Patrick Martens

Een ‘commissie van onafhankelijke experts’ heeft een nieuw rapport klaar over de verhuizing van de 15de Wing uit Melsbroek. Hun conclusie is verrassend simpel: we schuiven de militaire transporteenheid vijfhonderd meter op en iedereen is tevreden.

Minister van Defensie André Flahaut (PS) legt het nieuwe rapport binnenkort aan het kernkabinet voor. Een verlengd verblijf in Melsbroek – maar dan met ‘een herlocatie’ van de 15de Wing – wordt als de goedkoopste en nuttigste optie beschouwd. De commissie speelt drie troeven uit. De operationele inzet van de elf C-130’s en de negen ‘witte’ regeringsvliegtuigen van de 15de Wing wordt in Melsbroek het best gewaarborgd. Uitbater BIAC krijgt meer ruimte voor de activiteiten van de luchthaven van Zaventem. En er kan werk worden gemaakt van het Zaventemakkoord van februari 2000 om de geluidshinder in de omgeving met dertig procent te verminderen. Een verhuizing van de 15de Wing uit Melsbroek maakte deel uit van dat akkoord.

Als die argumenten niet overtuigend genoeg zijn, komen volgens de commissie twee alternatieven in aanmerking: de luchthaven van Oostende en de luchtmachtbasis in Beauvechain. Staat niet op de shortlist: het zes jaar geleden ontruimde militaire vliegveld in Brustem bij Sint-Truiden. Dat werd met ruggensteun van de meeste politieke en economische actoren in Limburg als een ernstige mogelijkheid verdedigd door Vlaams minister-president Patrick Dewael (VLD). Evenmin geselecteerd is de luchtmachtbasis van Koksijde, waarvoor vice-premier Johan Vande Lanotte (SP) na het kernkabinet van 5 februari plots een boon bleek te hebben.

De regeringstop las Flahaut toen de levieten na zijn toelichting van een eerste rapport over een verhuizing van de 15de Wing. Dat was gemaakt door de luchtmacht, die ook in Melsbroek wou blijven. In tweede instantie dachten ze aan de opleidingsbasis in Beauvechain en de NAVO-basis in Chièvres. Maar de manipulatie van sommige gegevens sprong te veel in het oog en het dossier dreigde communautair te verzuren. Flahaut moest daarom een nieuwe en onafhankelijke studie laten maken.

De minister deed er zeven weken over om zeven experts te vinden: Jo Bernard, een luchtvaartconsulent en voormalig directeur van Brussels South Airport in Charleroi; Christian Bodart en Herwig Callebaut, twee ambtenaren-ingenieurs uit de Waalse en Vlaamse luchthavenadministratie; Louis De Brabander, een geluidsdeskundige; René De Wispelaere, bestuursdirecteur bij Belgocontrol; Wim Verbist, een veiligheidsofficier van de regionale luchthavens in Antwerpen en Oostende; en de Nederlander Berry Macco, nu consulent en in zijn militaire loopbaan onder meer commandant van de Nederlandse transportwing.

DE JUISTE RICHTING

Op een aantal hoofdlijnen geven die experts de luchtmacht gelijk. Ze zijn het eens dat een verhuizing van alleen het 20ste smaldeel met de C-130’s de dienstverlening van de 15de Wing zou uithollen en duurder maken door ‘verdubbeling van de structuren’. Verhuizen naar een ‘onbezet vliegveld’ wordt eveneens afgewezen wegens de grote investeringen om de infrastructuur in orde te brengen en de hoge werkingskosten. ‘De algemene richting van de studie van de luchtmacht is juist’, concludeert de commissie.

Die luchtmacht maakte overigens slechts een evaluatie van vier verhuismogelijkheden (Charleroi, Beauvechain, Chièvres en Brustem). De experts onderzochten naar eigen zeggen zeventien locaties. In hun rapport vallen door de twee genoemde redenen onmiddellijk zes vliegvelden af: Bertrix, Zutendaal, Saint-Hubert, Ursel, Zoersel en Weelde. Ook Kleine Brogel en Florennes krijgen de kwalificatie ‘ongeschikt’, omdat in het luchtruim boven deze bases de F-16’s en de C-130’s elkaar te veel in de weg zouden zitten. De luchthavens van Antwerpen-Deurne, Luik-Bierset en Charleroi-Gosselies zijn dan weer geen geldig alternatief omdat de verantwoordelijken daar mikken op lucratieve niches in het transport van reizigers en goederen.

Onder meer door de centrale ligging, de bedrijfsvoering met bijna 900 personeelsleden, de logistieke diensten, de aanwezigheid van douane en politie en het delen van het luchtruim met Zaventem heeft ‘geen enkele locatie volgens de commissie een waardering die vergelijkbaar is met die van Melsbroek’. Alleen is de infrastructuur aan de Haachtsesteenweg na vijftig jaar flink verouderd en dwarsboomt het ruimtebeslag de groei van Zaventem.

