In deze column zal bisschop Roger van G. onvermeld blijven. Ter compensatie, en om toch enigszins aansluiting te vinden bij de verhalen in de kwaliteitspers, komt Laurent de B. wel aan bod, weze het zijdelings en incognito.
Over poëzie gaat dit verhaal, want vorig jaar verscheen bij Prometheus in Amsterdam het derde deel van de Rijmkroniek des Vaderlands, het grote leerdicht van de Groningers Jean-Pierre Rawie en Driek van Wissen. Samengeteld 5674 verzen zijn het. En laat mij zeggen: de Ilias, driewerf zo dik, is lang niet zo komiek.
‘In het algemeen’, schreef George Orwell in 1942, in zijn inleidend essay bij het verzamelde werk van Rudyard Kipling, ‘wekt in onze cultuur het enkele woord ‘poëzie’ al vijandig gegrinnik op, of in het beste geval een soort ijzige afkeer, zoals de meeste mensen die voelen bij het horen van het woord God.’
Maar Kipling is bij het Engelse lezerspubliek altijd populair gebleven, zelfs vandaag nog, en Orwell sprak met grote bewondering over hem. Over zijn technische vaardigheid, zijn gedrevenheid. Toch noemde hij Kipling ‘ a good bad poet’, of nog ‘ a versifier’. Dat klinkt slechter dan het is, want bijvoorbeeld Dryden en Pope waren voor velen evengoed verzenmakers en geen dichters.
Rawie en Van Wissen kun je ook goede slechtedichters noemen, verzenmakers, pure ambachtslui. Populair zijn ze in elk geval, want hun eerste twee boekjes van 2005 en 2007 waren snel de deur uit. Een verschil met de bloedserieuze Kipling is dat Rawie en Van Wissen behalve leerzaam ook altijd grappig zijn. ‘Een welkome aanvulling op onze inburgeringscursussen en onderwijsprogramma’s van scholen en universiteiten’, zoals ze zelf zeggen van hun kroniek.
Helaas, een vierde deeltje komt er niet, door het schielijke overlijden van Driek van Wissen vorig jaar. Wij hebben dus ‘De Opkomst van de Nederlandse Republiek’, dan ‘De Gouden Eeuw’, en nu ‘Van Willem III tot Willem III’, dat begint in 1672 en eindigt in het revolutiejaar 1848. De Belgische secessie van 1830 komt ruim aan bod:
… in Brussel liep het schorem na
het horen van een opera
(waarin opstandig zaad gezaaid
en luidkeels oproer werd gekraaid)
zomaar de straat op. En het tuig
ging met gesakker en gejuich
zich aan misplaatst geweld te buiten:
gestenigd sneuvelden de ruiten…
Willem had de noodlottige scheiding van Zuid en Noord nog kunnen voor-komen, als niet de snode Franse koning Louis-Philippe had ingegrepen:
Hij wilde tussenbeide komen
en koos als Fransman arrogant
de Belgische verkeerde kant.
Zo raakten wij, de prins ten spijt,
de helft van onze natie kwijt
en stortte buitenlandse druk
de Belgen in het ongeluk,
want tot op heden zitten die
nog met de Duitse dynastie
von Sachsen-Coburg opgescheept
waarmee geen echte Belg echt dweept,
er eventjes van uitgegaan
dat echte Belgen echt bestaan.
Iets verderop brengen onze verzenmakers nog een hommage aan een echte dichteres:
Toch werd het Zuiden zonder reden
wreed van het Noorden afgesneden,
maar niet het snijden deed zo’n pijn
als wel het afgesneden zijn.
Marc Vanfraechem (1946) woont in Gent, is technicus bij Klara, essayist en blogger. http://victacausa.blogspot.com/
door Marc Vanfraechem
Ambachtslui Rawie en Van Wissen zijn behalve leerzaam ook altijd grappig.