Op zondag 26 maart treden, behalve het zomeruur, ook de Schengen-verdragen in werking. Het grensverkeer zal vanaf dat moment in menig opzicht anders verlopen.

TOT NADER ORDER blijft een sirene een toestel dat scherpe geluidssignalen uitzendt om te waarschuwen. Ook herinnert het woord aan de mytologische wezens half vrouw-half vogel die met hun betoverend gezang vanop het eiland Anthémoussa de voorbijvarenden in de straat van Messina de dood in lokten. In zijn nieuwste betekenis blijkt sirene tegelijk een waarschuwingssysteem en een demonische schone door wie bepaalde voorbijgangers gepakt worden. Sirene staat namelijk voor Supplementary Information Request at the National Entries. Dit is de dienst die in elk van de zeven al parate Schengen-landen vanaf zondag 26 maart nul uur instaat voor de inlichtingen die in het Nationaal Schengen Informatie Systeem (NSIS) van elke lidstaat gestockeerd zijn, en enkele minuten later on line doorgeseind worden naar het Centraal Schengen Informatie Systeem (CSIS) in Straatsburg. Daar kunnen alle landen, die de Schengen-akkoorden van 1985 en 1990 al uitvoeren, bij elkaar terecht om, na het definitief opdoeken van hun onderlinge grenzen en de kontroles daaraan, verdere politiële en gerechtelijke informatie te bekomen over personen, voertuigen en voorwerpen. Op 26 maart verdwijnen wel de grenzen tussen de Benelux, Duitsland, Frankrijk, Spanje en Portugal, maar zullen deze landen tegelijk de kontroles aan hun gemeenschappelijke buitengrenzen voor niet-Schengenburgers verscherpen. Het Luxemburgse grensstadje Schengen maakt bovendien wel naam bij de afschaffing van de Europese grenzen, maar dit gebeurt vooralsnog slechts in intergoevernementeel en niet in Europees communautair verband. Zo zijn Groot-Brittannië, Ierland en Denemarken wel lid van de Europese Unie (EU) maar keurden de akkoorden van Schengen niet goed. Omdat de Schengen-verdragen een vreemdeling definiëren als “een niet-EU-onderdaan, ” kan straks een Brit, een Ier of een Deen toch van dezelfde grensfaciliteiten genieten als andere EU-burgers. En zo zijn er nog wel enkele ongerijmdheden. De bondsrepubliek vindt, bijvoorbeeld, dat ook de inwoners van Liechtenstein impliciet tot de Schengen-ruimte behoren en dus net als de Duitsers ongemoeid binnen die ruimte moeten kunnen circuleren. Het vorstendom Liechtenstein is echter een fraudeburcht en kan bovendien dienen als transitoord voor Zwitserland, dat zich niet alleen tegenover de Europese Unie maar ook tegenover de Schengen-landen als een oninneembaar vluchtoord voor kapitalen en witte-boordkriminelen gedraagt.

HUISHOUDING.

De toepassing van de Schengen-akkoorden, die aanvankelijk gepland was voor 1 januari 1993 bij de installatie van die ene Europese Interne Markt maar toen door Frankrijk werd uitgesteld, zal meest opvallen in internationale lucht- en zeehavens en stations. Daar wordt namelijk een vorm van apartheid van kracht. De burgers die binnen de Schengen-ruimte reizen, worden voortaan niet gekontroleerd en de andere die dit gebied van buitenaf betreden wél. Wie voor deze kontrole instaat, raadpleegt daarbij niet langer de louter nationale gegevensbanken, zoals het Centraal Signalementen Blad (CSB), maar dus het Nationaal Schengen Informatie Systeem. De raadpleging van deze gegevens is een kwestie van sekonden, hoogstens enkele uren. Rijkswachtkolonel Patrick Zanders, hoofd van de afdeling voor internationale politiesamenwerking binnen de Algemene Politiesteundienst (APSD), waaronder zowel Sirene/NSIS als Interpol, Europol, de Belgische liaison-officieren in het buitenland en andere internationale politiële samenwerkingsverbanden sinds kort ressorteren, laat bovendien opmerken dat “nu voor het eerst de uitwisseling van politiële informatie internationaal verdragrechtelijk losstaat van de internationale gerechtelijke samenwerking”. Al stelt zich volgens Zanders meteen het probleem van de informatie-huishouding tussen het SIS, het wereldwijd onmisbare maar binnen de Schengenruimte deels overbodige Interpol, de negen liaison-officieren in Europa, de Verenigde Staten en Latijns-Amerika (Colombia), Europol dat zich op zijn beurt moet waarmaken en het Europees Informatie Systeem (EIS) dat verondersteld wordt mettertijd het Schengen Informatie Systeem uit te breiden tot alle lidstaten van de Europese Unie.

