In De droom van de Ier demonstreert Mario Vargas Llosa dat luciditeit in de ene zaak geen waarborg biedt tegen verblinding in een andere.

Op 3 augustus 1916 wordt Roger Casement (1864-1916) in Pentonville Prison, Londen, terechtgesteld. ‘Als u uw adem inhoudt, gaat het sneller, sir’, aldus de beul, die de dag tevoren zijn slachtoffer heeft getaxeerd. De beul moet lengte, gewicht en omvang van de hals van de ter dood veroordeelde kennen. Met die gegevens kunnen de hoogte van de galg en de stevigheid van het touw worden bepaald.

Zou de beul die woorden werkelijk tot Roger Casement hebben gericht? In de roman De droom van de Ier heeft Mario Vargas Llosa in elk geval Casements avontuurlijke en tragische levensloop scrupuleus en geloofwaardig gereconstrueerd. Hoe goed Vargas Llosa zijn thema’s weet te kiezen, bewijst hij nog maar eens in dit verhaal over een complex historisch personage wiens biografie erom schreeuwt ‘geromantiseerd’ te worden. Vanaf de eerste regels beseffen we dat Roger Casement een verscheurde persoonlijkheid is, gedoemd om tragisch te eindigen. Toen onze ‘held’ nog een kind was, wilde zijn anglofiele en anglicaanse vader hem wijsmaken dat hij in het protestantse Ulster was geboren. In werkelijkheid zag de jongen in het katholieke Dublin het levenslicht. In zijn vierde levensjaar, liet zijn moeder, die rooms was voor ze trouwde, haar zoontje in het geniep katholiek dopen. Naarmate zijn leven vordert, zullen katholieke sympathieën en Iers patriottisme een almaar grotere greep krijgen op het leven van Casement, die door een van zijn vrienden spottend ‘de Kelt’ wordt genoemd.

Al op zijn twaalfde heeft Roger Casement beide ouders verloren. Hij droomt van grootse humanitaire daden in Afrika, het zwarte continent dat op dit moment wordt ontsloten. Zodra hij de kans krijgt, sluit Casement zich aan bij Henry Morton Stanley, de ontdekkingsreiziger die Congo in opdracht van de Belgische koning Leopold II exploreert. De jonge Casement probeert de ogen te sluiten voor wat hij ziet en rechtvaardigt Stanley’s wreedheden als een noodzakelijk kwaad, tot de schellen hem eindelijk van de ogen vallen: ‘Met de jaren [… ] kwam Roger Casement tot de slotsom dat de held uit zijn kindertijd en jonge jaren een van de meest meedogenloze schurken was die het Westen op het Afrikaanse continent had losgelaten.’

Roger Casement klimt op tot Brits consul en ontwikkelt zich tot een van de overtuigendste critici van het koloniale beleid van Leopold II. Casements deskundige rapporten over de wreed-heden van de kolonisten in Congo (en later van Britse en Zuid-Amerikaanse ondernemers in Peru) slaan in Groot-Brittannië in als een bom. Maar de bescheiden idealist is niet alleen een criticus van koloniale wantoestanden. Als overtuigd Iers nationalist die meent dat Ierland niet minder dan Congo wordt uitgebuit, voelt hij zich almaar ongemakkelijker in zijn rol van Brits gezagsdrager. Die verborgen dualiteit voelt hij het scherpst aan als hij in 1911 door de Britse koning in de adelstand verheven wordt: ‘Hoe kon hij de titel aanvaarden die hem werd verleend door een regime dat zijn land koloniseerde en waar hij diep in zijn hart afkerig voor was?’

Het is treurig om te zien hoe de lucide wereldburger Casement zich ontwikkelt tot een verblinde, radicale Ierse nationalist. Zodra in Europa de Grote Oorlog uitbreekt, begint Casement te collaboreren met de Duitsers. Hij hoopt dat een Ierse opstand die gepaard gaat met de Duitse invasie van Engeland tot de onafhankelijkheid van Ierland zal leiden. Vargas Llosa toont het misdadige karakter van Casements absolute inzet overtuigend aan, iets wat de verrader ook wel aanvoelt als hij merkt hoe vijandig de meeste Ierse krijgs-gevangenen in Duitsland reageren op zijn voorstel om een eigen brigade te vormen die met Duitse steun tegen de Engelsen zou strijden. Weer eens zit de Ier tussen alle stoelen. Bovendien is Casement een homoseksueel. Van zijn intieme dagboeken, die heel wat erotische wens-dromen bevatten, maken de Britse media gretig gebruik om de naam van de verrader nog meer door het slijk te halen.

Heel wat critici menen dat De droom van de Ier te wijd-lopig is om de toets van een positieve kritiek te kunnen doorstaan. Maar wie van klassieke, goed gedocumenteerde boeken houdt die zich verzetten tegen simpele wereldbeelden, en wie gesteld is op complexe helden die ondanks hun onbaatzuchtige inzet zowel het goede als het verkeerde doen, komt met de lectuur van Vargas Llosa’s laatste, uitstekend gecomponeerde roman beslist niet bedrogen uit.

Mario Vargas Llosa, De droom van de Ier, vertaald door Aline Glastra van Loon, Meulenhoff, Amsterdam, 400 blz., 19,95 euro, ISBN 9789029087551.

Piet de Moor

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content