Maar daaraan is volgens de experts relatief eenvoudig een mouw te passen. Concreet stellen ze voor om de bestaande gebouwen en hangars van de 15de Wing af te breken en in noordoostelijke richting een nieuwbouw op te trekken. De lengte van de luchtmachtbasis wordt van 1128 naar 650 meter teruggebracht. De 15de Wing houdt zo 57 procent van de huidige ruimte over. Die beperking wordt omzeild door de vliegtuigen staart tegen staart op te stellen. De voordelen zijn volgens de commissie legio. Het plan kan in vier jaar worden uitgevoerd. In vergelijking met een echte verhuizing vallen de kosten mee (3,1 miljard frank of bijna 80 miljoen euro). BIAC krijgt ruimte voor een nieuwe taxibaan en een perimeterweg, en er kan geluidswerende lintbebouwing komen. Als de 15de Wing in de toekomst toch meer plaats nodig heeft, dan is er nog het kamp Groenveld aan de overkant van de Haachtsesteenweg.

ANTENNE VOOR VIPS

De keuze van de commissie is dus duidelijk, maar ze zet de regering niet voor het blok. Daarom zijn ook Beauvechain en Oostende ‘zeer wel mogelijk’. De beoordeling van die twee vliegvelden is echter minder overtuigend. In Beauvechain zouden de Marchetti’s van de luchtmacht moeten wijken. Een nieuwe locatie voor die opleidingstoestellen doet de factuur van een verhuizing van de 15de Wing tot 5,4 miljard frank (130 miljoen euro) oplopen. Oostende zou daarentegen amper meer kosten dan een vernieuwde locatie in Melsbroek, maar de afstand tot de kust en het noodzakelijke behoud van ‘een antenne’ voor regeringsleiders en andere politieke vips in Zaventem maken deze optie minder interessant.

De drie andere vliegvelden overleven de evaluatie niet. De basis van Chièvres heeft volgens de experts ‘alle kenmerken van een onbezet vliegveld’. Behalve dat een verhuizing naar Chièvres op korte termijn 5,9 miljard frank (150 miljoen euro) zou kosten, moet er met de Amerikaanse strijdkachten worden onderhandeld. Zij beheren de basis, maar de commissie gelooft niet dat ze hun personeel en hun middelen zomaar voor de 15de Wing willen inzetten.

De helikopterbasis van Koksijde is voor de experts op het eerste gezicht een kanshebber. Maar die ligt veel te ver weg voor ‘de klanten’ van de 15de Wing (de luchtmacht, de para’s, de regering). Er moet zwaar worden geïnvesteerd in de infrastructuur en de exploitatie (5,9 miljard frank of 150 miljoen euro). De commissie haalt voor Koksijde bovendien het zilte klimaat (‘extra anticorrosiemaatregelen’) en het argument van de geluidsbelasting boven. In de toeristische kuststrook zullen de mensen de nieuwe geluidshinder niet leuk vinden, menen de experts.

Voor Brustem is de pil nog bitterder. De startbaan, platforms, hangars en werkplaatsen: ‘nagenoeg alles moet worden vernieuwd’. Samen met de extra personeelsuitgaven kost dat handenvol geld (6,3 miljard frank of 160 miljoen euro op korte termijn). De geplande industriële ontwikkeling in Brustem, die een verhuizing van de 15de Wing voor Limburg juist zo aantrekkelijk maakt, is volgens de experts een rem voor de transporteenheid. Ze voorspellen ook grote problemen om voor Brustem een ‘klim- en daalsector’ te creëren in een luchtruim waar het luchtverkeer van Zaventem, Beauvechain en Bierset nu al in vliegfiles vastloopt. En nog een contra-indicatie is de terugkeer van de geluidshinder ‘na een aantal jaren van relatieve rust’.

Net zoals het afgeschoten luchtmachtrapport, zit ook het commissiedocument vol rare kronkels. Zo onderstrepen de experts dat zij zich door het algemeen belang hebben laten leiden en niet door de economische belangen van BIAC. Maar in hun rapport zeggen ze meermaals dat ze ‘actief gezocht hebben om aan de verzuchtingen van BIAC te voldoen’. Daarmee bevestigen ze de eigenlijke bedoeling van dit deel van het Zaventemakkoord: ruimte scheppen voor de ontwikkeling van de nationale luchthaven.

Tegenstrijdig zijn ook de gegevens over de geluidshinder. Voor Brustem en Koksijde bijvoorbeeld zouden de decibelmeters storend de hoogte ingaan. Voor Melsbroek wordt diezelfde geluidsbelasting van de 15de Wing geminimaliseerd.

De natte vinger heeft geregeld zijn werk gedaan bij de kostenramingen van een verhuizing. Eén voorbeeld: het noodvliegveld in Zoersel dat in de jaren vijftig werd aangelegd maar nadien nooit werd gebruikt, zou niet meer investeringen vergen dan het vliegveld van Brustem dat tot 1995 permanent onderhouden en gemoderniseerd werd.

De creativiteit van de commissie is nog het grootst als het erop aankomt haar voorkeur bij de nakende landing van het dossier door te drukken. Resultaat door eliminatie heet die tactiek. Insiders weten goed dat Oostende de 15de Wing niet wil. Ze hebben daar al zoveel milieu- en rendabiliteitsproblemen met de huidige luchthaven dat velen in de Oostendse politiek en bedrijfswereld op termijn veeleer gewonnen zijn voor een reconversie van die activiteit dan voor een uitbreiding met luchtmachttransport.

Beauvechain dan? Die zou het communautaire evenwicht tussen de militaire vliegvelden (twee in Vlaanderen, twee in Wallonië) verbreken en is daardoor meteen zo goed als uitgesloten. Op die manier is een verplaatsing van de 15de Wing in Melsbroek een evidente uitkomst. Het valt af te wachten of minister Flahaut het federale kernkabinet daar dit keer wél van kan overtuigen.

Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content