Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Achter elke sterke man staat een vrouw. Behalve achter president William Jefferson Clinton, daar staan er een hele stoet.

“Zolang de beurs stijgt, mag Clinton zijn broek laten zakken.” De uitspraak komt uit de mond van een van de meer cynisch gestemde ministers in de Belgische regering. Er valt wat voor te zeggen. Peilingen zijn wat ze zijn, toch geven ze een indicatie voor de stemming onder de Amerikanen. Volgens een enquête van Time gelooft 41 procent van de Amerikanen Monica Lewinsky, die beweert dat ze een affaire had met president Clinton. 39 procent gelooft de ontkenning van de president. 55 procent van de ondervraagden wil dat Clinton een bloedproef ondergaat, om na te gaan of de spermavlekken op de blauwe jurk van Lewinsky wel degelijk van zijn makelij zijn. Toch is 70 procent tegen een mogelijke afzetting van de leugenachtige president, en 62 procent staat zelfs vierkant achter zijn beleid.

De enquête werd gehouden enkele dagen voor het optreden van Monica Lewinsky voor de Grand Jury. Met het getuigenis van de 25-jarige Lewinsky, bij die gelegenheid bijgestaan door haar juridische adviseurs Jacob Stein en Plato Cacheris, werd de beslissende fase in de jongste presidentiële soap ingezet. Een feuilleton geregisseerd door speciale aanklager Kenneth Starr, die Clinton sedert diens verkiezing in 1992 onafgebroken opjaagt. Hij was het die Monica Lewinsky juridische immuniteit verleende zodat ze, ongehinderd door de verklaringen die ze in het verleden had bijeengelogen, de waarheid kon vertellen over haar betrekkingen met de Amerikaanse president.

De climax – als het woord in deze affaire van toepassing is -, volgt op 17 augustus, wanneer Clinton zelf via een videoverbinding voor de Grand Jury getuigt.

Zo’n federale Grand Jury is samengesteld uit 23 burgers die uit de kiezerslijsten wordt gepikt. Zij moeten, na alle betrokkenen te hebben gehoord, uitmaken of Clinton wordt doorgestuurd naar het Congres voor een eventuele afzettingsprocedure.

Sedert Lewinsky’s optreden voor de jury lijkt haar geloofwaardigheid bij het grote Amerikaanse publiek nog te zijn toegenomen. Blijkbaar geraakte ook Wall Street overtuigd dat het einde van Clintons moeilijkheden nog lang niet in zicht is, want na het getuigenis van Lewinsky ging de dollar even in waarde dalen. Het moet voor het eerst in de geschiedenis van Wall Street zijn dat amoureuze perikelen van een Amerikaanse president en een donkerharige poes uit Californië een uitwerking hebben op de dollarkoers. Al waagde een CNN-beursspecialiste zich meteen aan de voor de hand liggende toespeling door de kijkers te verzekeren dat de hele affaire niet meer is dan “een vlekje op de Dow Jones”.

GARY HART EN DONNA RICE

Er valt niet aan te denken dat een Belgische journalist tijdens de persconferentie na de vrijdagse ministerraad aan premier Jean-Luc Dehaene zou vragen of hij ooit overspel pleegde. In de Verenigde Staten daarentegen heeft Paul Taylor van The Washington Post zich een reputatie voor het leven gebeiteld door ooit, in 1988, precies die vraag te stellen aan Gary Hart. Tot dan had niemand aanstoot genomen aan de wetenschap dat Hart graag verpoosde in het gezelschap van de aanminnige starlet Donna Rice. Tot de democraat zijn zinnen op het presidentschap zette.

Hoewel de negentiende-eeuwse president Grover Cleveland ooit beweerde dat het Amerikaanse volk geen gecastreerde hengst in het Witte Huis wil, verdween Gary Hart na die fatale vraag voorgoed in de anonimiteit – ook van Donna Rice hebben we, jammer genoeg, nog weinig vernomen. Maar de journalist, die nochtans niet opvalt door zijn splijtende analyses, werd sindsdien een vaste klant in het profcircuit van politieke praatprograma’s.