De kommissaris van de gerechtelijke politie bij het parket van Antwerpen Leo De Bruyn, die Sirene (zoals rijkswachtkapitein François Laruelle NSIS) in Brussel opstartte en leidt, wijst erop dat het gecomputerizeerde Schengen-netwerk alvast “de fysionomie van het gerecht ingrijpend zal veranderen. Veel magistraten beseffen nog niet dat de bevelen van hun buitenlandse Schengen-kollega’s voortaan bij voorrang uitvoerbaar zijn en dat ook Belgische magistraten en speurders hun Schengen-kollega’s op hun beurt aanbevelingen kunnen geven. Elk sein moet beantwoord worden en het aangezochte land moet de voorgeschreven aktie uitvoeren. Spijts op alle parketten en parketten-generaal zogenaamde Schengen-magistraten aangeduid werden, zullen zij van nu af aan ook, met de nodige dossiers uit de zogenaamde Schengen-kast, paraat moeten staan. Temeer omdat de verdragsstaten afspraken dat er slechts twaalf uur mag verlopen tussen een hit en het vereiste gevolg dat eraan gegeven wordt. Dit alleen al zal de internationale samenwerking in strafzaken bespoedigen. ” Een hit is een voltreffer, een bevraging via een van de tienduizenden computerterminals, waarop het SIS positief reageert. En dat kan dag en nacht gebeuren.

De aangezochte staat kan weliswaar de uitvoering van een gevraagde aktie, zoals een aanhouding met het oog op uitlevering of een gerichte kontrole, tijdelijk of permanent weigeren als die, bijvoorbeeld, strijdig is met het nationaal recht of wezenlijke nationale belangen. Denk aan het werk van undercover-agenten en aan drugsladingen die diskreet bespied worden (gekontroleerde leveringen). In dat geval verzoekt het aangezochte land het signalerende land een zogenaamde flag aan te brengen. Deze mogelijkheid verplicht echter zowel het Sirene-kantoor als het hele politiële en gerechtelijke apparaat de hit onmiddellijk en grondig te onderzoeken. Geen wonder dat het naslagwerk van professor aan de UI Antwerpen Christine Van den Wyngaert “Criminal Procedure Systems in the European Community” in veel Sirene-kantoren altijd binnen handbereik ligt. Al was het maar om ekwivalenten te vinden voor juridische begrippen die in de verschillende Europese strafrechtsystemen soms een heel andere betekenis hebben. Om nog te zwijgen over het uiteenlopend strafbeleid dat in de verschillende Schengenlanden gevoerd of uitgedokterd wordt in verband met drugs, wapens, allerhande fraude en zomeer. Anderzijds is er ook de lijvige studie van Gert Vermeulen, Tom Vander Beken en Patrick Zanders die onder leiding van professor Brice De Ruyver (U Gent) de “Internationale Samenwerking in Strafzaken en Rechtsbescherming” uitvlooiden.

Het SIS bevat nu al ongeveer een miljoen signaleringen over op te sporen personen, voertuigen en voorwerpen. Daarbij wordt telkens vermeld waarom zij opgespoord worden en welke maatregelen vereist zijn bij hun ontdekking, een hit dus. De lijst van die gegevens werd limitatief vastgelegd in de Schengen Uitvoeringsovereenkomst (SUO) en de grote zorg erover is toevertrouwd aan (onderbetaalde) operateurs. In Brussel bedraagt hun beginwedde amper 34.000 frank per maand, ontvangen zij 5 frank per uur extra voor nachtwerk en brengt weekendwerk hen ongeveer 6000 frank op. Justitie houdt dus ook die medewerkers sinds jaar en dag aan de praat.

