De eenheidsstruktuur van de Universiteit Antwerpen (UA) is een lege doos. “Maar we kunnen ze zelf vullen, ” zegt Josse Van Steenberge, denieuwe rektor van de UIA.
“IK BEN EEN niet-niet-katoliek, ” antwoordde de nieuwe rektor van de Universitaire Instelling Antwerpen (UIA) toen hem intern naar zijn religieuze of filozofische overtuiging werd gevraagd. De vrijzinnigen vonden dat een perfekt katoliek antwoord. Omdat aan de pluralistische UIA de politieke evenwichten aan de top op de balans worden gewogen, konden de vrijzinnigen bijgevolg op zoek naar een nieuwe voorzitter. Bij de oprichting, in 1972, was vastgelegd dat de voorzitter van de universiteit, die wat merkwaardig boven de rektor staat, van katolieke huize moet komen. Meteen moest in allerijl een nieuwe baan worden gezocht voor Paul Van Remoortere (CVP) die achttien jaar voorzitter was. Hij wordt straks ook officieel gedelegeerd bestuurder van het universitair ziekenhuis, een nieuwe funktie.
De UIA-konstruktie een katolieke voorzitter, een socialistische rektor, een liberale vice-voorzitter en een vice-rektor van VU-signatuur stortte afgelopen zomer als een kaartenhuis in elkaar. Toen koos het akademisch personeel van de UIA namelijk Josse Van Steenberge tot nieuwe rektor. Niet omdat hij van een of andere politieke kleur was, maar vooral omdat hij een stevige pleitbezorger is van een eengemaakte universiteit. “Antwerpen heeft een middelgrote universiteit maar maakt zich klein door de versnippering, ” zegt deze specialist sociale zekerheid. De rektor, die les geeft aan de drie Antwerpse universiteiten, heeft met zijn aanstelling de politieke struktuur van zijn instelling dooreen geschud. “Die struktuur van 1972 heeft haar nut bewezen. Dankzij het plan-Kinsbergen heeft Antwerpen nu een min of meer volwaardige universiteit. Maar het heeft geen zin meer om de leiding ervan van bovenaf op te leggen. De tijden zijn veranderd. “
Van Steenberge hoopt dat zijn verkiezing de eenmaking van de Antwerpse universiteit kan bevorderen hij maakte over de eenmaking in 1991-1992 een rapport in opdracht van minister Wivina Demeester (CVP). Als het Vlaams parlement straks het dekreet op de Antwerpse universiteit goedkeurt (de uitloper van het plan van Luc Wauters), dan telt Antwerpen vier rektoren voor 10.000 studenten. Drie rektoren besturen elk hun kapel : de Universitaire Fakulteiten Sint-Ignatius (Ufsia, katoliek), het Universitair Centrum Antwerpen (Ruca, gemeenschapsonderwijs) en de pluralistische UIA. Een vierde superrektor vertegenwoordigt de eenheidsstruktuur, de universiteit Antwerpen (UA).
De UA wil dat er straks voor alle studierichtingen die in de Scheldestad worden aangeboden, een boven- en onderbouw komt (kandidaturen en licenties). Josse Van Steenberge hoopt bovendien dat er snel één Antwerpse rektor komt, met onder zich eerst drie vice-rektoren en op langere termijn drie dekanen van de campussen die hij onder de koepel van één instelling wil brengen. Tenslotte is iedereen al jaren gewonnen voor de eenmaking.
– JOSSE VAN STEENBERGE : Met uitzondering van de TEW-fakulteiten (toegepaste ekonomische wetenschappen), is iedereen voor de eenmaking en in politieke en universitaire topkringen is daar ook veel over gepraat. Maar er is weinig van gekomen, omdat de jongste tien jaar is geprobeerd om de eenmaking van boven naar beneden door te voeren. Dat is mislukt, want gebotst op persoonlijke, institutionele, hiërarchische en ideologische weerstanden. Drie instellingen éénmaken en toch hun eigenheid laten behouden, leidt wel tot een konfederatie, niet tot één universiteit.
– U wil van beneden naar boven werken.