Tenzij in Groot-Brittannië – maar dan alleen als een parlementslid in vrouwenkleren en met jarretels wordt gesignaleerd, of een minister van Defensie bij een callgirl wordt betrapt -, liggen ze in Europa niet gauw wakker van dit soort verhalen. Bovendien bestond, tenminste tot voor kort, bij de media een zekere retenue om over het amoureuze tijdverdrijf van prominenten te berichten.

Zelfs in Frankrijk, waar ze nochtans op een zeer rijke chronique scandaleuse kunnen terugblikken. Een kroniek waarin zonder de minste twijfel de kroon wordt gespannen door president Félix Faure, een alkoofgymnast van olympisch niveau. De Franse president was al de vijftig voorbij toen hij tijdens een uitstap het pad kruiste van Marguerite Steinheil, vrouw van de veel oudere kunstschilder Louis Steinheil. Weinig tijd later kreeg de schilder tot zijn grote tevredenheid de ene overheidsopdracht na de andere toegespeeld en was Marguerite dagelijks, meestal in de late namiddag, te gast op het Elysée om bestellingen op te nemen. De liaison duurde een tweetal jaar en werd abrupt afgebroken toen op een dag, in volle Dreyfus-commotie, de president tijdens een vinnige tête-à-tête met zijn vriendin ineenzakte.

De ontdane Marguerite werd door een behulpzame kamerbediende snel via een achtertrap uit het Elysée gelaten. De toegesnelde arts vroeg nog: “Is de president bij kennis?” Waarop de doodnerveuze bediende zich liet ontvallen: “Neen, die is net via de trap weggevlucht.”

Daags na zijn dood publiceerde het Elysée de voorbeeldige mededeling dat Félix Faure was ontslapen, “omringd door zijn liefhebbende vrouw en kinderen”. Heel Parijs was natuurlijk binnen het uur op de hoogte van de ware toedracht. Maar de pers – tenzij enkele satirische bladen – repte met geen woord over de ware doodsoorzaak. Zo’n situatie kunnen Amerikaanse presidenten zich alleen maar dromen.

DE MEEST CORRUPTE ADMINISTRATIE

William Jefferson Clinton had zich het presidentschap allicht anders voorgesteld. Toen hij in 1992 uitpakte met zijn brochure Putting people first – zowat de Sleutels voor morgen van Jean-Luc Dehaene – werd Clinton alom geprezen als een politicus met een visie – een nieuwe John Kennedy. Putting people first, geschreven door ene Bruce Reed, een Clinton-medewerker in Arkansas, kon volgens ingewijden het sociale sluitstuk worden van het Democratisch project dat de Franklin D. Roosevelt voor de oorlog met zijn New Deal had ingeluid.

De plannen van Clinton kwamen op hun tijd. Ondanks de opeenvolgende zegebulletins van Wall Street bleven de sociale noden in de Verenigde Staten buitenmaats. De middenklasse verschrompelde zienderogen. In 1970 verdiende een gemiddeld Amerikaans gezin 34.500 dollar, in 1993 was dat bedrag amper gestegen tot 36.900 dollar.

Toen Clinton als president aantrad, telden de Verenigde Staten al meer dan veertig miljoen mensen die zonder de minste vorm van ziekteverzekering door het leven strompelen. En ondanks de gigantische fortuinen die Wall Street de afgelopen jaren afscheidde, blijft het aantal stijgen.

Clinton wilde dat tij keren en had daarvoor samen met een bolleboos van Princeton Paul Starr – geen familie van de speciale aanklager – een plan uitgetekend voor een naar Amerikaanse normen verregaande hervorming van de ziekteverzekering. Maar er kwam niet eens een aanzet van een hervorming. Zelfs met de meerderheid van Democraten in het Congres slaagde Clinton er niet in zijn project door het Amerikaanse parlement te laten goedkeuren. Nadat de Republikeinen, die elke overheidsinmenging in sociale en economische aangelegenheden schuwen, het Congres gingen controleren, viel aan een hervorming van de sociale zekerheid niet meer te denken.

