Vlaams Belang en PVDA profiteren van de chaos
Zolang er geen volwaardige regering is, kunnen de radicale partijen een grote rol spelen in het parlement. ‘Vandaag is het weinig controversieel dat het Vlaams Belang mee een wetsvoorstel helpt goedkeuren.’
Op 24 oktober vorig jaar stond het federale parlement op stelten. Een meerderheid van de aanwezige Kamerleden steunde een PVDA-amendement voor het personeel in de zorgsector. Compleet onverwachts moest een noodfonds worden opgericht ter waarde van 67 miljoen euro. De regering keek verbouwereerd toe.
In volle coronacrisis verwijzen de PVDA-parlementsleden niet zonder enige trots naar dat fonds. ‘We hebben toen de stilzwijgende verschuiving van het primaat van het parlement naar de regering verbroken en de autonomie van de Kamer doen gelden’, zegt PVDA-voorzitter en Kamerlid Peter Mertens vandaag. Het zorgfonds is de meest tastbare verwezenlijking van de unitaire oppositiepartij sinds ze haar gewicht in de Kamer op 26 mei 2019 verzesvoudigde van 2 naar 12 zetels. Toch moet de PVDA toegeven dat het geldpotje er niet was gekomen zonder de stem van de 18 Vlaams Belang-parlementsleden.
Het zorgnoodfonds is niet het enige wapenfeit van de de facto enige winnaars van de laatste verkiezingen, die aan de extreme uiteinden van het politieke spectrum op de oppositiebanken zitten. Het gaat ook niet altijd om miljoenenkwesties. Zo slaagde de PVDA erin om patiëntenverenigingen een plaats te geven in een nieuwe medische terugbetalingscommissie. Eind 2019 maakte de partij dan weer als eerste gebruik van het zogenoemde burgerinitiatief. Daarmee kunnen voorstellen die minstens 25.000 handtekeningen verzamelen, besproken worden in de Kamer. De PVDA zocht en vond 100.000 krabbels om het minimumpensioen van 1500 euro op de agenda te krijgen – voorlopig zonder concrete uitwerking.
Vooral in voorstellen met een sociaal karakter vinden de partijen van Tom Van Grieken en Peter Mertens elkaar wel vaker.
Links front
De Vlaams Belang-fractie zet haar sterkte niet alleen in om nieuw beleid waar te maken. Ook haar blokkeringskracht is een politiek feit. Zo had ze ons land half januari kunnen opzadelen met een knoert van een diplomatiek probleem. Een resolutie die de regering oproept alle kernwapens uit ons land te verwijderen kon alleen naar de prullenmand worden verwezen door de tegenstem van de 18 VB-Kamerleden.
Niet zelden bevinden beide extremen zich trouwens in hetzelfde kamp. Zo stonden PVDA en Vlaams Belang schouder aan schouder om de Limburgse mijnwerkers extra pensioen toe te kennen. Kostprijs: een slordige 200 miljoen euro. Vooral in voorstellen met een sociaal karakter vinden de partijen van Tom Van Grieken en Peter Mertens elkaar wel vaker. Kamervoorzitter Patrick Dewael (Open VLD) spreekt zelfs van een ‘systematisch links front van groenen, socialisten, PVDA, CDH en Défi dat merkwaardig genoeg vaak steun krijgt van het Vlaams Belang’.
Die frontvorming is ook politoloog Bart Maddens (KU Leuven) opgevallen. ‘Het is strategisch interessant voor het Vlaams Belang om zich aan te sluiten bij die toevallige progressieve meerderheid’, zegt hij. ‘Zo kunnen ze zeggen dat de kiezer die om sociale redenen voor het Vlaams Belang stemde waar voor zijn geld krijgt.’
Vlaams Belang-fractieleider Barbara Pas wil nochtans niet spreken van een front. ‘Wij beoordelen elk voorstel op de inhoud. Als de PVDA tussen al haar onrealistische voorstellen één realistisch voorstel doet, zullen we dat steunen’, zegt ze. ‘Ik zou mijn kiezers niet kunnen uitleggen dat ik een goede maatregel niet steun omdat de indiener mij niet aanstaat.’ Ze stipt aan dat de meerderheden in andere debatten, zoals die rond asiel en migratie, er behoorlijk anders uitzien.
