Duizenden Sabenaûwerknemers zitten thuis op hun ontslagbrief of C4ûformulier te wachten. Voor velen het definitieve einde van een carrière in de luchtvaart.
De luchthaven zelf is een bezette stad. Waterkanonnen, overvalwagens en politiecordons moeten beletten dat het morrende werkvolk nog binnen kan, zelfs niet om afscheid te nemen. Tussen de grijze gebouwen door ziet men de lege vliegtuigen van Sabena, levenloos, zij aan zij, als op een olifantenkerkhof. De meeste betogers kijken lijdzaam toe. Alleen een blonde vrouw met hese stem, die al dagenlang een megafoon vasthoudt alsof ze ermee vergroeid is, roept weer op tot verzet. Verzet is volgens Maria Vindevoghel ‘het enige medicijn’ tegen de pijn van de Sabénien. Zelfs al haalt het niets uit.
Verzet is een vorm van zelfrespect.
HOSTESSEN ZONDER COMPLEXEN
Woedend is ook Mieke Mattheeus, al breekt haar professionele glimlach op tijd en stond nog door. Als stewardess veertien jaar on the job, en gaandeweg opgeklommen tot chef de cabine. Het Vliegend Meesterpersoneel heeft niets meer van de onderdanige airhostessen van vroeger, die al de bons kregen als ze trouwden of veertig werden. Mieke Mattheeus heeft een grote arbeidstrots en zet zich scherp af tegen de mythevorming over het luilekkerleventje: ‘Sommigen zagen ons nog als domme ganzen, maar stewardessen moeten een grote talenkennis hebben, en stressbestendig en klantgericht zijn.’ Dat zijn toch ook sterke troeven op de arbeidsmarkt? ‘Misschien wel, maar niet als de recessie volop toeslaat. De kans om in de luchtvaart te blijven, is zo goed als onbestaande.’ En dat blijft toch de droomjob.
Nadat ze jarenlang het gezicht van Sabena waren en zich uitsloofden van de ene herstructurering naar de andere, voelen de stewardessen zich nu gewoonweg gedumpt. Een maand geleden werden hun kredietkaarten van American Express ineens ingetrokken _ toen konden ze de doodsklokken al horen luiden. Twee dagen voor het faillissement werden 150 agenten op hen afgestuurd. De volgende dag werd hen gemeld om ’s avonds naar televisie te kijken om te weten of ze failliet gingen. Daarna kwam de brief van grote baas Christoph Müller: ‘ Vandaag is een zeer droevige dag voor Sabena en alle Sabéniens.‘ Hun elektronische toegangskaarten werden geblokkeerd. Mieke Mattheeus: ‘Ze hebben ons als uitschot behandeld.’
De sociale drama’s ziet ze nu al om zich heen groeien. Tot 7 november is het laatste loon nog betaald; daarna niets meer. Een steward had een appartement in Brugge gekocht, dat al weer te koop is gesteld. Een koppel krijgt geen lening meer om te bouwen en moet het voorgenomen huwelijk wellicht uitstellen. Andere hostessen zijn met Sabena-piloten getrouwd en vallen nu terug op twéé keer niets. Bij Sabena werkten wel vierhonderd koppels, meestal jonge mensen, en dus vaak nog met een ferme schuldenlast om af te betalen. ‘Weet je wat het is wanneer je van een gezamenlijk inkomen van pakweg 120.000 frank netto ineens terugvalt op wat stempelgeld? Dan moet je je hele leven van de ene op de andere dag herzien.’
Het ergste vindt ze de onzekerheid die er tijdens de lange doodsstrijd was, en ook daarna nog, tot de dag van vandaag. Ze heeft een dossier vol felicitatiebrieven, maar vreest dat dat niet zal helpen om op de goeie lijst voor het nieuwe DAT-plus te geraken. Mieke Mattheeus: ‘In 1994 zat ik vijf dagen vast in Rwanda toen daar de genocide uitbrak. Nu voel ik mij even geschokt als toen. Ik weet niet wat de toekomst brengt.’
