Hubert Van Humbeeck
‘Verkiezingen Turkije worden dubbeltje op zijn kant: stem van de Koerdische minderheid geeft wellicht de doorslag’
Op 14 mei kiest Turkije een nieuwe president en een nieuw parlement. Of Recep Tayyip Erdogan zichzelf kan opvolgen, is niet zeker.
Het verschil is opmerkelijk. Oppositiekandidaat Kemal Kiliçdaroglu spreekt het land in zijn campagnevideo’s toe vanuit zijn keuken. Op de tafel staat een glas thee en achter hem hangen handdoekjes aan een rek bij de oven te drogen. President Recep Tayyip Erdogan, kandidaat om zichzelf op te volgen, woont in een nieuw en zeer duur paleis in Ankara, dat groter is dan het Witte Huis in Washington. Erdogan is twintig jaar aan de macht. Kiliçdaroglu belooft dat hij er na één mandaat van vijf jaar mee stopt.
De man is dan ook 74. Hij is de kandidaat van zes oppositiepartijen, van links tot rechts, die samen willen proberen om Erdogan en zijn partij te verslaan. Het wordt een dubbeltje op zijn kant. Erdogan maakt de laatste tijd een slechte beurt met een financieel mismeesterde economie en een galopperende inflatie. Voor zijn trage reactie op de dodelijke aardbeving in februari kreeg hij veel kritiek. Na de mislukte coup tegen zijn persoon in 2016 installeerde hij een sterk presidentieel, autocratisch bestuur. Hij kan nog wel rekenen op een grote en trouwe islamitisch-conservatieve achterban en hij blijft een ervaren campagnevoerder – al werd hij vorige week wel onwel tijdens een optreden op televisie.
Opmerkelijk is ook dat de stem van de Koerdische minderheid straks wellicht de doorslag geeft. De Koerdische partij HDP maakt formeel geen deel uit van de alliantie van de oppositie, maar ze stelt geen eigen kandidaat voor. Ze heeft een ei te pellen met Erdogan. Die liet veel Koerdische politici opsluiten omdat ze terroristen zouden zijn, nadat Koerden in Syrië naar zijn gevoel in de strijd met Islamitische Staat te sterk waren geworden. Kiliçdaroglu is dan weer de leider van wat ooit de partij van Mustafa Kemal Ataturk was. Die partij verzette zich lang tegen Koerdische aanspraken op het gebruik van hun taal en cultuur.
Kiliçdaroglu zegt daar nu sorry voor. Hij geldt dan ook als een verzoener. Hij wil de democratie versterken en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de nationale bank herstellen. Of er internationaal met hem veel zou veranderen, is niet zeker. Maar honderd jaar na de oprichting van de Turkse republiek kan de rol van het land, met de oorlog in Oekraïne en het geopolitiek snel veranderende Midden-Oosten, niet worden overschat. Erdogan liet zijn gebruikelijke schimpscheuten aan het adres van Europese leiders recent alvast achterwege. Na de aardbeving kan Turkije niet zonder hulp uit Europa.