Vrijwel dagelijks dragen Van Dalegebruikers nieuwe woorden aan voor opname in de Dikke Van Dale of doen ze suggesties voor aanvullingen op bestaande artikelen. Zulke informanten helpen het woordenboek up-to-date te houden. Van Dale heeft dan ook een speciaal e-mailadres voor informanten: redactie@vandale.be. Tussen de e-mailtjes van doorgaans tevreden woordenboekgebruikers zit ook weleens een punt van kritiek. Als die kritiek terecht is, verwerkt de redactie ze in de Dikke Van Dale. Maar soms berust commentaar op een verschil van interpretatie. Dat geldt ook voor een groot aantal beweringen van Carlos Callaert in ‘Fout op elke pagina van Van Dale’ (Knack nr. 45).
Nu en dan krijgt de redactie van de Dikke Van Dale de opmerking dat ze bij het maken van de jongste editie woorden over het hoofd heeft gezien. Zo mist Callaert o.a. het woord netiquette in het woordenboek. Dat woord blijkt gewoon in de Dikke Van Dale te staan. Maar dan wel in de correcte spelling: nettiquette. Met 2 t’s dus. Net als in het Groene Boekje.
In een meesterwerk als de Grote Van Dale zijn natuurlijk best wel verbeterpunten te vinden. Zo merkt Callaert op dat webdesigner ten onrechte in het woordenboek ontbreekt. Dat vinden wij ook. Webdesigner is echter een betrekkelijk jong woord, dat in 2004, bij de deadline voor de Dikke Van Dale, nog niet aan de opnamecriteria voldeed, net zoals burgerjournalistiek, condoleancesite, hangoudere, en zelfs sudoku.
Omdat de Dikke Van Dale gemiddeld om de 7 à 8 jaar verschijnt terwijl de taal intussen wel verandert, brengt Van Dale sinds 2006 jaarlijks een update uit, waarin de nieuwe woordenschat wordt beschreven: het Jaarboek taal. In het net verschenen Jaarboek taal2008 zijn maar liefst 3650 woorden te vinden die nog niet in de Dikke Van Dale staan, van comadrinken tot klimaatalarm. Maar natuurlijk ook typisch Vlaamse woorden als avondroodclausule, energiesnoeier en kredietmakelaar. De redactie van de Grote Van Dale krijgt soms opmerkingen over het vermeende neerlandocentrisme van het woordenboek. Als voorbeeld daarvan noemt Callaert het feit dat Van Dale typisch Hollandse woorden als fieselemie (gezicht) opneemt. Tja, het is maar hoe je het bekijkt: de Dikke Van Dale is een betekeniswoordenboek dat de omgangstaal in de brede zin van dat woord beschrijft. Als fieselemie daar deel van uitmaakt (of van uitgemaakt heeft), dan vinden wij dat gebruikers de betekenis van dat woord in Van Dale moeten kunnen opzoeken. Overigens vinden we dat gebruikers ook Belgisch-Nederlandse vormen als princiepskwestie, plantrekker, onbeleefderik en zottekesspel moeten kunnen vinden. Die – en vele duizenden andere Belgisch-Nederlandse woorden – staan dan ook netjes in Van Dale. Ze zijn als ‘Belgisch-Nederlands’ herkenbaar gemaakt. Dan zegt Callaert: waarom zijn typisch Nederlandse woorden als hartstikke, jokken en gein niet gemarkeerd? Dat is een keuze geweest van de Nederlandse én de Belgische redactie van de Dikke Van Dale. Dat neemt niet weg dat we permanent nadenken over de beschrijving van de typisch Belgische en Nederlandse woorden in de Grote Van Dale. Want dat is wat voor ons altijd vóóropstaat: een adequate beschrijving van de Nederlandse taal voor alle Nederlandstaligen – in Nederland en in België.
De integrale tekst van deze reactie kunt u lezen op www.knack.be
Ton den Boon, hoofdredacteur Van Dale Lexicografie