Onder luid protest ging in Leffinge het café het Schippershuis tegen de vlakte. Projectontwikkelaars laten steeds vaker hun oog vallen op de dorpen achter de badplaatsen.

Maandag 21 januari sloeg de tijdelijke vennootschap (TV) Boutens-Depoorter in Leffinge, deelgemeente van Middelkerke, onverwacht toe. Zonder veiligheidsmaatregelen te treffen, ging de moker in ’t Schippershuis aan de Vaartdijk Noord. Zelfs het actiecomité in Leffinge, dat een petitie lanceerde tegen de afbraak van de historische kroeg, was totaal verrast. Volgens hen was de opschortende periode van 25 dagen na het afleveren van de vergunning nog niet afgelopen. Maar het kwaad was geschied: een pand met twee enorme gaten in de gevel en een stuk uit het dak maakt geen kans om op de lijst van beschermde monumenten te komen. Daar hoopte de plaatselijke CD&V-voorzitter Wim Desender namelijk op toen hij goed tien dagen eerder een spoeddossier ter bescherming indiende. Hoewel CD&V in de gemeenteraad van Middelkerke in de oppositie zit, kregen de beschermingsplannen van Desender de steun van schepenen Lode Maesen (Spirit) en Geert Verdonck (SP.A). Ook de actievoerders tegen de afbraak onder leiding van Bart Verdonck, broer van schepen Verdonck, konden op hun sympathie rekenen. Als leden van het Progressief Kartel, een samengaan van SP.A, Spirit en Groen!, vormen beide schepenen een meerderheid met de Open VLD van Middelkerke.

LEEFBAARHEID

Wat in Leffinge gebeurt, is symptomatisch voor vele dorpen achter de kustlijn. Op zijn website legt Vlaams Parlementslid Bart Caron (SP.A-Spirit) de verstrengeling bloot tussen het lokale bestuur in Middelkerke en de plaatselijke vastgoedsector. Uniek is het niet, ook in sommige andere kustgemeenten bestaat een soortgelijk kluwen.

Een tweede kwestie die Caron zorgen baart, en waarover hij een vraag heeft gesteld aan Vlaams minister Dirk Van Mechelen (Open VLD), is het ontbreken van een visie op de ontwikkeling van de dorpen die onmiddellijk achter de kustlijn zijn gelegen. Tussen Knokke en De Panne gaat het om plaatsen zoals Uitkerke, Nieuwmunster, Vlissegem, Klemskerke, Wilskerke, Leffinge, Lombardsijde, Slijpe, Mannekensvere, Sint-Pieters-Kappelle, Ramskapelle, Wulpen en Booitshoeke. Veel van die dorpen hebben hun rurale karakter behouden, maar steeds vaker ziet men er borden van projectontwikkelaars opduiken. De honger van projectontwikkelaars is groot omdat ze in de badplaatsen niet meer aan de bak komen. Onze kust is volgebouwd en het beetje open ruimte dat nog rest, wil men vrijwaren. Nu de jacht op lucratieve projecten zich landinwaarts verlegt, dreigen betaalbare woningen in de achter- liggende dorpen steeds schaarser te worden. De opportuniteit van snel geldgewin voor wie zijn eigendom kan verkopen tast voorts de cohesie van de dorpsgemeenschappen aan, betoogt Caron. Ook de te verwachten seizoenstoeloop – in de deelgemeente Westende is er een verschil van bijna 60.000 bewoners tussen zomer en winter – zet de leefbaarheid onder druk. Voor deze dorpen achter de badplaatsen pleit Caron dan ook voor een geïntegreerde ruimtelijke ordening, die het gemeentelijke niveau overstijgt. Zo wil hij voorkomen dat projectontwikkelaars, die vooral investeren in tweede verblijven en in woningen voor ‘pensioensmigranten’, vrij spel krijgen.

VERWEVENHEID

In Leffinge kregen Charles Depoorter, van Agence Depoorter uit Middelkerke, en Philippe Boutens uit Oostende een bouwvergunning om op de plaats van het Schippershuis en het belendende pand het project ‘Bootsman’ te realiseren. Blijkbaar hebben Depoorter en Boutens samen een tijdelijke vennootschap opgericht, dat is een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid die louter op wilsovereenstemming berust. De formule is populair in de aannemingssector om één bepaalde of meerdere opdrachten samen uit te voeren.