Peter Mertens noemt het sociaal stemgedrag van het Vlaams Belang een ‘rookgordijn’. Hij benadrukt dat zijn partij nooit onderhandelt met de VB’ers over hun stemgedrag. ‘Wij zijn water en vuur. Maar ik snap hun politieke spel wel. Wij kunnen er niks aan doen dat ze met ons meestemmen.’
In de wetgevingscarrousel valt trouwens op dat de ene extreme partij de andere niet is. Wetsvoorstellen die volledig of gedeeltelijk zijn opgesteld door het Vlaams Belang stuiten steevast op een no pasarán. Dat ligt anders voor de PVDA. Zo prijkte de naam van Limburgs PVDA-Kamerlid Gaby Colebunders als medeauteur op het bovenvermelde voorstel voor de mijnwerkerspensioenen. Colebunders bevond zich in het gezelschap van collega’s van Groen, Ecolo, SP.A, PS en CD&V.
‘Ook rond de versoepeling van de abortuswetgeving is er een samenwerking tot stand gekomen tussen liberalen, socialisten, groenen, Défi en de PVDA. Daar is echt een soort coalitie rond gebouwd’, zegt Bart Maddens. ‘Dat is ondenkbaar met het Vlaams Belang.’
Barbara Pas haalt haar schouders op. ‘Soms zie je dat ze ons amendement wegstemmen, om daarna met haast dezelfde tekst op de proppen te komen. Ik vind dat kleinzielig van de andere partijen. Ik vind het vooral belangrijk dat de wet er doorkomt’, zegt ze.
Casino in de Kamer
Het afgelopen jaar heeft in ieder geval aangetoond dat de zetels van het Vlaams Belang en de PVDA wel degelijk het wetgevende werk beïnvloeden. Nochtans luidt een boutade dat een ‘extreme stem een weggegooide stem is’. Maddens nuanceert. Ook in het verleden waren de radicaal-rechtse stemmen af en toe doorslaggevend. ‘In 1998 werd in het Vlaams Parlement het zogenoemde repressiedecreet door een wisselmeerderheid van CVP, de Volksunie en het Vlaams Blok goedgekeurd. Het Vlaams Blok was toen nog een meer radicale partij dan het Vlaams Belang. Het cordon sanitaire was strikter.’
In 2004 leverde het Vlaams Blok dan weer de noodzakelijke tweederdemeerderheid voor de invoering van de provinciale kieskringen voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement. ‘In beide gevallen riep dat controverse op. Het werd niet als normaal beschouwd’, zegt Maddens. ‘Vandaag is het in de Kamer weinig controversieel dat het Vlaams Belang mee een wetsvoorstel helpt goedkeuren.’
Dat komt natuurlijk door de specifieke politieke situatie. Sinds de val van de regering-Michel heeft ons land geen meerderheidsregering meer gekend. Vandaag moet premier Sophie Wilmès (MR) het doen met de minuscule steun van 38 van de 150 zetels. Ter illustratie: dat zijn er slechts acht meer dan het verzamelde totaal van het Vlaams Belang en de PVDA.
Maddens spreekt van een ‘chaotische situatie’. ‘Nu is de Kamer een soort casino. Er worden voorstellen ingediend en dan ziet men wel wie er mee stemt. Het is daarom geen formele doorbreking van het cordon sanitaire als het Vlaams Belang iets goedkeurt. Maar tot nu toe gaat het over relatief kleine dingen. En alle wetten die de Kamer nu goedkeurt, kan een volwaardige regering bijsturen of zelfs ongedaan maken in grote begrotingsgesprekken.’
Het feestje lijkt dus voorbij zodra er een nieuwe meerderheidsregering is. Daarvoor heeft de Wetstraat zichzelf een – al dan niet haalbare – deadline opgelegd: september. Hoe dan ook houden critici hun hart vast voor het moment waarop controversiële voorstellen ter stemming worden voorgelegd, zoals die van het minimumpensioen van 1500 euro of de verlaging van de btw op elektriciteit van 21 naar 6 procent. Nochtans denkt zowel Pas als Mertens dat een meerderheid binnen handbereik is vooral voor dat tweede voorstel.