Karel Hemmerechts, ‘boegbeeld van de openbare omroep’, wordt geroemd om zijn streven naar degelijkheid en correctheid, zowel in berichtgeving als in taalgebruik. In 1986 had hij de grote baas van de BRT kunnen worden, als een hartinfarct hem niet had gedwongen het wat kalmer aan te doen.
‘Karel Hemmerechts wou bijdragen tot de culturele ontvoogding van Vlaanderen. De openbare omroep moest ervoor zorgen dat we het parochiale niveau ontstegen en openstonden voor de wereld’, zegt ex-administrateur-generaal Cas Goossens. Hij kende Karel Hemmerechts zeer goed: ‘Hij was mijn stagemeester toen ik in 1958 als journalist bij de publieke omroep begon. Ik werd door hem meteen in het bad gegooid. Ik mocht de eerste dag al enkele berichtjes maken en datgene wat goed was, mocht ik om 17 uur zelf presenteren voor de microfoon.’
Hemmerechts, germanist van de K.U. Leuven met Duits als specialisatie, begon zijn carrière als journalist bij de krant De Standaard. Vanaf 1952 werkte hij voor de openbare omroep, tot aan zijn pensioen in 1990. Hij was er radio-omroeper, journalist, secretaris van administrateur-generaal Paul Vandenbussche en uiteindelijk bestuursdirecteur informatie. Cas Goossens: ‘Hij zou in 1986 ongetwijfeld Vandenbussche opgevolgd zijn als administrateur-genraal, als hij net daarvoor niet getroffen was door een eerste hartinfarct. Toen ambieerde hij het ook niet meer om al die ambras over zijn hoofd te krijgen.’ Cas Goossens zou toen administrateur-generaal worden.
‘Hemmerechts stond voor degelijke, correcte berichtgeving’, zegt Goossens. ‘Hij stelde dat de openbare omroep de norm moest zijn voor het Standaardnederlands in Vlaanderen.’ En dat kunnen veel journalisten getuigen. Ex-radiojournalist Marc Platel bijvoorbeeld, die Hemmerechts van 1967 tot 1986 ‘ondergaan heeft’, zoals hij dat zelf uitdrukt: ‘Hij was heel streng. Hij hield niet continu toezicht, maar was alert: als er iets fout was, wist je dat binnen vijf minuten. Ik herinner me dat ik ooit het bewegende onderstel van een trein verkeerdelijk een dully had genoemd en drie minuten later mocht ik op het appel verschijnen: het was niet dully maar dolly.’
‘Alles wat de BRT deed, moest van hoogstaande kwaliteit zijn en beantwoorden aan het criterium van objectiviteit, zoals de BBC dat hanteerde’, herinnert Platel zich. ‘Terwijl administrateur-generaal Paul Vandenbussche vaak opmerkingen maakte over de inhoud van een bijdrage en alles meer in een links-rechts kader plaatste, had Karel Hemmerechts meer oog voor de vorm en het juiste taalgebruik, voor correctheid en objectiviteit.’
Journalisten hadden niet alleen respect voor hem, maar beefden ook voor hem: ‘Ik was echt bang van hem: hij kon je op een ijzige manier terechtwijzen. Hij bleef steeds bijzonder kalm als hij een opmerking plaatste en dat maakte diepe indruk op mij. Hij had een bijtende tong.’ Goossens herinnert zich dat Hemmerechts ook zeer boos kon worden, ‘maar ook dan gebruikte hij correct Nederlands. Het is misschien minder bekend, maar hij kon ook de meest scabreuze moppen vertellen in het zuiverste, mooiste algemeen Nederlands.’
Marc Platel: ‘Hemmerechts is de vader van de blauwe brieven. Als je een fout maakte, kreeg je in je postvakje een blauwe enveloppe, met daarin een getypt briefje. Iedereen kreeg er zo ettelijke per dag. In dat briefje stond: u hebt op die dag in die uitzending dat gezegd en dan stond er een heel fameus zinnetje: ‘ mensen die het kunnen weten, menen dat het dit moet zijn‘. Hij zei niet: het moet dit zijn, nee: mensen die het kunnen weten, menen… Een kopie van dat briefje ging trouwens naar de hoofdredacteur en de redactiesecretaris. Ja, op dat vlak was hij onverbiddelijk.’ Goossens beaamt: ‘Je werd door hem als een jonge hond met je neus in je eigen vuil gewreven. Die fout maakte je niet meer.’
Platel: ‘Ik kreeg ooit de opmerking dat ik het woord dossier verkeerd uitspraak: ik zei ‘dossier’ (de laatste letters zoals in ‘hier’), maar dat moest volgens hem uitgesproken worden als ‘dosjee’ (de laatste letters zoals in ‘zee’). De Nederlandse radio sprak dat zo uit. Ik besloot daar niet op in te gaan, maar de vijfde keer dat ik hierover een blauwe brief kreeg, stond er dat ik toch beter mijn zonde zou belijden, want dat er anders een sanctie zou volgen.’
‘Dat was natuurlijk in een tijd toen nog op een zeer hiërarchisch gestructureerde manier gewerkt werd’, beseft Platel. ‘Inspraak moest nog worden uitgevonden. Als de baas sprak, had hij altijd gelijk en daarmee amen en uit. Nu had Hemmerechts ook vaak gelijk. Eigenlijk was hij een charmante Vlaamse gentleman: beleefd, altijd met das en netjes geschoren en goed op de hoogte van wat er zich op intellectueel en artistiek niveau afspeelde.’
Cas Goossens: ‘Voor Karel Hemmerechts aan zijn eigenlijke dagtaak begon, las hij altijd twee uur lang de beste kranten. En dan bedoel ik niet alleen Le Monde en The Times, maar ook de Neue Zürcher Zeitung en Frankfurter Allgemeine Zeitung. Zo bereidde hij zich voor op een nieuwsdag.’ Karel Hemmerechts overleed zondag in zijn woning in Strombeek. Hij werd 81 jaar.
DOOR EWALD PIRONET