Nu Het Uur van de Waarheid door een onverantwoordelijke is afgevoerd, kijken wij enkel nog naar Tegenspraak van de CDO. Dat wordt met de week beter, vooral omdat Paul Goossens zijn aandacht niet langer over verschillende stations dient te spreiden. Bij de eerste aflevering dit jaar had hij zowaar de voorzitter zelf in de studio gehaald, een risico dat men vroeger nooit durfde nemen. Andere genodigde : Patrick Dewael.
Het was een op zijn paasbest uitgedoste Goossens die de aandacht vestigde op het fraaie nieuwe decor. ?Twee miljoen vijf,” fluisterde hij ons vanachter de hand toe. ?Rechtstreeks geplukt uit de partijkas, wat vindt ge daar van ?”
Hierna was het tijd voor de verwelkoming van de twee gasten. ?Rechts van mij zit Patrick Dewael van de VLD. Hij is burgemeester van Tongeren, was de laatste minister van Kultuur die naam waardig, en auteur van een beklijvend politiek manifest : De Blauwe Hand. Hij staat bekend als een gedreven spreker, iemand die een rijke gedachtenstroom in een voorname en beeldrijke taal weet om te zetten. Hij is een denker en ook een doener. Hij houdt van klassieke zowel als van moderne muziek, en is een gevoelig man die oog heeft voor een breed gamma stromingen in beeldende kunst en literatuur. Ook de gewone geneugten des levens weet hij op prijs te stellen en hij gaat evenzeer prat op een grote populariteit bij de brede massa, als hij respekt afdwingt in elitaire milieus. Hij is een studax maar ook een man van de praktijk. Een filozoof, maar ook een ekonoom. Een wetenschapper die empirisch onderzoek weet in te kapselen in een teoretische fundering. In het parlement maakt hij indruk als een fraktieleider van wie de tussenkomsten getuigen van een grondig inzicht, een sterk deduktie- en assimilatievermogen, en een uitgebreide kennis van het historisch kader. Samen met geestesgenoot Guy Verhofstadt is hij de architekt van het belangrijkste politieke projekt dat dit land de voorbije veertig jaar heeft gekend. Hij mag zelfs de inspirator genoemd worden van een nieuwe etische en politieke stroming in West-Europa. En hij is ongetwijfeld de volgende premier van België. Links van mij zit Johan Van Hecke. Welkom mijnheer Dewael.”
VAN HECKE ZELF hadden we tijdens deze inleiding nauwelijks gezien, maar hij leek in elk geval niet gelukkig met de ongelijk verdeelde aandacht. Wie zich daar allerminst iets aan gelegen liet, was Paul Goossens. Die begon met Dewael een boompje op te zetten over de vernieuwing van de VLD. En hoe moest opgelet worden dat De Croo de klok niet te veel zou terugdraaien. Na een kwartier was Van Hecke nog altijd niet aan het woord geweest. In zijn eigen uitzending ! Met een nadrukkelijke hoestbui eiste hij de aandacht op van de door hem zwaar betaalde moderator.
?Tiens, ’t is waar ook,” schrok Goossens, ?voorzitter Van Hecke is vandaag ook te gast. Dat is merkwaardig want u weet ongetwijfeld, mijnheer Dewael, dat hij tot nu toe alle televisie-debatten met liberalen heeft geweigerd. Mijnheer Van Hecke, was dat uit schrik ? Bent u een bangerik ?”
Zelden iemand zo groen zien lachen, maar Van Hecke kon weinig anders dan zo vriendelijk mogelijk de verwijten weerleggen. Goossens had zich al opnieuw tot Dewael gewend : of het de politici van de VLD niet stoorde dat al hun ideeën met zes maanden vertraging door de CVP gekopieerd werden. ?Helaas is het wel zo,” voegde hij er nog aan toe, ?dat de CVP geen voorzitter heeft van het niveau van Verhofstadt.”
Van Hecke naderde stilaan het kookpunt. Hij gaf Goossens onder tafel een fikse trap tegen de schenen en begon ongevraagd aan de les die hij had voorbereid : ?De oude grondbeginselen van de kristen-demokratie zijn nog altijd aktueel en zijn nog steeds in staat antwoorden te formuleren op de eigentijdse problemen en de vragen die de mensen zich stellen.”
Patrick Dewael keek of hij het in Rome hoorde donderen. Goossens hing krom van het lachen over zijn stoel : ?Hahaha, hoor me dat een keer aan. Antwoorden op eigentijdse problemen… hebt ge ooit zo een clown gehoord ? Grondbeginselen van de kristen-demokratie… maar jongens toch.” Goossens veegde zich de tranen uit de ogen en slaakte een diepe zucht.
JOHAN VAN HECKE besloot zich niet te laten afleiden en zette zijn betoog voort. Over de drie vernieuwingen van de CVP : vernieuwing van ideeën, strukturen en mensen. En over de grootste gemene deler van het algemeen belang. Bij dit laatste kon ook Dewael zich niet langer serieus houden. Goossens sloeg met stoel en al achterover en rolde van plezier over de vloer. Tot hij zich realizeerde dat zijn uitzending de mist in ging indien hij die kolderfiguur niet drastisch het zwijgen zou opleggen. Tenslotte was hij op VT4 nog maar net een programma kwijtgeraakt, en had het wedervaren van Jan Schodts hem geleerd hoe snel iemand in de goot ligt.
Goossens hees zich terug op zijn plaats, trok Van Hecke de mikrofoon van zijn das en vroeg Dewael om de kijkers uit te leggen waarin het gevaar van drukkingsgroepen schuilt. ?De CVP is nog altijd een marionet in handen van de grote zuilen,” begon die met veel smaak. ?Als Theo Rombouts met de vingers knipt, moet mijnheer Van Hecke springen. Geen alternatieve financiering van de sociale zekerheid, roept hij. En ondertussen heeft het ACV samen met de premier al een verdubbeling op papier gezet.”
?Vergeet de communautarizering niet,” viel Goossens juichend in. ?Of moet ik nog eens verwijzen naar de leeggemolken koe van Slapmans hier ? Eén woord van de vakbond en het was gedaan met zijn koe.”
Van Hecke veerde boos op, maar Goossens was al aan de afronding begonnen : ?Kort samengevat beste kijkers : de loonkost moet met 10 procent omlaag willen we nieuwe banen scheppen.”
?En ge moet de pensioenen kapitalizeren,” vulde Dewael nog aan, ?zoals trouwens in het sleutelplan van Dehaene staat. Ik zal eens iets zeggen zie. Mijnheer Van Hecke, als ge met dat sleutelplan naar het parlement komt, bezorgen wij u een wisselmeerderheid. Tegen de socialisten in.”
Dit was een primeur die kon tellen. Goossens moest zich nu wel tot zijn eigen voorzitter wenden. ?Wel,” snauwde hij Van Hecke toe, ?mijnheer Dewael hier biedt u aan om ons programma uit te voeren. Wat zegt ge nu ? Dank u mijnheer Dewael ?”
Van bij Van Hecke, met verstomming geslagen, kwam geen enkel geluid. ?’k Had het kunnen peinzen,” sloot Goossens af, ?hij durft niet natuurlijk. Mag niet van Tobback en Nollet. Bon, mijnheer Dewael, hartelijk dank voor uw komst en uw leerrijke uiteenzetting. Kijkers, tot volgende week.”
Koen Meulenaere