Clintons politieke platform was intussen compleet versplinterd. Zijn tweede ambtstermijn dankte hij uitsluitend aan de sterkte van de Amerikaanse economie en van Wall Street, en aan de zwakte van zijn tegenstander Bob Dole, een gereanimeerde Republikeinse mummie.

Hoewel de presidentsvrouw Hillary Clinton het graag heeft over een rechts complot tegen haar man, heeft intussen meer dan één Amerikaanse chroniqueur de Clinton-administratie als een van de meest corrupte uit de Amerikaanse geschiedenis getypeerd. Om te beginnen, was er de Whitewater-affaire in Arkansas, een zaak van grondspeculatie waarin toenmalig gouverneur Clinton en zijn vrouw genoemd werden. Sedert zijn onderzoek in die zaak blijft aanklager Kenneth Starr de president achtervolgen. Starrs frustratie groeide uit zijn besef dat hij nooit de werkelijke betrokkenheid van de Clintons in deze onverkwikkelijke affaire zal achterhalen, want een van de kroongetuigen, Dick Foster, adviseur en vertrouweling van de president en zijn vrouw, pleegde zelfmoord, in het Witte Huis dan nog.

Er was het zogenaamde Travel-gate, een zaak waarbij de Clintons, op basis van valse beschuldigingen, zowat de hele staf van het reisbureau van het Witte Huis lieten ontslaan omdat hun nichtje Catherine Cornelius haar zinnen op die functie had gezet.

En wat te zeggen van de mysterieuze banden van Clinton met Arthur Coia, een vakbondsleider met maffiaconnecties? Coia is een royale geldschieter én van Clinton én van de Democratische Partij en ontsnapte tot nu aan elke vervolging.

Niet minder dan veertien medewerkers en nauwe politieke vrienden van Clinton liggen momenteel overhoop met het gerecht. Maar al die affaires heeft Clinton overleefd, waardoor hij zijn bijnaam ” slick Willie – gladde Willie” alle eer aandeed.

“Allemaal gelogen, roddels”, houden Hillary en Bill Clinton vol. “Maar waar rook is, daar is minstens iemand aan het roken”, oordelen anderen.

“Het probleem met Clinton is dat hij altijd moeite heeft om de simpele waarheid te spreken”, schreef een van zijn gewezen medewerkers George Stephanopoulos onlangs in Time. Zelfs tegenover zijn trouwste medewerkers slaagde hij er nooit in klaarheid te scheppen over de manier waarop hij destijds aan de legerdienst, en dus aan de Vietnam-oorlog, ontsnapte. Toen vernomen werd dat hij wel eens een joint had gepaft, kwam Clinton met het rammelende excuus dat hij nooit de rook had geïnhaleerd.

Alsof dit alles nog niet volstond, was het presidentschap van Bill Clinton intussen helemaal ten prooi aan een van die aanvallen van puerilisme – de term is van Johan Huizinga – die de Amerikanen geregeld treft. Eerst was er de aandacht voor de aanvankelijk geloochende dan weer toegegeven liaison van Clinton met de geföhnde blondine Gennifer Flowers. Dan kwam Paul Jones, gevolgd door een stoet van vriendinnen van één nacht.

HET ZWAARD VOLGT HET KRUIS

Het geeft uiteraard weinig pas dat, uitgerekend op het moment dat ’s werelds machtigste man de Iraakse president Saddam Hussein moet waarschuwen “niet de wil van de hele wereld te tarten”, de internationale media openlijk speculeren over de moedervlek op zijn kruis of over de bijzondere kenmerken van zijn jongeheer.

Het valt niet mee voor een Amerikaanse president, die in dergelijke dramatische omstandigheden een passend ontzag moet opwekken, om na bloedige bomaanslagen op Amerikaanse ambassades in Nairobi en Dar es Salaam voor de camera’s te treden en in alle ernst te beweren dat de daders onverbiddelijk zullen worden opgejaagd en voor het gerecht gebracht, terwijl de toekijkende internationale gemeenschap, op de hoogte van al zijn seksuele voorkeuren, beseft dat de president eigenlijk met de broek op de enkels staat.

