was het traagste politieke programma – oh, ironie van het lot! – op VTM te zien: Polspoel & Desmet. De snelste programma’s liepen dan weer bij de VRT. Voor mij was het beste programma trouwens Advocaat van de duivel met Luk Alloo. Terwijl sommigen van tevoren misschien dachten: Alloo die politici interviewt? Zijn ze bij de VRT nu helemaal zot geworden? Hij heeft dat schitterend gedaan. Ik ben trouwens vragende partij voor een nieuw programma op de openbare omroep: De pijnbank. Een politicus wordt een uur lang geroosterd door drie of vier journalisten. Maar ze moeten het wel uitzenden zonder erin te knippen, want knippen is te gemakkelijk.
U was niet van het scherm te branden. Maar geen woord over de coalitie van uw voorkeur.
STEVAERT: Ik vind het nogal pretentieus om bepaalde zaken uit te sluiten, voor je weet hoe de kiezers de kaarten schudden. Vergeet niet waar we vandaan komen: in 1999 haalden we nog 15 procent van de stemmen. We zaten in erg moeilijke omstandigheden: we hadden geen geld, ons imago was besmeurd en we waren dakloos sinds de PS ons kordaat de deur uit had gezet. We hebben de partij heel zachtjes weer moeten opbouwen.
Heeft de kiezer gezegd dat paars nu de voorkeur heeft?
STEVAERT: De kiezer heeft inderdaad een voorkeurskaartje aan paars gehangen, en daar moeten we rekening mee houden.
Vorige week waarschuwde Louis Michel (MR) de Vlamingen er nog voor dat Elio Di Rupo (PS) wel eens premier zou kunnen worden. Is dat ‘gevaar’ afgewend?
STEVAERT: Wat was dat voor een analyse! De Clerck had al gewaarschuwd: als je voor de VLD stemt, krijg je Agalev erbij. En Michel zei: pas op als je voor CD&V stemt, want dan wordt Di Rupo misschien premier. Om de een of andere reden houdt men in Vlaanderen niet van Di Rupo, dus grote paniek op onze studiedienst. Mijn reactie was meteen: ho maar jongens, onderschat de mensen niet. Wij gaan zeggen dat wie op SP.A-Spirit stemt, ook SP.A-Spirit krijgt.
U vond dat Michel niet meer aan driebanden, maar aan ‘zesbanden’ deed.
STEVAERT:(lacht) Het was artistiek biljart, hè.
Een van uw talloze oneliners. Waar blijft u ze halen?
STEVAERT: Ik ben helemaal niet bezig met oneliners, journalisten zijn daarmee bezig.
Journalisten zijn ook bezig met de vraag wie de volgende premier wordt. Stevaert?
STEVAERT: U kent mijn antwoord al: eerst discussiëren over het programma en dan pas over de postjes.
Hoe staat het ondertussen met uw Frans?
STEVAERT:(lacht) Nog zoiets merkwaardigs: toen ik minister werd, zei men dat ik geen Nederlands kende. Bleek dat iedereen mij wel verstond. Is dat een oneliner?
Joël De Ceulaer
‘Het is onze historische opdracht om de partij van de gewone mensen te zijn.’
‘denkt u misschien dat slecht nieuws altijd onpopulair is?’