– VAN STEENBERGE : We moeten de campussen verschuiven. Laten we beginnen met het bij elkaar zetten van fakulteiten, departementen, werkgroepen en professoren. De kandidaturen rechten zitten in het centrum van de stad (Ufsia), de licenties hier (UIA). Een student rechten twijfelt na zijn kandidatuur aan Ufsia of hij zijn licentie in Leuven, Gent, of Antwerpen zal volgen. Dat gebeurt nergens anders. In Leuven en Gent blijven de studenten gewoon. Nu zitten de kandidaturen van de geneeskunde in Ruca, de doktoraten in UIA. Krankzinnig. We kunnen de kandidaturen geneeskunde overbrengen van Ruca naar UIA zodat de hele fakulteit geneeskunde samenzit, zonder dat we daarvoor een instelling moeten afschaffen. Maar door de mensen te verplaatsen, duurt het geen tien jaar voor we tot één fakulteit komen.
– Daar zal verzet tegen rijzen.
– VAN STEENBERGE : Van sommigen wel, van anderen niet. Ik hoor van de mensen uit de geneeskunde dat ze bij wijze van spreken klaar zijn om te verhuizen. Maar het klopt dat we de voordelen van een verhuizing moeten laten inzien. We moeten ook beseffen dat de universiteit er in de eerste plaats is voor de studenten. Zij moeten kunnen leven en werken in één universiteit, ze moeten van dezelfde infrastruktuur kunnen gebruik maken. Het is toch vanzelfsprekend dat er voor één studierichting in Antwerpen maar één wetenschappelijke biblioteek en één lab wordt uitgebouwd.
– Wat zijn andere voordelen ?
– VAN STEENBERGE : De schaalvoordelen, het didaktische voordeel van de afstemming van de opleiding in de kandidaturen op die in licenties. Eén fakulteit heeft de verantwoordelijkheid om een student op te leiden van het eerste tot het laatste jaar. Nu is er een programma dat een student vormt in de kandidatuur en een andere instelling en een ander programma vormt die student in zijn licentie. Een opleiding in de geneeskunde valt toch niet te splitsen, dat is toch één curriculum ?
– Denkt u echt dat er binnen afzienbare tijd één universiteit zal zijn ?
– VAN STEENBERGE : Dat lijkt me bijna vanzelfsprekend wat de samenwerking tussen UIA en Ruca betreft, en dan spreken we over geneeskunde en positieve wetenschappen. Het ligt iets delikater voor de humane wetenschappen, dus tussen Ufsia en UIA. Maar wij kunnen, bijvoorbeeld, met de rechten van UIA naar de stad verhuizen. We moeten daartoe niet samensmelten met Ufsia. Als we met ons gebouw naast Ufsia zitten, dan groeit ook voor de student de eenheid en worden ook de professoren en de infrastruktuur samengebracht. Probleem blijft TEW (Ufsia en Ruca). Het gaat hier om twee eeuwelingen die niet met het mes op de keel kunnen verplicht worden om samen te smelten. Hen moeten we iets meer ruimte laten. Ik vind de samenwerking tussen beide belangrijk, maar ze mogen de samenwerking tussen de andere fakulteiten niet afremmen.
Op lange termijn lijkt het mij logisch dat de fakulteit geneeskunde, en alles wat daarbij hoort (biomedische wetenschap), zich vestigt rond het universitair ziekenhuis van Edegem en dus op de huidige UIA-campus, dat de positieve wetenschappen (natuurkunde, fysika, biologie,…) zich koncentreren op de Ruca-campus en dat de humane wetenschappen (rechten, letteren, geschiedenis,..) zich in de stad vestigen. Dat er drie campussen blijven, is geen probleem. Dat is in Leuven en Gent ook zo. Maar dan zitten wij wel per fakulteit in plaats van, zoals nu, ideologisch gescheiden. Dat is kompleet gaga. Fakulteiten horen bij elkaar : één fakulteit rechten, met één dekaan, één bestuur, één opleiding, één gestroomlijnd onderzoek. Mijn streven is dus één universiteit Antwerpen met drie campussen, niet ideologisch maar tema-gebonden.
– Dat lijkt zo logisch. Toch is het nog lang niet zo ver.
– VAN STEENBERGE : Strukturen zijn sterker dan mensen. Maar op een mooie dag begeven zelfs de sterkste strukturen het, zeker als ze uitgehold zijn. Er bestaan vandaag geen ideologische fakulteiten meer. Vrijzinnige studenten gaan niet per se naar Brussel, katolieke niet per se naar Antwerpen of Leuven.
– U laat de strukturen overeind.
– VAN STEENBERGE : Voorlopig, met de nadruk op voorlopig. Want eens de basis bij mekaar op schoot zit, zal de top het zinloze inzien van de scheiding, van de dubbele postbedeling, van twee studiediensten, twee telefoonnummers, twee dekanen.