Het werd intussen meermaals berekend: tijdens zijn eerste ambtstermijn hadden de Amerikaanse media al veel meer papier en zendtijd besteed aan de amoureuze perikelen van hun president dan aan zijn sociale plannen. En Clinton, overtuigd dat het zwaard te allen tijde het kruis volgt, had daar duchtig aan meegewerkt.

De oorzaak van zijn jongste moeilijkheden is de intussen 25-jarige Monica Lewinsky, opgegroeid in Beverly Hills als de dochter van een welgestelde kankerspecialist die zich in 1987 liet scheiden van haar moeder Marcia Lewis. Beide ouders leidden een druk leven. Moeder Marcia Lewis voorziet in haar onderhoud door het schrijven van “onthullende” societyverhalen. Ze genoot ooit bijval met “The private lives of the three tenors” – de drie zijn uiteraard Luciano Pavarotti, José Carreras en Placido Domingo. Monica en broer Michael werden veelal overgelaten aan de zorgen van de huishoudster die ze naar school en naar de tennislessen bracht, en van een psychiater die tegen 760 dollar per maand over hun mentale gezondheid waakte.

De status in een parvenue samenleving als die in Beverly Hills hangt af van de relaties. En die had Lewinsky. De stagebaan op het Witte Huis kreeg ze via een kennis van haar moeder, Walter Kaye, een smoorrijke verzekeringsmakelaar die geregeld forse bijdragen stort in de kas van de Democratische Partij.

DOE DE DEUR MAAR DICHT

Zo arriveerde Monica in juni 1995 op het Witte Huis waar haar (onbetaalde) job erin bestond de binnenkomende post te sorteren. Een jaar later al werd ze om toen nog onduidelijke reden weggestuurd en kreeg ze een baan op het Pentagon. Maar het Amerikaanse ministerie van Defensie is een alles behalve glamoureuze plek, zeker voor Lewinsky die niets liever deed dan schouder aan schouder met de rich and famous door het Washingtonse cocktailcircuit te zeilen.

Als we getuigenissen van gewezen veiligheidsagenten mogen geloven, werd Lewinsky in november ’95 al, luttele maanden na haar aankomst op het Witte Huis, op de presidentiële knie gesignaleerd. Een getuigenis waaraan speciaal aanklager Kenneth Starr bijzonder veel aandacht schenkt, is dat van gepensioneerd geheim agent Lewis Fox. Fox beweerde getuige te zijn geweest van een bezoek van Lewinsky tijdens een weekend in ’95 in het kantoor van de president. Clinton zou hem nog gezegd hebben: “Doe de deur maar dicht. Ze is hier voor een tijdje.” Fox heeft het nagekeken: veertig minuten lang was Lewinsky in het kantoor – lang genoeg om alle tien geboden tegelijk te overtreden.

Na haar vertrek in april ’96 zou Lewinsky nog 37 keer – de registers van de bewakers bewijzen het – op het Witte Huis gezien zijn. Niet om nog wat nagekomen post te sorteren, mogen we aannemen, want het was veelal Betty Currie, privé-secretaresse van de president, die haar binnenloodste. Cadeautjes – een boek en een das – en minnebriefjes voor de president passeerden eveneens via Currie.

In december ’97 nog was Lewinsky een laatste keer op het Witte Huis, maar dan om met de president haar dagvaarding in de Paula Jones-affaire te bespreken. Want die Paula Jones-affaire vormt de eigenlijke aanzet van de Lewinsky-zaak die Clinton momenteel in een dubbele Nelson houdt.