PILOTEN ZONDER GRENZEN
Thuis zitten wachten op een C4-formulier, dat is voorlopig ook het lot van de jonge piloot Dino Glazemakers, die drie jaar in de cockpit van Sabena-vliegtuigen heeft mogen werken. Ook piloten verzetten zich, net als hostessen, tegen de mythes over de verwende ‘luxepaardjes’, die de helft van de tijd aan een exotisch zwembad onder de palmbomen liggen en verder allemaal een dikke villa in Meise of Keerbergen hebben. Nee, het zijn juist zeer gemotiveerde mensen die zich desnoods diep in de schulden steken voor hun jongensdroom, meent Dino Glazemakers. Hij betaalt per maand nog 26.000 frank af voor zijn opleiding, die drie miljoen frank heeft gekost. ‘Dat is niet meer te betalen, als ik straks 38.000 frank stempelgeld krijg.’
Voor piloten ziet het er helemaal hopeloos uit om nog in de luchtvaart een job te vinden. Na de zomer kwam al een pak piloten van het failliete City Bird op de dop. Nu zevenhonderd van Sabena, van wie er misschien tweehonderd op termijn naar DAT-plus kunnen _ mits ze ruim dertig procent inleveren. Dino Glazemakers: ‘Vroeger zouden we dat nooit geslikt hebben. Maar nu wil ik direct tekenen. Al was het maar om mijn pilotenlicentie niet kwijt te spelen. Maar ik vind het wel fundamenteel verkeerd dat piloten, die een zware verantwoordelijkheid dragen, als gewone buschauffeurs worden behandeld’.
Er zou een objectieve selectieprocedure bij DAT-plus worden gevolgd, maar de piloten hebben daar hun twijfels over. Zij horen geruchten over politieke en syndicale kuiperijen, vriendendiensten en zwarte lijsten. Veel piloten noemen zich gedegouteerd en zeggen dat ze liefst naar het buitenland willen. Maar na 11 september staat ook daar niemand op hen te wachten. De Belgische regering en de Europese Unie hebben een zoenoffer willen brengen op het altaar van de deregulering en privatisering; daarom moest Sabena zich als een lemming in de afgrond storten _ zo klinkt nu de populaire uitleg in pilotenkringen. Dino Glazemakers: ‘De luchtvaart is nu een slagveld, en ik ben bang dat mijn vliegcarrière er al op zit.’
SCHOONMAAKSTERS OP DE BRES
Schoonmaaksters zijn schoonmaaksters, die hebben nog weinig last van mythevorming. De blonde vrouw met de schorre stem, die de voorbije week bij Sabena op de barricades stond, is Maria Vindevoghel, die al achttien jaar op de dienst cleaning werkt. Zij is nog een déleguée pur sang, die door haar mensen op handen gedragen wordt. Haar mensen, dat zijn vaak laaggeschoolde migranten. ‘Zij moesten de laatste jaren vooral flexibel werken, op de piekmomenten paraat zijn, en beginnen voor amper 23.000 frank netto per maand’, zegt Maria Vindevoghel. ‘Maar ze hadden tenminste een job. Hoe gaan die migranten nog ander werk vinden? Daar verwacht ik nog de grootste drama’s.’
Half Vlaanderen viel al over de ‘vijftien miljard’ die de Sabéniens als ontslagpremies zouden meekrijgen; ook Vindevoghel kreeg het in haar buurt al naar het hoofd geslingerd. Platte desinformatie en stemmingmakerij van de regering, vindt ze. De miljarden van Sabena zijn in andere zakken verdwenen. Daarom heeft ze, met de steun van vele schoonmaaksters, een klacht ingediend tegen de vroegere bestuurders. Volgens haar gaat het om een frauduleus faillissement. Moord met voorbedachten rade. ‘Misschien word ik zelf nu op de zwarte lijst gezet, maar ik ben het aan mijn mensen verplicht om in verzet te gaan.’
Want verzet is een vorm van zelfrespect.
Chris De Stoop