Vechten tegen de epidemie
Het water trekt terug – ook uit de bevolking van Pakistan. De cholera breidt uit.
Mingora, de hoofdstad van Swat, is op het eerste gezicht niet al te fel door de overstromingen geteisterd. De brug naar de binnenstad is vervangen door een tijdelijke metalen constructie die te smal uitvalt voor vrachtwagens. Er zijn enkele huizen weggeveegd, en – vooral – grote delen van stad en omgeving hebben enige tijd zonder kraantjeswater geleefd. Dat gebrek aan zuiver water begint de bewoners parten te spelen. In de weken na de ramp namen de gevallen van diarree zodanig toe dat Artsen zonder Grenzen, en met name de speciaal voor de noodsituatie uit Schaarbeek overgekomen arts Thomas De Cartier, een speciale tentvleugel naast het Central Hospital van Mingora hebben opgericht. Daar worden de patiënten getrieerd, en in drie groepen verdeeld (mild, matig, erg). De erge gevallen, bij wie uitdroging dreigt, moeten een dag of drie blijven.
Enkele weken geleden is hier, dat werd toen voorgesteld als een primeur voor Pakistan, het eerste geval van cholera bevestigd. Intussen zijn ook elders in het land gevallen van cholera vastgesteld. Hoeveel gevallen er sindsdien zijn bijgekomen in Swat is niet bekend. ‘Dat wordt niet meer gemeten’, zegt De Cartier, ‘omdat het er eigenlijk niet toe doet. Dit is een gebied waar cholera endemisch is (sluimerend aanwezig, nvdr.). Het confirmeren van choleragevallen vergt tijd en moeite, terwijl de behandeling van cholera dezelfde is als die van andere gevallen van zware diarree.’ Dat wil zeggen: men dient de patiënten een mengsel van water, suiker en zout toe, en voldoende vocht om uitdroging tegen te gaan. Zonder behandeling sterft één cholerapatiënt op de twee. Met behandeling bijna niemand.
De bevolking van Swat is al jaren geteisterd door oorlog en politieke onlusten. Pakistaanse taliban zwaaiden tussen 2007 en 2009 de plak. Terwijl het leger de taliban bekampte, sloeg een meerderheid van de bewoners op de vlucht. De opeenvolging van oorlog, vluchtelingenkampen en nu watersnood heeft de weerstand aangetast.
Op een gemiddelde dag komen er tussen de 100 en de 120 nieuwe patiënten met diarree op de afdeling binnen. De Cartier zegt dat 10 procent vermoedelijk cholera heeft -dat zijn alle erge gevallen.
Besmetting is een reëel gevaar. En dus wordt bij de opname van patiënten nagegaan uit welke buurt ze komen, en waar ze hun water vandaan haalden. ‘Op een bepaald moment bleek dat we ettelijke gevallen uit dezelfde madrassa, dezelfde Koranschool, kregen. Dan gaan we ter plekke en behandelen er het water.’ Trucks van AzG voeren gezuiverd water rond naar gebieden waar de waterleiding nog niet of dubieus hersteld is, of waar de waterput na overstroming nog niet kon worden gezuiverd.
Voorlopig is het aantal nieuwe patiënten relatief stabiel. Maar als het zou toenemen, pakweg zou verdubbelen tot 200 per dag, denkt De Cartier dat er echt een epidemie op gang komt. In dat geval zal de diarreeafdeling naar een sportveld getransfereerd worden, waar er een buffer van 200 meter met bewoning kan worden onderhouden.
Is dat dan nu nog niet nodig? ‘De ziekte verspreidt zich via water. De patiënten blijven in principe weg van het water dat andere mensen in het ziekenhuis gebruiken. Maar als ze met meer zijn, wordt dat moeilijker te controleren en zal er weleens iemand op het algemene toilet belanden in plaats van op het speciaal voorbehouden toilet. Dan kan er contaminatie optreden.’
Hoewel de behandeling gratis is, zie ik toch elders in de stad vrouwen met zieke kinderen die niet de tijd of de moeite nemen om naar het ziekenhuis te wandelen, en die een apotheek binnenlopen, en betalen voor een snelle fix, tegen wat het ook is dat de apotheker als ziekte vermoedt.
Ook in de diarreeafdeling van het ziekenhuis is dat geloof in medicijnen wijd verspreid. Mensen willen antibiotica en infusen, terwijl zeker antibiotica en in alle behalve de allerergste gevallen ook infusen nergens voor nodig zijn. Ze voelen zich genegeerd als er geen paardenmiddelen worden ingezet.
NET ALS VORIGE WEEK KWAM OOK DEZE BIJDRAGE TOT STAND MET STEUN VAN HET FONDS PASCAL DECROOS.
DOOR RUDI ROTTHIER IN PAKISTAN