Paula Jones, een schrielkip uit Lonoke, Arkansas, beweerde dat Clinton, toen nog gouverneur van de staat, haar ooit naar de kamer van het Excelsior-hotel in Little Rock lokte en haar onoirbare voorstellen deed. Nu is Paula Jones niet tegen een verzetje op z’n tijd – getuige daarvan de ondeugende foto’s die het blad Penthouse ooit van haar afdrukte. Maar dat de gouverneur van de staat Arkansas zonder dat ze ooit formeel aan elkaar waren voorgesteld, zomaar zijn broek liet zakken en haar aanmaande om toe te tasten, ging Paula iets te ver. Ze eiste 700.000 dollar om die schok te helpen verwerken.

LINDA TRIPP KLAPT UIT DE BIECHT

Een groteske leugen, repliceerde het Witte Huis toen Paula met haar verhaal voor de proppen kwam. En Paula werd door de vertrouwensmannen van de president, weliswaar off the record, afgeschilderd als “white trash” dat in ruil voor een briefje van 100 dollar de baarlijkste onzin uitkwekt. Waarop Jones, gekrenkt, de enquêteurs van Starr enkele anatomische details gaf over de familiejuwelen van de president, kwestie van haar beweringen te staven.

Volgens geruchten door de media verspreid, zou de president een Amerikaanse arend op zijn kruis hebben laten tatoeëren. Andere bronnen spreken van een moedervlek ter grootte van een kwartje. Volgens The Washington Times, altijd strak op de bal in deze affaire, was er sprake van de ziekte van Peyronie, een aandoening die een soms opvallende kromming van de penis tot gevolg heeft. Gelukkig moest de president in die dagen zijn jaarlijkse medische check-up ondergaan en kon zijn dokter getuigen dat zijn patient geen opvallende kenmerken vertoont, want geschapen zoals elk normaal manspersoon.

Waarop de advocaten van Jones driftig op zoek togen naar getuigen die een bijkomend licht konden werpen op de aparte seksuele mores van de Amerikaanse president. Tijdens die zoektocht stootten ze op Linda Tripp, die ze het verhaal deed van haar jongere vriendin Monica Lewinsky.

Vanaf dat moment ging de hitte in Clintons politieke keuken opnieuw stijgen. Want de eis van Paula Jones zou finaal door het Amerikaanse gerecht worden afgewezen, maar het verhaal van Lewinsky bleef sudderen. Het was The Washington Post die het begin dit jaar in al zijn smeuïgheid serveerde. “Allemaal onzin, gelogen”, was de reactie van het Witte Huis. “Ik heb nooit een relatie gehad met die vrouw“, beweerde Clinton.

En dat had de president beter niet gezegd. Want van dan af rolde dag na dag het hele verhaal naar buiten. Zo vernam de wereld allerhande details die doorgaans alleen door scenaristen van serie B-films worden bedacht over een Amerikaanse president die alleen aan voorspel doet, nooit penetreert. Want volgens Dale Young, nog zo’n goede vriendin van Lewinsky, zou de president zich ooit bij Monica hebben bekreund dat hij niemand meer kan vertrouwen: “Vrouwen met wie hij een relatie had, treden plots uit de rij en stappen naar de media; erger nog, naar hun advocaten.” Daarom houdt de president het bij orale seks. Want hij had, als rechtgeaarde baptist, ooit in de bijbel gevonden dat orale seks eigenlijk geen seks is en dus ook geen overspel kan zijn. Orale seks is als het schudden van een hand – zij het dan bijzonder hartelijk -; meer niet. Niet meteen de redenering die je van een president van de Verenigde Staten verwacht, maar wat fluistert een man al niet in die omstandigheden.

Bijzonder lamentabel echter was het excuus waarmee Clinton finaal op Labor Day ’97 zijn relatie met Lewinsky afbrak. “Hij wou dat zijn dochter Chelsea trots op hem zou zijn. Hij wilde voortaan een goede echtgenoot en vader zijn. En hij kon hier niet langer mee doorgaan.” Tenminste dat vertrouwde een nog nahuilende Lewinsky toe aan de immer praatgrage Dale Young die het meteen aan de kranten overbriefde.