Het Schippershuis was eigendom van Boutens, die als zoon van de vroegere bierhandelaar nog wel meer vastgoed in de streek heeft geërfd. In het dagelijkse leven leidt Boutens het advocatenkantoor Boutens & Landuyt in Oostende, waar hij tevens gemeenteraadslid is voor de Open VLD. Zijn associé is advocaat Michel Landuyt, OpenVLD-burgemeester van Middelkerke.

Bij Agence Depoorter noemt men het Bootshuis een kleinschalig project. Op de gelijkvloerse verdieping is plaats voor een woning met 1 slaapkamer, een handelsruimte en een doorgang naar overdekte parkeerplaatsen. Op de eerste verdieping komen 1 appartement met 1 slaapkamer en 3 appartementen met 2 slaapkamers. Daarboven worden 4 duplexappartementen – drie met 3, een met 2 slaapkamers – opgetrokken.

De plannen voor de nieuwbouw zijn getekend door het Multiprofessioneel Architectenkantoor Aromi, onder leiding van Ronny Vantroostenberghe, bestuurslid en voormalige voorzitter van OpenVLD in Middelkerke. Bij Aromi werkt ook burgerlijk bouwkundig ingenieur Rita Ramoudt, echtgenote van de burgemeester. Zij is erkend door het Beroepsinstituut voor Vastgoedmakelaars (B.I.V.) onder nr. 504587 en is tevens vennoot van Immo Landuyt-Ramoudt Middelkerke (Immo Larami), een Gewone Commanditaire Vennootschap (GVC) die op 10 september 2007 werd opgericht. Landuyt is in deze GVC, een vennootschapsvorm die geen notariële akte en weinig formele verplichtingen vereist, de stille vennoot. Dat is evenwel geen beletsel om eventueel uitgebreide bevoegdheden uit te oefenen. In Middelkerke wordt dan ook gefluisterd dat Immo Larami de uitweg is voor het geval de nog altijd niet-beëdigde burgemeester in beroep schuldig wordt bevonden aan schriftvervalsing. Begin dit jaar veroordeelde de correctionele rechtbank in Brugge Landuyt daarvoor, maar hij tekende beroep aan. Bij een veroordeling wacht hem wellicht ook een schorsing aan de balie.

MEERWAARDE-ARCHITECTUUR

Zelf zegt Landuyt op zijn website dat hij ‘onverminderd zal verder vechten voor een beter Middelkerke’. Ongeveer op hetzelfde moment van de afbraak van het Schippershuis reikte de burgemeester ook de eerste architectuurprijzen uit. Met het initiatief wil Middelkerke waardevolle en innovatieve architectuur in de kijker stellen die geïntegreerd is in de omgeving en een meerwaarde betekent voor de gemeente.

Dat moet de actievoerders tegen de afbraak van het Schippershuis als valse muziek in de oren klinken. Toch geeft aanvoerder Bart Verdonck de strijd niet op. Voor hem is het Schippershuis, dat bij het binnenkomen van Leffinge een van de gezichtsbepalende panden van het dorp was, een symbooldossier waarmee hij ruchtbaarheid kan geven aan zijn strijd voor de leefbaarheid van het dorp. In een volgende stap maken de actievoerders gebruik van het nieuwe recht van burgers om punten toe te voegen aan de agenda van de gemeenteraad. Voor de gemeenteraad van 13 februari plaatsten ze de wijziging van de BPA’s (Bijzondere Plan van Aanleg) voor de dorpskern van Leffinge – Dorpstraat, Kopstraat en Vaart – op de agenda. Als het van Verdonck afhangt, zal de afbraak van belendende panden om een nieuw gebouw van meer dan drie wooneenheden op te richten voortaan uitgesloten zijn. Ten tweede willen de actievoerders dat het bestuur een lijst laat opstellen met waardevolle gebouwen die bewaard moeten blijven. Het Schippershuis hoorde daar volgens hen zeker op te staan. Met hun initiatief willen de actievoerders in Leffinge een dijk opwerpen tegen de vloedgolf aan appartementen die of onbetaalbaar en of te klein zijn voor jonge gezinnen. Die tendens jaagt jonge mensen weg uit Leffinge, verder het hinterland in, meent Verdonck. Pogingen om de visie van burgemeester Landuyt op een en ander te vernemen, bleven zonder resultaat.

DOOR ERIC BRACKE/foto’s lies willaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content