PRIVACY.

De gegevens die gedurende een welbepaald aantal jaren in het SIS circuleren hebben betrekking op personen van wie de uitlevering wordt verzocht ; aan wie de toegang ontzegd wordt tot een of meerdere Schengenstaten ; die vermist zijn ; die opgespoord worden in het kader van een gerechtelijke procedure ; die onopvallend of gericht gekontroleerd moeten worden ten behoeve van een politie- of inlichtingendienst.

Verder worden via het SIS ook gegevens uitgewisseld over verdachte, gestolen of vermiste voertuigen, gestolen of verloren vuurwapens, identiteitsbewijzen en bankbiljetten. Kortom een niet onaardige lijst, die inherent voor problemen zorgt. Die worden tijdens de lopende zes maanden onder het Belgisch Schengen-voorzitterschap zo mogelijk uitgepraat, terwijl al draaiboeken werden opgemaakt met alle denkbare scenario’s. Anderzijds zorgde België voor een tijdelijke en pragmatische oplossing voor het gebruik van een tweede taal (Frankrijk wou andermaal geen Engels), wordt er verder gezocht naar een internationale definitie van “een verdachte” en wordt er gewerkt aan een protokol dat politiediensten, zoals het hoog komitee van toezicht, zullen moeten onderschrijven als zij op hun beurt op het SIS willen aansluiten. En dan zijn er ook de privacy-beschermende maatregelen. De Schengen Uitvoeringsovereenkomst beperkt niet alleen de te registreren gegevens over personen en de personen die het systeem mogen raadplegen. De geregistreerden hebben ook rechten. In België zal de Kommissie ter Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer erop toezien dat er in het NSIS geen gegevens worden opgenomen met betrekking tot ras, politieke overtuiging, godsdienst of andere levensbeschouwingen, gezondheid en seksueel gedrag. Geregistreerden beschikken over het recht om kennis te nemen van de gegevens die over hen in het systeem zijn opgenomen, het recht die gegevens desnoods te korrigeren én het recht naar een nationaal bevoegd rechter te stappen om deze rechten af te dwingen.

De Schengen-akkoorden zorgen echter voor meer dan het uitwisselen van informatie en voorgeschreven maatregelen. Het meest opvallende politiële gevolg betreft het recht op grensoverschrijdende observatie en grensoverschrijdende achtervolging. Dit politie-optreden wordt respektievelijk gereglementeerd en in sommige gevallen door de Schengen-akkoorden zelfs beperkt. Zo mogen de bevoegde Belgische politiediensten hun achtervolging op Duits grondgebied onbeperkt verder zetten. Volgens het Beneluxverdrag van 1962 mogen zij een verdachte ook in Nederland of Luxemburg onbeperkt achtervolgen, maar slechts binnen een straal van tien kilometer over de grens staande houden. De Franse politie heeft in België dan weer onbeperkt achtervolgingsrecht maar niet het recht om iemand staande te houden. Vandaar dat luitenant-kolonel Zanders, betreurt dat Schengen nog teveel tot bilaterale akkoorden wordt herleid en hoopt dat de samenwerking tussen de al parate Schengenlanden “eerst uitgediept en pas dan uitgebreid wordt tot andere landen”. Of, zoals wijlen Norbert Bauwens, prokureur-generaal bij het hof van beroep in Gent, op 1 september 1992 zijn mercuriale aangaande Schengen besloot : “Laat ons Schengen uitproberen. Experientia Docet. ” Die ervaring kan vanaf volgende zondag al lessen opleveren.

Frank De Moor

Aan de grenskontroles wordt een soort apartheid ingevoerd tussen Schengenburgers en anderen.

Kommissaris De Bruyn en luitenant-kolonel Zanders (van links naar rechts) : de internationale samenwerking in strafzaken door het Schengen Informatie Systeem verbeteren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content