HIJ MOET DE WAARHEID ZEGGEN

Toen het schandaal uiteindelijk openbarstte, liet Lewinsky’s voormalige advocaat William Ginsberg aanvankelijk weten dat zijn cliënte nooit iets tegen Clinton zou ondernemen omdat hij een goede vriend van Israël is. Waarna Monica op 7 januari van dit jaar onder ede getuigde dat ze nooit een affaire had met president Clinton. “Meineed!” kreette de staf van aanklager Starr. Lewinsky’s getuigenis stond immers haaks op dat van haar vriendin Tripp die Starr en diens staf had verteld van Lewinsky’s croustillante confidenties over haar gestoei met de machtigste man van de wereld. Want Tripp liet zich niet pramen om uit Lewinsky’s biecht te citeren. Zij overhandigde het gerecht niet minder dan twintig uren bandopnames van haar gesprekken met Lewinsky. Het was van Tripp dat het gerecht het bestaan vernam van een blauwe jurk waarop een uitgelaten Clinton een spermavlek had achtergelaten. Volgens Tripp beweerde Lewinsky de jurk als een reliek te bewaren. Om de aandacht van het gerecht te ontlopen, zou Lewinsky naderhand het kledingstuk aan de goede zorgen van haar moeder, Marcia Lewis, toevertrouwen.

Uitermate belangrijk was de vraag wat Lewinsky bij haar laatste bezoek aan het Witte Huis met de president had besproken. Had Clinton, zoals Tripp beweerde, haar opgedragen te liegen over hun verhouding? Zo ja, dan stond het voor aanklager Starr vast dat de president zijn liefje tot meineed had aangezet en was een afzetting een kwestie van maanden.

Of was Lewinsky op het Witte Huis om met de presidentiële topadviseur Bruce Lindsey te overleggen over haar getuigenis in het Jones-onderzoek? Had Lindsey een en ander gesuggereerd? Lindsey weigerde in elk geval die vraag te beantwoorden.

Of was Lewinsky in november ’97 op het Witte Huis voor een gesprek met Clintons topadviseur Vernon Jordan voor een nieuwe job, in dit geval een publicrelationsbaan bij cosmeticagigant Revlon? Had Jordan met die prinselijk betaalde baan Lewinsky’s discretie gekocht? Hij zou haar in elk geval de diensten van enkele topadvocaten, echte balietijgers, hebben aangeboden.

Op al die vragen gaven Clinton en zijn medewerkers geen eenduidig antwoord. Om niet te moeten getuigen, poogden zowel Clinton als zijn stafleden zich te verstoppen achter de privileges van hun ambt – het zogeheten executive privilege waarop Richard Nixon zich destijds beriep.

Maar zo had het Amerikaanse gerecht het niet begrepen. De verdenking van meineed is geen kleinigheid. Vooral als het de president van de Verenigde Staten is die tot het plegen van meineed aanzette.

Daarover zal Clinton dus de komende dagen klaarheid moeten scheppen. “Clinton kan zich een pak onzin besparen door gewoon de waarheid te vertellen”, zegt zijn gewezen raadgever George Stephanopoulos. “Ook al spreekt hij daarmee eerder afgelegde verklaringen tegen. Als hij zich dan tegenover het Amerikaanse volk zou excuseren, dan kan hij tenminste de 29 resterende maanden van zijn ambtstermijn op een honorabele manier afwerken.”

Een openhartig gesprek met de Grand Jury zal Clinton des te gemakkelijker vallen, nu Monica Lewinsky, na eerst de juryleden te hebben verhaald over de manier waarop ze geregeld Clintons hand schudde en andere seksuele extravaganties, verklaarde nooit door de president noch zijn medewerkers tot meineed te zijn aangezet. Clinton mag dan volgens Lewinsky en haar vriendinnen een gluiperd zijn: eerlijk is eerlijk.

Amerikanen willen geen gecastreerde hengst in het Witte Huis.

Bij zijn aantreden werd Clinton geprezen om zijn visie.

Orale seks is te vergelijken met het schudden van een hand.

Monica bewaarde de bevlekte blauwe jurk als een reliek.

Rik Van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content