– Werkt samenwerking besparend ?
– VAN STEENBERGE : Op het eerste gezicht niet en wij willen onze studierichtingen vervolledigen. Er is in Vlaanderen plaats voor vier universiteiten : Leuven, Gent, Brussel en Antwerpen. Antwerpen is een grote universiteit die zich klein maakt door de splitsing.
– De wetgever moet nog wel een dekreet goedkeuren over de volgende stap in de eenmaking. Van u was geweten dat u dit een te kleine stap vond.
– VAN STEENBERGE : Dat vind ik nog. Maar het is een stap. Er komt één rechtspersoonlijkheid die het geld van de Vlaamse overheid ontvangt en over de instellingen verdeelt. Ten opzichte van de overheid en ook, belangrijk, internationaal worden wij één universiteit. Dit kan een lege doos zijn. Maar het is er wel één die we zelf kunnen vullen, als we dat willen. Het nadeel is dat er daarover een consensus moet bestaan. Meer was niet mogelijk, gezien de taktiek die was gekozen, namelijk de eenmaking van bovenuit.
– Hoe zal u als UIA-rektor konkreet aan de eenmaking werken ?
– VAN STEENBERGE : Mijn ideeën zijn niet helemaal nieuw, ze worden alleen voor het eerst op dit niveau geformuleerd. Daarom geef ik mezelf wat tijd. Bij een verhuizing komt veel kijken. Maar in sommige gemakkelijkere dossiers staan we tamelijk ver. In de geneeskunde is de wil om tot één fakulteit te komen, enorm. Er worden al gemeenschappelijke fakulteitsraden UIA-Ruca gehouden. Dat is nieuw.
– En met Ufsia ?
– VAN STEENBERGE : Daar moeten de gesprekken nog beginnen. Maar er bestaat een grote openheid. Op mijn verkiezing kreeg ik bij Ufsia veel positieve reakties van de gewone professoren en assistenten. Bij de meeste fakulteiten is de drang tot samenwerking groot. Het tere punt is TEW, maar die willen we er voorlopig uitlaten.
– Kan de eenmaking mislukken ?
– VAN STEENBERGE : Ze mag niet mislukken. Maar er blijft een tendens om in Antwerpen twee universiteiten te maken, en de UIA te splitsen over Ufsia en Ruca. Daarbij wordt dan verwezen naar de splitsing van de universiteit van Rome. Maar dat was wel een onbestuurbare kolos met 110.000 studenten. Bij ons zou de splitsing er trouwens niet om organizatorische, maar om ideologische redenen komen. Zo zou Antwerpen een iets meer katoliek getinte en een iets meer vrijzinnig getinte universiteit hebben. Dat is onaanvaardbaar, we zouden de klok alleen vele jaren terugdraaien.
– Heeft u de politiek nodig ?
– VAN STEENBERGE : Ja. De universiteiten moeten het zelf doen, maar de politici kunnen ons stimuleren. Ze zouden ons financieel kunnen belonen als we de eenmaking verwezenlijken, en ons kunnen straffen als we falen. Nu krijgen de Antwerpse universiteiten het verwijt dat ze met hun drie strukturen te veel geld krijgen. Ten onrechte. Maar we kunnen dat het best ontzenuwen door samen te gaan.
– Uw mandaat duurt vier jaar. Wat wil u dan bereiken ?
– VAN STEENBERGE : We moeten een begin maken met de uitvoering van de eenmaking door samen fakulteiten op te bouwen en, eventueel, te beginnen met de verschuiving van campussen. Ik hoop dat de studenten volgend jaar al, bijvoorbeeld, aan hun curricula voelen dat Antwerpen één universiteit heeft.
– U botst niet op skepsis ?
– VAN STEENBERGE : Integendeel. Er waait een nieuwe wind. Het vorige beleid was ver van slecht, maar er waren na twaalf jaar wellicht tekenen van slijtage. Deze verandering is dus goed, al was het maar omwille van de verandering. Hopelijk lukt het ons deze keer, want ik heb het vaste voornemen om de laatste rektor van de UIA te zijn. Er moet in Antwerpen één universiteit met één rektor komen. Nu hebben we in Antwerpen drie, straks vier rektoren. U begrijpt dat ze daar in het buitenland lichtjes bij glimlachen.
Peter Renard
Josse Van Steenberge : “Dat er drie campussen zijn, is geen probleem. Dat die drie om ideologische redenen worden gescheiden, is gaga. “