Dat gepensioneerden het tegenwoordig niet makkelijk hebben, werd vorige week nog maar eens duidelijk. Koning Albert II liet toen weten dat hij niet kan rondkomen met de dotatie van 931.000 euro die hij vanaf 2014 jaarlijks zal ontvangen. Er werd discreet gevraagd aan de premier en de vicepremiers of de staat toch nog een deel van zijn uitgaven kon overnemen, zoals de verwarmingskosten van het residentiekasteel Belvédère. Alle gepensioneerden zullen bevestigen dat de stookoliefactuur voor hen een rib uit het lijf is. Premier Elio Di Rupo (PS) liet al snel weten dat de regering niet van plan is om ‘direct of indirect’ iets aan de bestaande dotaties te veranderen.

Terwijl koning Albert II om meer inkomsten bedelde, werd de ontwerpbegroting 2014 gepubliceerd. Voor de eerste keer in de geschiedenis van België kan aan de hand daarvan de totale kostprijs van onze monarchie voor de schatkist worden berekend. Koning Filip ontvangt 11.651.000 euro, zodat hij ‘in volledige morele en materiële onafhankelijkheid gestalte kan geven aan de koninklijke functie’. De dotaties aan de leden van de koninklijke familie waren al bekend: koning Albert krijgt vanaf 2014 jaarlijks 931.000 euro, koningin Fabiola 466.000 euro, prinses Astrid 323.000 euro en prins Laurent 310.000 euro. Dat is alles samen 13.681.000 euro per jaar aan dotaties voor onze royals.

Daarbij moeten nog de bedragen worden opgeteld die door departementen als Landsverdediging, Buitenlandse Zaken en Federale Politie worden gedragen. Voor het eerst hebben we daar goed zicht op, dankzij de ontwerpbegroting 2014: die departementen staan in voor 25.061.000 euro aan ‘koninklijke’ uitgaven, becijferde professor overheidsfinanciën Herman Matthijs. Verderop in het blad gaan we daar in detail op in. Tel dat bedrag bij de dotaties, en je krijgt de totale kostprijs van onze monarchie: 38.742.000 euro voor 2014. De meeste families in ons land moeten het met wat minder stellen.

Terwijl de koning in ruste jammerde dat hij met bijna één miljoen euro maar moeilijk kan rondkomen, hield Knack een enquête over de Belgen en hun pensioen. Twee op de drie werkende Belgen blijken zich daar zorgen over te maken. Die ongerustheid is meer dan terecht, blijkt uit het debat dat we over de resultaten hielden. ‘De mensen staan verder dan het beleid’, merkt de Gentse econoom Gert Peersman daarbij op. ‘Zij weten ondertussen dat er een probleem is, maar het beleid wil blijkbaar niet mee.’ De verantwoordelijke politici kunnen nochtans niet zeggen dat ze het niet hebben geweten. Meer dan veertig jaar geleden verschenen al de eerste rapporten over de stijgende vergrijzingskosten, en sinds het begin van deze eeuw waarschuwt de Studiecommissie voor de Vergrijzing voor onbetaalbare pensioenen, sterk stijgende kosten in de gezondheidszorg, financiële drama’s en dreigende generatieconflicten.

Eerder dit jaar stelde minister van Pensioenen Alexander De Croo (Open VLD) nog maar eens een groep experts samen die moet uitzoeken hoe ons pensioensysteem houdbaar kan blijven. De conclusies worden in het voorjaar verwacht. Ze moeten uitmonden in een grote pensioenhervorming die bij de vorming van een nieuwe federale regering in 2014 ter sprake zou moeten komen. De oud-voorzitter van de Vergrijzingscommissie, professor Theo Peeters, heeft al gezegd dat dit ‘nog meer tijdverlies’ betekent. Naarmate meer mensen de pensioenleeftijd naderen en duidelijk wordt dat ze dan ernstig zullen verarmen, zal steeds luider de vraag worden gesteld: wat hebben de politici de voorbije tien jaar gedaan? ‘Niets’ is dan een fout antwoord. Ze hebben gedaan alsof.

Twee op de drie werkende Belgen maken zich zorgen over hun pensioen. Terecht.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content